Zes op de tien (61 procent) Indische Nederlanders vinden dat de koning elk jaar bij de Indiëherdenking moet zijn. Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag onder Indische Nederlanders. Nu is er eens in de 5 jaar een lid van het Koninklijk Huis aanwezig.
Veel van de ondervraagde Indische en Molukse Nederlanders hebben er moeite mee dat de koning wél jaarlijks bij de Nationale Dodenherdenking op 4 mei op de Dam is. Nu lijkt het of de leden van het Koninklijk Huis de ene herdenking belangrijker vinden dan de andere, zeggen ze. "Alsof ze mensen uit Indië als tweederangs burgers zien", zegt een deelnemer.
Tweederangs burgers
Het onderzoek van EenVandaag werd gehouden in aanloop naar de jaarlijkse Indiëherdenking op 15 augustus. 2800 mensen met wortels op de eilanden van het voormalig Nederlands-Indië of het huidige Indonesië deden mee. Bij de herdenking worden de slachtoffers van de Japanse bezetting van Nederlands-Indië en het einde van de Tweede Wereldoorlog herdacht. Dit jaar is koning Willem-Alexander daarbij aanwezig.
Deelnemers aan het onderzoek beschrijven het gevoel van verbondenheid dat hun naasten in de oorlog hadden met Nederland: "Mijn moeder heeft tijdens de oorlog in haar matras de Nederlandse vlag bewaard als loyaliteit aan het koningshuis. Als dat ontdekt was geweest, had ik niet bestaan! Alleen daarom al zouden ze elk jaar moeten komen."
'Ik herdenk voor mezelf'
Een kwart (24 procent) van de deelnemers vindt het niet nodig dat de koning bij elke herdenking aanwezig is. Zij zeggen dat het mooi is als de koning zijn respect toont door erbij te zijn, maar dat ze voor zichzelf en hun dierbaren herdenken en de koning daarbij niet nodig hebben.
Ook zij wijzen op de Nationale Dodenherdenking, waar alle slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog herdacht worden. "Op 4/5 mei wordt ook elk jaar een krans gelegd voor de gesneuvelden in Nederlands-Indië. Volgende stap zou voor mij eerder zijn dat we ook de slachtoffers van de onafhankelijkheidsoorlog en de koloniale tijd herdenken", aldus een deelnemer.
Blij met excuses koning voor geweld
Koning Willem-Alexander bood in maart 2020 zijn excuses aan voor het Nederlandse geweld tijdens de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog (1945-1949). Tijdens een staatsbezoek aan Indonesië sprak hij zijn spijt en excuus uit voor 'geweldsontsporingen van Nederlandse zijde'. Daarmee werd voor het eerst op het allerhoogste niveau excuus aangeboden aan de voormalige kolonie. De meeste deelnemers (65 procent) vinden de verontschuldiging een goede zaak. Het maakt het voor hen gemakkelijker om het verleden te laten rusten.
Een op de vijf (21 procent) vindt juist dat de koning de excuses niet had moeten maken. Veel ondervraagden wijzen erop dat ook van de kant van Indonesië veel geweld werd gebruikt tegen Indische Nederlanders tijdens de Bersiap en onafhankelijkheidsoorlog vanaf 1945. Ook voelen de excuses voor sommigen oneerlijk richting de KNIL-militairen van het Nederlands-Indische Koloniale Leger. "Het is een klap in mijn gezicht, ik werd ook maar gestuurd om te vechten", aldus een Molukse oud-KNIL-militair.
Over het onderzoek
Het onderzoek is gehouden van 5 tot en met 13 augustus 2020. Aan het onderzoek deden 2821 mensen mee met met wortels op de eilanden van het voormalig Nederlands-Indië of het huidige Indonesië. Van de deelnemers zijn 846 leden van het EenVandaag Opiniepanel.
De rest is extern geworven via tientallen organisaties en platforms voor mensen met een Nederlands-Indische, Molukse Indochinese, Menadonese of Papua achtergrond. Bijvoorbeeld Tong Tong Fair, Moesson en Pelita.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.