radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

Veel dikke mensen ervaren gewichtsdiscriminatie in de zorg: 'Ga maar diëten, wordt er direct gezegd'

Veel dikke mensen ervaren gewichtsdiscriminatie in de zorg: 'Ga maar diëten, wordt er direct gezegd'
Bron: EenVandaag

Veel dikke patiënten ervaren gewichtsdiscriminatie bij de dokter. Zo erg zelfs dat 80 procent zorg vermijdt. Dat blijkt uit een enquête van stichting Dikke Vinger. "Als je altijd te horen krijgt dat het aan je gewicht ligt, wordt de drempel steeds hoger."

"Ik snap zelf ook wel dat ik dik ben, maar een arts moet verder kijken dan je gewicht", zegt Kimberley van Megen. Ze weet als geen ander hoe lastig het is om als dikke patiënt naar de dokter te gaan. "Al snel sta je buiten met een foldertje over een maagverkleining, dat zorgt ervoor dat veel dikke mensen niet meer naar de dokter durven."

Uitstel van zorg

Van Megen is niet de enige dikke persoon die slechte ervaringen heeft bij de dokter. Ze startte een enquête onder vijfhonderd leden van haar stichting Dikke Vinger, die zich inzet voor gelijkwaardigheid van dikke mensen. Daaruit bleek dat 76 procent ervaringen heeft met gewichtsdiscriminatie in de zorg. 80 procent geeft daarnaast aan om die reden zorg uit te stellen.

Vooral over het uitstellen van zorg maakt Van Megen zich zorgen. "Als je als dik persoon bij welke klacht dan ook te horen krijgt dat het aan je gewicht ligt, dan wordt de drempel om naar een dokter te gaan steeds hoger. Want je krijgt toch steeds hetzelfde te horen. Dik zijn is ongezond, maar zorg uitstellen ook."

Bekijk ook

Huisartsen herkennen beeld niet

Het Nederlands Huisartsen Genootschap zegt zich niet te herkennen in dit beeld. Voorzitter Wendy Borneman zegt dat artsen goed worden opgeleid om objectief naar het lichaam te kijken.

"Wij hanteren richtlijnen voor wanneer we beginnen over het gewicht. Dit is als iemand zelf met vragen komt, als iemand komt met klachten waarbij het gewicht een invloed kan hebben of we kaarten het aan als mensen een ziekte hebben waarbij overgewicht een extra risico kan vormen. Daarnaast kan een huisarts op eigen inschatting over het onderwerp beginnen", legt Borneman uit.

'Maak het bespreekbaar'

De voorzitter krijgt geen signalen van huisartsen over gewichtsdiscriminatie, terwijl veel dikke mensen aangeven dat ze daar wél mee te maken krijgen. "Als je het ervaart, kom dan bij ons langs om het erover te hebben. Geef aan bij je arts dat je het gevoel hebt dat die je klachten niet serieus neemt. Ook voor huisartsen is het goed om daar bij stil te staan. Het gaat over interactie tussen mensen, waarbij je eigen gedachten en beelden meespelen. Het kan zijn dat de arts inderdaad een blinde vlek heeft maar dat zou het medische oordeel nooit in de weg mogen staan", zegt Borneman.

Ze ziet vooralsnog geen aanleiding om het onderwerp nog eens extra onder de aandacht te brengen. "Al is het altijd goed om je als huisarts bewust te zijn van ervaringen van de patiënt."

Veel dikke mensen voelen zich in de zorg gediscrimineerd. Anoesjka Minnaard maakte het heel direct mee toen ze een verkeerde diagnose kreeg die haar bijna het leven kostte. Ze weet zeker dat het anders was gelopen als ze dun was geweest.

Niet handelingsbekwaam

Hoogleraar obesitas Liesbeth van Rossum herkent het verhaal Van Megen van Dikke Vinger wel. "Ik hoor van bijna al mijn patiënten dat ze ervaring hebben met gewichtsdiscriminatie", vertelt ze.

"Laatst nog vertelde een patiënt dat een arts het volledige gesprek met haar partner voerde. Pas toen ze afviel sprak de arts tegen haar. Alsof iemand die dik is niet handelingsbekwaam is? Er wordt vaak niet serieus genoeg gekeken naar klachten en dan wordt er soms niet de goede zorg gegeven."

'Gewicht ligt gevoelig'

Volgens van Rossum gaat het vaak om de benadering van het onderwerp. "Gewicht ligt gevoelig. Je weet als arts niet wat iemand allemaal al heeft gedaan om af te vallen. Er spelen veel verschillende factoren mee", weet Van Rossum.

