Scholen hebben dit schooljaar extra budget gekregen om de achterstanden in te halen die zijn opgelopen tijdens de lockdowns. Maar het lukt nu al amper de reguliere lessen te geven, laat staan te werken aan achterstanden. Meer docenten zou al helpen.
Het is telkens weer spannend, vanaf het moment dat Christine van Mullem wakker wordt. Ze is directeur van basisschool De Borgwal in Bemmel en zij wordt gebeld als leerkrachten ziek zijn of in quarantaine moeten. "Het is elke ochtend weer afwachten of ik een invaller moet regelen."
Klassen naar huis
"Meestal red ik het om de lessen door te laten gaan, maar soms betekent dat dat ik zelf voor de klas moet staan."
En dat doet ze liever, dan dat ze een klas naar huis moet sturen. "Leerlingen hebben al zoveel thuis gezeten de afgelopen tijd, het is belangrijk dat ze naar school kunnen."
8,5 miljard beschikbaar
Omdat leerlingen vanaf het begin van de coronacrisis tijdens lockdowns thuis hebben gezeten, is er geld beschikbaar om eventueel opgelopen achterstanden in te halen. Met het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) is er totaal is er 8,5 miljard euro beschikbaar om 'leervertraging in te halen en het onderwijs te verbeteren'.
Hoe scholen dit bedrag van 700 euro per leerling uitgeven, mogen ze zelf bepalen. Veel scholen hebben ervoor gekozen om extra docenten aan te nemen, zodat er meer ruimte is voor individuele begeleiding.
Bekijk ook
Sportdocent aangenomen
Maar vanwege het hoge aantal besmettingen is het voor veel scholen weer alle zeilen bijzetten. "Van het NPO-geld hebben we een sportdocent aangesteld voor 30 uur in de week en een extra docent die kleine groepjes leerlingen extra les kan geven", legt Van Mullem uit. "Het viel ons echt op dat kinderen anders bewogen, dat ze in die periode van een lockdown veel thuis hebben gezeten."
"We hebben extra docenten de school binnen gekregen, maar er zijn ook geen invallers meer", vervolgt ze. "Dus als er iemand ziek is of in quarantaine zit, is het wel mijn eerste keuze om de docent die we binnen hebben gehaald, met extra geld voor de klas te zetten. Anders moet er een hele klas naar huis en dat is het laatste wat je wil."
Bekijk ook
Nieuwe leerprogramma's
Ook op de Lelyschool in Hilversum hebben ze met het geld van het NPO ingezet op extra docenten. "Dat hebben we vooral gezet op mensen. We hebben extra docenten en onderwijsassistenten gezocht en dat is gelukt."
"Maar ze hebben er ook nieuwe leerprogramma's van gekocht. Zoals spelletjes die kinderen makkelijker thuis kunnen doen", legt directeur Jeldau Veenstra uit.
Ritme kwijt
Veenstra praat liever niet over achterstand, maar zegt dat 'haar leerlingen op een ander leerniveau zitten'. "Bijvoorbeeld bij de kleuters. Wij hebben veel leerlingen die nog geen Nederlands praten als ze hier op school komen."
"En dat leer je niet door thuisonderwijs. Ze moeten hier zijn en met elkaar spelen. Dus daar zijn we het ritme een beetje kwijt. Als we het ritme hebben gaan we als een trein, maar zijn we er niet, dan zijn we een stoptrein waar nog hele grote uitdagingen liggen."
Invalpoules zijn leeg
Maar ook bij haar komen die extra docenten niet altijd toe aan aan het werk waarvoor ze zijn aangenomen. "De invalpoules zijn leeg, als er een docent ziek is bel je nog heel hoopvol naar de poule maar je weet eigenlijk al dat het niet gaat lukken. En dan moet je het intern oplossen."
"Dus dan app je weer aan alle collega's wie er wat extra kan werken of schuiven", vervolgt ze. "En dat betekent heel vaak dat die extra docent die aan de achterstanden zou werken voor de groep gaat."
'Menukaart' van het ministerie
Voor het schooljaar heeft Veenstra een plan bedacht om de achterstanden weg te werken aan de hand van een 'menukaart'. Op die kaart van het ministerie staan verschillende interventies waar je voor kan kiezen om NPO-geld aan uit te geven.
"Wij hebben een heel mooi 9 gangenmenu samengesteld, maar in de praktijk komen we daar nu helemaal niet aan toe. Je bent zo bezig om die basis op orde te krijgen dat je helemaal niet iets extra kan doen."
Bekijk ook
Termijn verlengen tot 4 jaar of langer
Het extra budget is voor 2 jaar, maar uit een peiling onder 1000 schooldirecteuren van de Algemene Vereniging Schoolleiders blijkt dat 92 procent van de scholen wil dat die termijn wordt verlengd tot 4 jaar of langer.
Op 37 procent van de scholen lukt het niet om het benodigde personeel te vinden voor het Nationaal Programma Onderwijs na Corona.
Meer docenten als oplossing
Jeldau ziet geen problemen om het geld dat ze krijgt, uit te geven. "Dat komt wel op. Maar achterstanden wegwerken, dat lukt nu niet. De oplossing is meer docenten, maar die zijn er gewoon niet."
Zij hoop ook dat de termijn wordt verlengd. "De leerlingen zitten 8 jaar op school, laten we ook de rust nemen om die tijd te nemen."
Ministerie: 'Loop de vertragingen zo snel mogelijk in'
Een woordvoeder van minister Slob laten weten: "Het Nationaal Programma Onderwijs is bedoeld om te zorgen dat leerlingen snel hun leervertragingen inlopen, nu ze nog op school zitten, zodat ze het niet met zich mee blijven dragen. Daarom hebben we gezegd: loop de vertragingen zo snel mogelijk in."
"We snappen dat scholen het hier zwaar mee hebben, omdat ze ook alle zeilen moeten bijzetten vanwege corona en te maken hebben met een tekort aan leraren." In het voorjaar wordt besloten of ze meer tijd voor het NPO uit moeten trekken.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.