radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

Overheid schiet 29 miljoen euro voor aan schadevergoedingen omdat daders dit geld niet hebben

Overheid schiet 29 miljoen euro voor aan schadevergoedingen omdat daders dit geld niet hebben
Gerechtsgebouw Utrecht
Bron: EenVandaag

Sinds 2011 heeft de overheid 55 miljoen euro aan schadevergoedingen betaald aan slachtoffers van onder andere zeden- en geweldsmisdrijven. Zo'n 29 miljoen euro hiervan is voorgeschoten voor daders die dit geld zelf niet hebben.

Dat blijkt uit cijfers die het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) aan EenVandaag verstrekte. De 29 miljoen is door de veroordeelden nog niet terugbetaald aan de overheid.

Regeling voorkomt hertraumatisering

Het CJIB is verantwoordelijk voor uitbetaling en incasso van schadevergoedingsmaatregelen en keert een bedrag in een keer uit aan een slachtoffer. Wanneer een veroordeelde geen cent te makken heeft, schiet het CJIB het hele bedrag in veel gevallen voor. Zo krijgt het slachtoffer waar hij recht op heeft en wordt hij niet maandelijks geconfronteerd met een incasso vanuit de zaak, is de gedachte.

Deskundigen vrezen dat het ministerie van Justitie en Veiligheid op korte termijn een einde maakt aan deze, voor slachtoffers belangrijke, regeling. Dat zou blijken uit een concept wetsvoorstel die afgelopen zomer in consultatie was.

info

Hoe werkt de regeling?

De voorschotregeling voorziet erin dat een slachtoffer of nabestaande niet afhankelijk is van de kapitaalkrachtigheid van de veroordeelde. Heeft een dader 8 maanden nadat de uitspraak definitief is nog niet betaald, dan treed de regeling in werking. Deze voorschotregeling bestaat sinds 2011. Het CJIB gaat vervolgens achter de incasso aan bij de veroordeelde. In 2018 werd ruim 82 procent volledig betaald door een veroordeelde.

Voorschotregeling
Bron: EenVandaag
De voorschotregeling

Derde van schadevergoeding wel uit eigen zak

Uit cijfers van het CIJB blijkt dat van de 55 miljoen een bedrag van 18,5 miljoen wel door de veroordeelde zelf betaald kon worden.

Sinds 2016 stijgt het aantal uitbetalingen van schadevergoedingen dat het CJIB doet. In 2018 werden 3702 uitkeringen gedaan voor een bedrag van bedrag van 7,2 miljoen euro. Hiervan moet het CJIB nog 5,6 miljoen euro verhalen bij veroordeelden. Ook het jaarlijks uitgekeerde bedrag stijgt sinds 2011. In dit jaar werd 1,4 miljoen euro uitgekeerd. Daarvan staat nog 189 duizend euro open.

Lucinda en Nadia van de Ven
Bron: EenVandaag
De zussen Lucinda en Nadia van de Ven

Levenslange kwetsbaarheid

Voordat de voorschotregeling in werking was getreden, moesten slachtoffers en nabestaanden door slepende procedures om hun schadevergoeding geïncasseerd te krijgen. Zo ook de familie Van de Ven, die hun dochter en zusje Nadia verloren. Zij werd op 1 oktober 2002 vermoord door Pascal F. in een Utrechts studentenhuis. De dader wordt veroordeeld tot 20 jaar en tbs en moet de begrafeniskosten betalen.

"Moord betekent een levenslange kwetsbaarheid", vertelt Lucinda. "Ik denk dat zelfs mensen die mij kennen niet weten van de zwaarte die je draagt", vertelt Lucinda. "Het is iets wat je alleen draagt en zelf moet verwerken". De moord op hun dochter en zus Nadia heeft grote impact op hun levens. Zowel moeder Minke, als zus Lucinda, kunnen na de moord niet meer goed functioneren. De weg die zij aflegden is vastgelegd in de documentaire OverLeven, gemaakt door RTV Utrecht.

