Veroordeelden komen dankzij een nieuwe wet niet langer na twee derde van hun straf vrij, maar op z'n vroegst 2 jaar van tevoren. En privileges als verlof moeten ze voortaan verdienen. Slachtofferhulp Nederland is blij, maar er is ook kritiek.
"De weegschaal van Vrouwe Justitia is nu goed gevuld", zegt Rosa Jansen van Slachtofferhulp Nederland. De belangenbehartiger voor onder andere slachtoffers en nabestaanden van misdrijven heeft tientallen jaren gestreden voor de wet Straffen en Beschermen. "Ik denk dat iedereen daar aan toe is", zegt ze. "Ik denk dat er minder fouten gemaakt worden, het is heel helder."
Bij vrijkomen informatie inwinnen
"Het was wel een beetje mager geregeld, waardoor het nodige misging", zegt Jansen. Zo kwam het wel eens voor dat de moordenaar van iemands dochter ineens verlof had en gewoon naast de nabestaande in de supermarkt stond. "Dat is iets wat je een nabestaande niet wil aandoen. Dat is niet het herstel dat je ze toewenst."
Het Openbaar Ministerie moet vanaf nu in geval van verlof of vrijkomen van een veroordeelde, informatie inwinnen. "En er wordt echt gekeken: hoe is de situatie van de gedetineerde, hoe is hij eraan toe, kan hij naar buiten, heeft hij veel geleerd?", legt Jansen uit. "Tegelijkertijd wordt aan het slachtoffer gevraagd hoe het ermee is, of ze behoefte hebben aan beschermingsmaatregelen en of ze bij elkaar in de buurt wonen."
Bekijk ook
Dit verandert er: in de bak aan de bak
Wie vanaf vandaag veroordeeld wordt tot een gevangenisstraf, komt niet meer op twee derde van de straf voorwaardelijk vrij, maar pas op z'n vroegst 2 jaar voor het daadwerkelijk aflopen van de straf. Vooral verdachten die veroordeeld zijn tot een lange gevangenisstraf gaan dat merken: bij een straf van 18 jaar zouden ze in de oude situatie na 12 jaar vrijkomen, vanaf nu is dat pas na 16 jaar.
En ook die voorwaardelijke vrijheid van 2 jaar is niet meer vanzelfsprekend. Want willen veroordeelden in aanmerking komen voor verlof, dan moeten ze zich van hun beste kant laten zien. "In de bak moet je aan de bak", zei minister van Rechtsbescherming Sander Dekker daarover. Volgens Dekker wordt er tijdens detentie al actief geïnvesteerd in resocialisatie, een woning en werk of opleiding. Daarnaast worden nabestaanden en slachtoffers betrokken bij het traject van vrijlating. Zij kunnen vragen om een contact- of locatieverbod, of aangeven dat ze willen dat een veroordeelde verhuist.
Waarschuwing voor risico's
Toch zijn verschillende partijen uitgesproken kritisch over de nieuwe wet. De Raad voor de Rechtspraak vond de wet onnodig, omdat de manier waarop het was geregeld naar hun idee goed functioneerde. Ook onderzoek van de Erasmus Universiteit liet dat zien. En rechters vragen zich af of 2 jaar voorwaardelijke vrijheid in sommige gevallen niet te kort is.
Reclassering Nederland, betrokken bij de reïntegratie van gedetineerden, verwacht ook dat een deel van de veroordeelden niet genoeg heeft aan de 2 jaar die nu gereserveerd is voor terugkeer in de maatschappij. Met name voor een categorie daders met ernstig verward gedrag en berekenende, geharde criminelen ziet de reclassering risico's.
Bekijk ook
'Wet beschermt de slachtoffers niet'
Tbs-advocaat Jan-Jesse Lieftink is niet blij met de wet. "Absoluut niet", zegt hij met overtuiging. "Hij beschermt mijn cliënten niet, hij beschermt ook de samenleving en de slachtoffers niet. Het is pure symboolpolitiek." Veel van zijn cliënten hebben veel langer nodig om terug te keren in de samenleving. "Hoe langer je zit, hoe langer je gewend bent aan leven in de gevangenis", zegt hij. "Je moet dus veel meer wennen aan de maatschappij."
Een gevangenis is een wereld apart, legt Lieftink uit. "Mensen zitten er niet voor zweetvoeten. Er is onderlinge frictie en strijd, er worden drugs gebruikt om verveling tegen te gaan. Deze mensen lopen hun kans op een goede resocialisatie mis. Wellicht worden ze zo op straat gezet vanuit detentie. Dan kun je de klok er op gelijkzetten dat het fout gaat."
Bekijk ook
Tbs'ers later behandeld
Een ander gevolg van de wet is dat veroordeelden met een tbs-maatregel ook veel later kunnen beginnen met hun behandeling. "Dat gebeurt niet in de gevangenis. Misschien weleens met een psycholoog of medicatie, maar dat is het wel zo'n beetje", zegt Lieftink. De laatste jaren wordt steeds vaker tbs opgelegd.
Cliënten die later in tbs komen, worden vanaf nu dus ook later behandeld, zeker als er sprake is van een lange vrijheidsstraf. "Iemand die in de gevangenis komt en lang moet wachten op behandeling, zet z'n gevoel uit. Dan wordt het steeds moeilijker dat gevoel weer aan te krijgen", zegt Lieftink. "Er wordt te weinig gekeken wat het doet met de cliënten zelf en wat het doet met de veiligheid van de samenleving."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.