
Zomerlog (17): De kust is in vorm...
Om te voorkomen dat de kustlijn door het opkomende water wordt opgeslokt, brengt de overheid sinds 1990 stelselmatig extra zand aan tegen duin en op het strand. Dit worden zandsuppleties genoemd. Zo worden miljoenen kubieke meters zand aan de kustzone toegevoegd en groeit Nederland dus ieder jaar een beetje. Kees Boer is projectleider 'Kust' bij Rijkswaterstaat.
Afgelopen week zijn de zandsuppleties in Noord-Holland, mijn thuishaven, gestart. Hoewel ik als projectleider kustlijnzorg de coördinatie verzorg voor het op peil van de hele Nederlandse kust, heb ik vanuit het verleden een grote binding met de Noord-Hollandse kust. Maar als ik hoor dat bijvoorbeeld de suppleties in Zeeland en die op Ameland goed zijn verlopen, dan stemt mij dat natuurlijk ook zeer tevreden.
Als Rijkswaterstaat zijn we voortdurend bezig om de Nederlandse kust in vorm te houden. En daar in zijn we behoorlijk succesvol in.
De kust ligt er over de hele linie goed bij en is heel veilig. Sinds we hier in 1990 mee zijn begonnen, is Nederland niet kleiner geworden. Sterker nog, we hebben vastgesteld dat op sommige plekken er zelfs sprake is van groei!
Het op peil houden van de kust doen we door zand te storten. Niet lukraak, maar juist op die plekken waar de kustlijn structureel landinwaarts is verschoven.
Ook storten we zand in brede strook voor de kust zodat de kust mee kan groeien met de stijging van de zeespiegel. Elk jaar opnieuw bepalen wij aan de hand van metingen waar suppleties moeten plaatsvinden, die we dan het jaar daarop uitvoeren. Dit duurt bij elkaar drie jaar. In deze drie jaar volgen ook wel de actuele ontwikkelingen. Als aanpassingen echt nodig zijn, dan doen we dat ook. Zo hebben we onlangs de plannen voor 2008 aangepast en gaan we de kust van Zandvoort suppleren, terwijl uit de metingen in eerste instantie bleek dat het niet nodig was.
Zandsuppletie
Het is fascinerend om te werken aan een dynamisch systeem als de kust. Het is geen dag hetzelfde. Zeestromingen en golfslag voeren vanuit zee zand naar de kust. Het belandt op de stranden, wordt tijdens storm weer weggenomen, keert weer terug en ga zo maar door. We hoeven ook echt niet na elke storm het zand dat is weggeslagen aan te vullen. Afslag van zand is geen probleem en beïnvloedt niet de veiligheid.
Rijkswaterstaat suppleert niet om stranden breder te maken. Net zo min als we de duinen onderhouden, want dat doen de waterschappen. En dat de natuur grillig is bleek vorige week in Hoek van Holland. Daar leidde een zandsuppletie tot een steile vooroever die we niet willen. Vandaar dat we hier op zoek gaan naar een oplossing.
In het beheer van de kust sluiten we aan op de natuurlijke dynamiek. Waar de zandvoorraden afnemen, voeren wij zand aan vanaf plaatsen ver buiten de kust. Jaarlijks ongeveer 12 miljoen kubieke meter.
Dat zand wordt op het strand gespoten of vlak voor de kust in zee gestort. De natuur doet de rest van het werk en draagt bij aan een gezonde kust in vorm. Zeg maar gerust een schitterende vorm!
Kees Boer
Kijk voor mee informatie over dit onderwerp op de website van het Rijksinstituut voor Kust en Zee.