Twee Nederlandse mannen die zijn opgenomen in de Erelijst van Gevallenen zaten in 1940 nog in een SS-regiment in München. Dat blijkt uit documenten die EenVandaag heeft ingezien.
Arend Vrijs en Wouter IJssel de Schepper zijn twee van de 18.000 namen die terug te vinden zijn op de Erelijst van Gevallenen. Dit nationale monument eert de mensen die tijdens de oorlog overleden door verzet of oorlogshandelingen. Maar Vrijs en IJssel de Schepper zijn ook terug te vinden in een ander rijtje. Ze worden genoemd in een lijst van mannen die in 1940 gestationeerd waren bij de Standarte Westland, een SS-regiment in München. Hoe lang ze hier zaten is niet bekend, wel blijkt uit de documenten dat ze uiterlijk begin 1941 de SS vrijwillig verlieten.
Verhouding 'goed' en 'fout' verleden
Het Nederlands Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies (NIOD) bevestigt dat Vrijs en IJssel de Schepper zowel in de Erelijst als in SS-documenten genoemd worden. "Dat zij voorafgaand aan hun verzetsactiviteiten in dienst waren van de Waffen-SS duidt op niet waardig gedrag in Nederlands Nationale zin", vertelt Rene van Heijningen, collectiespecialist bij het NIOD.
Het NIOD sluit niet uit dat de namen uit de Erelijst verwijderd zullen worden. "Dat gaan wij nu onderzoeken", zegt Van Heijningen. "Hierbij speelt een rol in welke mate het 'goede' en 'foute' verleden van betrokkenen zich tot elkaar verhouden."
Training in Duitsland
Vrijs en IJssel de Schepper zijn twee van de naar schatting 2500 Nederlanders die zich in 1940, na de bezetting, vrijwillig aanmeldden voor een SS-training in München. "Het rekruteren van Nederlanders deden Duitsers en NSB'ers veelal onder valse voorwendselen. In cafeetjes werd hen verteld dat ze in Duitsland een politietraining van een half jaar konden volgen, waarna ze bij de Nederlandse politie konden," vertelt Cees Kleijn, die onderzoek deed naar Nederlandse SS'ers.
Maar helemaal onwetend zullen Vrijs en IJssel de Schepper, beiden dan begin twintig, niet zijn geweest toen ze zich aanmeldden, vermoedt Kleijn: "Je moest voordat je naar München trok een fysieke test met succes afleggen, en in Nederland tekende je ook een SS-dienstverband. Daarbij is het sowieso merkwaardig te noemen om in bezet Nederland te besluiten om een training in Duitsland te volgen."
Geen langer dienstverband
In München aangekomen ontvingen Vrijs en IJssel de Schepper een SS-uniform. "Die kreeg je meteen op de eerste dag, samen met een soldijboekje," zegt Kleijn. Velen hielden het volgens de onderzoeker na een paar dagen al voor gezien. "Je kon aan het begin van de oorlog nog relatief eenvoudig je ontslag indienen en weer terug naar Nederland. Later werd dat vrijwel onmogelijk."
De meerderheid bleef een half jaar en tekende vervolgens ook een langer dienstverband. Dat laatste deden Vrijs en IJssel de Schepper niet, blijkt uit de documenten. Hun namen komen namelijk voor op een SS-lijst uit 1941 van vrijwilligers die hun ontslag hebben ingediend.
Van SS'ers tot verzetshelden
Eenmaal terug in Nederland gingen ze beide het verzet in. Wouter IJssel de Schepper bracht verzetskranten rond, maar werd in januari '45 opgepakt en naar Amersfoort gebracht. Uiteindelijk overleed hij op 2 mei 1945 in een concentratiekamp in het Duitse Sandbostel.
Koningin Wilhelmina schrijft aan zijn vrouw zelfs een brief waarin ze haar condoleances uitbrengt. "De meedogenloze vijand zag in uw echtgenoot een gevaar zo moest hij niet alleen naar een concentratiekamp gevoerd worden, maar tevens werden hem geestelijke en lichamelijke mishandelingen opgelegd."
Over Arend Vrijs en zijn verzetsdaden is minder bekend. Wel weten we dat hij nog studeerde toen hij overleed op 26-jarige leeftijd in Den Haag.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.