Doe landelijk onderzoek naar spermabanken, die oproep doen betrokkenen na opnieuw een sjoemelzaak rond zaaddonoren. Maar hoe voer je dat uit? Het wordt in ieder geval 'een hele klus', zegt voorzitter Ties van der Meer van Stichting Donorkind.
Stichting Donorkind komt op voor de belangen van donorkinderen en pleit al jaren voor een nationaal onderzoek naar het reilen en zeilen van alle spermabanken in Nederland. Maar de organisatie weet ook uit ervaring hoe lastig zo'n onderzoek is uit te voeren.
Archieven zijn een rommeltje
De laatste jaren zijn meerdere misstanden rond zaaddonoren naar buiten gekomen. Zo werd vandaag duidelijk dat de administratie van een voormalige spermabank in Leiden een rommeltje is. Dat kwam aan het licht toen het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) onlangs het archief van zijn donorbank doorzocht.
Van zeker tachtig kinderen is niet meer te achterhalen wie hun donorvader is omdat de registratie ontbreekt. Ook hebben negen zaaddonoren meer biologische kinderen dan het maximaal toegestane aantal van 25. Met het zaad van één donor zijn zelfs zo'n 90 kinderen verwekt.
Bekijk ook
Eerdere incidenten
Vorige week kwam nog naar buiten dat een laboratoriummedewerker in een vruchtbaarheidskliniek in Leiderdorp tussen 1979 en 1985 zijn eigen sperma gebruikte, waaruit minstens 11 donorkinderen zijn geboren. De man stond niet als donor geregistreerd en registreerde zijn zaad op de naam van iemand anders.
Bovendien bleek hij een erfelijk overdraagbare aandoening te hebben, die zijn biologische kinderen mogelijk ook hebben. Volgens het LUMC staat die zaak los van de nu ontdekte administratiefouten bij de voormalige spermabank in Leiden.
'Meer nodig dan alleen archiefonderzoek'
Wel laten deze zaken zien dat het op verschillende plekken fout gaat. Na het zoveelste incident rond een spermabank zegt het LUMC dat een grootschalig landelijk onderzoek nodig is. Stichting Donorkind staat achter die oproep.
Voorzitter Van der Meer heeft al een duidelijk beeld van hoe dat onderzoek eruit moet komen zien: "Als er iets duidelijk is geworden de afgelopen tijd is het dat archiefonderzoek niet voldoende is. Allerlei archieven zijn totaal onbetrouwbaar gebleken, er zal echt veldwerk moeten worden gedaan."
Bekijk ook
DNA-onderzoek bij donorkinderen
Met veldwerk bedoelt Van der Meer dat er DNA-onderzoek moet worden gedaan bij donorkinderen. Maar dat is niet zo eenvoudig, legt hij uit: "Het werd namelijk decennialang geadviseerd om kinderen niet te vertellen dat ze een donorkind zijn."
In 2004 werd het verboden om anoniem zaad te doneren. Sindsdien worden gegevens van zaaddonoren landelijk geregistreerd en mogen donorkinderen opvragen wie hun biologische vader is. Toch verwacht Van der Meer dat ook na dat jaartal bij verschillende spermabanken dossiers en archieven niet goed zijn bijgehouden.
'Een helse klus'
Er lopen volgens hem nog 'heel veel mensen rond' die niet weten dat ze een donorkind zijn. Hun ouders zullen eerst met hun kinderen in gesprek moeten om de waarheid te vertellen. Daarna zullen de donorkinderen moeten worden overtuigd om mee te doen aan een DNA-test, zegt hij.
Dat is 'een helse klus', zegt de voorzitter van Stichting Donorkind. Daarin wil de organisatie graag zelf ook een rol spelen: "In veel gevallen is er veel begeleiding nodig om dit soort gezinnen te helpen om het onderwerp bespreekbaar te maken. Dat doen wij al jaren. Vervolgens gaat er ook veel werk zitten in het vindbaar maken en vergelijken van DNA-profielen."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.