radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

Wat is de overkoepelende definitie van een zwaar beroep? En andere vragen over vroegpensioen beantwoord

Wat is de overkoepelende definitie van een zwaar beroep? En andere vragen over vroegpensioen beantwoord
Politiemedewerkers protesteren tegen mogelijk schrappen van het vroegpensioen
Bron: ANP

Vroegpensioen: stoppen met werken vóór de AOW-leeftijd. Werknemers met een zwaar beroep hebben nu nog de mogelijkheid om 3 jaar eerder te stoppen met werken. Maar in 2025 eindigt die regeling.

Bastiaan Starink, bijzonder hoogleraar arbeidsmarkt, pensioenen en belasting van Tilburg University en hoogleraar arbeidsmarkt en sociale zekerheid Pierre Koning, aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, beantwoorden jullie vragen over het vroegpensioen.

1. Waarom wordt de versoepeling RVU-regeling afgeschaft?

Bij het afsluiten van het pensioenakkoord werd afgesproken dat er een tijdelijke regeling komt om mensen tot een bepaald inkomensniveau de mogelijkheid te geven om eerder met pensioen te gaan, begint Starink. "Werkgevers hebben met deze versoepeling van de Regeling Vervroegde Uittreding (RVU) de mogelijkheid werknemers met vervoegd pensioen te laten gaan zonder dat er een fiscale boete in rekening wordt gebracht."

Eerder konden werkgevers namelijk een boete verwachten wanneer ze hun werknemers met vervroegd pensioen stuurden, weet de hoogleraar. In de afspraken van het pensioenakkoord kwam deze fiscale boete tijdelijk te vervallen. Maar, benadrukt Starink: het feit dat het nu kan, heeft alles te maken met de oorspronkelijke bedoeling van de regeling.

Dat was een tijdelijke tegemoetkoming voor de werkgever en die termijn (5 jaar) loopt eind 2025 af. "Men had de verwachting en misschien ook wel de hoop dat werkgevers en werknemers na de versoepeling van de RVU-regeling onderling iets zouden regelen rondom vervroegd pensioen, maar dit wordt nu minder aantrekkelijk voor de werkgevers", vult Koning aan.

Bastiaan Starink is bijzonder hoogleraar arbeidsmarkt, pensioenen en belasting aan Tilburg University
Bron: EenVandaag

2. Wat is de overkoepelende definitie van een zwaar beroep?

Volgens de hoogleraren bestaat er geen eenduidig begrip over wat een zwaar beroep is. "Er is geen definitie van een zwaar beroep. De gedachte was ooit dat deze regeling bedoeld was voor mensen met een zwaar beroep. Toen hebben we in Nederland heel lang de discussie gehad over wat daar nu onder wordt verstaan en daar kwamen we niet uit", legt Starink uit.

Er werd besloten om de mogelijkheid toe te kennen aan iedereen waarbij het bruto uitkeringsbedrag maximaal 1850 euro per maand is, gaat hij verder. "De mensen aan de onderkant van het loongebouw kom je daarmee tegemoet. De aanname was een beetje dat mensen met een zwaar beroep meestal aan die onderkant zitten. Maar ook iemand met een minder zwaar belastende baan die weinig verdient kan gebruik maken van de regeling", benadrukt Starink.

"België heeft bijvoorbeeld wel een lijst van zware beroepen geformuleerd, maar in de praktijk is dit vaak heel lastig vorm te geven. Je kan namelijk meerdere beroepen hebben bij een werkgever of binnen een sector. Het is daarom erg lastig om dat heel duidelijk af te bakenen. Dit maakt de discussie rondom vroegpensioen zo ingewikkeld", vertelt Koning.

Bekijk ook

3. Kunnen mensen met een zwaar beroep geen ander werk krijgen of hun werk lichter maken?

Koning: "Iedereen denkt bij een zwaar beroep aan stratenmakers en mensen die werken in fabrieken. Beroepen waar veel tillen bij komt kijken en waar je ook een hoog risico hebt op spier- en gewrichtsklachten. Tegenwoordig vallen mensen in de zorg ook in de categorie zware beroepen."