"Internationaal wordt aangeraden om als arts eerst te vragen of iemand het goed vindt om het over het gewicht te hebben. In 90 procent van de gevallen is dat dan goed."

Bekijk ook

Gevolgen uitstellen van zorg

"Dit is juist een groep patiënten waarvan je liever niet wil dat ze zorg uitstellen", zegt Van Rossum. "Overgewicht vergroot de kans op ruim tweehonderd andere ziekten. Hart- en vaatziekten en diabetes type 2 zijn de bekendste, maar er zijn ook dertien vormen van kanker die vaker voorkomen bij mensen met overgewicht, net als gewrichtsklachten, reuma, darmziekten, depressie en vruchtbaarheidsproblemen."

Het is volgens Van Rossum ook daarom belangrijk dat dikke mensen zich ook op hun gemak voelen bij de dokter. "Het is een risico dat als je niet naar de dokter gaat je in een veel latere fase achter bijvoorbeeld borstkanker komt."

'Geef oplossingen'

Sinds 2 jaar krijgen mensen met obesitas een gecombineerde leefstijlinterventie vergoed. Onder leiding van een leefstijlcoach gaan ze 2 jaar lang aan de slag met voeding, beweging en gedragsverandering.

"Als zo'n intensief programma onvoldoende helpt, mogen we gewichtsverlagende medicijnen voorschrijven of kun je kijken naar een maagverkleining", zegt Van Rossum.

Flyer voor de huisarts

Kimberley van Megen van stichting Dikke Vinger gaat naar aanleiding van de resultaten van de enquête mensen helpen met hoe ze het gesprek met hun huisarts kunnen aangaan. "We hebben supportpakketten voor dikke mensen die zich onveilig voelen in de zorg."

Verder denkt de stichting aan flyers die patiënten kunnen geven tijdens een gesprek met hun dokter. En gesprekken voeren met artsen in opleiding: hoe is de voorlichting over dit onderwerp? Op die manier hoopt Van Megen uiteindelijk het hele systeem bewust te maken van gewichtsdiscriminatie in de zorg.

Bekijk hier de tv-reportage over dit onderwerp.

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Kinderen hebben slechte ogen door te veel schermtijd: dit kun je doen om oogafwijkingen te voorkomen

Kinderen hebben slechte ogen door te veel schermtijd: dit kun je doen om oogafwijkingen te voorkomen
Een oogmeting bij een opticien
Bron: ANP

Scrollen op je telefoon, even een appje sturen naar je moeder en tussendoor een serie kijken. Voor veel mensen herkenbaar, maar het brengt ook gevolgen met zich mee. Zo kan het voor permanente oogproblemen en klachten zorgen.

Ook prinses Ariane heeft oogproblemen en dat zou komen door de schermtijd op haar mobiele telefoon. Dat liet koningin Máxima eerder deze week weten tijdens een conferentie. Veel ouders lopen hier in het huidige digitale tijdperk tegenaan, want hoe zorg je ervoor dat je kinderen geen slechte ogen krijgen. En als ze wel bijziend worden, kan je er dan nog iets tegen doen?

Meer kinderen zijn bijziend

Veel oogartsen zien nu meer kinderen die oogproblemen hebben als gevolg van de schermtijd. Oogorganisaties sloegen in oktober al alarm. Zo is in Nederland een op de vijf personen tussen de 5 en 19 jaar bijziend. Onderzoekers leggen een direct verband met een verandering in leefstijl, waarbij kinderen meer op hun mobiele telefoon, laptop of tablet zitten.

En dat is het niet enige, waarschuwen de onderzoekers. Als een kind op jonge leeftijd al bijziend wordt, dan kan dat voor ernstige gevolgen zorgen op latere leeftijd. Ook oogarts en hoogleraar kinderoogheelkunde Caroline Klaver bij het Erasmus MC in Rotterdam waarschuwt over de ernst van bijziendheid.

Oog ontwikkelt tot je 25ste

Klaver legt uit dat hoe eerder een kind bijziendheid ontwikkelt, hoe groter de gevolgen zijn: "Dus hoe eerder je het krijgt, hoe ernstiger het afloopt. Dan kun je bijvoorbeeld min 6 of meer krijgen. En dan zijn de kansen op complicaties later in je leven best wel groot", legt ze uit.

De hoogleraar pleit daarom voor een gezonde leefstijl op de basisschool en dus ook een gezonde omgang met schermtijden. Doordat je ogen nog tot het 25ste levensjaar doorontwikkeld, zijn de jongere jaren volgens haar essentieel voor de groei van het oog. "Bijziendheid ontwikkel je in je jonge jonge jaren. Want dan is je lichaam nog in de groei, en je ogen ook." Op latere leeftijd bijziend worden komt bijna niet voor.

