radio LIVE
meer NPO start

Waar kun je terecht met vragen aan de overheid, zoals vroeger bij Postbus 51? 'Behoefte aan loket is groot'

Waar kun je terecht met vragen aan de overheid, zoals vroeger bij Postbus 51? 'Behoefte aan loket is groot'
Een burger doet belastingaangifte
Bron: ANP

Eén centraal loket waar je terechtkunt voor al je overheidsvragen: tot 10 jaar geleden bestond daarvoor Postbus 51. Nu vinden veel mensen het ingewikkeld om hun weg te vinden tussen alle informatiebronnen, blijkt uit vragen die EenVandaag heeft gekregen.

Hoeveel belasting moet ik betalen? Heb ik recht op zorgtoeslag? Hoe zit de nieuwe wet van ouderschapsverlof in elkaar? Mensen met vragen aan de overheid kunnen tegenwoordig terecht op de website van de Rijksoverheid. Maar waar ze precies terecht moeten en bij wie vinden sommigen onduidelijk.

Steeds meer behoefte aan één centraal loket

De behoefte aan één centraal loket is enorm gegroeid de afgelopen jaren, merkt bijzonder hoogleraar digitalisering publieke sector Wolfgang Ebbers. "In 2017 deden wij onderzoek naar die behoefte. Toen bleek dat ongeveer een derde van de bevolking graag één loket wilde waar ze hun overheidsgerelateerde vragen konden stellen en alle zaken konden regelen."

"Een paar jaar later, heeft onderzoek van een collega aangetoond dat die behoefte steeds groter is geworden", voegt hij toe. "Vanuit de burger snap ik heel goed dat mensen één loket willen", zegt Ebbers. "Dat is overzichtelijk. En ook goed te begrijpen, want mensen denken vaak dat er zoiets bestaat als 'de overheid'." Maar in de praktijk bestaat 'de overheid' niet, legt Ebbers uit. "Er zijn meerdere bestuurslagen en veel verschillende organisaties, die niet zomaar onder één loket te vatten zijn."

Bekijk ook

Immense operatie

Het is niet zo dat de overheid geen centraal loket wil, zegt Ebbers. Hij houdt zich bezig met hoe digitalisering de relatie tussen overheid en burgers verandert. "De overheid heeft nu bijvoorbeeld al rijksoverheid.nl. Vanuit daar wordt doorverwezen naar verschillende websites van verschillende overheidsorganisaties."

"De huidige staatssecretaris bouwt daarnaast aan een loket waar de burger alle praktische informatie over publieke producten en diensten in samenhang kan vinden. Maar dat is een immense operatie, die veel tijd en geld kost."

info

Waar is Postbus 51 gebleven?

Vroeger was die communicatie meer centraal geregeld. Tot 2012 was er namelijk één loket, Postbus 51, waar iedereen terechtkon met hun vragen. Eerst via brieven, later via een gratis telefoonnummer en nog later via e-mail. Het werd gebruikt door Nederlanders die vragen hadden over campagnes, wetten of andere vragen aan de overheid.

'Postbus 51' verdween in 2012, vanuit de gedachte dat de naam niet meer 'van deze tijd' was, blijkt uit een presentatie van de Rijksoverheid uit 2011. Een woordvoerder van het ministerie van Algemene Zaken laat weten dat de naamswijziging werd doorgevoerd om eenduidiger en herkenbaarder te communiceren. Het was de bedoeling dat Postbus 51 werd opgevolgd door 'Rijksoverheid' als afzender van campagnes en door het digitale loket 'Informatie Rijksoverheid', als aanspreekpunt voor vragen. Beide zijn er gekomen en bestaan nog steeds, maar daarnaast zijn er veel andere websites van overheidsorganisaties bijgekomen. Sommige mensen zien daardoor door de bomen het bos niet meer.

Zinvol en haalbaar

"Waarom er dan toch niet één loket is? Ik was gelukkiger geweest met de vraag: waarom is dat nog niet zo?", zegt Ebbers. "De overheid is er namelijk al 25 jaar mee bezig. Omdat het zo'n langdurig traject is, zijn er bovendien steeds nieuwe inzichten en technologische ontwikkelingen. Daarbij wordt telkens opnieuw de vraag gesteld: wat is daarvan zinvol en haalbaar?"

Een belangrijk argument waarom niet alle moeite wordt gedaan om snel tot één centraal loket te komen, heeft te maken met de manier waarop de politiek is ingericht. Ebbers: "Als je alle overheidsorganisaties onder één loket onderbrengt, en er gaat dan wat mis met dat ene loket, wie is dan verantwoordelijk voor wat? Dan kunnen er tig ministers worden aangewezen. Daar is niet zomaar een heldere oplossing voor te bedenken."

