'Halve maantjes graven, met een schep.' Dat is wat organisatie Justdiggit doet om harde onvruchtbare grond in Oost-Afrika weer vruchtbaar te maken. En het werkt.

Het gaat om een gebied twee keer zo groot als Europa, in Kenia en Tanzania, waar de grond zo hard is dat regenwater er niet meer in doordringt. Het water verdampt of zorgt voor overstromingen, maar de grond blijft droog. Er groeit daardoor niets. Sander de Haas is hydroloog en weet alles van water en droge grond. Zijn werk: groen terugbrengen in dit soort uitgedroogde gebieden.

Oud en nieuwe graaftechnieken

De non-profitorganisatie van De Haas, Justdiggit, graaft gaten in de grond. Dit zorgt ervoor dat de regen erdoorheen kan en planten kunnen groeien. Het bedrijf werkt samen met lokale boeren in Tanzania en het Maasai-volk in Kenia. Samen gebruiken ze oude en nieuwe graaftechnieken om de grond te bewerken.

"In de beginfase van een project in Afrika kijken we welk gebied geschikt is om te ontginnen, hoeveel regen er valt en wat we daar het beste kunnen doen", vertelt De Haas. "We gaan dan met lokale mensen bedenken hoe we het land beter kunnen maken."

'Ze kunnen dit blijven doen'

In Kenia bleek de simpele schep perfect. "Wat wij doen is halve maantjes graven." Dat dat zo makkelijk te doen is, noemt De Haas als een groot pluspunt. "Daardoor kunnen mensen er zelf aan meedoen. Ze kunnen het blijven doen, ook als we weggaan."

Na het graven laat Justdiggit de grond 2 jaar lang met rust. "Zo kunnen er weer wortels groeien. Regenwater kan weer het vruchtbare deel van de grond bereiken." Goed observeren van dat water in het landschap hoort ook bij het werk van de organisatie. "Je moet kijken: wat gebeurt hier als het regent? Moet je bijvoorbeeld stenen neerleggen om de snelheid van het water te breken? Je gebruikt natuurlijke elementen die er al zijn en haalt de kracht uit water."

Lees ook

Maasai doet niet aan kunstmest

Na het scheppen is in Kenia de volgende stap het planten van kleine plantjes. "De wortels houden de grond vast en zorgen voor een nieuwe eco-cultuur, een soort bemesting." Die natuurlijke bemesting is nodig, omdat chemie in de Keniaanse landbouw nog geen rol speelt. "De Maasai is als gemeenschap eigenaar van het land. Zij doen niet aan kunstmest. Het land wordt alleen begraasd. Er heerst in Kenia een mooie balans tussen natuurlijk en groot vee."

Bij de eerste regen in het gebied van de Maasai zijn al effecten te zien, vertelt De Haas. "En met het groen zie je ook de wilde dieren terugkomen."

Bomen tot leven wekken

In Tanzania is een andere tactiek nodig. "Daar werken we met landbouwers en niet met een schep. We geven boeren bewustwordingscursussen of tips om bomen terug te krijgen", zegt De Haas. "Ze hebben er veel last van ziektes in de planten. Dat komt omdat er geen bomen zijn met vogels die, bijvoorbeeld, rupsen opeten die de gewassen aanvreten."

"Het is dus belangrijk om daar bomen of de gekapte bomen weer tot leven te wekken. De wortels zitten vaak nog in de grond." Goede informatie kan boeren in het gebied verder helpen. "De sprietjes van wat ooit bomen waren komen naar boven, maar geiten eten die sprietjes op. Bomen krijgen daardoor vaak geen kans. Wij leren de boeren hoe ze sprietjes kunnen snoeien om weer een grote boom te krijgen."

The Biggest Little Farm

De Haas is niet de enige die droog land vruchtbaar probeert te maken. Documentaire The Biggest Little Farm, die op 13 juni in première gaat, volgt het wel en wee van een Californisch echtpaar. Zij slagen erin een totaal verdroogd land in Californië tot een biologische boerderij om te toveren.

De grootste uitdaging vinden voedingsdeskundige Molly en filmregisseur John in de ontginning van het woestijnachtige landschap. Met groot materieel en eigen compost slagen ze erin om tegen hoge kosten het land weer vruchtbaar te maken. Organisatie Justdiggit kreeg de kans om als een van de eerste in Nederland de documentaire te bekijken.

Disney-achtig

De Haas ziet parallellen met zijn werk en dat van het echtpaar in de documentaire, maar ook veel verschillen. De grond in de Verenigde Staten is vergelijkbaar met de droge Afrikaanse grond waar Justdiggit mee werkt. Over de film zegt De Haas: "Alles hangt met elkaar samen, maar het is wel een beetje Disney-achtig."

Hij noemt de documentaire geromantiseerd. "In Afrika is veel variatie qua wild life. Er zijn grote beesten. Ook is het land veel slechter in Tanzania dan in Californië. In de film pompen ze grondwater op. Bij onze boeren in Afrika is geen pomp, maar alleen regenwater. Het is veel lastiger om een goede oogst te krijgen in Afrika."

Film creëert afstand tot de kijker

"In de film is er veel geld tegenaan gegaan om de grond te bewerken", zegt De Haas. "Dat is het verschil met ons. Wij kopen de grond niet, maar wij werken met bestaande inwoners. Dat is duurzaam. Het jammere van die film is dat het afstand tot de kijker schept. Het is zo ingewikkeld en duur wat ze doen, dat je gaat denken dat dit soort landbouw niet haalbaar is."

Daarom vindt hij het project niet reëel. "Zo zonder gif en met zoveel geld de grond weer vruchtbaar maken; wij werken anders. Met een schep kun je al heel veel doen. Het begint met simpele dingen. Het hoeft niet ingewikkeld zijn."

Tv-reportage: Is documentaire 'The Biggest Little Farm' reëel of te optimistisch?

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.