De voorzitter van Zorgverzekeraars Nederland, André Rouvoet, vindt dat het verplichte eigen risico in combinatie met het vrijwillig verhogen van het eigen risico op 650 euro gemaximeerd moet worden. Op dit moment kunnen mensen hun eigen risico tot 885 euro verhogen.
Voor alle zorgverzekeringen geldt in 2018 een verplicht eigen risico van 385 euro. Wie een lagere premie wil en het geld heeft, kan het ophogen naar maximaal 885 euro. Rouvoet vindt dit bedrag veel te hoog. De combinatie van verplicht eigen risico en het vrijwillig eigen risico mag wat betreft hem maximaal 650 euro zijn.
Rouvoet: ,,Toen we startten met de zorgverzekeringswet was het verplicht eigen risico 150 euro en het vrijwillig eigen risico maximaal 500 euro. Waarom gaan we niet terug naar die grens, dat je in de combinatie van vrijwillig en verplicht eigen risico nooit boven die 650 euro uitkomt? We vonden die 650 toen een redelijke grens, waarom zou dat nu bijna 900 euro moeten zijn?" Volgens Rouvoet raakt het hoge eigen risico aan de solidariteit tussen ziek en gezond.
Directeur Chris Oomen van zorgverzekeraar DSW schreef vorige maand een open brief aan de minister van VWS met een soortgelijke strekking. Hij noemde het oneerlijk dat gezonde klanten een premievoordeel krijgen door hun eigen risico flink op te hogen. Dat wordt volgens hem namelijk betaald door de mensen die dat juist niet zo kunnen regelen.
Als zorgverzekeringen alleen een verplicht eigen risico kennen en geen vrijwillig eigen risico, dan kan de premie voor iedereen met ruim 20 euro omlaag, stelt Oomen. ,,Maar beter nog, er zou ruimte zijn het verplicht eigen risico met 50 euro te verlagen."
Volgens de voorzitter van Zorgverzekeraars Nederland raakt het aan de solidariteit tussen ziek en gezond. Gezonde mensen kunnen het vrijwillig eigen risico verhogen, waardoor ze minder premie betalen. Voor chronisch zieke mensen is dat niet haalbaar omdat zij veel zorg nodig hebben.
De cryptomunt zit in zwaar weer. Door tegenvallende beloftes van Donald Trump en speculatieve beleggingen is de digitale munt in waarde gezakt. Vrijdag bereikte het zelfs het laagste niveau sinds 10 november, vlak na de Amerikaanse presidentsverkiezingen.
Er is de komende jaren zo'n 195 miljard euro nodig om het stroomnet goed te laten werken
Bron:
ANP
Het prijskaartje om de problemen op het te krappe stroomnetwerk in Nederland op te lossen is bekend: 195 miljard euro. Dat geld is nodig om de transitie van gas naar elektriciteit mogelijk te maken. Maar wie gaat dat betalen? "Er is geen gratis geld."
Er zijn steeds meer elektrische auto's, zonnepanelen, warmtepompen. Het zit wel goed met de energietransitie, zou je denken. Maar het stroomnet kan het niet aan. Dat moet worden uitgebreid. En om al die extra transformatorhuisjes, kabels en masten te bouwen is de komende 15 jaar bijna 200 miljard euro nodig. Dat blijkt vandaag uit een onderzoek van het Rijk dat volgende week wordt gepresenteerd, maar waarvan De Telegraaf al de conclusie heeft.
'Verbaast mij niet'
"Het is natuurlijk een enorm bedrag", zegt energie-econoom bij de Rijksuniversiteit Groningen Machiel Mulder. "Maar dat het veel zou zijn, is niet verbazingwekkend. Omdat we weten dat er heel veel moest gebeuren met het elektriciteitsnetwerk."
Dat heeft volgens de hoogleraar alles te maken met de energietransitie. "We gaan over van het gebruik van olie en gas naar elektriciteit. Maar dat netwerk is helemaal niet ontworpen voor deze transitie. We moeten veel meer energie gaan vervoeren via dat netwerk en daarom moet het worden uitgebreid."
Geen commerciële bedrijven
En daar is dus bijna 200 miljard euro voor nodig. Dat bedrag wordt in eerste instantie opgebracht door gemeentes, provincies, het Rijk en de banken. Zij zijn namelijk de aandeelhouders van netbeheerders zoals Liander, Enexis en Stedin. Maar die rekening komt uiteindelijk wel bij de stroomgebruiker terecht. Mulder: "Zo is het nu eenmaal in heel Europa geregeld, dat de stroomgebruikers betalen voor de kosten."