Bekijk ook

Niet alleen dichtbij kijken

Vooral het van dichtbij constant turen naar je scherm en scrollen zijn funest voor je ogen. De oogarts legt uit hoe dat komt: "Als je naar een scherm kijkt, moeten je ogen moeite doen om dichtbij te kijken. En zolang het oog in de groei is, kan het oog een beetje aanpassen." Als je veel van dichtbij kijkt, raken je ogen daaraan gewend en worden ze langer.

Dat lijkt handig, omdat het oog dan makkelijker van dichtbij kan zien. Maar het heeft volgens Klaver als gevolg dat in de verte kijken moeilijker wordt. Je hebt dan een min-bril nodig om naar een scherm te kijken. Hierdoor ontstaat bijziendheid. "En dus moet je in de jonge jaren juist niet zo heel veel dichtbij kijken. Je moet het vooral afwisselen met in de verte kijken, zodat het oog ook minder de neiging heeft om langer te worden en dus bijziend te worden."

Blijvende schade

Ze benadrukt nogmaals dat het heel belangrijk is. Want als het oog eenmaal bijziend is, kan het niet weer krimpen. Je kan de schade dus niet terugdraaien. Wat je volgens Klaver wel kan doen als je eenmaal bijziend bent, is om te zorgen dat het niet erger wordt.

Hoewel het niet op de minuut neerkomt, adviseert Klaver wel om goed te letten op de schermtijd. Zo noemt ze de 1-2-3-regel: "Dat betekent dat kinderen tot 5 jaar niet langer dan een uur per dag schermtijd mogen hebben, kinderen tot 10 jaar niet langer dan twee uur per dag en tieners tot 15 jaar niet langer dan drie uur per dag."

Bekijk ook

Buitenspelen en verder weg kijken

Wat kun je dan zelf doen als kind of jongere om oogproblemen zoveel mogelijk te voorkomen? Klaver vertelt dat het belangrijk is om genoeg buiten te zijn en dat je het dichtbij kijken afwisselt met in de verte kijken. Dit wordt ook wel de 20-20-2 regel genoemd: na 20 minuten dichtbij kijken moet je 20 seconden in de verte kijken en groeiende ogen hebben ook 2 uur per dag daglicht nodig.

"Als je dat doet, groeit je oog als een normaal oog en zal je geen brilletje nodig hebben. Al dat schermgebruik bij kinderen is niet gezond. Het is niet gezond voor de ogen, ook niet gezond om allerlei andere redenen. Het is belangrijk dat we ons daar bewust van zijn en het beperken", sluit ze af.

Kinderen hebben slechte ogen door te veel schermtijd: dit is wat je kunt doen om oogproblemen te voorkomen

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Dierverzorger Saia maakt zich grote zorgen nu vogelgriep meer om zich heen grijpt: 'Worden niet serieus genomen door overheid'

Dierverzorger Saia maakt zich grote zorgen nu vogelgriep meer om zich heen grijpt: 'Worden niet serieus genomen door overheid'
Dierenverzorger Saia Hendrickx van Vogelzorgcentrum De Houtsnip in Hoek van Holland
Bron: EenVandaag

Niet alleen in Amerika, ook in Nederland grijpt de vogelgriep om zich heen. Het virus treft nu vooral wilde ganzen. Dierenwelzijnsorganisaties die worden gebeld om zieke dieren op te halen maken zich zorgen. "Worden niet serieus genomen door de overheid."

Een mondkapje, een pak, handschoenen, schoenhoezen en een beschermbril. Dat trekt Saia Hendrickx van Vogelzorgcentrum De Houtsnip in Hoek van Holland elke keer aan als de dierenambulance weer een zieke vogel komt brengen.

Van dier op mens

Allemaal om zichzelf te beschermen tegen de vogelgriep. "Vogelgriep is een ziekte die van dier op mens kan overgaan. Als ik een beetje grieperig ben en ik kom in contact met een besmette vogel, dan kan dat gaan muteren en kan de pleuris uitbreken", vertelt ze daarover.

De angst zit er goed in bij De Houtsnip. In 2022 werd het vogelzorgcentrum geruimd omdat er vogelgriep heerste. "Ik heb toen zelf heel veel slachtoffers ingeslapen en uiteindelijk bleef er een groep over. Die waren negatief getest, maar werden toch ingeslapen door de NVWA. Dat laat je nooit meer los en wil je niet meer meemaken."

