radio LIVE
meer NPO start

Steeds meer ouders richten zelf staatsvrije school op, D66 wil scherper toezicht

Steeds meer ouders richten zelf staatsvrije school op, D66 wil scherper toezicht
Bron: EenVandaag

"Een experiment met kinderen", noemt D66 het stijgende aantal scholen dat door ouders zelf wordt opgezet. Het aantal zogenoemde 'staatsvrije scholen' is fors gestegen, zo blijkt uit cijfers die EenVandaag heeft opgevraagd. En dat is reden tot zorg.

Ze krijgen geen cent subsidie, maar dat geeft ze de vrijheid zich minder aan de wettelijke regels te houden en het onderwijs zelf in te richten.

Snelle toename

Het aantal ouders dat een eigen school is begonnen is de afgelopen jaren behoorlijk toegenomen. Los van de overheid en vaak willen ze ook zo min mogelijk meer met die overheid te maken hebben. Uit onvrede over de kwaliteit van het reguliere onderwijs of uit ideologische redenen, nemen steeds meer ouders het heft in eigen hand, zo blijkt uit navraag bij het ministerie van Onderwijs.

Waren er in 2015 nog 80 van dit soort zogenaamde staatsvrije scholen, in 2020 stond de teller al op 108. Daarbij geeft het ministerie aan dat een compleet overzicht van deze particuliere scholen ontbreekt. Waarschijnlijk liggen de werkelijke aantallen dus een stuk hoger.

De coronamaatregelen waren voor ouders in het Friese Haulerwijk de aanleiding om hun eigen school op te richten: los van de overheid en zonder subsidie. Zulke staatsvrije scholen komen er steeds meer. Directeur Evert-Jan Meeuwissen laat de school zien.

Minder regels

Deze particuliere scholen ontvangen geen enkele euro subsidie van de overheid en om die reden betalen ouders vaak een hoge financiële bijdrage voor het onderwijs van hun kind. Daar staat tegenover dat dergelijke scholen zich aan veel minder wettelijke regels hoeven te houden dan door de overheid gefinancierde scholen.

Er heerst veel meer vrijheid om het onderwijs in te richten. In Nederland is de vrijheid om een eigen school op te richten heel groot. Bij deze particuliere scholen is er nog meer speelruimte om eigen lesmethoden te ontwikkelen.

Bekijk ook

Staatsvrij of 'samenlevingsvrij'

D66-Kamerlid Paul van Meenen maakt zich grote zorgen over de opmars van dergelijke scholen. "Staatsvrij klinkt misschien wel aardig, maar dat betekent in mijn ogen ook samenlevingsvrij."

"Dat ouders bepalen zich af te wenden van de samenleving moeten ze zelf weten, maar ik vind dat kinderen samen moeten opgroeien", legt hij uit. "Ik vind dit echt een enge ontwikkeling."

'Experiment met kinderen'

Ook maakt de voormalig onderwijzer zich grote zorgen over hoe deze kinderen zich in de toekomst zullen ontwikkelen." Er komen steeds meer scholen met allerlei onbewezen methoden en ongefundeerde ideeën over hoe kinderen het beste zouden leren, maar uiteindelijk zijn we ook bezig met deze kinderen voor te bereiden op de maatschappij."

"Dat moet goed gebeuren", vervolgt hij. "En daar hebben we een bepaald stelsel voor. In het belang van kinderen moet je daar niet te veel afstand van nemen. Hoe je het wendt of keert, dit is toch een soort experiment met kinderen. Onderwijs moet goed en veilig zijn, en daar maak ik me in dit geval echt zorgen over."

Maatschappelijke cohesie

Onderwijssocioloog Thijs Bol maakt zich over de kwaliteit van het particuliere onderwijs niet perse zorgen, hij ziet wel andere problemen. "De toename van particuliere scholen hoeft voor de onderwijskwaliteit nog niet eens een probleem te zijn, vaak is die wel in orde."

"Het gevaar is hier wel dat als ieder clubje straks zijn eigen school gaat oprichten, kinderen straks niet meer in aanraking komen met andere denkbeelden", legt hij uit. "En dat kan echt schadelijk zijn voor de maatschappelijke cohesie."