"We gaan er erg vanuit dat mensen hun hele leven een beroep hebben dat dan als zwaar gedefinieerd wordt en dat dit niet veranderen kan. Vanaf het moment dat je een regeling gaat neerzetten voor zo'n groep, dan heb je helemaal geen prikkel meer om als werknemer of werkgever na te denken over veranderingen in je carrière, als dit uit het collectief wordt betaald."

Koning geeft toe dat het voor sommige beroepen lastig is om iets te veranderen aan het soort werk. "Voor heel veel beroepen is er wel wat mogelijk om een functie te vervullen die wat minder (fysiek) zwaar is en dit wordt vaak over het hoofd gezien."

Het punt is wel dat heel veel mensen zowel fysiek als mentaal niet in staat zijn om tot de AOW-leeftijd om door te werken, zegt Starink, omdat hun beroep te zwaar is. "Veel beter zou zijn als ervoor gezorgd wordt dat mensen op vroegere leeftijd al minder belastend werk gaan doen, zodat je niet op het punt komt dat je werk te zwaar wordt."

info

EenVandaag Vraagt

In dit artikel zijn antwoorden verwerkt op vragen die zijn ingestuurd via EenVandaag Vraagt. Met EenVandaag Vraagt heb je invloed op wat we maken. Wil je meedoen? Download dan de Peiling-app van EenVandaag, ga dan naar 'Instellingen' en zet je notificaties voor EenVandaag Vraagt aan. Je vindt de vragen en antwoorden terug bij 'Doe mee'. De Peiling-app van EenVandaag is gratis te downloaden in de App Store of Play Store.

4. Waarom wordt de regeling voor vroegpensioen niet aan de werkgevers overgelaten?

Dat wordt het wel, zegt Starink."Werkgevers en werknemers komen samen tot een akkoord over een arbeidsvoorwaarde. In de ene cao staat zo'n maatregel er wel en in de andere niet." Ook dit kan per sector verschillen, vertelt de bijzonder hoogleraar.

5. Waarom zijn de standaard pensioenleeftijd en de AOW-leeftijd niet aan elkaar gekoppeld?

De pensioenleeftijd en de AOW-leeftijd zijn wel aan elkaar gekoppeld, maar niet altijd hetzelfde, zegt Starink. "De AOW-leeftijd is niet exact gelijk aan de pensioenleeftijd van iemand en dat komt omdat de AOW-leeftijd bij wet is vastgesteld, dus door de overheid is bepaald."

"De pensioenleeftijd is een arbeidsvoorwaarde tussen werkgevers en werknemers en dus kunnen daar aparte afspraken over worden gemaakt."

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Waarom rijksweg N36 in Twente, ondanks beloftes uit politiek Den Haag, een 'dodenweg' is én blijft

Waarom rijksweg N36 in Twente, ondanks beloftes uit politiek Den Haag, een 'dodenweg' is én blijft
Op de rijksweg N36 tussen Ommen en Almelo vallen jaarlijks veel verkeersslachtoffers
Bron: Persbureau Meter/EenVandaag

'Dodenweg' wordt hij genoemd, de rijksweg N36 tussen Ommen en Almelo. Jaarlijks vallen er slachtoffers. Ook deze maand kwamen er twee mensen om het leven. Wat maakt de N36 zo gevaarlijk?

Deze week was het opnieuw raak op de N36. Een bestuurder raakte gewond bij een botsing tussen een busje en een vrachtwagen. Twee weken geleden verongelukten bij een frontale botsing tussen een auto en een kleine vrachtwagen twee mannen. Eind februari viel er een zwaargewonde op de weg. In nog geen half jaar tijd vielen er 3 doden en 7 gewonden op de 36 kilometer lange weg.

Gevaarlijke situaties met inhalen

De lijst met (ernstige) ongevallen is nog veel langer. Vrachtwagenchauffeur Gert van het Almelose Bolk Transport snapt wel waarom de N36 een 'dodenweg' genoemd wordt. Hij zit zo'n 3 keer per week op de weg en ziet het vaak misgaan.

De gevaarlijke situaties ontstaan met name wanneer mensen gaan inhalen. "Dat mag niet, maar mensen proberen het toch, vooral als ze achter een vrachtauto zitten."

'Het gaat vaak nét goed'

Een vrachtwagen is lang en gaat niet snel. Een ander probleem op de weg is dat je geen kant op kunt als er plots een tegenligger is. "Je hebt niet veel ruimte om uit te wijken hier."

