radio LIVE tv LIVE
meer NPO start
EenVandaag Opiniepanel

Acceptatie lhbti+ op dieptepunt: minder dan de helft van de gemeenschap vindt dat het goed gaat

Acceptatie lhbti+ op dieptepunt: minder dan de helft van de gemeenschap vindt dat het goed gaat
In Amsterdam wordt jaarlijks een Pride Walk gehouden, een protestmars voor lhbti+-rechten
Bron: ANP

De acceptatie van lhbti+'ers holt achteruit, vinden mensen uit de gemeenschap zelf. Inmiddels heeft minder dan de helft (47 procent) van hen het gevoel dat het goed gaat. Niet eerder waren er dat zo weinig in de jaarlijkse peiling van het Opiniepanel.

Aan het Pride-onderzoek van EenVandaag deden 24.469 leden van het Opiniepanel mee, onder wie 2.655 mensen uit de lhbti+-gemeenschap (lesbische, homoseksuele, biseksuele, transgender, intersekse en queer personen). Het gevoel van acceptatie daalt al jaren: in 2020 vond nog 62 procent dat het goed ging in Nederland, dit jaar is dat cijfer dus het laagst sinds de eerste peiling in 2011.

Acceptatie volgens de lhbti+-gemeenschap door de jaren heen

Godsdienst en politiek

Lhbti+'ers in het onderzoek geven verschillende redenen voor het dalende gevoel geaccepteerd te worden. Veel mensen wijzen naar conservatief-religieuze mensen, vooral in islamitische, maar ook in de christelijke hoek. Die zouden minder tolerant zijn naar de gemeenschap. "Godsdienstige normen worden steeds meer de 'normale' normen, daar maak ik me zorgen over", zegt een deelnemer.

Anderen wijzen op de partijen in het nieuwe kabinet, die volgens hen niet bij zouden dragen aan meer tolerantie. "De PVV werkt samen met anti-lhbti-partijen als die van Orbán, volgens de voorvrouw van de BBB mogen homo's niet in string op de Pride staan en NSC wil transgenderrechten inperken", somt iemand op. "Ik houd mijn hart vast voor de komende jaren."

info

Over dit onderzoek

Dit onderzoek is gehouden van 17 tot en met 29 juli 2024. Er deden in totaal 24.330 deelnemers mee, onder wie 2.655 deelnemers die deel uitmaken van de lhbti+-gemeenschap.

'Ziek en niet normaal'

In het afgelopen jaar heeft 1 op de 3 lhbti+'ers in het onderzoek (34 procent) iets vervelends meegemaakt. Dan ging het meestal om vervelende opmerkingen of 'grappen', of mensen werden uitgescholden. Een homoseksuele docent vertelt: "Een van mijn studenten zei: 'Ik vind u aardig, maar u bent ziek en niet normaal.' Dat doet pijn."

"Die verschrikkelijke homo-onvriendelijke spreekkoren in het stadion raken me nog het meest", zegt een ander panellid. "Eerst sta je daar met z'n allen te juichen en te zingen voor je club, en ineens keert iedereen zich voor mijn gevoel tegen mij."

Lhbti+'ers die negatief gedrag hebben meegemaakt in het afgelopen jaar

Sleutel tussen knokkels

Ook zegt 1 op de 6 (16 procent) te zijn bedreigd, vaak online, maar ook 'in het echt'. Deelnemende lhbti+'ers geven aan dat dat bijvoorbeeld gebeurt als ze uit een queerbar komen, tijdens het uitgaan, of als ze op straat lopen met hun partner. Een even grote groep (15 procent) geeft aan zelfs fysiek aangevallen te zijn.

Zij werden bespuugd, geschopt of geslagen, of maakten mee dat spullen vernield werden. "Er werd door buurtkinderen tegen mijn ramen geslagen en met stokken hout gegooid", vertelt iemand die het heeft meegemaakt. Een andere deelnemer neemt maatregelen om agressie te voorkomen: "Als ik langs hangjeugd loop, hou ik mijn sleutels tussen mijn knokkels. Dan kan ik mezelf verdedigen als het nodig is."

Bekijk ook

Hoe is het gesteld met de acceptatie van lhbti+'ers? Dit en meer bekijk je hier.