Thijs Bol
Bron: EenVandaag
Onderwijssocioloog Thijs Bol

'Enigszins egoïstisch'

Daarnaast noemt de D66'er dit soort particuliere scholen 'elitair' en leiden ze tot een grotere kansenongelijkheid in het onderwijs. "Er worden hoge kosten bij ouders in rekening gebracht, terwijl we niet voor niets in Nederland een onderwijssysteem hebben dat voor elke leerling gratis toegankelijk is. Dat is hier duidelijk niet het geval. Het zet op die manier mensen ook een beetje tegen elkaar op en vergroot de kansenongelijkheid."

Volgens Bol is dit het meest problematische aspect aan de toename van staatsvrije scholen. "Ik vind het enigszins egoïstisch om scholen op te richten waar één docent op tien à vijftien kinderen staat. We hebben simpelweg niet genoeg leerkrachten om dat als samenleving te faciliteren. Dus misschien is het voor die kinderen wel fijn, maar voor het collectief is het heel schadelijk. Het lerarentekort wordt alleen maar groter hierdoor."

Hand in eigen boezem

Reden voor veel ouders om het heft in eigen handen te nemen zijn de overvolle klasse, de hoeveelheid toetsen en de kwaliteit van het reguliere onderwijs. Deze kritiek snapt van Meenen. "Ik snap heel goed dat ouders het beste voor hun kinderen willen."

"We moeten in eerste instantie dan ook de hand in eigen boezem steken", erkent hij. "D66 heeft veel gedaan om het onderwijs te verbeteren, maar het is zeker niet genoeg. Hier moeten we mee door gaan en dan hoop ik dat dit soort bewegingen eigenlijk overbodig wordt En dat die behoefte om een eigen school te beginnen afneemt."

D66: Inspectie moet scholen sneller kunnen sluiten

Staatsvrije scholen vallen net als publieke scholen onder het toezicht van de onderwijsinspectie. Toch vindt D66 dat de inspectie te weinig middelen heeft om in te grijpen als het fout gaat op dit soort particuliere scholen.

"Als het niet goed is op zo'n school, heeft de inspectie te weinig middelen om in kunnen grijpen. Dat hebben ze in het publieke onderwijs wel, daar kan de subsidie worden ingehouden, maar dat kan hier niet. Ik vind wel, wat niet goed is, dat moet dicht. Dat geldt ook voor dit soort scholen."

Paul van Meenen: "Wat niet goed is, dat moet dicht"

Meer bevoegdheid om scholen te sluiten

Van Meenen komt binnenkort met een voorstel om het toezicht op particuliere scholen aan te scherpen. "Ik wil dat er veel strenger toezicht komt op de kwaliteit en veiligheid van het onderwijs en de inspectie moet ruimere bevoegdheden krijgen om deze particuliere scholen sneller te kunnen sluiten."

"Nu kan het vaak jaren duren voordat zo'n school de deuren moeten sluiten", besluit hij. "Dan is het kwaad al lang geschied."

Bekijk hier de tv-reportage over dit onderwerp.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

'Overgebleven' stroom van trams en metro's ergens anders gebruiken om elektriciteitsnet te ontlasten? 'Deel van oplossing'

'Overgebleven' stroom van trams en metro's ergens anders gebruiken om elektriciteitsnet te ontlasten? 'Deel van oplossing'
Een metro-toestel van vervoersbedrijf RET
Bron: ANP

Om het overvolle stroomnetwerk te ontlasten, wordt gezocht naar creatieve oplossingen. Minister Sophie Hermans en staatssecretaris Chris Jansen sluiten vandaag een 'netcongestiedeal' met de ov-sector om netcongestie tegen te gaan.

Elektrische auto's, zonnepanelen, warmtepompen: ons stroomnetwerk is overvol. Netcongestie wordt dat genoemd.

File op het net

"We kunnen spreken van file op het elektriciteitsnet", zegt energieanalist Sanne de Boer van de Rabobank. "Vergelijk het met de de snelweg. Als iedereen tegelijk wil invoegen, dan kan dat niet."

"Hetzelfde gebeurt op het stroomnet. De afgelopen jaren heeft iedereen meer elektriciteit verbruikt, en vaker op hetzelfde moment. Dat past niet."

Deal met de ov-sector

Om deze zogenoemde netcongestie te bestrijden, is de komende 15 jaar een investering van 195 miljard euro nodig, volgens het Rijk. In de tussentijd wordt er gezocht naar creatieve oplossingen.

