Er is verdeeldheid over het stellen van grenzen aan het demonstratierecht: de helft (49 procent) is vóór inperking van dat recht, een iets kleinere groep (43 procent) is tegen. Vooral rechtse kiezers willen meer restricties bij demonstraties.
Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag onder 29.000 leden van het Opiniepanel. Het recht om te demonstreren vinden de meeste deelnemers (77 procent) belangrijk, "maar er mag paal en perk gesteld worden aan de onveilige toestanden van de laatste tijd", vindt een van hen.
Grenzen aan demonstraties
Daarmee worden een aantal hevige protesten van de laatste jaren bedoeld: snelwegblokkades door Extinction Rebellion en boeren, coronademonstraties, protest bij de opening van het Holocaustmuseum en onlangs nog een geplande koranverbranding in Arnhem.
Volgens het demissionaire kabinet zoeken demonstranten bij protesten vaak bewust de grenzen van de wet op, of gaan daar overheen. Daarom wordt er nu onderzoek gedaan of er meer grenzen gesteld kunnen worden aan het demonstratierecht.
Bekijk ook
Niet alleen de Grondwet
Maar dat is volgens hoogleraar staatsrecht Wim Voermans heel ingewikkeld. "Ons demonstratierecht is niet alleen vastgelegd in de Grondwet, maar ook in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens." Daarin staat bijvoorbeeld dat de overheid demonstraties moet faciliteren en dat protest binnen gezichts- en gehoorsafstand moet kunnen plaatsvinden.
"Als je het demonstratierecht wil inperken, moet je dus naast de Grondwet óók dat verdrag proberen aan te passen, of er helemaal uit stappen", legt Voermans uit. Het enige land dat ooit uit het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens is gestapt, is Rusland, voegt hij toe.
'Onveilig' of 'ontwrichtend'
Deelnemers die het demonstratierecht willen inperken, wijzen vooral naar manieren van demonstreren die volgens hen 'onveilig' of 'ontwrichtend' zijn. "Protesteren mag, maar als er andere wetten worden overtreden of mensen beledigd of (verbaal) aangevallen worden, zoals bij het Holocaustmuseum, houdt het voor mij op", legt een deelnemer uit.
Vormen van protest die niet op steun kunnen rekenen, zijn bijvoorbeeld het blokkeren van snelwegen, (delen van) vliegvelden, het verbranden van religieuze boeken en protesteren bij woonhuizen van politici.
Beschermen demonstratierecht
Iets meer dan de helft van de deelnemers (54 procent) vindt dat de vrijheid om te demonstreren beschermd moet worden, óók als ze het zelf niet met die demonstraties eens zijn. "In een democratie moet je er alles aan doen om dat te beschermen", zegt iemand.
Een ander: "Je stem laten horen, misschien wel juist als die ingaat tegen wat 'normaal' is, is de basis voor een open samenleving."
Formerende partijen
De meerderheid van de kiezers van de PVV en BBB vinden dat echter niet: "Het recht om te demonstreren wordt te pas en te onpas gebruikt door allerlei zogenaamde 'activisten' die hun wil aan anderen willen opleggen. Dat heeft niets meer met het recht op demonstratie te maken."
Ook bij de andere formerende partijen, VVD en NSC, is verdeeldheid over het recht op demonstratie. Bij beide kiezersgroepen vindt 45 procent dat het recht beschermd moet worden, 47 procent vindt van niet.
Minderheden en oppositie
Het verbaast Voermans niet dat juist bij kiezers van deze partijen het recht op demonstratie momenteel niet hoog op het prioriteitenlijstje staat. "Het recht op demonstratie en het recht op vrijheid van meningsuiting beschermt juist minderheden in een samenleving, en de oppositie", legt de hoogleraar uit.
"Juist omdat zij geen meerderheid hebben, in de Tweede Kamer bijvoorbeeld, is dit een belangrijk middel: door te demonstreren heb je een stem", zegt Voermans. "Dat helemaal wegnemen doen ze alleen in hele nare regimes, kijk bijvoorbeeld naar Rusland."
Andere rechten
Zo ver zal het in Nederland niet snel komen, maar Voermans wil mensen wel op het hart drukken om niet te lichtzinnig met grondrechten om te gaan.
"Vergeet niet dat de Grondwet, en een verdrag zoals het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens ook rechten beschermt die jij wel belangrijk vindt: de vrijheid van meningsuiting, maar bijvoorbeeld ook het recht op gezinsleven, die rechten voor ouders en kinderen regelt. Dat gooi je óók weg door zo'n verdrag op te zeggen, of aan te passen."
Over dit onderzoek
Het onderzoek is gehouden op 1 en 2 mei 2024. In totaal deden 28.887 mensen mee. Het onderzoek is na weging representatief voor zes variabelen, namelijk: leeftijd, geslacht, opleiding, burgerlijke staat, spreiding over het land en politieke voorkeur, gemeten naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2023.
Bekijk ook
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.