Zo zat hij een keer achter een personenauto die heel langzaam reed. De persoon die weer achter Gert reed dacht dat hij alleen de vrachtwagen moest inhalen waardoor hij én de vrachtwagen én de auto moest inhalen. Het gaat vaak maar nét goed, zegt hij.

info

Burgemeester Almelo: kunnen zoveel ongelukken niet meer accepteren

In februari dit jaar schreven de gemeenten langs de N36 opnieuw een brandbrief aan minister Barry Madlener (IenW). "Zo gaat dit niet langer", zegt burgemeester Korteland van Almelo. Volgens hem erkent de minister dit, maar heeft hij geen geld. "Maar ik ben overtuigd, waar een wil is, is een weg", zegt Korteland. "Omdat we niet meer kunnen accepteren dat er zoveel ongelukken gebeuren."

Volgens de burgemeester ontstaan de ongelukken niet alleen door gedrag. "Je moet wel op een veilige weg rijden, om je veilig te kunnen gedragen. En als je je veilig gedraagt op een onveilige weg, kan dat nog steeds tot hele gevaarlijke situaties leiden." Korteland wil overal middengeleiders en de weg verbreden. Minister Madlener geeft aan volgende week op de oproep van de gemeenten te reageren. Een besluit over het budget valt over een paar weken.

Een fout kan fataal zijn

Wat ook een probleem is, zijn de te korte op- en afritten op sommige plekken. "Dat maakt invoegen moeilijk." En vooral in de ochtend en avond is het 'gigantisch druk', vertelt chauffeur Gert. Maar ondanks die drukte zijn ze ook bezig met hun telefoon.

Het is overigens niet zo dat mensen gevaarlijker rijden op een N-weg, zegt Fieke van Schaik van de ANWB. "Wat je op de N36 ziet, en ook op andere N-wegen, is dat op stukken waar geen middenberm is, je heel snel op de andere kant van de weg kan komen. En dan is een fout fataal."

info

Politiecijfers: 8 doden sinds 2021

Uit een analyse van de politie Oost-Nederland, die Eenvandaag heeft ingezien, blijkt dat het aantal ongelukken de laatste jaren stijgt. Van 80 in 2021 naar 105 afgelopen jaar. Alleen al dit jaar staat de teller al op 19 ongevallen. Het gaat in totaal om 388 ongelukken sinds 2021: in 72 gevallen was er letsel, 6 ongelukken kenden een fatale afloop waarbij 8 mensen ter plaatse overleden.

Relatief veel doden

Op N-wegen vallen relatief gezien de meeste verkeersdoden, zo'n 20 procent van de verkeersdoden valt op een rijksweg. Dat zit hem dus met name in hoe de wegen zijn ingericht, legt Van Schaik van de ANWB uit. Ze zijn vaak tweebaans, met beide rijbanen een andere richting op.

De wegen zijn daarnaast vaak smal en er zijn weinig uitwijkmogelijkheden in de berm. "Als er een korte berm naast zit en je raakt van de weg, dan beland je bijvoorbeeld snel in een sloot." Een ander probleem wat op veel N-wegen speelt, is een korte invoegstrook, er is vaak weinig ruimte om in te voegen.

Bekijk ook

Alle N-wegen een middengeleider

Niet alleen op de N36 maar op alle N-wegen zouden de rijbanen gescheiden moeten worden. "Dus zo'n geleiderail op de middenberm, is is daar heel belangrijk voor", zegt Van Schaik. De politiek heeft 200 miljoen gereserveerd om alle gevaarlijke N-wegen aan te pakken. "Daarmee kun je maar een heel klein stukje weg aanpakken, terwijl daar eigenlijk veel meer voor nodig is."

Alleen al voor het aanpakken van de hele N36 is 300 miljoen euro nodig, becijferde Rijkswaterstaat. Volgens Van Schaik lijkt verkeersveiligheid geen prioriteit voor dit kabinet. In deze kabinetsperiode is geen extra geld vrijgemaakt voor verkeersveiligheid, die 200 miljoen stamt al uit 2022, legt ze uit. "Er is nu geld nodig."

