De politie moet standaard onderzoek doen naar de smartphone van de bestuurder na een ernstig verkeersongeluk. Dat gebeurt nu niet, terwijl dit wel zou wel moeten. Dat stellen advocaten van nabestaanden van verkeersslachtoffers en deskundigen op het gebied van verkeersrecht.De politie controleert wel standaard op het gebruik van alcohol, drugs en medicijnen na ongelukken met ernstig letsel.

EenVandaag reconstrueert het fatale ongeluk waarbij Yannick Frijns (21) om het leven komt, op Texel in het voorjaar van 2016. Uit politieonderzoek blijkt dat de vrouw die haar aanreed, honderden app’jes per dag verstuurt en ontvangt. Oók vlak voor het dodelijke ongeval. Maar aantonen dat ze precies tijdens het ongeluk bezig was met haar telefoon blijkt moeilijk. Het is de inzet van de strafzaak tegen de bestuurster, Pamela H. 

Het OM eiste een celstraf van 6 maanden en een rij-ontzegging van 2 jaar tegen H. Ze reed op een kaarsrechte weg de 21-jarige aan die daar samen met een collega terugfietste vanuit haar werk. H. zou de twee vrouwen niet hebben gezien. Vandaag gaat de rechtbank in Alkmaar verder met de strafzaak tegen Pamela H. In augustus besloot de rechtbank de zaak aan te houden, om beter onderzoek te doen naar exacte toedracht van het ongeluk. 

Yannick Frijns

97 seconden 

Het Openbaar Ministerie is ervan overtuigd dat Pamela H. zat te appen en daardoor Yannick aanreed. De vrouw zelf ontkent en zegt nooit te appen tijdens het rijden. Door onderzoek van de telefoon van Pamela H. staat vast dat ze vlak voor het ongeval, om 21:21:04 een whatsapp heeft gestuurd met de tekst ‘Nee’. Om 21:22:41 belt H. naar 112. In de 97 seconden tussen deze twee tijdstippen heeft het ongeval plaatsgevonden. 

De bestuurster zegt dat ze hoorde dat ze een appje kreeg en is gestopt bij een soort oprit, bij boerderij De Halm. Al stilstaand zou ze die gelezen hebben en het laatste appje ‘nee’ hebben gestuurd. Vervolgens heeft ze haar weg hervat. De fietsers heeft ze niet gezien of eerder gepasseerd. Ook de collega die naast Yannick fietste zegt dat zij de auto niet heeft zien staan bij de Halm. De rechter concludeerde in augustus dat het onderzoek dat gedaan is ‘niet volledig is geweest en dient te worden heropend’.

“Wat met Yannick is gebeurd, mag niet meer plaatsvinden"

De ouders van Yannick vinden het onverteerbaar dat niet duidelijk wordt hoe het ongeluk heeft kunnen gebeuren. “Op basis van haar app-gedrag en het feit dat het ongeval heeft plaatsgevonden zonder dat zij geremd heeft, daardoor denken wij dat zij afgeleid was. Hoogstwaarschijnlijk door haar smartphone. Maar zij ontkent dat,” zeggen haar ouders. 

Wat betreft de ouders had het ongeluk voorkomen kunnen worden als H. beter op de weg had gelet: “De auto is geen plek om een smartphone te gebruiken. Eén tel kan fataal zijn. Het is de hel op aarde voor ons en de veroorzaakster, dat had niet gehoeven.” 

De ouders van Yannick hebben een missie: wat met Yannick is gebeurd mag niet meer plaatsvinden. “Wij vinden dat er veel meer moet worden gecontroleerd en strikter worden gehandhaafd,” zeggen ze. Ook vinden de ouders dat het gebruik van de mobiele telefoon achter het stuur hetzelfde bestraft moet worden als alcohol en drugs.

'Een kwart verkeersdoden door smartphone'

De straffen moeten wat haar betreft omhoog, ook vanwege de preventieve werking ervan. Er hoort een onvoorwaardelijke celstraf bij, vindt de advocaat die de familie bijstaat. Hanneke Comans-Diesfeldt: “Ik zie de auto als potentieel dodelijk wapen. Veel mensen zien dat niet zo. Het is een gebruiksvoorwerp, maar óók een wapen als je risico’s neemt”. 

Een kwart van de verkeersdoden zou inmiddels veroorzaakt worden door de smartphone. Maar een eenduidige conclusie is daarover niet te trekken omdat dit niet standaard wordt geregistreerd. De familie zou dat graag zien veranderen. En ook de advocaat ziet deze noodzaak.

Er wordt niet altijd onderzoek gedaan, zegt Comans-Diesfeldt. “Neem standaard na een ongeluk de mobiel in beslag. Dat is technisch mogelijk,” zegt Comans-Diesfeldt. Onderzoek van de mobiele telefoon is volgens de advocaat ‘het stiefkindje’ van de politie. 

Maak onderzoek mobiele telefoon standaard bij ongeval

De mobiele telefoon in het verkeer is relatief nieuw terrein in de rechtspraak. Je moet iemand bijna heterdaad betrappen om aan te tonen dat hij tijdens een ongeluk bezig was met z’n telefoon, stelt bijzonder hoogleraar Joep Simmelink van de universiteit van Maastricht. Hij is gespecialiseerd in verkeersrecht en advocaat-generaal bij het Hof in Leeuwarden. 

Op het moment wordt niet altijd onderzoek gedaan naar een eventuele rol van de mobiele telefoon bij een ongeluk. “Het zou verstandig zijn om dat te protocolleren, om vast te leggen dat het standaard gebeurt als er onduidelijk is wat de toedracht is”, zegt Simmelink. Maar wat de politie wel en niet ter plekke mag zien, is op het moment onderdeel van discussie. Oppervlakkig onderzoek is nu toegestaan, voor inhoudelijk onderzoek moet toestemming worden gegeven. 
 

Reactie Nationale Politie


In een reactie op de berichtgeving van EenVandaag zegt de politie dat er veel aandacht is voor de rol van de mobiele telefoon bij een ongeval. “Er wordt een vragenlijst afgewerkt, waarbij behalve vragen worden gesteld over verdovende middelen ook het gebruik van de smartphone aan de orde komt”, zegt een woordvoerder. 

Aan de betrokkene kan gevraagd worden of er in de telefoon gekeken mag worden voor eenvoudig onderzoek. “Maar dat mag geweigerd worden”, aldus de politie, “voor uitvoerig onderzoek heb je toestemming nodig van een officier van justitie.” Er moet dan aanleiding zijn om te verwachten dat er sprake is geweest van afleiding.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.