Lucinda van de Ven
Bron: EenVandaag
Lucinda van de Ven vocht jarenlang voor financiële genoegdoening na de moord op haar zus

Juridische lijdensweg

Moeder Minke moest haar praktijk als natuurarts vrijwel opgeven. "Ze had een goedlopende praktijk maar moest van de een op de andere dag stoppen met werken", vertelt Lucinda over haar moeder. "Ook ik heb gezondheidsklachten", vertelt ze. Ze is nu tweemaal uitgevallen met burn-out. Dit gebeurde bijvoorbeeld ook toen bekend werd dat Pascal F. transmuraal verlof kreeg in medio 2018.

"Ik heb geen financiële problemen, maar wel verlies aan inkomen", legt Lucinda uit. Ze was nog maar 23 jaar toen Nadia werd vermoord. Ze is nooit toegekomen aan fulltime werken door de therapie die ze volgde om de gewelddadige dood van haar zus te verwerken. Daarnaast duurt de de strijd die de familie voert voor een schadevergoeding jarenlang. "Ik denk dat het voor je verwerking het belangrijkst is dat alles binnen vijf jaar afgerond is", zegt Lucinda.

Verdwijnen 'verschrikkelijke stap terug'

Deskundigen op het gebied van letselschade hebben kritiek op het mogelijke verdwijnen van de voorschotregeling. Zeker nu juist sinds 1 januari 2019 nabestaanden smartengeld kan worden toegekend. "Maar als die voorschotregeling weer wordt afgeschaft, dan hebben we een dode letter", vertelt Arlette Schijns, letselschadeadvocaat. "Want dan kunnen de nabestaanden dat nooit verhalen op de dader". Emeritus hoogleraar Jan van Dijk noemt het een 'verschrikkelijke stap terug'. "Als het gebeurt, zoals de minister wil, dan is deze goeie regeling die er nu is, dat de overheid voorschiet en het verhaalt bij de dader, weer ingetrokken over een jaar".

Lucinda van de Ven zou het kwalijk en onethisch vinden als er nu opnieuw door overheid gekozen wordt nabestaanden zo aan hun lot over te laten. "Dat kun je niet maken. We zorgen allemaal voor verdachte dat die ondersteund wordt, maar ik vind ook dat erkend moet worden dat nabestaanden ook rechten hebben."

info

Reactie ministerie van Justitie en Veiligheid:

De consultatie is net afgelopen. We gaan eerst de reacties goed bestuderen en kijken of het wetsvoorstel nog aanpassing behoeft. Dit onderdeel van het wetsvoorstel komt voort uit de meerjarenagenda slachtofferbeleid. Dit voorstel voorziet in de versterking van de rechtspositie van slachtoffers van gewelds- of zedenmisdrijven.

Er is op dit moment al een civielrechtelijke mogelijkheid, het wetsvoorstel ziet juist op een nieuwe derde (afgesplitste) procedure binnen het strafprocesrecht met zowel elementen uit het strafproces als civielrechtelijke elementen. Hierbij is bijvoorbeeld nog wel recht op rechtsbijstand en int de overheid voor je.

Er is geen sprake van dat de voorschotregeling gaat verdwijnen. Iedereen die er nu recht op heeft, heeft dat in de toekomst ook.

Bekijk hier de tv-reportage.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Hoe deze dorpen in Friesland tijdens de Tweede Wereldoorlog een 'veilige haven' werden voor Amsterdamse Joden

Friese verzetstrijders brachten tijdens de Tweede Wereldoorlog talloze, vaak Amsterdamse, Joden naar de dorpen Bontebok en De Knipe. 80 jaar later leeft de geschiedenis daar nog enorm, vooral bij mensen die de oorlog zelf hebben meegemaakt.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

In gesprek gaan over het oorlogsverleden van je familie: waarom dat moeilijk is en hoe je daar hulp bij kunt krijgen

In gesprek gaan over het oorlogsverleden van je familie: waarom dat moeilijk is en hoe je daar hulp bij kunt krijgen
Bron: ANP

Op 4 mei herdenken we oorlogsslachtoffers. Ook komen pijnlijke erfenissen van oorlog naar boven. Hoewel de Tweede Wereldoorlog 80 jaar geleden eindigde, werkt de nasleep in veel families nog altijd door. Maar daarover praten, kan moeilijk zijn.

