
De meeste kiezers, ook die van de PVV, vinden het een goede zaak dat Wilders uit de coalitie stapt. Bijna niemand vindt dat dit kabinet het goed heeft gedaan en vooral rechtse kiezers verliezen (weer) vertrouwen in de politiek.
Dat blijkt uit onderzoek dat EenVandaag deed onder 16.117 kiezers uit het Opiniepanel nadat PVV-leider Geert Wilders vanochtend uit de coalitie stapte. Dat deed hij nadat coalitiepartijen VVD, NSC en BBB niet wilden tekenen voor extra asielpunten die hij vorige week eiste. Na nog geen jaar regeren valt daarmee het kabinet.
Niet alle PVV-kiezers blij
De meeste PVV-kiezers (65 procent) zijn positief over het besluit van hun leider. Wilders werd, zeggen zij, tegengewerkt en er moest nu maar eens naar hem worden geluisterd. "Hij heeft al genoeg moeten toegeven, het is een keer klaar", zegt een PVV-stemmer. Zij houden dan ook eerder NSC-leider Van Vroonhoven verantwoordelijk voor het mislukken van dit kabinet dan hun eigen leider.
Maar niet alle PVV-kiezers zijn blij: 29 procent noemt het een slechte zaak. Vooral omdat ze bang zijn dat de PVV niet snel een nieuwe kans krijgt om te regeren: "Kleutergedrag is het. Het had een mooi kabinet kunnen zijn, maar voor Geert is het alleen maar ikke ikke ikke." Wel houden de meeste PVV-kiezers vertrouwen: 79 procent staat achter de PVV-leider.
NSC-kiezers blij, VVD'ers niet
Ook de meeste NSC-stemmers (56 procent) reageren opgelucht op de kabinetsval. Niet omdat ze begrip hebben voor de zet van Wilders, maar omdat ze blij zijn dat er een einde komt aan de 'lijdensweg' van hun partij in de coalitie. In de zetelpeiling van EenVandaag en Verian hield de partij 2 van de 20 zetels over.
De grootste groep VVD-kiezers reageert juist ontstemd: 54 procent baalt. Na jaren regeren met linksere partijen was dit de kans van rechts om zich te laten zien. 41 procent is blij dat de PVV opstapt. Zij zijn het 'geruzie' en 'amateurisme' beu.
'Nieuwe verkiezingen'
Zojuist werd bekend dat het kabinet definitief valt. Er was nog even sprake van een doorstart als minderheidskabinet of met andere partijen, maar ruim 7 op de 10 (72 procent) vinden dat er nieuwe verkiezingen moeten worden gehouden. "Wat een moeite, al die Nederlanders naar de stembus voor 1,5 jaar geruzie en geen resultaten. Maar ja, het moet maar. Er wil vast niemand meedoen met de overblijfselen."
Nog geen kwart (22 procent) voelt wat voor doorregeren. Nicolien van Vroonhoven (NSC) en Caroline van der Plas (BBB) hintten daar voorzichtig op, maar alleen een deel van de BBB-kiezers (44 procent) ziet dat zitten. De meeste NSC-kiezers (62 procent) zien, ondanks hun slechte uitgangspositie in de peilingen, meer in verkiezingen.
Kabinet krijgt 3,6
Aan het eind van de korte rit kijkt slechts 1 op de 10 kiezers (14 procent) positief terug op de prestaties van dit kabinet. Maar liefst 83 procent oordeelt negatief. Kabinet Schoof noteert een 3,6 als eindcijfer.
Een nieuw kabinet met PVV, VVD, NSC en BBB na de volgende verkiezingen is dan ook niet populair. Slechts 16 procent van de kiezers ziet dat zitten. Opvallend is dat eenderde van de PVV-kiezers (32 procent) een herstart na de verkiezingen wel ziet zitten. Ook 3 op de 10 van BBB-kiezers is daar positief over.
Vertrouwen rechtse kiezer daalt
Het vertrouwen in de politiek staat na de kabinetsval een stuk lager dan een jaar geleden, vlak nadat de coalitie een hoofdlijnenakkoord sloot. Het vertrouwen was ook toen al laag (34 procent), maar nog altijd een stuk hoger dan het huidige: 23 procent.
Rechtse kiezers, die een jaar geleden na het sluiten van het hoofdlijnenakkoord weer hoop kregen, zijn nu weer teleurgesteld. Het vertrouwen van PVV-kiezers is meer dan gehalveerd, van 37 procent vorig jaar naar 13 procent nu. Ook dat van VVD-kiezers (van 58 procent naar 38 procent) en BBB-kiezers (van 39 procent naar 17 procent) is drastisch afgenomen.