Meer begrip voor 'homo' dan voor 'trans'

Terwijl lhbti+'ers vinden dat het steeds slechter gaat, vindt de helft van de deelnemers die niet tot die gemeenschap behoren (51 procent) juist dat er te veel aandacht is voor de acceptatie van deze groep in Nederland. 'Het gaat er te veel over', vindt deze groep. "Vroeger wist je dat niet van iedereen, waarom moet iedereen nu wel een labeltje krijgen? Daar komt weerstand van", zegt een van hen.

Ook valt op dat deze groep onderscheid maakt tussen mensen met een andere geaardheid dan hetero (bijvoorbeeld homoseksueel, lesbisch of biseksueel) en mensen met een andere genderidentiteit dan bij de geboorte is vastgesteld (bijvoorbeeld transgenders of non-binaire personen). De eerste groep kan op meer begrip rekenen dan de laatste: "Ik ben voor lhbti+-rechten, maar die woke-gemeenschap ben ik tegen. Dat gender-onderwerp slaat helemaal door", vindt een panellid.

Hoe kijkt men naar de lhbti+-gemeenschap?

Belang van Pride

Het gevoel dat de acceptatie afneemt en de stappen die er nog te zetten zijn in lhbti+-wetgeving, noemen mensen uit de gemeenschap als redenen om nog steeds ieder jaar een Pride te organiseren. Zoals die in Amsterdam, waar vanmiddag weer de bekende botenparade op de grachten plaatsvindt.

Driekwart (74 procent) van de mensen uit de gemeenschap vindt het belangrijk dat dit soort evenementen plaatsvinden. Voor zichtbaarheid, om even zichzelf te kunnen zijn, en om aandacht te vragen voor meer acceptatie. "Er is nog een wereld te winnen", vat een deelnemer het samen.

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Hoe bendes via nepagenten senioren beroven: 'Ze trekken met zeep de ringen van hun handen'

Hoe bendes via nepagenten senioren beroven: 'Ze trekken met zeep de ringen van hun handen'
Nepagenten maken ouderen waardevolle spullen afhandig. Foto ter illustratie
Bron: EenVandaag

Op meedogenloze wijze beroven criminele bendes nepagenten door het hele land ouderen. Met alleen een telefoon, een script en een vlotte babbel laten ze gedupeerden totaal geruïneerd achter. "Vier jaar cel doet geen recht aan de slachtoffers."

Ze spreken over slachtoffers als 'lekkere dikke vis', moedigen elkaar aan om complete woonplaatsen te ruïneren en willen zoveel mogelijk geld verdienen. De politie heeft verschillende bendes in het vizier die op grote schaal ouderen beroven met nepagenten, zegt cyberspecialist bij de Politie Oost-Nederland Yoanne Spoormans, die onderzoek doet naar het fenomeen.

Babbeltruc

"Het maakt ze niet uit hoeveel schade ze aanrichten", ziet ze. Afgelopen zomer kwam een zaak aan het rollen na een melding van een slachtoffer die gebeld was door nep-politiemensen.

"De mevrouw vertelde dat ze wilden langskomen om waardevolle spullen veilig te stellen, omdat er inbrekers actief zouden zijn in de omgeving", vertelt Spoormans.

Bende opgerold

De vrouw vertrouwde het terecht niet. Het telefoontje werd het startpunt voor de zoektocht naar de personen achter deze belletjes. "Uiteindelijk hebben we bij een nieuw slachtoffer twee nepagenten kunnen onderscheppen."

Tegelijkertijd werd op een andere plek in het land een woning binnengevallen waar mensen op dat moment met het slachtoffer aan de telefoon hingen. De politie wist de hele bende op te rollen.

Bekijk ook

Telefoon, simkaart en een paar mensen

Ze vermoeden dat de groep misschien wel 50 belletjes per dag pleegde. "En dit is nog maar één groepering die zich hiermee bezighoudt. We weten dat het er veel meer zijn", zegt Spoormans. Op het moment lopen er verschillende onderzoeken naar nepagenten. "Hier zullen uiteindelijk meer aanhoudingen uit volgen."

Criminelen hebben niet veel nodig om dit misdrijf te plegen, schetst de specialist. "Je hebt alleen maar een telefoon, een simkaart en een paar mensen die de spullen ophalen nodig."

Volgens script

De nummers van potentiële slachtoffers worden van internet gehaald. Ze worden geselecteerd op kwetsbaarheid en of ze spullen van waarde hebben, maar: "Ze bellen soms ook gewoon op alfabetische volgorde", vertelt Spoormans.

De rollen binnen de groep zijn strak verdeeld. Iemand belt met het slachtoffer en praat op ze in, vrijwel altijd volgens hetzelfde script. "Er zijn inbrekers actief in uw buurt, we hebben er een paar aangehouden, maar een paar wisten te ontsnappen en we vonden een briefje met adressen en uw adres stond daarop, dus we vrezen dat de inbrekers die nog vrij rondlopen het op u gemunt hebben."

Bekijk ook

Strakke rolverdeling

Dat roept natuurlijk direct angst op bij mensen, stelt Spoormans. Als er beet is, moet de chauffeur direct op pad. Een coördinator stuurt de bende aan. "Die zorgt ervoor dat de mensen op straat, een chauffeur en een ophaler (degene die naar de deur gaat), weten waar ze moeten zijn, wanneer ze daar moeten zijn en ook wat ze moeten zeggen."

Daders gebruiken vaak de naam van de plaatselijke wijkagent. Dat wordt allemaal onderling afgesproken, net als wat de buit moet zijn. Als de chauffeur onderweg is, moet de beller aan de lijn blijven met het slachtoffer om de telefoonverbinding bezet te houden. Het slachtoffer moet alvast alle waardevolle spullen klaarleggen voor de nepagent.

Tasje vragen

Aan de deur komt soms iemand (gedeeltelijk) in uniform, maar soms ook in normale kleding. Dan zeggen ze bijvoorbeeld voor de recherche te werken, zegt Spoormans.

Eenmaal binnen willen ze ramen en deuren controleren op inbraakbeveiliging, om te kijken of er meer te halen is. "Vervolgens vragen ze dan een tasje aan het slachtoffer om al die spulletjes netjes in te doen en vertrekken ze met de buit."

Bekijk ook

Misbruik maken van vertrouwen

Deze werkwijze is helaas succesvol. In het afgelopen jaar registreerde de politie in totaal 8.329 incidenten met nepagenten. Dat zijn er vijftien keer meer dan het jaar ervoor. Er werden ruim 350 verdachten aangehouden. "We zien dit jaar dat de aantallen nog absoluut niet aflopen", zegt Spoormans.

Met name ouderen trappen in deze truc, omdat zij veel vertrouwen hebben in de politie, ziet ze. "Dat zorgt ervoor dat je direct al een voet tussen de deur hebt."

Vrijwillig overhandigen

En het is een eenvoudig misdrijf. "Mensen geven vrijwillig hun spullen weg, dus je hoeft er niet eens wapens voor mee te nemen of geweld te gebruiken: mensen doen zelf de deur open en geven al hun spullen aan je mee", ziet Spoormans. "Hoe mooi wil je het hebben als crimineel?"

De nepagenten halen ontzettend veel kostbaarheden op. "We hebben regelmatig mensen die meerdere duizenden euro's overhandigen." En dan gaat het niet alleen om contanten, maar ook om kostbare sieraden. "De oudere generatie heeft natuurlijk ook vaak juwelen, gouden sieraden, waar daders naar op zoek zijn."

Bekijk ook

Urn van de schoorsteenmantel

In sommige gevallen gaat het ook om spullen die ze gewoon mooi vinden. "We hebben zelfs een geval waarbij ze een urn van de schoorsteenmantel meenamen, gewoon omdat ze die er leuk uit vinden zien."

Het is een koelbloedige, geraffineerde vorm van criminaliteit. "Ik hoor soms mensen zeggen: daar trap je toch niet in? Dat wil ik echt uit de wereld halen, want dat is absoluut niet waar."

Schrijnende situaties

Spoormans noemt de situatie waarin de slachtoffers komen schrijnend. Ze moet denken aan een vrouw waarvan de partner net was overleden. "En dat zo'n oplichter dan zegt: god, wat erg voor u, maar dan zult u nu wel extra bang zijn voor inbrekers."