Begin 2025 werden historische dossiers openbaar over mensen die na de Tweede Wereldoorlog werden verdacht van collaboratie. Sindsdien krijgt EenVandaag berichten van mensen die worstelen met het oorlogsverleden van hun familie. Een verleden dat soms beladen is door stilte en schaamte, en dat generaties lang kan doorwerken.

Oorlog werkt door in volgende generaties

"Je kan oorlog zien als een serie schokkende gebeurtenissen in een context zonder ruimte om daarvan te herstellen. Het is zo heftig om mee te maken dat mensen het de rest van hun leven meedragen en vaak doorgeven aan volgende generaties", vertelt psycholoog Anne Marthe van der Bles.

Van der Bles houdt zich bij ARQ Nationaal Psychotrauma Centrum bezig met de psychosociale impact van oorlog, vervolging en geweld.

In de opvoeding

"Oorlogservaringen kunnen doorwerken in families op een manier die niet meteen problematisch hoeft te zijn. Zo leren mensen die de Hongerwinter meemaakten hun kinderen soms om zuinig te zijn met eten", vertelt Van der Bles verder.

"Maar oorlogservaringen kunnen ook negatieve sporen nalaten in de opvoeding. Ouders met trauma's zijn vaak minder emotioneel beschikbaar voor hun kinderen. Ik hoor van mijn behandelende collega-psychologen bijvoorbeeld dat Holocaustoverlevenden emotioneel vlak kunnen zijn. Niks is voor hen meer zo erg als dat wat ze hebben meegemaakt. Dus als een kind dan bijvoorbeeld een knie stoot, kunnen ze niet meer invoelen dat dat voor het kind erg is."

Bekijk ook

'Mijn ouders hebben het al zo zwaar, ik moet niet teveel zijn'

"Kinderen van oorlogsgetroffenen gaan soms zorgen voor hun ouders, vanuit het idee: er moet geen aandacht naar mij uit gaan, want mijn ouders hebben het al zo zwaar. Ik moet vooral niet teveel zijn."

"Het lastige is alleen dat een kind zelf niet doorheeft dat het zich zo gedraagt, en waar dat vandaan komt. Vaak komen kinderen in de naoorlogse generatie er pas later in hun leven achter dat hun gedrag in relatie tot de ouders gevormd is door het oorlogsverleden waar de ouders mee worstelden."

Identiteit: wie ben ik in relatie tot mijn ouders?

"Niet iedereen uit de naoorlogse generatie krijgt psychische klachten, maar veel mensen uit de naoorlogse generatie worstelen met vragen over hun identiteit: wie ben ik in relatie tot mijn ouders? Het verschilt dan per persoon of en in hoeverre die identiteitsvragen leiden tot bijvoorbeeld angst, depressieve gevoelens of psychosomatische klachten."

"Het is daarbij ook belangrijk om te beseffen dat het best een diverse groep is die last kan krijgen van het oorlogsverleden van de ouders", gaat de psycholoog verder. "Het gaat om mensen die zelf kind waren in de oorlog en daar ervaringen hebben, maar ook om wie decennia later is geboren en zich op een andere manier tot dat verleden moest verhouden."

Bekijk ook

'Fout zijn'

Onlangs onderzocht Van der Bles samen met collega-psychologen en historici hoe een familiegeschiedenis van collaboratie tijdens de Tweede Wereldoorlog doorwerkt op kinderen en kleinkinderen van (vermeende) collaborateurs. Zij hielden interviews, en namen vragenlijsten af bij een panel van bijna 6.000 Nederlanders.

"Het grote verschil in hoe oorlog bij hen doorwerkt: het gaat om mensen die 'fout' waren of zo werden gezien. Een kind is niet verantwoordelijk voor de daden van de ouders, maar worstelt wel met het gevoel zelf ook 'fout' te zijn. Hoe verhoudt je je tot je ouders als zij dingen hebben gedaan waar jij moreel niet achter kunt staan?"