Minister Sophie Hermans van Klimaat en Groene Groei en staatssecretaris Chris Jansen van Openbaar Vervoer en Milieu sluiten daarom vandaag een 'netcongestiedeal' met de openbaar vervoerssector. Het idee is dat het openbaar vervoer gaat helpen om de druk op het elektriciteitsnet te verminderen.

Bekijk ook

Efficiënter gebruikmaken van infrastructuur

"Op deze manier kunnen we efficiënter gebruikmaken van de infrastructuur die er al is", legt De Boer uit. "Openbare vervoersbedrijven maken gebruik van hun eigen elektriciteitsnetten. Op sommige momenten zijn die kabels hard nodig, bijvoorbeeld in de ochtend- en avondspits", legt ze uit.

"Maar wanneer er minder openbaar vervoer rijdt, kunnen de kabels gebruikt worden om auto's of elektrische bussen op te laden. Hier hoef je dus geen extra kabels voor in de grond te leggen."

Idee op een bierviltje

Het Rotterdamse ov-bedrijf RET is al volop bezig met duurzaam gebruik van energie. "Naast het delen van ons stroomnet, hebben we nu ook een batterij in de buurt van de Erasmusbrug geplaatst", vertelt technicus Leo Vliegenthart van de RET.

"5 jaar geleden heb ik het idee op een bierviltje geschreven. Het woord 'netcongestie' bestond toen nog niet eens."

Bekijk ook

Batterij die werkt als powerbank

"Op het moment dat er een tram voorbij rijdt, en die remt, dan levert die tram energie terug aan de batterij. De batterij wordt op deze manier continu opgeladen en werkt kostenefficiënt", legt Vliegenthart uit. "De batterij fungeert als powerbank."

De opgeslagen stroom kan weer gebruikt worden om andere voertuigen op te laden. "Op deze manier proberen wij de 'file' op het stroomnet te omzeilen en dragen wij 20 tot 25 procent bij aan de laadsector van Rotterdam."

Alleen geschikt voor kleine hoeveelheden

Maar ondanks de voordelen van zo'n batterij blijft energieanalist De Boer sceptisch. "Batterijen zijn zeker functioneel", zegt ze. "Maar ze nemen ook veel ruimte in."

"Bovendien zijn batterijen alleen geschikt om kleine hoeveelheden energie voor korte tijd op te slaan", vervolgt ze. "Helaas kunnen we de overtollige zonnestroom van de zomer niet bewaren tot aan de winter."

Bekijk ook

Klein deel van de oplossing

Volgens De Boer is het getekende convenant tussen het Rijk en de ov-sector niet de hele oplossing voor netcongestie. "We moeten niet verwachten dat we hierdoor uit de problemen zijn. Het is ook nodig om de netten te verzwaren, maar dit kost veel tijd en geld."

"Slimmer gebruikmaken van de infrastructuur die we hebben, is een 'no-brainer'. Maar het blijft een klein deel van de oplossing."

'Overgebleven' stroom van trams en metro's ergens anders gebruiken om elektriciteitsnet te ontlasten? 'Deel van oplossing'

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Waarom het zo uitzonderlijk is dat Marjolein Faber als minister weigert handtekening te zetten voor koninklijke onderscheiding

Waarom het zo uitzonderlijk is dat Marjolein Faber als minister weigert handtekening te zetten voor koninklijke onderscheiding
Ter illustratie: een koninklijke onderscheiding
Bron: ANP

Asielminister Faber wil geen handtekening zetten onder koninklijke onderscheidingen voor vijf oud-COA-medewerkers, werd gisteren bekend. Kan dat zomaar? Historicus Kemal Rijken zet de feiten over onderscheidingen voor ons op een rij.

Rijken noemt het 'zeer uitzonderlijk' dat de minister de voordracht voor een koninklijke onderscheiding niet wil ondertekenen. "We hebben dit in de parlementaire geschiedenis in de laatste 80 jaar niet gezien." Hij beantwoordt vier vragen over wat er komt kijken bij het krijgen van een koninklijke onderscheiding en deze situatie.

1. Hoe gaat het toekennen van onderscheidingen in zijn werk?

Voordat de minister een handtekening moet zetten, is daar al een heel proces aan voorafgegaan, weet Rijken. "Een voorbeeld: iemand heeft 40 jaar lang vrijwillig voor de tennisvereniging gewerkt en de mensen op de tennisvereniging vinden dat deze persoon een lintje verdient. Dan gaan die mensen in eerste instantie brieven schrijven over die persoon", vertelt de historicus.

"Die aanbevelingsbrieven worden gestuurd naar de desbetreffende gemeente waar die persoon woont, en die worden allemaal gecontroleerd." Vervolgens maakt de burgemeester de beslissing of iemand in aanmerking komt. "Dan tekent de Commissaris van de Koning en daarna de Kanselarij der Nederlandse Orden." Die beheert de registers van onderscheiden personen en regelt de lintjes.

"En daarna pas gaat het naar het ministerie en de bewindspersoon. Die tekent dan ook. In de meeste gevallen. Vervolgens zet de koning nog zijn handtekening." Nadat de koning de onderscheiding heeft getekend, kan het lintje door de burgemeester worden uitgereikt.

info

Premier Schoof en minister Uitermark willen tekenen voor lintjes vrijwilligers

Maandagmiddag werd bekend dat premier Dick Schoof en minister Judith Uitermark van Binnenlandse Zaken wel bereid zijn om te tekenen voor de lintjes die de vijf vrijwilligers in de vluchtelingensector zouden krijgen.

2. Waarom is hier een minister voor nodig?

"In principe is de minister altijd verantwoordelijk en dat heeft te maken met de ministeriële verantwoordelijkheid", vertelt Rijken.

Hij legt uit: "De koning is niet verantwoordelijk voor zijn inhoudelijke daden. Dat zijn de ministers volgens de Grondwet. In dit geval, als de koning tekent, dan betekent dat dat er een minister of een staatssecretaris ook al moet hebben getekend."

"Dus als de koning uiteindelijk een handtekening moet zetten op de koninklijke onderscheiding dan moet dat gedekt zijn, zoals dat heet, door een minister of een staatssecretaris. En daarom is die handtekening nodig."

3. Waarom is het zo uitzonderlijk dat minister Faber weigert?

"De minister mag het doen, maar het is wel uitzonderlijk", vertelt Rijken. "Wat de minister in principe heeft gedaan, is een pure politieke daad. Gewoon om een frame neer te zetten: 'Ik ben tegen deze medewerkers en ik ben tegen asielzoekers en het is mijn beleid niet.'" Ze zet het weigeren dus in om te communiceren waar ze tegen is, volgens de historicus.

En dat is nog niet eerder op deze manier gebeurd, weet Rijken. "Er zijn geen gevallen bekend waarbij de minister zo nadrukkelijk naar buiten trad en zei: 'Ik teken niet omdat het niet mijn politiek is.' En dat komt ook omdat de lintjes zijn staatsonderscheidingen neutraal zijn."

"Die worden gegeven aan mensen die zich meestal decennia lang, vaak vrijwillig, hebben ingezet voor andere mensen. Het is in Nederland dus zo dat de regering en politici niet bepalen wie wel of geen lintje krijgt. Het komt vanuit de samenleving. En dat gegeven wordt dan beloond namens de Staat", legt Rijken uit. "Een koninklijke onderscheiding is dus neutraal en is daardoor ook geen politieke beslissing."

Bekijk ook

4. Wat betekent het volgens jou dat Faber weigert?

Hierdoor kan een precedent ontstaan, vertelt Rijken. "Het risico dat je nu krijgt, is dat er in de toekomst kabinetten zullen zijn en ministers zullen zijn die zeggen: 'Dit is in het verleden zo gegaan met mevrouw Faber, en deze persoon bevalt mij niet, dus ik ga daarvoor liggen en ik teken niet.' Dat kan nooit de bedoeling zijn van een neutrale staatsonderscheiding, die de koninklijke onderscheidingen toch zijn."

Betekent het dat deze mensen hun lintje niet krijgen? "Nee", zegt Rijken. "Het is namelijk zo dat een andere bewindspersonen ook kan tekenen. Dat zal gewoon ook gebeuren en deze vijf mensen krijgen gewoon een lintje."

Waarom het zo uitzonderlijk is dat Marjolein Faber als minister weigert handtekening te zetten voor koninklijke onderscheiding

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant