De Eerste Kamer en staatssecretarissen Klijnsma (Sociale Zaken) en Weekers (Financiën) praten vandaag verder over het pensioenplan. Krijgt het voorstel dat voor een bezuiniging van drie miljard moet zorgen de benodigde steun?
Welk plan ligt op tafel?
Het kabinet wil de jaarlijkse pensioenopbouw beperken van maximaal 2,25 procent naar 1,85 procent. Dit is het gedeelte van je inkomen dat je belastingvrij mag sparen. Dit betekent dat mensen per jaar dus minder pensioen opbouwen. Maar dit wordt gecompenseerd omdat mensen langer doorwerken, is de gedachte. Het kabinet verwacht dat pensioenfondsen minder premie gaan vragen, omdat er per jaar minder wordt opgebouwd.
Waarom dit plan?
De aanpassing van de pensioensopbouw is een bezuinigingsmaatregel. Deze moet het kabinet ongeveer drie miljard euro opleveren aan extra inkomstenbelasting. Omdat er minder premie betaald wordt, en die premie is belastingvrij, ontvangt de overheid dus meer inkomstenbelasting.
Hoe zijn de plannen ontvangen?
Niet goed, er is heel veel kritiek: van de oppositie, van pensioenfondsen, van de Raad van State, van vakbond Abvakabo. Naast bezorgdheid of jongeren wel genoeg opbouwen, bestaat de vrees dat de premiedaling waar het kabinet vanuit gaat helemaal niet zal plaatsvinden. In tegenstelling tot de maximale premieopbouw, die het kabinet zelf kan bepalen, heeft het over de pensioenpremies namelijk niets te zeggen.
Gaan pensioenfondsen daadwerkelijk minder premie vragen?
Hier bestaat twijfel over. Veel fondsen zitten krap bij kas. Theo Kocken, hoogleraar risicobeheer aan de Vrije Universiteit zegt dat pensioenfondsen de premies goed kunnen gebruiken om meer buffer op te bouwen.
Wat betekenen de plannen voor u?
Volgens de plannen gaan de meeste gepensioneerden ongeveer 70 procent van hun gemiddeld verdiende inkomen ontvangen. Maar naast de vraag of die 70 procent nog wel bereikt wordt, rijst de vraag of dit eerlijk is. Blijft premiedaling uit, dan ben je als werkende nadelig uit, vertelt Kocken: ‘Je bouwt per jaar minder pensioen op dan nu het geval is, terwijl je wel evenveel premie betaalt.’
Dit geld komt bovendien in een collectieve pot, waaruit extra indexatie kan worden uitgekeerd aan gepensioneerden, aldus Kocken. 'Onbedoelde maar zeer oneerlijke bijeffecten van fiscale maatregelen.'
Martin Pikaart, schrijver van het boek De Pensioen Mythe stipt ook een ander probleem aan: het plan gaat namelijk uit van een stabiele situatie. Pikaart: ‘Voor een generatie eerder was dat nog een redelijke veronderstelling. Het overgrote deel van de werknemers had een vast contract, of werkte een leven lang bij één baas of in één sector. Maar veel mensen hebben tegenwoordig te maken met gefragmenteerde pensioenen. Die komen dan op een lager pensioen uit.’
Hoe denkt de oppositie over de plannen?
Alleen regeringspartijen VVD en CDA steunden het voorstel in de Tweede Kamer. De gehele oppositie stemde tegen.
De discussie spitst zich nu toe op de Eerste Kamer. Daar heeft het kabinet geen meerderheid en moet dus onderhandelen. En de Eerste Kamer is kritisch op de plannen. Senator Hoekstra (CDA) zei eerder het pensioenplan een ‘greep in de kas van de toekomst’ te vinden. Hij en senator Backer (D66) lieten eind vorige maand al weten niet tevreden te zijn met de wijzigingen die staatssecretaris Weekers heeft voorgesteld.
De senatoren eisen garanties dat de premies daadwerkelijk dalen. Ook willen ze dat mensen de mogelijkheid krijgen om extra pensioen op te bouwen tegen gunstige voorwaarden.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.