Er zijn slachtoffers waarbij oplichters met zeep de ringen van hun handen halen. "Het maakt ze niet uit hoeveel schade ze aanrichten", vertelt ze. "Ze zijn alleen maar gericht op snel geld verdienen. En dat zie je ook in de manier waarop ze onderling met elkaar communiceren over dit soort criminaliteit: het is laatdunkend en kleinerend richting slachtoffers, echt verschrikkelijk."

Bekijk ook

Recht doen aan slachtofferschap

Nepagenten kunnen worden vervolgd voor oplichting. "Daarvoor staat in de basis maximaal vier jaar gevangenisstraf. Dat doet natuurlijk totaal geen recht aan het slachtofferschap wat dit veroorzaakt", vindt Spoormans. "We zouden eigenlijk die slachtoffers ook daarin veel meer genoegdoening willen geven."

Ze vergelijkt nepagenten liever met een woningoverval, waar negen tot twaalf jaar cel voor staat. "We zien ook dat slachtoffers vergelijkbare klachten melden." Om iemand te vervolgen voor een overval is het gebruik van of dreigen met geweld nodig. "En daar is hier geen sprake van, omdat die slachtoffers zo ingepalmd zijn dat ze zelf de spullen vrijwillig afgeven."

Oproep: praat erover en wees alert

Het fenomeen is lastig te bestrijden, vreest Spoormans. "Ik kan niet verbieden dat iemand een telefoon heeft."

De politievrouw wil waarschuwen. "Wees alert en praat hier ook over met je ouders, grootouders of misschien een buurvrouw op leeftijd. Vertel ze dat dit gebeurt en geef ook aan wat ze kunnen doen."

Bekijk ook

Omgeving beschermen

De politie hoort het graag als iets opvalt in de wijk. "Twee jonge mensen die aan de deur staan bij je seniore buurvrouw: ook voor dit soort situaties mag je 112 bellen als dit ongebruikelijk is."

Ze merkt dat niet iedereen een melding maakt en drukt mensen op het hart dat wel te doen. "Ook als je alleen maar gebeld bent en je zelf al opgehangen hebt. Laat het ons weten. We kunnen je omgeving helpen beschermen door waarschuwingsberichten te versturen."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Waarom zorgreservisten zoals Bart hard nodig zijn om medische tekorten in tijden van crisis op te vangen

Waarom zorgreservisten zoals Bart hard nodig zijn om medische tekorten in tijden van crisis op te vangen
Zorgreservist Bart Hilt
Bron: EenVandaag

Bij een crisis of ramp kan medisch personeel schaars zijn. Om dat op te vangen, gaat Defensie samenwerken met de Nationale Zorgreserve. Hoe versterken dit soort initiatieven de weerbaarheid van Nederland? "Overheid kan het niet meer alleen aan."

Zorgreservisten kunnen nu worden ingezet als Defensiepersoneel naar het buitenland moet, bijvoorbeeld bij een oorlogsdreiging. Het zijn gediplomeerde vrijwilligers, vaak oud-zorgmedewerkers, die zichzelf aanmelden en op momenten van crisis worden opgeroepen om bij te springen.

Coronacrisis

Bart Hilt is zo'n zorgreservist. Hilt heeft onder andere bij de brandweer, ambulance en huisartsenpost gewerkt. Hij werd voor het eerst ingezet tijdens de coronacrisis.

"Toen was er een oproep via Facebook en daar heb ik toen op gereageerd", legt hij uit. "Er werd gekeken in welke regio je woonde en welke ziekenhuizen mensen nodig hadden. En toen ben ik ondersteunend geweest aan de verpleging."

'Samenwerking goed idee'

De samenwerking tussen Defensie en de Nationale Zorgreserve is volgens Hilt dan ook een goed idee. "Als je kijkt naar alle brandhaarden die we in de wereld hebben, kan je er op deze manier echt voor elkaar zijn."

Middenin de coronacrisis wordt het Nationale Zorgreserve opgericht, als burgerinitiatief, legt directeur Charlotte de Schepper uit. "Een aantal burgers dacht toen, 'goh, steeds meer mensen worden ziek, maar ook steeds meer hulpverleners worden ziek. Hoe kunnen wij helpen?' En die hebben de handen ineengeslagen." Inmiddels wordt het gefinancierd door het Ministerie van Volksgezondheid.