Bekijk ook

Minister heeft plan voor rijbaanscheiding N36

In een reactie op uitspraken van de gemeente Almelo laat minister van Infrastructuur en Waterstaat, Barry Madlener, weten nog voor de zomer met een plan te komen voor de N36. Madlener zegt dat nu wordt gekeken hoe de weg op korte termijn over de gehele lengte veiliger kan worden gemaakt. "Ik ben nu aan het kijken of we toch over de hele lengte de rijbaanscheiding kunnen aanleggen", zegt hij tegen EenVandaag.

Extra wensen, zoals verbreding of het aanpassen van viaducten, kunnen niet worden ingewilligd. De minister noemt dat 'luxe' waar op dit moment geen geld voor is. "We moeten echt binnen het budget werken, dat is een slechte boodschap aan de gemeente, maar het is niet haalbaar." Madlener zegt voor de zomer met een plan te komen.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Minderheid GroenLinks-PvdA-kiezers wil dat Frans Timmermans weer lijsttrekker wordt, ook imagoproblemen Pieter Omtzigt

Minderheid GroenLinks-PvdA-kiezers wil dat Frans Timmermans weer lijsttrekker wordt, ook imagoproblemen Pieter Omtzigt
Frans Timmermans (GroenLinks-PvdA) en Pieter Omtzigt (NSC) tijdens het wekelijkse vragenuurtje in de Tweede Kamer.
Bron: ANP

Nog niet de helft van de GroenLinks-PvdA-kiezers (44 procent) vindt dat Frans Timmermans weer lijsttrekker moet worden bij de volgende verkiezingen. VVD-kiezers zijn iets positiever. Maar ze zijn er niet van overtuigd dat Dilan Yeşilgöz moet blijven.

Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag onder kiezers die bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen op die partijen hebben gestemd.

'Sorry Frans'

Opvallend is dat kiezers van GroenLinks-PvdA en de VVD nu nog best vertrouwen hebben in hun partijleider. 88 procent van de GroenLinks-PvdA-kiezers staat achter Timmermans als huidige leider van de partij. Driekwart (76 procent) van de VVD-kiezers vindt dat Yeşilgöz het op dit moment goed doet.

Maar of ze ook lijsttrekker moeten worden bij de volgende verkiezingen? Daarover is twijfel. Zo vindt nog niet de helft van de kiezers van Timmermans dat hij dan de kar moet trekken. Een GroenLinks-PvdA-kiezer verwoordt het als volgt: "Hoe goed hij ook is ingevoerd, hoeveel ervaring hij ook heeft, hoezeer zijn hart ook op de goede plek zit. Het is tijd voor nieuw elan. Sorry, Frans."

Welke partijleiders mogen van kiezers weer lijsttrekker worden bij de volgende Tweede Kamerverkiezingen?

VVD-kiezers niet overtuigd van Yeşilgöz

63 procent van de VVD-stemmers vindt dat de partij weer met Yeşilgöz de campagne in moet. De rest vindt van niet (22 procent) of weet het niet (16 procent).

"Ze doet het nu best aardig, maar heeft in korte tijd al te veel fouten gemaakt. Juist in de campagne heeft ze laten zien dat ze rare sprongen kan maken", schrijft een VVD-kiezer.

Vertrouwen van eigen kiezers in de leider van ‘hun’ partij
info

Over dit onderzoek

Het onderzoek is gehouden van 24 en 25 maart 2025. Er deden in totaal 25.233 leden van het EenVandaag Opiniepanel mee. Het onderzoek is na weging representatief voor zes variabelen, namelijk: leeftijd, geslacht, opleiding, burgerlijke staat, spreiding over het land en politieke voorkeur, gemeten naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2023.

Imagoproblemen Omtzigt

Pieter Omtzigt staat er bij zijn kiezers nog een stuk slechter op. Niet alleen denken de meeste NSC-kiezers, die veelal zijn afgehaakt, dat hij geen lijsttrekker moet zijn bij de volgende verkiezingen. Ook is hij de enige partijleider met minder dan de helft vertrouwen van zijn eigen kiezers.

Veel NSC-kiezers vinden dat hij goede eigenschappen heeft, maar dat die hem niet geschikt maken als politicus. Een kiezer zegt daarover: "Qua kennis en integriteit is hij de juiste persoon. Maar juist die kenmerken zorgen ervoor dat hij in de Haagse slangenkuil opbrandt. En dat is een heel trieste constatering."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant