Wat jarenlang onhaalbaar leek, komt nu toch in zicht: het bindend correctief referendum. Het voorstel om burgers via een referendum aangenomen wetten terug te laten draaien, lijkt vandaag in de Tweede Kamer af te koersen op een ruime meerderheid.
"Het is een handrem van de bevolking om een wet die hier is aangenomen terug te draaien", zegt SP-fractievoorzitter Jimmy Dijk. Zijn partij nam tijdens de vorige kabinetsperiode al het initiatief voor het bindend correctief referendum. Volgens hem is dit een manier zodat mensen meer vertrouwen krijgen in de politiek.
Meer betrokken bij politiek
"We zien eigenlijk al heel lang dat het vertrouwen in de politiek minder wordt. Dan is het goed mensen meer te betrekken bij de politiek", legt Dijk uit. Zijn partijgenoot en voormalig Tweede Kamerlid Ronald van Raak slaagde er zo'n 4 jaar geleden net niet in om het voorstel door beide Kamers te loodsen.
Het grote voordeel van een bindend correctief referendum is volgens de SP-fractievoorzitter dat beslissingen die niet gedragen worden door 'de meerderheid van het volk' teruggedraaid kunnen worden. "Op die manier krijg je ook een brede discussie in de samenleving over een thema."
Bekijk ook
Sluiting verzorgingstehuizen
Een goed voorbeeld waar een bindend correctief referendum over gevoerd had kunnen worden is volgens Dijk de sluiting van de verzorgingstehuizen in Nederland. Zo'n 10 jaar geleden besloot het kabinet-Rutte II te bezuinigen op de ouderenzorg door de verzorgingstehuizen te sluiten.
Ouderen moesten langer thuis wonen en samen met een wijkverpleegkundige bekijken welke zorg nodig zou zijn. "Daar was een meerderheid van de bevolking tegen", blikt de SP-fractievoorzitter terug. Hij denkt dan ook dat de plannen destijds zouden zijn teruggedraaid als er een bindend correctief referendum over was gehouden.
Hoe wordt het bindend correctief referendum ingevoerd?
Het bindend correctief referendum wordt ingevoerd via een wijziging van de Grondwet. Om die reden moeten beide Kamers twee keer, met daartussen verkiezingen, voor het voorstel stemmen. Voor de laatste verkiezingen is dat al een keer gelukt. En nu lijkt ook de benodigde tweederde meerderheid in beide Kamers na de verkiezingen binnen handbereik.
Het idee achter een bindend correctief referendum is eenvoudig. Na het aannemen van een wet door het parlement krijgen burgers de mogelijkheid om die wet te verwerpen. Is een meerderheid tegen, dan wordt de wet niet ingevoerd. Alleen over de Grondwet, internationale verdragen, belastingen en het koningshuis kan niet gestemd worden.
Ook meerderheid in Eerste Kamer?
Dijk heeft 'heel goede verwachtingen' dat er 'weer een volle meerderheid' in de Tweede Kamer is voor het bindend correctief referendum. "Want we hebben het ook teruggezien in het regeerprogramma en we weten dat de partijen die de vorige keer voor waren, nu groter zijn dan de vorige keer. En toen ging het ook ruim door de Tweede Kamer." Daar koerst het voorstel inderdaad af op een ruime meerderheid van ruim 100 zetels, als voorstanders, zoals PVV, GroenLinks-PvdA, D66 en BBB, opnieuw voor stemmen.
Iets spannender wordt het in de tweede lezing in de Eerste Kamer, waarbij de Senaat het wetsvoorstel opnieuw behandelt. Daar ligt een tweederde meerderheid binnen bereik, maar is de marge krapper. De voorwaarde is dat de BBB voor stemt. Bij de vorige lezing hebben ze aangegeven kritisch naar het voorstel te kijken.
'Referendum als noodrem'
Hoogleraar politicologie aan de Universiteit van Amsterdam Tom van der Meer legt uit wat het nut is als het bindend correctief referendum wordt ingevoerd. "Het kan zo zijn dat er meerderheden ontstaan in de Tweede Kamer voor beleid waar kiezers het eigenlijk helemaal niet mee eens zijn."
Volgens hem is wiskundig zelfs uitgerekend dat er in een democratie als de onze altijd meerderheden ontstaan voor voorstellen die niet een meerderheid hebben onder het volk. "Dan moet er een soort van noodrem mogelijk zijn. Dat is het bindend correctief referendum."
Bekijk ook
Democratie van deze tijd
Van der Meer maakte in 2018 deel uit van een staatscommissie die het parlementair stelsel onderzocht. Die deed onder leiding van Johan Remkes een reeks voorstellen om de democratie weer bij de tijd te krijgen. Naast een gekozen formateur en een aangepaste rol voor de Eerste Kamer stelden ze ook voor om een bindend correctief referendum in te voeren.
"Een bindend correctief referendum betekent dat het alleen maar wetten kan wegstemmen die door de Tweede en Eerste Kamer recent zijn aangenomen", zegt Van der Meer. "En het moet door burgers geïnitieerd worden, niet door de politiek. Want dat laatste maakt je heel kwetsbaar voor politiek opportunisme, zoals bijvoorbeeld bij het Brexit-referendum en internationale verdragen en belastingwetten."
Tientallen jaren discussie
De discussie over het bindend correctief referendum wordt al tientallen jaren gevoerd in de Nederlandse politiek. SP en D66 deden eerder al tevergeefs pogingen het referendum in te voeren. In 1999 leek dat bijna te gebeuren, maar door een onverwachte tegenstem in de Eerste Kamer van VVD-senator Hans Wiegel ging het hele feest niet door. Het moment staat sindsdien te boek als de 'Nacht van Wiegel'.
Wel zijn er in de jaren daarna verschillende raadgevende referenda gehouden. Zo stemde Nederland in 2005 massaal tegen de Europese Grondwet. Ook het associatieverdrag tussen de EU en Oekraïne (in 2016) en de inlichtingenwet (in 2018) werden weggestemd. Maar politiek Den Haag hoefde zich er niet aan te houden omdat die referenda niet bindend waren.
Bekijk ook
VVD kritisch op referendum
Het kabinet-Rutte III schafte uiteindelijk het raadgevend referendum weer af. Toenmalig premier Mark Rutte zei in gesprek met EenVandaag geen begrip te hebben voor mensen die op deze manier mee kunnen beslissen. "Spelshows op tv zijn ook leuk en kantklossen is ook leuk, maar uiteindelijk gaat het toch om serieuze dingen."
Die kritiek heeft de VVD nog altijd. "Met een referendum ga je soms heel complexe materie versimpelen tot een simpel 'ja' of 'nee'", zegt VVD-Kamerlid Silvio Erkens. "Volgens mij kan de kiezer bij de stembus beslissen wat ze vonden van het beleid en niet via referenda tussendoor."
Belangengroepen
Volgens Erkens bestaat het risico dat belangengroepen referenda kapen. "Dat is ook niet in het belang van een groot deel van de burgers van Nederland, want veel besluiten die je moet nemen zijn misschien goed voor de hele grote groep in Nederland. Dan wil je niet dat een kleine meerderheid zo'n besluit kan terugdraaien."
Het is nog onduidelijk hoe het bindend referendum er precies uit gaat zien. De exacte invulling moet namelijk worden uitgewerkt in de zogeheten 'uitwerkingswet'. Die wet moet niet alleen gaan bepalen welke onderwerpen geschikt zouden zijn voor een referendum, maar ook hoeveel kiezers uiteindelijk moeten opkomen om het referendum geldig te laten zijn. Daar wordt in een later stadium pas over gesproken.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.