Verzwegen familiegeschiedenis en angst om veroordeeld te worden

"In gezinnen werd vaak gezwegen over de collaboratiegeschiedenis. Kinderen groeien dan op mét de ervaring van emoties - angst, boosheid of stress - maar zónder kader om te verklaren waar die emoties vandaan komen. Een kind internaliseert dan de gedachte: het zal wel aan mij liggen, er is iets mis met mij. En draagt dat gevoel met zich mee."

Je ziet ook dat veel kinderen van collaborateurs - zodra ze hun familiegeschiedenis weten - een angst houden om veroordeeld of buitengesloten te worden, vertelt Van der Bles. "Die angst is niet geheel onterecht, want in onderzoek zagen we dat 18 procent van de deelnemers zich niet prettig voelt bij het idee dat mensen in publieke functies, zoals politici of burgemeesters, het kind van een collaborateur zouden zijn. Dat is een minderheid, maar wel een met een sterk oordeel."

Meer begrip voor ingewikkelde last

Toch is er in de maatschappij meer begrip gekomen voor de ingewikkelde last die kinderen van collaborateurs ervaren. "Wij zijn al jarenlang welkom bij de Nationale Dodenherdenking", vertelt bestuurslid Hulpverlening bij de Stichting Werkgroep Herkenning José van de Kerkhof. Die stichting zet zich in voor nakomelingen van personen die verdacht werden van collaboratie met de bezetter.

"Er zijn mensen die niet aan ons gelieerd willen zijn, want dan erkennen ze dat ze deel uitmaken van die groep", vertelt Van de Kerkhof. "Het opengaan van de archieven heeft ook tot veel onrust geleid: oude pijn en ervaringen komen naar boven. Toch komen er sinds die opening wel veel verhalen naar buiten en is er meer aandacht."

info

Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR)

Sinds januari 2025 kunnen dossiers van het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR) worden bekeken in de studiezaal van het Nationaal Archief. De digitale openbaarheid van archief is voorlopig uitgesteld, na dwingend advies van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP).

"Als stichting zijn wij van mening dat openbaarheid goed is", zegt Van de Kerkhof hierover, "want het archief geeft inzicht in de geschiedenis en naoorlogse rechtspraak. Wel zetten wij ons in voor zorgvuldigheid in het digitaal beschikbaar maken van informatie: zonder enige bescherming en voorwaarden is dat verre van wenselijk."

Dubbel gevoel

Tegelijkertijd blijft er een dubbel gevoel, zeggen Van de Kerkhof en Van der Bles. Hoe kan het praten over de last die kinderen van (vermeende) collaborateurs ervaren, samengaan met het herdenken van de slachtoffers in de oorlog en met het verdriet van hún kinderen?

"Sommige kinderen van collaborateurs voelen die spanning zeker", zegt Van der Bles. "Ze vragen zich af: heb ik wel recht op hulp, want het zou eigenlijk moeten gaan om de slachtoffers en hun kinderen. Maar leed vergelijken, helpt niet. Op een maatschappelijke dag als 4 mei is dat ingewikkeld, maar psychologisch gezien kun je ieder mens als individu benaderen en aandacht geven aan diens pijn zonder die steeds af te zetten tegen het leed van anderen."

Leed niet vergelijken, maar dialoog aangaan

"De nabestaanden van onder meer Joodse mensen hebben ontzettend veel pijn, en dat is heel evident", zegt Van de Kerkhof hierover. "En ook de nabestaanden van mensen die in het verzet zaten, kunnen een grote psychologische last ervaren. Je kunt en mag leed niet vergelijken maar je kunt wel naar elkaar luisteren en elkaar zien."

"Juist daarom proberen we een dialoog te starten in de samenleving", gaat ze verder. "Zo organiseerden we in het najaar een symposium, waar naast wijzelf ook mensen uit de Joodse gemeenschap en mensen met een familiegeschiedenis in het verzet aanwezig waren. We stoken de hand uit naar elkaar."

info

Wie herdenken we op 4 mei?

De Nationale Dodenherdenking is zowel een aanjager van discussies, als onderhevig aan discussie over wie herdacht moet worden en welke verhalen verteld moeten worden. Het Nationaal Comité 4 en 5 mei heeft de taak om hier richting aan te geven.