Uitbraak neemt toe

Een besmetting van vogel op mens is nog niet in Nederland voorgekomen. Maar in de VS overleed vorige maand een persoon na een besmetting door kippen en wilde vogels in zijn achtertuin. Daarom is Hendrickx alert. Iedereen die haar vogelzorgcentrum binnenkomt moet zich ontsmetten en alle werknemers hebben hun eigen afdeling waar zij werken en mogen niet zomaar naar een andere afdeling.

"Op dit moment is de uitbraak weer in alle hevigheid aan het toenemen", reageert Hendrickx. Dat zorgt voor enorme onrust bij haar. "De adrenaline giert door je lijft. Je bent bang om het binnen te krijgen."

Niet serieus nemen door de overheid

Verhalen zoals die van Hendrickx hoort Daniella van Gennep van Stichting Dierenlot nu dagelijks. Zij vertegenwoordigt een groot deel van dierenhulpverleners in Nederland, waaronder dierenambulances, opvangcentra en dierenasielen.

"Soms vindt één dierenambulance wel 200 dieren op 1 dag. En dat zijn vooral vogels op dit moment, maar ook vossen en andere zoogdieren. We maken ons gewoon zorgen omdat die hulpverleners op dit moment niet echt serieus worden genomen door de overheid als het gaat om vogelgriep."

Financiële compensatie

Daarmee doelt Van Gennep op financiële compensatie voor de dierenhulpverleners. Zo moeten zij dode en zieke vogels ophalen en persoonlijke beschermingsmiddelen aanschaffen. Na de vorige uitbraak wilde een meerderheid van de Tweede Kamer dat de overheid zou kijken naar een structurele manier om in deze kosten tegemoet te komen. Maar de minister liet 6 februari weten dat die er op dit moment niet komt, omdat de uitbraak nog niet hevig genoeg is.

"Ik wil heel graag dat de overheid de dierenhulpverlener serieus neemt. Weliswaar hebben ze formeel geen rol als het gaat om het opruimen van dode dieren. Maar wie bel je als je een dier in nood ziet? Dan bel je de dierenambulance en dat gebeurt dus in de praktijk."

Bekijk ook

'Overheid moet in actie komen'

Van Gennep vraagt om actie van de overheid: "zorg minimaal voor veiligheid van al die vrijwilligers. Die lopen risico maar daar moeten ze zelf voor opdraaien. Zelfs de griepprik die enigszins bescherming biedt, moeten ze zelf betalen", legt ze uit.

Van Gennep beaamt dat het inderdaad nog niet zo erg is als in 2021 en 2023. "Maar", voegt ze daaraan toe, "wat er nu gebeurt in Amerika is wel veel erger dan toen. Wij willen gewoon dat je voorbereid bent."

Wie is verantwoordelijk voor het opruimen?

Het opruimen van dode dieren gebeurt volgens beide hulpverleners nu niet altijd. "Ik ben niet verplicht om die op te gaan halen", zegt Hendrickx. "Maar ik doe het wel, omdat ik niet wil dat andere in het wild levende dieren dat eten, want dan zijn zij ook besmet."

"De verantwoordelijkheid ligt bij degene van wie het terrein is waar het dier neerstort", vult Van Gennep aan. "Maar ja, vaak weet het grote publiek niet van wie het terrein is." Vogels dood in de achtertuin liggen, moeten door de eigenaar van de woning zelf worden opgeruimd. "Die mag je in de vuilnisbak doen en dan mag je je handen wassen met een sopje. Dan is het volgens het ministerie goed genoeg. Nou, daar zet ik dikke vraagtekens bij."

Bekijk ook

Teleurgesteld

Van Gennep heeft vandaag nog spoedoverleg gehad met beleidsmedewerkers op het ministerie van Volksgezondheid en het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur. Maar een toezegging voor financiële compensatie kwam er niet.

"Ik heb de minister gehoord in het debat vorige week en zij zei: 'de overheid is geen pinpas'. Dat doet echt pijn bij de dierenhulpverleners en dat merk je ook wel. Zij voelen zich niet serieus genomen, terwijl dat wel moet."

Partij voor de Dieren wil actie van minister

Volgens Hendrickx is er niets veranderd bij de overheid na de grote uitbraken in 2021 en 2023. "Wanneer worden ze wakker? Wat gebeurt er als er straks een pandemie uitbreekt?", vraagt ze zich af. "Dan zijn ze te laat en hebben ze bloed aan hun handen."

De Partij voor de Dieren neemt geen genoegen met de antwoorden van de minister. De partij gaat Kamervragen stellen en wil dat de minister alsnog over de brug komt met geld om dierenhulporganisaties te beschermen tegen vogelgriep.

Dierverzorger Saia maakt zich grote zorgen nu vogelgriep meer om zich heen grijpt: 'Worden niet serieus genomen door overheid'

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant