Als het aan de regering ligt, kan de overheid in de toekomst ingrijpen in het informeel onderwijs. Maar het conceptwetsvoorstel dat daarvoor klaarligt gaat veel te ver, vinden tegenstanders. "Grijpt diep in in de privésfeer."

Met de Wet toezicht informeel onderwijs wil het kabinet ervoor zorgen dat het makkelijker wordt om in te grijpen als er mogelijk misstanden zijn in het zogenoemde informeel onderwijs. Daaronder vallen bijvoorbeeld zondags- en koranscholen, maar ook clubs die niets met religie te maken hebben.

Bijbelles en breiclub

"Informeel onderwijs is eigenlijk alles wat mensen buiten het reguliere onderwijs bij elkaar brengt. Waar kennis wordt overgedragen en waar inzichten worden bijgebracht", legt emeritus-hoogleraar onderwijsrecht Paul Zoontjens uit.

En dat gaat niet alleen over religieus onderwijs, zoals de koranschool of bijbelles, maar ook bijvoorbeeld over de schaats- en de breiclub. "Kortom, plekken waar mensen met een gedeelde interesse samenkomen."

info

Wet toezicht informeel onderwijs

Op dit moment ligt er een conceptvoorstel voor een wet die toezicht regelt op informeel onderwijs aan kinderen van 4 tot en met 17 jaar. Het gaat om onderwijs dat niet verplicht is. Als er vermoedens zijn dat dit onderwijs kinderen aanzet tot haat, geweld of discriminatie, kan de Inspectie van het Onderwijs deze signalen onderzoeken. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, dat is nu Eppo Bruins, kan dan maatregelen nemen tegen overtreding van de wet.

Aanleiding voor de wet is de ophef die een aantal jaar geleden ontstond over salafistische weekendscholen, omdat kinderen daar dingen zouden leren die ingaan tegen de Nederlandse rechtsstaat.

Ingrijpen in de privésfeer

Zoontjens noemt het conceptwetsvoorstel 'niet wenselijk'. "Het bemoeit zich met buurthuizen en achterkamertjes. Met wat daar gebeurt. En dat grijpt heel diep in in de privésfeer van mensen en de groepen waarin ze zich bevinden", vertelt hij.

"De overheid krijgt een middel in handen om wat mensen als eigen godsdienstbelijdenis of eigen meningsuiting beschouwen, om daar in te grijpen en ermee af te rekenen." Dat is 'disproportioneel' met het probleem dat het kabinet zegt te willen oplossen, volgens Zoontjens.

Joden, Christenen en Moslims ongerust

Inmiddels zijn er meer dan 2.000 verontruste reacties op het conceptwetsvoorstel. Daarnaast is een petitie tegen het voorstel inmiddels bijna 50.000 keer ondertekend. En het Overlegorgaan Joden, Christenen en Moslims (OJCM) publiceerde een verklaring waarin staat dat de wet 'disproportioneel zou ingrijpen op situaties die binnen de vrijheid van godsdienst vallen'. Ook zou de nieuwe wet 'verdere polarisatie en spanningen in de hand kunnen werken'.

Zoontjens begrijpt die zorgen: "In redelijk besloten kring moet je kunnen vinden en zeggen wat je wilt." Wat in private ruimtes gezegd wordt en daar blijft, moet niet strafbaar kunnen worden gesteld, vindt hij.

Bekijk ook

Verontrustende ontwikkeling

In het strafrecht is de beperking tot publieke ruimte geregeld, legt Zoontjens uit. "Maar met dit conceptwetsvoorstel wordt verder gegaan. Er wordt ingegrepen in ruimtes waar mensen bij elkaar komen om op allerlei vlakken dingen van elkaar te leren."

Dat hebben we in Nederland nog nooit meegemaakt, volgens Zoontjens. "Het geeft de overheid in potentie heel veel macht. Nu wordt die macht in dit wetsvoorstel wel beperkt, maar de stap die nu wordt gezet in dit opzicht, is heel verontrustend."

'Wet niet nodig'

De nieuwe wet is ook helemaal niet nodig, vervolgt hij. "Het strafrecht zoals het nu is, biedt voldoende instrumentarium om in de uiterste gevallen te kunnen optreden. We kennen in het Wetboek van Strafrecht al bepalingen over het aanzetten tot haat en geweld."

"Pas als dat terechtkomt in de publieke ruimte, dus als het de samenleving of de Staat bedreigt, is er echt iets aan de hand", is hij van mening.

Bekijk ook

Inbreuk op grondrechten

Hoe groot de kans is dat de wet er uiteindelijk komt? Er staat nationaal niks in de weg, zegt Zoontjens. Maar er zal ongetwijfeld een beroep worden ingesteld bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, verwacht hij.

"Dat Hof zal waarschijnlijk heel kritisch zijn over deze regeling. En ik denk eigenlijk dat hij door de Europese rechter zal worden afgeschoten. Het Europees Hof stelt zich altijd de vraag of een wetsvoorstel inbreuk maakt op grondrechten. Op vrijheid van meningsuiting, vrijheid van godsdienst, vrijheid van vereniging en vergadering", legt hij uit.

Wet zal Europese toets niet overleven

"Dat zijn allemaal rechten die zijn vastgelegd in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens", gaat Zoontjens verder. "De Europese rechter zal met name toetsen of deze wet noodzakelijk is in een democratische samenleving."

"De rechter zal zich onder andere de vraag stellen: los je hier eigenlijk wel een probleem mee op, voor zover er al een probleem bestaat? Zijn er geen andere middelen? Grijpt dit niet te diep in in het grondrecht? Die toets zal deze wet waarschijnlijk niet overleven."

Veel zorgen over wet die toezicht op 'informeel onderwijs' regelt: 'Geeft overheid heel veel macht'

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.