
Mensen met dementie wonen volgens hun familie onverantwoord lang thuis
Een sigaret opsteken met het gas open, beschimmeld brood eten of de voordeur open laten staan. Veel mensen met dementie wonen zelfstandig, terwijl dat onverantwoord is. Dat zeggen hun familieleden in een onderzoek van EenVandaag.
Door nieuwe wetgeving moeten mensen langer thuis blijven wonen dan vroeger. De drempel om naar een verpleeghuis te gaan ligt hoger. Aan het onderzoek deden 1400 mensen mee die een partner, ouder, broer of zus met dementie hebben die nog zelfstandig thuis woont. De helft (48 procent) noemt de situatie onverantwoord. In het onderzoek noemen zij honderden voorbeelden.
Kaarsjes aan in een huis vol gas
De meerderheid (56 procent) maakt zich veel zorgen over gevaarlijke situaties binnenshuis. Zo vergeten hun dementerende familieleden regelmatig het gas uit te zetten. Vaak gaat dat net goed, soms breekt er wel degelijk brand uit. Veel naasten zien geen andere mogelijkheid dan de gaskraan af te sluiten.
Deelnemers beschrijven gevaarlijke situaties. "De klep van het gasfornuis was dicht, maar alle gaspitten stonden aan. Het hele huis rook naar gas en moeder zat te roken met kaarsjes aan op de tafel." Een ander schrijft: "Vader kreeg brand omdat hij een waxinelichtje zonder houder op de stortbak plaatste."
Mijn moeder kookt rustig in een plastic kom op het gasfornuis.Deelnemer EenVandaag Opiniepanel
Een nacht in de gang met gebroken polsen
Veel deelnemers vertellen dat hun ouders met de ziekte van Alzheimer in huis vallen en zich ernstig bezeren. Door hun ziekte weten ze dan niet goed hoe ze alarm moeten slaan. Dit kan leiden tot schrijnende situaties.
"Mijn moeder was gevallen in de gang en werd opgemerkt door de postbode. Zij had er al meer dan 24 uur gelegen vol bloed en twee gebroken polsen", schrijft een deelnemer. En getroffen maatregelen volstaan vaak niet. Iemand zegt: "Moeder heeft een alarmknop. Toch vergeet ze die in noodsituaties omdat er dan te veel op haar afkomt. Ze is al een paar keer gevallen."
Mijn schoonmoeder is een keer 's avonds in de keuken gevallen. Ze werd pas de volgende dag door de buren ontdekt.Deelnemer EenVandaag Opiniepanel
Gevoelig voor verkooptrucs
Andere problemen die familieleden signaleren zijn bedorven voedsel eten, helemaal niet eten, medicijnen niet innemen en de deuren open laten staan. Ook laten hun dementerende partners of ouders gemakkelijk vreemden binnen en zijn ze gevoelig voor verkooptrucs. Buitenshuis gaat het om verdwalen en onverantwoord rijgedrag in de auto.
"Ze eet veel koek en snoep, omdat ze niet meer weet dat ze het al had gekregen of genomen. Ze doet een deur op slot en laat de sleutel er in zodat de hulpverlening er niet in kan."
Menselijke aanpak
Familieleden willen graag meer mogelijkheden voor dementerenden die nog thuis wonen terwijl dat eigenlijk niet meer kan. Bijvoorbeeld kleinschalige woonvormen, gespecialiseerd in dementie. Ook willen ze sneller terechtkunnen in een verzorgings- of verpleeghuis waneer ze zelf inschatten dat zelfstanding wonen niet verantwoord meer is.
Volgens hen is het vooral belangrijk dat de samenleving wat dementie-vriendelijker wordt. Een beetje meer begrip, meer persoonlijke aandacht en mensen met deze ernstige ziekte niet aan hun lot overlaten. Om dit makkelijker te maken stellen verschillende ondervraagden voor om ze iets op hun kleding te laten dragen, waardoor ze voor anderen herkenbaar zijn als dementerend.
Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 50.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van online onderzoek. Aan het onderzoek deden 19.210 leden van het EenVandaag Opiniepanel mee. De vragen over thuis wonen en dementie zijn beantwoord door 1388 naaste familieleden (partner, kind, broer, zus) van iemand met dementie die zelfstandig thuis woont, alleen of met een partner. Het onderzoek vond plaats in van 18 tm 21 september 2018.
De uitslag van de peilingen onder het EenVandaag Opiniepanel zijn na weging representatief voor zes variabelen, namelijk leeftijd, geslacht, opleiding, burgerlijke staat, spreiding over het land en politieke voorkeur gemeten naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2017. Panelleden krijgen ongeveer één keer per week een uitnodiging om aan een peiling mee te doen. Op de meeste onderzoeken respondeert 50 tot 60 procent van de panelleden.

Rens (21) had het net als veel jongeren moeilijk, maar De Mentale Wasstraat hielp hem: 'Werkt beter dan de psycholoog'
Door het gebruik van woorden als 'depressie', 'angst' en 'trauma' lijkt het alsof de mentale gezondheid van jongeren achteruit gaat. Maar dat is niet zo, zegt bijzonder hoogleraar Levi van Dam die met zijn Mentale Wasstraat jongeren met problemen helpt.
Het is druk op de weg naar het hardstyle dancefestival Defqon in Biddinghuizen. Op het terrein kunnen de jongeren behalve naar optredens ook naar een 'Mentale Wasstraat', ontworpen door bijzonder hoogleraar Veerkrachtig Opgroeien Levi van Dam. "Ik werd stilgezet, dat gebeurt bijna nooit, je gaat altijd door", zegt een deelnemer aan De Mentale Wasstraat.