Bekijk ook

Tekort opvullen

Mocht Defensie beroep doen op de zorgreservisten, zijn ze puur bedoeld als achtervang.

"Wij worden dan niet uitgezonden naar het buitenland. Maar de medisch specialisten van het leger wel, waardoor er een tekort is aan medisch personeel in de bases van Defensie. En die plaatsen gaan wij dan opvullen", legt Hilt uit.

Voordelen burgerinitiatief

Ook Jaap Donker, directeur van de veiligheidsregio Utrecht, ziet de voordelen van het initiatief.

"Als Defensie in het buitenland meer moet doen en de situatie hier schaars is, of als we bijvoorbeeld slachtoffers vanuit het buitenland moeten verzorgen, hebben we iedereen keihard nodig."

'Overheid kan het niet meer alleen'

Het is volgens Donker duidelijk waarom dit nu van belang is. Het gaat daarbij ook niet om de zorg alleen, legt hij uit.

"Op dit moment zie je dat de kans op een lange stroomuitval, of een natuurbrand heel reëel is. Dat willen we niet, maar we moeten ons voorbereiden." En dat kan de overheid niet meer alleen. "We staan voor ongekende uitdagingen, daarbij hebben we mensen nodig die initiatief nemen."

Waarom zorgreservisten zoals Bart hard nodig zijn om medische tekorten in tijden van crisis op te vangen

Bekijk ook

Zelfredzaam worden

De samenwerking is één stap richting het verbeteren van onze zelfredzaamheid. Maar er is werk aan de winkel op het gebied van weerbaarheid, ziet Donker.

"We zijn gewend dat als er iets misgaat, dat de overheid komt helpen. Maar we zien dat de risico's die we lopen zo groot zijn, dat kan de overheid niet aan. We moeten zelf en samen redzaam worden."

Onvoldoende voorbereid op crisis

Nederlanders voelen de urgentie nog onvoldoende, volgens Donker. "We zijn opgevoed met het idee dat het nooit meer oorlog zou worden en dat alles goed gaat, maar we moeten ons voorbereiden op andere scenario's."

Vandaag presenteerde de Europese Commissie plannen die ertoe moeten leiden dat de Europese Unie voorbereid is op verschillende soorten crises.

Krachten lokaal bundelen

Maar hoe? Volgens Donker ligt de kracht ook vooral in dit soort initiatieven. "Gelukkig zijn er veel instanties die daarbij helpen. Mochten mensen willen bijdragen, meld je dan, zodat we de initiatieven aan elkaar knopen en ons kunnen voorbereiden op iets wat hopelijk nooit voorkomt."

Donker zet zich vooral op lokaal niveau in. "Als de stroom er bijvoorbeeld lang af ligt, hebben mensen behoefte aan informatie." Dat zou in de vorm van lokale 'noodsteunpunten' gerealiseerd kunnen worden. "We willen op logische plekken in de samenleving, zoals brandweerkazernes, een stemlokaal of een buurthuis, dat mensen daar terecht kunnen in nood."

Bekijk ook

Kijk naar elkaar om

We zullen het uiteindelijk vooral met elkaar moeten doen, zegt zorgreservist Bart Hilt. "Ik zie het als een soort roeping. Elkaar ondersteunen en elkaar helpen. Daar waar het tekort is, moet je elkaar aanvullen."

Ook Jaap Donker zegt: "We moeten ook kijken hoe het met de buurman of kwetsbaren in de straat is. Hoe kunnen we samen de schouders eronder zetten? Hoe kunnen we in donkere periodes elkaar hier doorheen loodsen?"

Beter voorbereid dan achteraf problemen

Toch hoopt Hilt binnenkort nog niet ingezet te worden. "Dat zou het mooiste zijn. Hoe minder dat we nodig zijn, hoe beter het eigenlijk is. Maar ja, je kan beter zorgen dat je iets achter de hand hebt, als dat je te laat bent en je in de problemen raakt."

Tot nu toe hebben 4.000 zorgprofessionals zich gemeld bij de Nationale Zorgreserve. Ze hopen te groeien naar een bestand van zo'n 5.000 mensen.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant