Met subsidies wil het kabinet honderden varkenshouders uitkopen. Voorwaarde om mee te doen is dat het bedrijf stankoverlast veroorzaakt. Het is twijfelachtig of de regeling de doelen haalt. Emeritus hoogleraar Rudy Rabbinge noemt het 'weggegooid geld'.
Platform voor Onderzoeksjournalistiek Investico onderzocht met EenVandaag de zogenoemde 'warme sanering' waar varkenshouders sinds november vorig jaar zich voor kunnen aanmelden. Tegen een vergoeding die in veel gevallen kan oplopen tot boven een miljoen euro per boer moeten ze stoppen met hun bedrijf. Hoe een maatregel die aanvankelijk bedoeld was om omwonenden te beschermen tegen 'gezondheid- en omgevingsrisico's', veranderde in een maatregel tegen stankoverlast en uiteindelijk ook nog moest bijdragen aan het terugdringen van CO2-uitstoot en stikstof.
Lees ook
'Geur is een getal'
Iets meer dan 500 boeren meldden zich voor de regeling aan, van wie uiteindelijk ruim 400 aan de voorwaarden blijken te voldoen. Die voorwaarden gaan maar over één ding: geurhinder. Dat is waar de sanering zich vanaf het begin op richt: het wegnemen van stankoverlast van varkensbedrijven, dichtbij bebouwing.
Een van de varkenshouders die willen stoppen en gebruikmaken van de regeling is de 47-jarige Wilbert van Lanen uit het Brabantse Bakel. Tot het eind van het jaar heeft Van Lanen nog varkens op stal. Klachten van buren over stank heeft hij nooit gehad. "De enige die klaagt, is mijn vrouw. Die kan de was niet drogen als de wind verkeerd staat." Toch voldoet hij aan de voorwaarden om voor de sanering in aanmerking te komen. Als hij zijn adviseur vraagt waarom hij dan toch kan meedoen, terwijl er niemand klaagt over stank, komt hij met een ontnuchterend antwoord. "Hij zei: geur is geen ervaring, maar een getal. En jij voldoet aan het getal, de geurscore."
Regeling afgezwakt
In de eerste opzet van de regeling was het de bedoeling dat varkenshouders gerangschikt zouden worden op deze geurscore. Wie het hoogste scoorde, zou het eerste uitgekocht worden. "Populair gezegd moesten de grootste stinkers als eerste weg", zegt voorzitter Linda Janssen van de Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV).
"Daarna zou de lijst worden afgelopen naar beneden, tot het geld op was", legt ze uit. "Maar de regeling is later afgezwakt. Alle bedrijven die boven een bepaalde grens scoren, komen in aanmerking. En dan is het de vraag of je de grootste overlastgevers weghaalt."
Lees ook
Geen woord over stikstof
Het is dus maar de vraag hoe doeltreffend de sanering het oorspronkelijke probleem - stankoverlast - gaat oplossen. Maar hoe effectief is de regeling dan voor het terugdringen van de stikstofuitstoot? Vreemd genoeg wordt in de subsidievoorwaarden met geen woord over ammoniak gerept. Naar de hoeveelheid stikstof die een bedrijf uitstoot, wordt überhaupt niet gekeken. Ook hier wordt dus niet beoordeeld wie nou de 'piekbelasters' zijn en wie niet.
Het bedrijf van Van Lanen ligt op zo'n 13 kilometer van De Peel, het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied. Zijn bijdrage aan het stikstofoverschot in dat gebied is maar zeer beperkt. Wilbert vindt het zelf 'te gek voor woorden' dat stikstof later ook een argument is geworden voor de stoppersregeling en dat met de 'opbrengst' huizen worden gebouwd en wegen worden verbreed. "Mijn stallen liggen tot eind dit jaar vol. Dus ik ga dit jaar net zoveel uitstoten als de voorgaande jaren."
Lees ook
Weggegooid geld
Een half miljard voor een regeling waarvan zeer onzeker is of de uiteenlopende doelen wel worden gehaald: hoe nuttig is dat besteed? "Het is weggegooid geld", zegt Rudy Rabbinge onomwonden. De emeritus hoogleraar aan de Wageningen University is lid van de Commissie Remkes die het kabinet over de stikstofproblematiek adviseerde. "Uitkopen kost waanzinnig veel geld. Als je dat straks ook bij de melkveehouders gaat doen, waarvan er meer dan 20.000 zijn, gaat dat in miljarden lopen."
Dat bijna tweederde van de subsidie voor een regeling die in eerste instantie geuroverlast moet bestrijden uit de 'stikstofpot' komt noemt Rabbinge 'volstrekt onjuist'. Ook POV-voorzitter Janssen is daar niet over te spreken. "De regeling is ontworpen voor geur, en niet gericht op de grootste uitstoters. Bedrijven die qua geur een probleem vormen zitten vaak dicht bij bebouwing, en dat is lang niet altijd dichtbij natuur in de buurt. Stikstof is gewoon bijvangst, maar eigenlijk koop je dan de verkeerde bedrijven op."
Lees ook
Nu al enorme reductie van emissie
Volgens Rabbinge had Schouten de 275 miljoen euro veel zinvoller kunnen besteden, namelijk in technieken die de uitstoot uit stallen verder terugdringen. "Dat is veel effectiever, en het is ook al bewezen. Dankzij maatregelen die de varkenshouders hebben genomen is er al een enorme reductie van de emissie van de varkenshouderij."
"Je had de afspraak moeten maken dat de uitstoot met 50 procent omlaag moet tot 2050. Als dat gebeurt, haal je meer resultaat dan wat ze nu proberen met het uitkopen van varkenshouders."
Budget verhoogd
Minister Schouten van Landbouw en Natuur benadrukt in een reactie dat het doel van de sanering in eerste instantie het verminderen van geuroverlast voor omwonenden is. Omdat zich in het voorjaar meer varkenshouders dan verwacht aanmeldden, werd het budget verhoogd, zodat meer boeren kunnen stoppen.
Dat de regeling, naast het verhelpen van stankoverlast, ook effect heeft op het verminderen van uitstoot van CO2 en stikstof 'versterkt in zekere zin de doelmatigheid van de maatregel, zelfs al is deze hier niet specifiek voor ontworpen', zegt Schouten.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.