Volgens de officiële tekst herdenken wij 'tijdens de Nationale Herdenking alle burgers en militairen die in het Koninkrijk der Nederlanden of waar ook ter wereld zijn omgekomen of vermoord; zowel tijdens de Tweede Wereldoorlog en de koloniale oorlog in Indonesië, als in oorlogssituaties en bij vredesoperaties daarna.'

Praten zet dingen in beweging

"Praten over het oorlogsverleden kan spannend zijn, zeker binnen de familie", zegt Van der Bles. "Toch raden we het vanuit ARQ Nationaal Psychotrauma Centrum sterk aan. Er is zoveel gezwegen: praten zet iets in beweging."

Algemene tips zijn er niet, want elke familiegeschiedenis is anders. "Maar luisteren zonder oordeel is altijd belangrijk", zegt ze. "We zien ook dat kleinkinderen het gesprek vaak makkelijker openen. De afstand helpt: het is toch anders als je opa 'fout' was dan je vader. Zij voelen meer ruimte om nieuwsgierig te vragen: wie staat er op deze foto? Of: wat weet u over dat NSB-verleden?"

Hulplijnen

Lukt praten met familie niet meteen, dan zijn er verschillende plekken waar je terechtkunt, zegt Van der Bles. "De Luisterlijn is 24/7 bereikbaar. Het Contactpunt Naoorlogse Generaties kent de historische context goed. En bij de Stichting Werkgroep Herkenning zit veel ervaringsdeskundigheid."

Van de Kerkhof van die stichting: "Mensen kunnen bij ons terecht met algemene vragen, wij bieden een luisterend oor. Over je gevoelens en ervaringen praten helpt. Als kinderen van collaborateurs advies zoeken hoe ze met hun ouders kunnen praten, dan vraag ik bijvoorbeeld of ze al precies weten wat er destijds gebeurd is. We geven ook altijd het advies het dossier te lezen, zodat je zo min mogelijk verrast wordt."

Bekijk ook

Doorverwijzen en gespreksgroepen

"Wij kunnen geen therapeutische behandeling bieden, maar als in het telefoongesprek blijkt dat je meer hulp zoekt, kunnen we je verwijzen naar de juiste plekken", gaat Van de Kerkhof verder. Bij behoefte aan meer zorg en hulp, kan dit ook besproken worden met de huisarts.

Ook organiseert de stichting gespreksgroepen en contactmiddagen. "Daar is steeds meer behoefte aan. Vaak kunnen kinderen moeilijk praten met ouders die collaboreerden of daarvan verdacht werden. Families vallen ook uit elkaar: de een wil het er wel over hebben, de ander niet. Dan is het fijn om je schaamte, schuld en andere gevoelens te kunnen delen met andere lotgenoten. Dan krijg je herkenning in elkaar."

Waarom het zwijgen doorbreken

"Ik hoor dat mensen het onwijs spannend vinden om te praten over het oorlogsverleden met familie, maar weet ook dat veel mensen die het tóch hebben gedaan daar heel blij mee zijn", zegt Van der Bles. "Zij zeggen dat het veel rust geeft om de feiten te kennen, dat het puzzelstukjes op zijn plek kan laten vallen."

Van de Kerkhof: "Kinderen van collaborateurs vinden het heel erg als er in de familie nooit over gesproken is, en ze er dan pas na overlijden van de ouders achterkomen wat er is gebeurd. Dan blijf je met vragen achter, die je niet meer kunt stellen. Als je dus nu al met vragen zit, kan het toch fijn zijn om daar antwoorden op te zoeken."

Dichter bij elkaar komen

"Wat je soms ook ziet gebeuren, en wat je ook hoopt, is dat mensen dichter bij elkaar komen", zegt Van der Bles tot slot.

"Dat ze begrijpen waarom dingen zo gelopen zijn, waar bepaalde houdingen of gedrag vandaan komen. En op een groter maatschappelijk niveau: dat we lessen kunnen leren uit het samen praten over verschillende ervaringen met de oorlog."

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant