Het is 10 jaar geleden dat Tristan van der Vlis een bloedbad aanrichtte in winkelcentrum de Ridderhof in Alphen aan den Rijn. Veel slachtoffers strijden nog altijd om een schadevergoeding. "Het staat er niet goed voor, 10 jaar na Alphen."

"Voor het schietincident was ik iemand anders. Dat gevoel wat ik nu met me meedraag is niet te begrijpen", zegt Ton Sluijs. Hij was er ook bij, die zaterdag 9 april 2011 toen Van der Vlis zes mensen doodschoot, er zestien verwondde en zichzelf het leven benam.

'Je hoorde hem continu schieten'

Het was druk in winkelcentrum De Ridderhof, waar Sluijs net na de middag z'n boodschappen deed. "Op een gegeven moment hoorden we schoten", vertelt Sluijs. "Toen dachten we eigenlijk eerst nog aan een jarig kind met een klappertjespistool of zo. Maar op een gegeven moment wordt het luider en luider en dan breekt de paniek uit." Hij zag in zijn ooghoek links iets aan komen lopen. "Toen keek ik omhoog en kwam er dus een jongen aanlopen met een camouflagebroek aan. Op zo'n 5 meter afstand liep hij me voorbij."

"Het leek of hij een spelletje speelde. Er waren zoveel schoten. Hij was zo dichtbij." Sluijs vluchtte. "Een winkel in, 112 gebeld als eerste en toen liep hij verder. Hij liet zijn magazijn vallen, deed er een andere in. Toen kreeg ik 112 aan de lijn", vertelt hij. "Je hoorde hem continu schieten". Dat hij het nog navertellen kan, noemt Sluijs 'eigenlijk onbegrijpelijk'. "Ik heb echt een engeltje op mijn schouder gehad."

info

7 doden, 16 gewonden

De 24-jarige Tristan van der Vlis stapte rond het middaguur zijn auto uit op de parkeerplaats van het Alphense winkelcentrum De Ridderhof. Hij droeg een camouflagebroek, een kogelwerend vest en was gewapend. Zijn eerste slachtoffer maakte hij op de parkeerplaats, een uit Syrië gevluchte man stierf ter plekke.

In het winkelcentrum schoot Van der Vlis vervolgens om zich heen. Drie vrouwen en twee mannen kwamen binnen om. Een aantal van zijn slachtoffers was hoogbejaard, ze konden niet vluchten. Die middag overleden er 7 mensen, inclusief de schutter zelf. 16 mensen raakten gewond. Vanwege de coronamaatregelen zal er dit jaar geen grote herdenking plaatsvinden.

Politie aansprakelijk

Kort na het drama wordt bekend dat de schutter grote psychische problemen had, maar desondanks wel een wapenvergunning had. Slachtoffers en nabestaanden van de schietpartij startten een lange gerechtelijke procedure.

In 2019 oordeelt de Hoge Raad uiteindelijk dat de politie aansprakelijk is voor de schade die ontstaan is bij de schietpartij. De politie had Van der Vlis nooit een vergunning mogen verlenen.

Lees ook

'Mensen kijken je aan van: er is toch niets? Je leeft!'

Ton Sluijs is na de schietpartij nooit meer de oude geworden. "Je draagt het met je mee. Je staat ermee op en je gaat ermee naar bed." Hij stond doodsangsten uit die bewuste middag, hij zag de lichamen van de slachtoffers, de gewonden.

"Ik ben psychisch geraakt en dat zal tot mijn dood zo blijven. Ik neem het mee mijn kist in straks", vertelt hij. Lang niet iedereen begrijpt dat, zegt Sluijs. "Nu kijken de mensen je aan met een blik van: er is toch niets? Je leeft toch nog! Leg het een keer naast je neer, zeur niet. Maar ze zien niet dat mijn hoofd beschadigd is. Voor het leven."

Bekijk hier de tv-reportage over dit onderwerp.

Voor de helft afgekeurd

Sluijs kampt met psychische problemen, depressies en vermoeidheidsklachten. "Ik timmerde graag, ik zou heel graag weer willen gaan timmeren. Maar na een paar dagen ben ik psychisch moe. Ik kan mijn kop er niet bijhouden."

Een volledige baan is voor hem niet meer mogelijk. Hij is voor de helft afgekeurd en oefent een ander vak uit dan waar hij voor opgeleid is. "Als je je been breekt snapt iedereen het omdat je in het gips zit, maar bij ons ziet niemand het", vertelt hij.

'Hoeveel moet ik nog bewijzen?'

Een stichting wikkelt nu de schade van alle slachtoffers af. Maar Sluijs komt er met hen niet uit. De experts zeggen dat hij al voor de schietpartij klachten had en bieden hem een te lage schadevergoeding.

"Ze zeggen: 'Je bent langer psychisch ziek geweest'. Maar hoeveel meer moet ik nog bewijzen? Ik was er die dag, heb alles meegemaakt. Er zijn papieren die dat bewijzen", vertelt Sluijs.

'Het staat er niet goed voor, 10 jaar na Alphen'

Jurist Orlando Kadir is al vanaf 2011 betrokken bij de zaak. "Je zou denken dat er een einde is gekomen aan alle ellende, maar na het arrest van de Hoge Raad hebben we gemerkt dat de verzekeraar elk dossier doorspit", zegt hij. "Er wordt moeilijk gedaan over werkelijk alles, in plaats van zaken humaan af te handelen. Het staat er niet goed voor, 10 jaar na Alphen."

Volgens Kadir is er eenzijdig een fonds opgericht, 'alsof dat de goedheid is van de politie'. "Dat fonds komt 9 jaar te laat, dat hadden ze al in 2012 op moeten richten", zegt hij. "Het kwam er pas nadat ze zijn veroordeeld en ze zouden deze mensen genoegdoening moeten geven." Kadir vervolgt: "Je moet de werkelijke schade vergoeden. Deze mensen zitten niet te wachten op een lot uit de loterij. Ze willen waar ze recht op hebben, zodat ze verder kunnen."

VSSA: afhandelen dossier is maatwerk

Derk-Jan van der Kolk is bestuurslid bij de VSSA, de stichting die de schade van de slachtoffers afwikkelt. Dat is maatwerk, zegt Van der Kolk. "Iedere zaak, elke persoon moet apart bekeken worden. De mensen moeten hun eigen informatie meenemen."

Het gaat volgens de Nederlandse rechtsregels. "Stel dat zo iemand psychische schade heeft. Dan zijn daar door de Hoge Raad juridische regels aan vastgeknoopt waar je aan moet voldoen. Zolang wij die informatie niet krijgen kunnen wij niet iets toekennen, laat staan ruimhartig toekennen."

60 à 70 dossiers

Tot dusver heeft de VSSA 63 dossiers in behandeling, 19 daarvan zijn afgehandeld. "De twintigste is ook bijna klaar. Daarvan zijn er twee waar gedupeerden ernstig gewond zijn geraakt door kogels", vertelt Van der Kolk. "Daar zitten bedragen in van 150.000 tot 200.000 euro."

Het kan volgens hem niet sneller, als een dossier niet bij hen aangemeld wordt. "En dat zijn er naar verluid nog steeds zo'n 60 à 70", zegt hij. "We roepen iedereen daarom op om zich te melden."

Geen erkenning

Voor Sluijs is erkenning heel belangrijk. "Al zouden ze een keer zeggen; we snappen je en we geven toe dat we fout zijn geweest, je krijgt een schadevergoeding en smartengeld. Dan kan ik het afsluiten", zegt Sluijs.

"Dan snappen ze je eindelijk. Ik kan het niet afsluiten. Je blijft ermee vechten, je blijft ermee bezig", zegt hij. Om het geld gaat het hem niet. "Je hebt gewoon het gevoel dat je de erkenning niet krijgt. Mijn leven is verwoest."

Lees ook

Hoop niet verloren

Sluijs heeft het gevoel dat er een spelletje wordt gespeeld. "Ze weten dat ze verloren hebben", zegt hij doelend op de rechtszaak. "Waarom moet het zo moeilijk gaan? Ze weten toch dat heel veel mensen eraan onderdoor gaan?"

De hoop heeft hij nog niet verloren. "Misschien krijg ik ooit dat geld nog. Dan kan ik iets leuks gaan doen met mijn vrouw om het te vergeten. Maar vergeten zal ik het nooit meer. Dit blijft altijd bij me. Ik ken er meerdere die er elke dag mee lopen. We zijn allemaal voor het leven getekend."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.