Waarom is er sinds 2014 veel meer vraag naar medische genderzorg? De Radboud Universiteit doet onderzoek om uit te vinden wat hier speelt. En ook naar de vraag waarom zich vooral steeds meer kinderen tussen de 11 en 13 jaar melden.

Mensen die geboren zijn als man of vrouw maar zich niet zo voelen, kunnen zich melden bij een genderkliniek. De laatste jaren stijgt het aantal aanmeldingen sterk, met lange wachtlijsten als gevolg.

Relatief veel kinderen

De Radboud Universiteit onderzoekt deze toegenomen vraag naar genderzorg. Opmerkelijk is dat relatief veel kinderen aankloppen bij de genderklinieken. Kinderen tussen de 11 en 13 jaar die pas aan het begin van de puberteit last krijgen van deze problemen.

Binnen die groep zijn geboren meisjes in de meerderheid. Ze geven rond hun 11de voor het eerst aan als jongen door het leven te willen gaan en zich niet gelukkig te voelen in een meisjesrol of in een meisjeslichaam. Eenmaal in behandeling bij een genderkliniek, hebben ze - samen met hun ouders - de keuze om de puberteit af te remmen.

2 jaar hormoonremmers

Een kind krijgt dan hormoonremmers waardoor de puberteitsontwikkeling naar een volwassen vrouwen -of mannenlichaam stopt. Als ze na 2 jaar of langer nog steeds als jongen door het leven willen gaan, volgt de keuze om te starten met mannelijke hormonen.

"Als een kind eenmaal in het gendertraject zit, dan focust het zich daar helemaal op. Ook als er andere zorgen spelen zoals spanningen in de thuissituatie of een traumatische gebeurtenis", vertelt Chris Verhaak, onderzoeker en klinisch psycholoog bij het Radboud expertiscentrum voor geslacht en gender. De vraag is volgens haar of al die kinderen die nu in zo'n traject komen daar wel het beste mee zijn geholpen. "Het is niet niks, de hormoonremmers hebben effect op de botten en over de invloed op de psychoseksuele ontwikkeling of de ontwikkeling van het brein is nog weinig bekend."

Bekijk hier de reportage over dit onderwerp

Levenslang medicatie

Verhaak is verbonden aan de genderkliniek van het Radboudumc, waar sinds een kleine 3 jaar kinderen en volwassenen worden geholpen. Samen met hoogleraar communicatie en beïnvloeding Enny Das onderzoekt zij de toegenomen vraag naar genderzorg en wat er speelt bij de kinderen die zich melden. Ze is daarbij uiterst voorzichtig. "Aan de ene kant lijkt remmen van de puberteit heel fijn: je bespaart zo'n kind dat het straks geopereerd moet worden."

"Aan de andere kant is het goed om je te realiseren dat zo'n meisje een leven lang medicatie zal moeten gebruiken. Veel jonge kinderen hebben een niet-realistisch beeld. Ze denken: ik word net zoals papa. Ik zeg hen dat ze niet zoals papa worden. Het is belangrijk dat te bespreken, ook met kinderen."

Onderzoekers
Bron: EenVandaag
Onderzoekers Chris Verhaak (rechts) en Enny Das

Al 25 jaar genderzorg

Al 25 jaar worden jongeren in Nederland behandeld voor genderdysforie: een sterk gevoel van onvrede met het geslacht waarmee ze zijn geboren en opgegroeid. De typische voorbeelden uit de eerste jaren dat deze behandeling mogelijk is, schetsen het beeld van een jong kind, bijvoorbeeld een geboren jongetje in de kleuterleeftijd, die aangeeft een meisje te zijn door bijvoorbeeld tegen zijn ouders te zeggen geen piemeltje te willen hebben.

De wens om ook lichamelijk een meisje te zijn houdt in de jaren die volgen aan. Dat er voor deze kinderen behandeling mogelijk werd, wordt door velen gezien als een doorbraak en zeer waardevol.

Bekijk ook

'Gender èn andere problemen

Maar nu, zoveel jaren verder, is de groep jonge kinderen die genderproblemen zegt te hebben zo groot geworden, dat het de vraag oproept of al deze kinderen ook medische zorg nodig hebben. Zijn ze allemaal het meest geholpen met hormoonbehandelingen of gender-gespecialiseerde psychotherapie?

"Het zou goed kunnen van niet", zegt Chris Verhaak. "Er is namelijk nog veel onduidelijk bij deze kinderen. Wat is het effect van groepsdruk, van beelden in de media en van andere problemen die spelen, zoals bijvoorbeeld autisme of een traumatische gebeurtenis of problemen in het gezin? De genderproblemen staan vaak niet op zichzelf."

info

Wachtlijsten transgenderzorg

Het aantal mensen op de wachtlijst voor transgenderzorg is in 3 jaar tijd verdrievoudigd. Begin dit jaar stonden er 7.700 mensen op zo'n wachtlijst, 3 jaar geleden waren dat er 2.500.

Een team onderzoekers van de Radboud Universiteit kijkt op dit moment naar de vraag waar de toename van meldingen bij genderklinieken door kan worden verklaard. Dat gaat om meldingen van zowel volwassenen als kinderen. Begin 2023 zal het onderzoek aangeboden worden aan het ministerie van VWS.

Verwachtingspatroon

Bij de kinderen die zich melden zijn meisjes in de meerderheid. Ook daar kijkt Verhaak en het team naar. "Als een kind geboren wordt dan ontstaan er allemaal verwachtingen. Bijvoorbeeld dat een geboren meisje zich ook zo zal gedragen en zo voelen en dat ze op jongens verliefd zal worden."

"En dat kind gaat daar ook vanuit. Als zo'n kind in de puberteit komt en niet meer zo mee kan met meisjes die stereotype 'meisjesdingen' doen, dan moet dat kind zich daar wel staande zien te houden. Of als het kind een lijf krijgt en reacties daarop van de buitenwereld waar het zich niet prettig bij voelt, dat is moeilijk. Zeker als dat kind gevoelig is voor sociale druk."

Andere oorzaken uitsluiten

Voordat je dus in gaat grijpen in de lichamelijke ontwikkeling van een kind, moet je volgens Verhaak zicht hebben op andere omstandigheden die de genderproblemen mede kunnen beinvloeden. "Het is prachtig dat het transgendertraject er is, maar alles dat er is om medisch ingrijpen te voorkomen, moet je inzetten."

"Die puberteitshormonen zetten normaal gesproken de psychoseksuele ontwikkeling in gang. Als je die remt, dan hebben de kinderen die ontwikkeling dus nauwelijks. Dat vind ik een grote zorg. Wat betekent dat voor die kinderen en jongeren en wat betekent dat voor seksuele ontwikkeling op latere leeftijd? Dat mensen zich er vaak goed bij voelen is prachtig, maar het is toch nog moeilijk om dit te overzien."

Bekijk ook

Wel degelijk hulp nodig

Toch lijden de kinderen die zich met hun ouders melden bij de genderklinieken wel degelijk. Ze zijn somber of teruggetrokken en voelen zich ongelukkig. En er zijn kinderen die enorm opknappen van de behandeling. Dus als je niet bij een genderkliniek geholpen kan worden, waar vind je dan hulp?

Verhaak benadrukt dat het ontzettend belangrijk is dat de medische genderzorg beschikbaar is en blijft voor kinderen. Toch is een deel van de kinderen volgens haar beter gebaat bij zorg buiten het medische circuit. "Wat wij zien is dat ouders weten van de wachtlijsten en zodra het woord gender valt, ze daarom hun kind meteen aanmelden bij de genderklinieken."

Ggz ermee aan de slag

"Ik adviseer: ga met die kinderen naar de reguliere ggz, waar de gendervragen ook in de context van andere vragen besproken zullen worden." Ze geeft toe dat dat lastig is, omdat veel collega's in de ggz vaak vinden dat ze te weinig van gendervragen weten.

"Maar dat kan niet meer in deze tijd. Dat is net zoiets als een gewone psycholoog die zegt: ik weet niks van homoseksualiteit." Nu genderproblematiek een steeds groter deel wordt van onze samenleving, moet volgens haar dus ook juist de reguliere ggz daarmee aan de slag.

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.