Indische Nederlanders komen aan in RotterdamBron: Wikimedia Commons
Indische Nederlanders komen aan in Rotterdam

Veel Indische Nederlanders voelden zich niet welkom in Nederland: 'We zaten met het hele gezin op een klein koud kamertje'

Opiniepanel
Petra Klapwijk

Veel Indische en Molukse families voelden zich niet welkom toen ze na 1945 naar Nederland kwamen. Ook vonden ze het moeilijk om een bestaan op te bouwen. Maar hun verbondenheid met Nederland is sterk, blijkt uit onderzoek van EenVandaag.

Veel families zijn vanuit de kolonie van Nederlands-Indië of vanaf de eilanden van het huidige Indonesië in de loop van de tijd naar Nederland gekomen. Hun (klein)kinderen zijn hier geboren en getogen. Ter gelegenheid van het einde van de Tweede Wereldoorlog in Nederlands-Indië, vandaag 75 jaar geleden, voerde EenVandaag een speciaal onderzoek uit onder drie generaties Indische en Molukse Nederlanders. Bijna 3000 mensen vulden het in en vertelden ons hun bijzondere verhalen.

'Er mocht niet geklaagd worden'

Zes van de tien deelnemers (57 procent) vertellen dat hun familieleden zich niet zo welkom voelden toen ze net na de oorlog en in de jaren 50 en 60 naar Nederland kwamen. Zij kwamen veelal naar Nederland omdat het nieuwe Indonesië voor hen niet veilig was. Nederland was zelf aan het herstellen van de Tweede Wereldoorlog. Voor het leed van de Indische mensen leek hier geen plaats.

Iemand schrijft: "Er mocht niet geklaagd worden, ze hadden hier (Nederland) bloembollen moeten eten. Terwijl mijn ooms en opa aan de Birma-spoorweg hebben gewerkt en direct na de oorlog in de KNIL weer onder de wapens werden geroepen."

Twee koffers voor het hele gezin

In Nederlands-Indië leidden ze vaak een welvarend leven met grote huizen en bediendes. Hier begonnen ze met bijna niets. "Mijn opa behoorde tot een rijke familie. Hij had een luxe leven voor de oorlog met baboe's als eigenaar van twee fabrieken. Hier kwam hij met twee koffers voor het hele gezin," vertelt een kleinzoon.

Een ander schrijft: "Er was geen georganiseerde opvang voor ons. We hebben maanden met het hele gezin op een klein kamertje in een pension gezeten, zonder verwarming. We hadden geen kleding voor de winter. Bittere kou en geen enkele financiële tegemoetkoming."

00:01
00:00
Het is vandaag 75 jaar geleden dat Nederlands-Indië werd bevrijd. Op deze dag vroegen we panelleden met Indische roots hoe het is om Indisch te zijn in Nederland en hoe ze kijken naar racisme en de Black Lives Matter-beweging.

Nederlandser dan de Nederlanders

Bijna twee derde (63 procent) geeft aan dat zijn of haar familie het moeilijk vond hier een nieuw leven op te bouwen. Maar massaal vertellen dat ze heel erg hun best gedaan hebben om te laten zien dat ze in de Nederlandse samenleving passen (88 procent). Voor hen was dat een kwestie van overleven, want ze konden niet terug. Nederlands-Indië bestond niet meer.

Velen kozen er daarom voor om er alles aan te doen hier te slagen. Dat deden ze door niet op te vallen en bijna Nederlandser te zijn dan de Nederlanders. Ze voelden zich ook Nederlands, want ze kwamen tenslotte uit de Nederlandse kolonie.

Hutspot met sambal

Deelnemers vertellen hierover: "Mijn moeder vertelde altijd dat mijn oma alles wilde doen zoals de Nederlanders, maar dan beter. Ze aten bijvoorbeeld hutspot thuis (maar wel met sambal), en pushten mijn vader en ooms hard om het 'beter' te doen dan de Nederlandse kinderen op school."

"Mijn familie heeft zich keurig aangepast. Niemand heeft ooit last van hen gehad. Ze hebben ontzettend hun best gedaan niet op te vallen. Ze hebben veel van hun wortels daarmee moeten verloochenen", vertelt een andere deelnemer.

Mijn moeder had nog nooit een een witte straatveger gezien
Deelnemer onderzoek

Nog steeds slippers aan in huis

Uit het onderzoek blijkt dat Indische en Molukse Nederlanders zich nog steeds verbonden voelen met hun wortels. Dat geldt zowel voor de eerste, tweede als de derde generatie: driekwart zegt die verbondenheid te voelen (67 procent). Die uit zich boven alles in lekker eten met de hele familie en gasten.

"Iedereen mag altijd onaangekondigd mee-eten, dan maken we soto ajam of zelf sateh. Ze delen nog steeds bepaalde gewoontes - binnen geen schoenen maar slippers aan - en vertellen verhalen van vroeger." Veel deelnemers benoemen ook dat pijn verbindt, de vreselijke ervaringen van de Japanse bezetting. Vaak niet over gesproken, maar ook door latere generaties nog gevoeld.

Over het onderzoek

Het onderzoek is gehouden van 5 tot en met 13 augustus 2020. Aan het onderzoek deden 2821 mensen mee met met wortels op de eilanden van het voormalig Nederlands-Indië of het huidige Indonesië. Van de deelnemers zijn 846 leden van het EenVandaag Opiniepanel.

De rest is extern geworven via tientallen organisaties en platforms voor mensen met een Nederlands-Indische, Molukse Indochinese, Menadonese of Papua achtergrond. Bijvoorbeeld Tong Tong Fair, Moesson en Pelita.

AVROTROSBron: EPA
AI

Wat als de voorspelde groei van AI niet uitkomt? 'Raakt niet alleen beleggers, maar iedereen'

Het enthousiasme over AI lijkt geen grenzen te kennen. Beleggers stoppen er miljarden in en de beurskoersen van techreuzen exploderen. Maar wat als AI een bubbel blijkt, en die knapt? "Dan kan dat serieuze gevolgen hebben voor de gewone economie."

Volgens Martin Visser, economisch commentator van De Telegraaf, zijn de signalen overduidelijk. "De waarderingen van AI-bedrijven rijzen de pan uit. Als de verwachtingen niet uitkomen, storten die koersen in, en dat raakt niet alleen beleggers. Dat raakt iedereen."

Goudkoorts

Wie de huidige AI-markt bekijkt, ziet een nieuw soort goudkoorts. Bedrijven beloven dat kunstmatige intelligentie alles verandert: hoe we werken, winkelen, leren en zelfs denken.

Lennard Zwart, investeerder in AI, noemt dat een klassieke bubbel. "Iedereen probeert erin te springen. De bedragen zijn bizar. Het doet sterk denken aan 1999, toen internet de toekomst was. En dat klopte, maar niet voor al die bedrijven die toen de hemel in werden geprezen."

Dotcom-bubbel

Zwart verwijst naar de zogenoemde 'dotcom-bubbel'. Start-ups zonder omzet gingen naar de beurs met waarderingen van miljarden. Toen de winst uitbleef, kelderden de koersen. In Nederland werd World Online het symbool van die crash. Oprichter Nina Brink had haar aandelen vlak voor de beursgang verkocht, wat het vertrouwen in één klap vernietigde.

Toch was die internetgekte niet volledig voor niets. De overinvesteringen zorgden ervoor dat Nederland een van de best verbonden landen ter wereld werd. De glasvezelkabels uit die tijd vormen nog steeds de basis van onze digitale infrastructuur.

'Als de lucht eruit loopt, kan dat hard gaan'

Volgens Zwart worden bedrijven nu gewaardeerd alsof ze al jarenlang winst maken, terwijl veel van hen nog in de experimentele fase zitten, net zoals toen. "Er wordt onvoldoende gekeken naar de risico's. Als de lucht eruit loopt, kan dat hard gaan."

Een bubbel ontstaat als beleggers meer betalen voor verwachtingen dan voor werkelijke waarde. Zolang iedereen gelooft in groei, stijgen de koersen. Maar zodra het vertrouwen wegvalt, spat de zeepbel uiteen.

'De hype is groot'

Volgens Martin Visser kunnen de gevolgen van een AI-crash verder reiken dan de beursvloer. "Veel mensen hebben indirect geld belegd in techbedrijven via pensioenfondsen of beleggingsfondsen. Als die koersen instorten, verdampt dat vermogen. Dat heeft invloed op vertrouwen, bestedingen en uiteindelijk op de hele economie."

Het Internationaal Monetair Fonds waarschuwde onlangs voor dezelfde dynamiek rondom AI als tijdens de dotcom-bubbel. De waarderingen van AI-bedrijven lopen waarschijnlijk te ver vooruit op de realiteit, zegt Visser. "De hype is groot, alom wordt gevreesd voor een correctie."

Ongekende groei

Wereldwijd wordt dit jaar zo'n 350 miljard euro gestoken in datacenters en rekenkracht om AI draaiend te houden. In Amsterdam staan er bijvoorbeeld meerdere van het Amerikaanse bedrijf Equinix.

"Zonder deze infrastructuur geen AI", vertelt Michiel Eielts, directeur van Equinix Benelux. "De groei is ongekend. De vraag is zo groot dat de industrie het bijna niet kan bijbenen, maar een datacenter als dit bouwen, daar heb je toch wel 2 jaar voor nodig."

Razendsnelle ontwikkelingen

Voor Jelle Zuidema, universitair hoofddocent kunstmatige intelligentie aan de Universiteit van Amsterdam, is duidelijk dat de sector in een wapenwedloop zit. "Wie het grootste en slimste AI-model heeft, krijgt de macht. Bedrijven investeren miljarden uit angst om achter te blijven."

Zuidema maakt daarom zich zorgen over de razendsnelle ontwikkelingen. "We rennen vooruit zonder na te denken over de gevolgen. Als straks bedrijven instorten of duizenden banen verdwijnen, komt dat hard aan. En niet alleen in Silicon Valley."

Sneller werken en minder personeel

AI belooft ons slimmer en efficiënter te laten werken, maar dat roept ook fundamentele vragen op. "Of het voor de maatschappij als geheel zin heeft om de boel alsmaar efficiënter te willen maken en banen te vervangen, is iets waar we de komende tien jaar serieus over moeten nadenken," zegt investeerder Zwart. Want hoe wenselijk is die vooruitgang als het banen kost?

Het gevaar is volgens Zwart dat AI niet alleen handwerk overneemt, maar ook denkwerk. "Dat maakt deze technologische revolutie anders dan eerdere." We kunnen AI steeds sneller kopiëren en versterken, maar ik zie nog niet waar de nieuwe banen dan vandaan gaan komen."

Is kunstmatige intelligentie een bubbel die op knappen staat?

Kwetsbaar Europa

Terwijl de Verenigde Staten en China de AI-markt domineren, worstelt Europa met zijn positie. "We hebben briljante onderzoekers", zegt Zuidema. "Maar ze vertrekken naar Californië. Daar is het geld, daar staan de supercomputers."

Visser vindt dat een zorgelijke ontwikkeling. "Europa wil minder afhankelijk zijn van anderen, maar op technologiegebied blijven we achter. De AI-ontwikkeling speelt zich grotendeels af buiten onze grenzen, dat maakt ons kwetsbaar als er iets misgaat."

De hype zal afkoelen

Als de AI-bubbel knapt, hoeft dat zeker niet te betekenen dat de technologie verdwijnt. Net als na de internetcrisis zullen de echte winnaars overeind blijven, verwacht Visser. "De infrastructuur, de kennis, de software, dat blijft allemaal gewoon bestaan, maar de hype zal afkoelen."

Zuidema ziet het als een noodzakelijke fase. "Elke technologische revolutie gaat door een golf van euforie en teleurstelling. Daarna volgt stabiliteit. De vraag is alleen hoeveel schade er onderweg wordt aangericht."