Bekijk ook

Informatie per levensgebeurtenis

"Burgers denken niet in de verschillende 'hokjes' van overheidsinstanties. Als burger heb je gewoon met bepaalde situaties te maken - je gaat werken, verhuizen, scheiden - en vervolgens zoek je daar informatie over op en moet je dingen regelen", legt hij uit. "Vanuit dat inzicht wordt er op rijksoverheid.nl op een speciale manier informatie aangeboden. Namelijk gegroepeerd naar levensgebeurtenissen en aanpasbaar aan je eigen situatie."

"Dat betekent nog niet één centraal loket waar de hele overheid met al zijn processen achter zit en waarbinnen je alles kunt regelen, maar het zorgt wel voor een digitale informatiedienst die beter aansluit bij de leefwereld van burgers." Deze manier van informatie aanbieden wordt nog verder uitgebreid, liet staatssecretaris Alexandra van Huffelen weten in een brief aan de Kamer die op 23 maart in een debat werd behandeld.

Steeds vaker hulp voor mensen die niet mee kunnen komen

"Hoe mooi en handig één digitaal loket of informatiediensten voor levensgebeurtenissen ook lijken te zijn, er is wel een punt van zorg.", zegt Ebbers. "Ze vormen geen oplossing voor mensen die minder of niet digitaal vaardig zijn. Er wordt tegenwoordig wel een klein beetje meer rekening gehouden met deze niet bepaald kleine groep. Niet langer moet alles wat los en vast zit digitaal. En ook wordt er steeds meer hulp aangeboden als mensen er niet uitkomen. Bij overheidsorganisaties, in wijkcentra en in openbare bibliotheken, bij de zogenaamde Informatiepunten Digitale Overheid."

Zeker onder staatssecretaris Van Huffelen wordt er echt werk gemaakt van die informatiepunten, weet Ebbers. "Mijn voorzichtige indruk is dat mensen die punten steeds beter weten te vinden. Er wordt ook veel reclame voor gemaakt. Maar natuurlijk kan het altijd nog beter."

info

EenVandaag Vraagt

In dit artikel zijn antwoorden verwerkt op vragen die zijn ingestuurd via EenVandaag Vraagt. Met EenVandaag Vraagt heb je invloed op wat we maken. Wil je meedoen? Download dan de Peiling-app van EenVandaag, ga dan naar 'Instellingen' en zet je notificaties voor EenVandaag Vraagt aan. Je vindt de vragen en antwoorden terug bij 'Doe mee'. De Peiling-app van EenVandaag is gratis te downloaden in de App Store of Play Store.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Minister Beljaarts wil AI-centrum in Nederland bouwen: 'Niet afhankelijk zijn van andere landen'

Minister Beljaarts wil AI-centrum in Nederland bouwen: 'Niet afhankelijk zijn van andere landen'
Minister Dirk Beljaarts van Economische Zaken
Bron: EenVandaag

Het kabinet wil een grote AI-supercomputer in Nederland, zodat we voor de rekenkracht die nodig is voor AI-toepassingen, niet langer afhankelijk zijn van het buitenland.

Vandaag buigt de Tweede kamer zich over het plan van het kabinet om een AI-supercomputer te bouwen in Nederland. Het nieuwe, eigen AI-centrum moet ons land in staat stellen om "voor de zorg, defensie en het bedrijfsleven echt een verschil te kunnen maken in de toekomst", legt minister van Economische Zaken Dirk Beljaarts (PVV) uit.

Enorme rekenkracht nodig

Veel mensen kennen kunstmatige intelligentie (AI) vooral van toepassingen zoals ChatGPT, maar de technologie reikt veel verder. Voor complexe AI-toepassingen is een enorme rekenkracht nodig, die geleverd wordt door grote supercomputers. Denk aan een grote hal vol met rijen computerkasten.

Hoewel Nederland al een aantal supercomputers heeft, is dit nieuwe centrum specifiek bedoeld voor AI-onderzoek en toepassingen. Het idee is dat verschillende partijen de supercomputer kunnen gebruiken voor berekeningen die nu onmogelijk of extreem tijdrovend zijn.

Bekijk ook

'We lopen achter'

Dit is volgens het kabinet cruciaal voor de ontwikkeling van AI in Nederland. "We willen dat de zorg, defensie en het bedrijfsleven hiermee aan de slag kunnen in een beveiligde omgeving. Zij moeten de volledige controle hebben over hun data, zonder deze te hoeven delen", zegt Beljaarts. Ook de wetenschap en commerciële partijen kunnen gebruik maken van het centrum.