Netbeheerders zijn namelijk publieke bedrijven die geen winst mogen maken en kunnen de investeringen alleen maar bekostigen via de tarieven die zij in rekening brengen bij gebruikers. Dat zijn in Nederland bedrijven en huishoudens. De Autoriteit Consument & Markt (ACM) bepaalt hoeveel netbeheerders maximaal mogen vragen. "Zij zien erop toe dat de netbeheerders niet te veel kosten in rekening brengen en efficiënt werken. Dat ze niet teveel geld over de balk smijten", weet Mulder.
info
Hoe ziet de Nederlandse energierekening eruit?
De elektriciteitsrekening bestaat uit drie hoofdelementen.
Leveringskosten: dit is het bedrag dat je betaalt aan je energieleverancier voor de hoeveelheid elektriciteit en gas die je daadwerkelijk verbruikt. Deze kosten zijn afhankelijk van het verbruik, het tarief en de vaste leveringskosten. Dit deel van de rekening kun je beïnvloeden door te kiezen voor een goedkopere energieleverancier of minder energie te verbruiken.
Netbeheerkosten: dit zijn de kosten voor transport en onderhoud van het energienetwerk. Je betaalt deze aan je regionale netbeheerder (bijvoorbeeld Liander, Enexis of Stedin). De netbeheerder wordt bepaald door je woonadres en je kunt deze niet zelf kiezen. Dit deel van de rekening kun je niet beïnvloeden want de tarieven worden vastgesteld door de Autoriteit Consument & Markt.
Overheidsheffingen en belastingen: de overheid heft belastingen op energieverbruik en gebruikt deze deels om duurzame energie te stimuleren. Dit beslaat ongeveer een derde van de totale energierekening.
Netbeheerkosten gaan over de kop
Huishoudens betalen dit jaar zo tussen de 400 en 520 euro per jaar aan netbeheerkosten, afhankelijk van de netbeheerder in die regio. Dat bedrag kan de komende jaren gaan verdubbelen, zegt de energie-econoom.
"Het kan wel oplopen tot 1.000 euro. Maar dan moet je je wel goed realiseren: tegenover deze hogere netwerkkosten, heb je een verlaging van energiekosten. Want als we onze gasketel eruit gooien en gaan vervangen door een warmtepomp, dan hebben we geen gasrekening meer."
Rekening naar Brussel kan niet
En Brussel dan? Kan die de investeringen niet betalen? "De rekening doorsturen naar Brussel, dat is een beetje vreemd, eigenlijk", vertelt Mulder.
Hij legt uit: "Nederland is niet het enige land, alle landen hebben hiermee te maken. Alle landen hebben te maken met de energietransitie, dus overal gaat de rekening omhoog. Dus als wij dat zouden doen, dat doorsturen naar Brussel, dan willen andere landen dat ook. Dus daar schieten we niet zoveel mee op."
Er is volgens Mulder wel discussie over de manier waarop het onderhoud van het elektriciteitsnetwerk wordt betaald, en of dit anders zou moeten.
"Sommigen willen de stroomproducenten meer laten betalen. Dat de rekening wat minder naar de consument toe gaat en iets meer naar de bedrijven die elektriciteit opwekken."
'Er is geen gratis geld'
Een ander alternatief waar over wordt nagedacht, is om de rekening niet neer te leggen bij de elektriciteitsgebruiker, maar bij de belastingbetaler. Dat de overheid investeert in netwerken en dat alle kosten ook daar terechtkomen. En dan betaalt de netgebruiker misschien een vast bedrag en dat kan hetzelfde blijven.
Maar ook dan komt uiteindelijk de rekening toch weer terug bij de burgers terecht, zegt Mulder. "Want ja, de overheid heeft geld nodig om dat te kunnen betalen. Dus dat leidt dan tot hogere belastingen of minder geld beschikbaar voor onderwijs of zorg. Er is geen gratis geld."
Ook het uitstellen van de investering zou allerlei nadelige gevolgen hebben, zegt Mulder. "Je ziet nu al dat heel veel bedrijven tegen de grenzen van het elektriciteitsnetwerk aanlopen. Ze willen graag uitbreiden, ze willen graag verduurzamen maar dat gaat niet omdat er te weinig capaciteit op het netwerk is."
Daarnaast blijft Nederland dan langer afhankelijk van het gebruik van aardgas. "En de prijzen daarvan zijn heel hoog en afhankelijk van geopolitieke omstandigheden. En die zijn heel onzeker. Dus het is beter om zo snel mogelijk van het gas af te gaan, dan hebben we dat risico niet meer."
Energierekening voorspelbaarder
Als we onze energie zelf gaan opwerken, wordt de energierekening veel voorspelbaarder. "En dat is een groot voordeel. Bij uitstel blijven we afhankelijk van de onzekere gasprijzen", gaat Mulder verder.
"En dan heb je nog het milieuaspect, hè? Want daar gaat het uiteindelijk ook om, dat we gewoon minder fossiele energie gaan gebruiken. Dan stoten we meer C02 uit en dan heb je allerlei nadelige gevolgen voor het klimaat."