Altijd boos
Een van de jongeren die vandaag helpen bij het opbouwen van de 'Wasstraat' is Rens (21). Hij bezocht er zelf ooit ook één en had daar veel baat bij. Voordat hij bij De Mentale Wasstraat belandde, was hij of blij of boos, met enorme schommelingen ertussen. "En het lag altijd aan andere mensen", vertelt hij.
Zijn boosheid komt niet uit de lucht vallen. Tijdens de middelbare school werd zijn vader ernstig ziek en gebeurden er meer dingen die Rens - die naar eigen zeggen 'flinke adhd heeft' en niet makkelijk praat over zijn gevoel - traumatisch noemt.
'Ik voelde me een patiënt'
Daarbovenop kreeg Rens ook nog een ongeluk waardoor zijn knie verbrijzeld raakte. Via de revalidatie-arts kwam hij bij een psycholoog terecht, waar hij het niet prettig vond. "Na twee keer ben ik daar weggegaan, ik voelde me echt een patiënt. Ik kwam daar depressiever van terug dan ik al was", vertelt hij.
"Je kunt wel elke week naar de psycholoog gaan en daarnaast niks doen, maar dan ben je dus 1 dag opgelucht omdat je je verhaal kwijt kan en daarna niet meer. Elke dag 5 minuten en 5 dingen opschrijven waar ik dankbaar voor ben, zoals ik heb geleerd bij de 'Wasstraat', werkt veel beter. Het heeft me uit een moeilijke periode gehaald."
Mentale gezondheid aantrekkelijk maken
Wat hij dan opschrijft, heeft hij geleerd van hoogleraar Levi van Dam. Van Dam probeert jongeren op een aantrekkelijke manier aan hun mentale gezondheid te laten werken, oftewel: hen te helpen lekkerder in hun vel te zitten.
Volgens de hoogleraar werkt het voor veel jongeren beter om met iemand uit je omgeving te praten over hoe je je voelt en er zelf aan te werken dan naar de psycholoog te gaan. "Het is voor die jongeren veel beter om met elkaar of met hun naasten te praten over hoe ze zich voelen. Dat je ervaringen deelt, erachter komt dat je niet de enige bent die weleens een paniekaanval kreeg bij een tentamen bijvoorbeeld."
Emotioneel intelligente jongeren
Er wordt al langere tijd gesproken over een mentale crisis onder jongeren, en dat ze veel vaker dan vroeger mentale problemen hebben. Onderzoek van het Nationaal Jeugdinstituut laat dat ook zien: jongeren zeggen tegenwoordig meer druk en stress te ervaren en ze geven vaker aan dat ze bijvoorbeeld depressief zijn of angstig. Maar volgens Van Dam wordt dat vaak verkeerd uitgelegd.
"Jongeren zijn heel goed in staat om te verwoorden dat ze mentale druk ervaren", zegt hij. "Dat wordt vaak negatief uitgelegd in de zin dat ze meteen naar de psycholoog moeten. Maar ik denk dat het ook positief is dat jongeren van nu zich goed kunnen uiten en dat we niet meteen moeten denken dat ze naar de therapeut moeten."
'Niet slechter dan voorgaande generaties'
Jongeren zeggen vaker dat ze zich niet goed voelen, angstig zijn of depressief, maar dat is niet hetzelfde als psychisch ziek zijn, vertelt Van Dam. "Als je de onderzoeksgegevens erbij pakt, die aantonen hoeveel jongeren daadwerkelijk een psychische aandoening hebben, blijkt dat die groep al 30 jaar ongeveer dezelfde omvang heeft."
"Deze jongeren van deze generatie zijn goed in het verwoorden dat ze niet goed in hun vel zitten, maar dat betekent niet dat ze er mentaal slechter aan toe zijn dan de voorgaande generaties", legt de hoogleraar uit.
De Mentale Wasstraat
Psychologische hulp is voor sommige jongeren wel noodzakelijk, maar niet voor zoveel jongeren als het nu lijkt, vindt Van Dam. "In De Mentale Wasstraat kijken we daarom welke tools vanuit psychologie, wetenschap en spiritualiteit, jongeren kunnen helpen het gesprek met elkaar aan te gaan. Maar ook door ademwerk te doen om stress te verlagen."
Ook wordt nagedacht over hoe jongeren anders naar hun leven kunnen kijken. "Door op te schrijven waar ze dankbaar voor zijn, wat hun doelen zijn op een dag of door simpelweg elke dag met een glas water te beginnen in plaats van energydrink."
'Het valt allemaal wel mee'
3 jaar later en een wasstraat verder voelt Rens zich stabieler. Hij kan nu beter relativeren, zegt hij. "Ik was vaak verdrietig en nu denk ik: het valt allemaal wel mee. Ja ik heb een knie die kapot is, maar het had erger gekund. Het helpt mij om zo te denken."
Zijn knie is inmiddels goed genoeg genezen om, met enige beperkingen, de opleiding HBO Sportkunde te volgen en elke dag te sporten.
Wasstraat voor iedereen
De bedoeling is dat de jongeren die de De Mentale Wasstraat volgen tijdens Defqon de tools die ze hebben gekregen ook in het dagelijks leven gaan gebruiken. In de toekomst wil Van Dam dan ook nieuwe wasstraten organiseren, hij hoopt dat het meer kan doen dan een tijdelijke oppepper geven.
"We geven de jongeren ook nazorg als ze dat willen. De ambitie is om dit evenement elke maand te doen. We hebben bedrijven die een wasstraat inkopen voor hun medewerkers en daarmee sponsoren wij de 'Wasstraat' voor jongeren."