Onze bodem wordt steeds droger. En dat levert vertraging op bij de bouw van nieuwe woningen. Gemeentes staan onder druk om voor de snelste, maar niet de beste oplossing te kiezen. "We zitten nu al in de gevarenzone."
"Er is een grote kans dat we het nu niet goed doen, omdat de druk op de woningmarkt zo groot is. Als gemeentes nu voor de snelste oplossing kiezen, volgt de rekening later."
Bouwrijp maken kost tijd
Het bouwrijp maken van bodem die gevoelig is voor droogte duurt lang en wordt steeds duurder. Dat kan wel tot een jaar vertraging opleveren voor projecten. Ingenieur Water, Ruimte en Klimaat bij bureau Sweco, Arend van Woerden, maakt zich zorgen: Ik denk dat we nu al in de gevarenzone zitten."
Vooral in het westen van Nederland is het een probleem, ziet van Woerden. Daar zijn de komende jaren de meeste nieuwe woningen gepland. "Maar de echt goede plekken zijn al bebouwd dus kom je steeds vaker uit op polders met een slappe bodem. De grond is daar als een spons."
Bouwen op een spons
En voordat je op zo'n 'spons' kunt bouwen moet er heel wat gebeuren. "Zo hebben we in de gemeente Woerden op een terrein 3 meter zand gestort", vertelt Van Woerden. "Dit 'voorbelasten' is financieel gezien de meest goedkope oplossing. Maar het kost wel tijd. Soms moet je wel een jaar wachten voordat je kunt bouwen."
"Je kunt ook met een drain het water uit de grond halen. Dat gaat sneller, maar is duurder. Belangrijk is om het te doen volgens de restzettingseisen. Die eisen geven aan hoeveel centimeter de bodem maximaal nog mag zakken in een afgesproken periode. Anders krijg je grote verzakkingen. En om die te herstellen zijn gemeenten en waterschappen het dubbele kwijt in de onderhoudsfase. Dan ga je de bietenbrug op."
Bekijk ook
Forse schade
Niet alleen in het westen van Nederland, naar ook in het oosten wordt droogte een steeds groter probleem. Marcel Timmerman is directeur van woningcorporatie Wetland Wonen en leidt een groot onderzoek naar de funderingsproblemen van 45 woningen in Genemuiden.
"Scheve vloeren, scheuren en deuren die niet sluiten. De oorzaak van het probleem is de ondergrond, die hier bestaat uit veen. Bij ontwatering ontstaat een onomkeerbare daling van de grond. Hierdoor verzakken de palen. Wanneer dit bij iedere paal even veel gebeurt, valt de schade mee. Maar dit is hier niet het geval. Zo kan het voorkomen dat de paal op de hoek meer verzakt is dan bij twee huizen verder op."
Nieuwbouw vertraagd
De geplande nieuwbouw loopt nu vertraging op. De woningcorporatie doet eerst onderzoek naar de zetting: de beweging in de gevel. Met behulp van kastjes en met bouten in de muur wordt het hoogteverschil gemeten. "Ook meten we het waterpeil in de tuin van een woning. Dat kost ons in elk geval 120.000 euro en herstellen van de funderingen is 60.000 tot 80.000 euro per woning. De bewoners moeten dan tijdelijk uit hun huis, want de begane vloergrond moet eruit."
Alle kosten van deze funderingsproblemen zijn voor rekening van de woningcorporatie. "Er bestaat wel zoiets als een Deltaplan Funderingsschade, maar ik zou niet weten bij welke overheidsinstantie ik op dit moment zou moeten aankloppen", zegt Timmerman.
Piepschuim in de bodem
Voor verzakkingen in eigen huis en tuin zijn eigenaren zelf verantwoordelijk, maar voor schade in de openbare ruimte draaien gemeentes en waterschappen op. En die kan fors zijn, zegt Arend van Woerden. "Denk aan een riool en een openbare weg die kapot gaan. Gemeenten met slappe bodem moeten soms wel 1 keer in de 10 tot 20 jaar ophogen, terwijl dit 1 keer in de 60 jaar zou moeten zijn."
Bij het ophogen wordt vaak piepschuim gebruikt. Het mag namelijk niet te zwaar worden, want dan klinkt de spons weer verder in. "Dit proces is niet duurzaam en ook nog eens duur. Zo duur dat de gemeentelijke begrotingen, en dus de belastingen, onder druk komen te staan. Voorkomen is echt beter dan genezen."
Landelijke regie nodig
Om de situatie ook in de toekomst beheersbaar en betaalbaar te houden, vindt Hasse Goosen van Stichting Climate Adaptation Services dat er landelijke regie moet komen. "Gemeenten hebben al veel op hun bord. Ik schat in dat we gemiddeld een halve adaptatie-ambtenaar per gemeente hebben. Gemeenten hebben allemaal stresstesten uitgevoerd, vaak in regioverband, maar het probleem 'droogte' is daar vaak mager in uitgewerkt. De grootst meetbare klimaatschade tot nu toe is die van het verzakken van woningen. Er moet echt een landelijke norm komen."
Ook wil Goosen dat water en bodem meer sturend worden bij bouwontwikkeling. "Wat doe je waar en wat niet, en wat is dan klimaatbestendig? Nu mag iedereen dat zelf invullen. Ook moeten we leren om grond op een andere manier bouwrijp te maken, met lichtere materialen, tijdelijk bestemmen en circulaire zelfvoorzienende woningen. Maar voor echte innovatie heb je hulp nodig van de overheid. Nu doen we dingen vaak niet omdat we ze nooit eerder zo hebben gedaan."
Bekijk ook
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.