Met het AI-centrum hoopt Beljaarts andere landen op het gebied van AI te kunnen bijbenen. Volgens de minister zijn we nog niet te laat. "De koploperspositie is al aan ons voorbij gegaan, maar we hoeven nog niet als hekkensluiter te eindigen als Nederland. We kunnen echt nog wel in de kopgroep mee, maar dan moeten we wel op tijd actie ondernemen.

Samen met de markt

Aan deze supercomputer hangt een prijskaartje van zo'n 300 miljoen euro. "Het is een grote investering", zegt de minister. "Maar het is niet alleen een publieke investering. Dit is iets wat je samen met de markt, met private partijen kunt doen. En als de timing goed is doet de Europese Commissie ook nog voor de helft mee."

Nederland wil samen met Frankrijk, Duitsland en Estland een Europees consortium oprichten voor digitale infrastructuur, zo maakte staatssecretaris Zsolt Szabó (Digitalisering) bekend in de Tweede Kamer. Deze AI-computer kan daar als het aan het kabinet ligt ook een bijdrage aan leveren.

Minister Beljaarts van Economische Zaken wil een AI-centrum in Nederland bouwen

Soevereine rekenkracht

Minister Beljaarts wil voorkomen dat we voor AI-toepassingen afhankelijk zijn van het buitenland, zegt hij. "Ik denk dat het cruciaal is dat we, naast onafhankelijkheid van de Amerikaanse defensie-industrie en het Russische gas, ook toewerken naar digitale en strategische soevereiniteit in Europa."

"Wat we nu doen is capaciteit inkopen van andere landen", legt hij uit. "Het is belangrijk dat we in ieder geval voor de basisrekenkracht niet afhankelijk zijn van commerciële partijen of andere landen. Je wil kunnen beschikken over rekenkracht op Nederlands grondgebied, waar we zelf over beslissen." Soevereine rekenkracht, noemt de minister het.

Afhankelijk van Big Tech

Hoogleraar digitalisering Reijer Passchier ziet ook het belang in van digitale onafhankelijkheid. Hij waarschuwt voor de enorme invloed die Amerikaanse technologiebedrijven nu al hebben in de digitale wereld. Op social mediaplatforms, in dataopslag, maar ook op het terrein van kunstmatige intelligentie.

Toch bestaat, ook wanneer je de supercomputer op eigen grondgebied hebt, nog steeds een vorm van afhankelijkheid van Big Tech, ziet Passchier. Om de supercomputer daadwerkelijk te bouwen, zijn we nog steeds sterk afhankelijk van Amerika. De twee gigantische techbedrijven die chips kunnen leveren, Nvidia en AMD zijn daar namelijk gevestigd.

Bekijk ook

'Hun software zit overal in'

Volgens Passchier moeten wij ons zorgen maken over de afhankelijkheid van de computerkennis van Amerika. Mochten de diensten van deze bedrijven om wat voor reden dan ook uitvallen, dan hebben we een heel groot probleem.

"Al heel lang merken we dat Amerikaanse bedrijven niet geneigd zijn om zich aan Europese regels te houden, en ook niet altijd dezelfde waarden hebben als wij in Europa", zegt de hoogleraar. "We zijn afhankelijk van hun software, en die zit overal in; van deurbellen, tot auto's, tot in systemen van onze overheid."

Europese alternatieven

"Ik snap dat die zich dat de minister nu alsnog met Amerikaanse bedrijven in zee gaat, maar tegelijkertijd denk ik dat hij ook de ontwikkeling van Europese alternatieven moet ondersteunen. En daar ook het liefst zoveel mogelijk zelf gebruik van moet maken", adviseert hij.

Het is nog niet bekend waar het nieuwe AI-centrum moet komen. Dat zal afhangen van de ruimte op het stroomnet, zegt het ministerie. Coöperatie SURF, een digitaal samenwerkingsverband van onderwijsinstellingen in Nederland dat al een supercomputer voor wetenschappelijke doeleinden beheert, zal ook de nieuwe AI-computer gaan beheren.

Hoe kunstmatige intelligentie zichzelf kapotmaakt

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Te veel klagen is niet goed voor onze gezondheid: 'Maar helemaal stoppen is volkomen kansloos'

Te veel klagen is niet goed voor onze gezondheid: 'Maar helemaal stoppen is volkomen kansloos'
Bron: Pexels

Na dry januari op zoek naar een nieuwe uitdaging? Vandaag, op 'blue monday', begint in Nederland de campagne 'Dertig dagen zonder klagen', zodat mensen positiever worden. Maar is stoppen met klagen wel goed? "Als we stoppen, worden we onverschillig."

Het idee komt van auteur Isabelle Gonnissen. Al 7 jaar probeert ze België positiever te maken en haar campagne stroomt deze maand over naar Nederland. Ze moedigt mensen aan om 30 dagen goed op te letten wanneer ze klagen, zodat ze bewust worden van hoe vaak ze dat doen.

'Volkomen kansloos'

Schrijver en klaagexpert Bart Flos is kritisch op deze methode. "Als je weet dat je over 30 dagen weer mag klagen, dan krijg je een kunstmatige situatie. 30 dagen niet klagen is volkomen kansloos, omdat mensen die klagen geholpen moeten worden om het oplossingsgerichte vermogen te vergroten."

Hij legt uit: "Die mensen vinden van zichzelf helemaal niet dat ze klagen, dus waarom zouden ze nou moeten stoppen?"

Bekijk ook

Klaagparadox

Dat noemt Flos de klaagparadox. "Deze mensen vinden niet dat ze klagen, maar dat ze constateringen maken." Klagen brengt mensen volgens Flos wel een stukje dichter bij elkaar. "Het hoort bij de menselijke soort en is het begin van de oplossing. Als wij stoppen met klagen worden we onverschillig."

Dan heeft hij het ook over klagen over het weer. Dat staat op nummer één van de honderd meest beklaagde onderwerpen. "We klagen er het meest over, maar kunnen er het minst aan doen. Maar het creëert een saamhorigheidsgevoel."

Klagen om het klagen

Klagen kan ook leiden tot een tijdelijke stressverlichting, vertelt ontwikkelingspsycholoog Steven Pont. Hij onderscheidt twee soorten klagen. Aan de ene kant heb je het constructieve klagen, bijvoorbeeld tegen een klantenservice omdat je internet niet werkt. En klagen zonder specifiek doel. "Dat kan ook heel bindend werken als je het met elkaar doet. Dat kan je ook roddelen noemen, wat op zichzelf ook weer een negatief effect heeft."

Klagen wordt vooral negatief als het zich niet richt op een oplossing, zegt Pont. "Dan ben je een beetje aan het klagen om het klagen. En hoe meer je dat doet, hoe meer je hersenen worden ingericht op nóg meer klagen. Dus het versterkt zichzelf. Denk bijvoorbeeld aan scheiding, waarbij mensen steeds meer over elkaar gaan klagen."

Bekijk ook

Bedrijfs- en gezinsleven

Klagen om het klagen is iets wat in het bedrijfsleven overgenomen kan worden door werknemers. Klaagcoach Flos hoopt leidinggevenden in het bedrijfsleven duidelijk te maken dat zij een ouderfunctie hebben. "Als zij klagen over trage WiFi of een slecht systeem, dan leert een medewerker dat ook te doen. En in principe is dat een terechte conclusie. Zo zit dat ook in gezinnen."

"Kinderen leven het leven een beetje na zoals hun ouders dat doen", bevestigt Pont. "Als ouders in de gezinscultuur de neiging hebben om veel te klagen, zeker over andere mensen, dan nemen kinderen dat over als horende bij hun gezin. Omdat ze vaak niet doorhebben dat dat een kenmerk is van hun gezin."

Effectief klagen

Maar wat is het effect op je mentale gezondheid? Volgens Pont brengt klagen je in een negatieve modus. "Zeker als je je niet richt op een oplossing. Dan ga je het steeds meer doen en kan het ook een soort identiteit geven. Als je veel klaagt over andere mensen, trap je een beetje naar beneden. Daardoor kom je zelf een beetje bovenop drijven."

Maar als je überhaupt wat vrolijker en hoopvoller in het leven staat, dan kan het juist wel goed zijn voor je mentale gezondheid. "Zolang je maar effectief blijft klagen. Dus als je bijvoorbeeld op werk gaat klagen, doe dat tegen de persoon waar het over gaat. Anders lost het niks op."

info

Podcast

De rubriek 'Feit of Fictie?' is ook te beluisteren als podcast.

Eerder dood

Daar sluit Flos zich bij aan. Hij haalt er een onderzoek bij van de Universiteit van Pennsylvania. "Mensen die heel veel klagen zijn minder gelukkig, minder succesvol, ze hebben minder vrienden, ze zijn vaker ziek en ze gaan eerder dood. Dus er is wel degelijk een effect gevonden van klagen vanuit zenderperspectief."

Maar minder klagen moeten we niet doen. Daar zijn de experts het beiden over eens. "Als je maar effectief gaat klagen", zegt Pont. "Er gebeuren gewoon niet zulke leuke dingen in het leven af en toe. En dat je daarover klaagt is niet het probleem. Het gaat echt over de effectiviteit ervan. Dus klagen om het klagen, terwijl je er verder niet naar handelt, werkt niet. Leg het goede probleem bij de goede persoon, en zet de volumeknop niet harder dan strikt noodzakelijk."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant