Na de Europese verkiezingen worden de 31 Nederlandse zetels in het Europees Parlement verdeeld. Niet alle partijen zullen genoeg stemmen krijgen voor een zetel. Maar wat gebeurt er dan met de stemmen op die partij? Die vraag krijgen we vaak in onze chat.
We noemen het de Europese verkiezingen, maar eigenlijk wordt de nieuwe samenstelling van het Europees parlement bepaald door 27 verschillende nationale verkiezingen in de lidstaten van de Europese Unie. De verkiezingen werken daarom overal net iets anders, omdat de lidstaten hun eigen regels volgen. In Duitsland mag je bijvoorbeeld vanaf 16 jaar al stemmen voor het Europees Parlement, terwijl je in België zelfs verplicht bent om een stem uit te brengen.
31 zetels voor Nederland
Je stemt tijdens de verkiezingen net als bij de Tweede Kamerverkiezingen en gemeenteraadsverkiezingen op een Nederlandse partij, met een Nederlandse kandidatenlijst en een Nederlandse lijsttrekker. De partijen vormen na de verkiezingen samen met gelijkgestemde partijen uit andere Europese landen een grote fractie in het Europees Parlement.
Elk land heeft een vast aantal zetels om te verdelen onder de partijen die in dat land meedoen. Het aantal Europarlementariërs per land hangt af van het aantal inwoners: grote landen als Duitsland hebben meer zetels (96) dan kleinere landen als Luxemburg (6). Nederland heeft deze verkiezingen 31 zetels te verdelen. Dat zijn er 2 meer dan bij de vorige verkiezingen in 2019, omdat de bevolking intussen is gegroeid.
Berekenen van kiesdeler
Voordat de Nederlandse zetels verdeeld kunnen worden, moeten alle stemmen zijn geteld. Op basis van het totaal aantal uitgebrachte stemmen berekent de Kiesraad de zogenaamde kiesdeler: het aantal stemmen dat een partij nodig heeft om één 'volle' zetel te krijgen. De kiesdeler wordt berekend door het aantal uitgebrachte stemmen te delen door het aantal beschikbare zetels. Als de opkomst hoog is, wordt de kiesdeler hoger.
In principe krijgt een partij één zetel voor elke keer dat de kiesdeler wordt gehaald. Maar ze krijgen nooit het precieze aantal stemmen dat ze nodig hebben voor een bepaald aantal zetels. Er blijven altijd wat stemmen over. Zolang daar niets mee gebeurt, zijn er nog ongevulde zetels te verdelen.
Verdeling van restzetels
De zetels die overblijven zijn de 'restzetels'. Die moeten verdeeld worden onder de partijen. Om die verdeling te maken rekent de kiesraad uit hoe dicht de partijen bij een extra zetel zijn gekomen. Dat doen ze door te berekenen wat het gemiddelde aantal stemmen per zetel voor die partij zou zijn als die er een zetel bij krijgt.
De partij met het hoogste gemiddelde krijgt de eerste restzetel. Daarna wordt deze hele berekening opnieuw gedaan, totdat alle restzetels vergeven zijn.
Bekijk ook
Geen verloren stemmen
Als een partij te weinig stemmen krijgt voor één zetel, heeft die partij ook geen recht op een restzetel. Dus, als je op een partij stemt die geen zetel krijgt, telt jouw stem niet mee. En die gaat ook niet naar een andere partij. Elke partij moet het in de berekeningen van de Kiesraad doen met hun eigen stemmen. Wél wordt jouw stem gebruikt om de kiesdeler te berekenen, zelfs als je blanco stemt.
De zetelverdeling na de Europese verkiezingen werkt hetzelfde als bij de Tweede Kamerverkiezingen en bij gemeenteraadsverkiezingen met meer dan 19 beschikbare zetels. Bij kleinere gemeenten wordt er gekeken naar het aantal overgebleven stemmen nadat de volle zetels zijn verdeeld.
Bekijk ook
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.