Waarom wordt mensenhandel niet beter aangepakt, en wat maakt dat zo moeilijk? Die vraag kregen we in de chat van EenVandaag. We zochten het uit.
In het kort: dit maakt het moeilijk om mensenhandel aan te pakken
- Weinig aangiftes: Slachtoffers zijn vaak bang of herkennen hun situatie niet als mensenhandel.
- Internationale component: Verplaatsing tussen landen maakt opsporing en bewijsvoering lastig.
- Veel betrokken partijen: Mensenhandel kent diverse vormen, zoals seksuele, criminele en arbeidsuitbuiting, waardoor veel mensen moeten samenwerken.
- Lastige opvang: Geschikte opvangplekken zijn moeilijk te vinden door verschillende regionale regelingen.
- Hoge bewijslast: Dwang en uitbuiting zijn juridisch lastig te bewijzen.
- Nieuwe online methoden: Daders gebruiken nieuwe online methoden om slachtoffers uit te buiten.
Mensenhandel is het misbruik van iemand door diegene te dwingen iets te doen en daar zelf voordeel uit te halen, legt senior adviseur Kim Brouwers van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel uit. Dit onafhankelijke instituut onderzoekt mensenhandel en adviseert de regering over de aanpak hiervan.
'Verandert mee met maatschappij'
In de wet is mensenhandel een complex en lang wetsartikel met diverse vormen, zoals seksuele-, criminele- en arbeidsuitbuiting. Hoe deze vormen er in de praktijk uitzien, verandert deels mee met maatschappelijke ontwikkelingen. Zo zijn er de laatste jaren vaker gevallen van criminele uitbuiting waarbij jongeren worden ingezet voor criminele activiteiten, zoals het uithalen van drugs of het plaatsen van explosieven. Dat blijkt uit de Monitor Mensenhandel 2019-2023 van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel.
"Het is niet gemakkelijk om mensenhandel effectief aan te pakken. De uitdagingen zitten op verschillende momenten in het proces, van signalering tot opsporing en hulpverlening", vertelt Brouwers.
'Slachtoffers weten niet dat ze slachtoffer zijn'
Mensenhandel is allereerst lastig te signaleren, omdat slachtoffers vaak geen aangifte doen. Ze worden geïntimideerd, bedreigd of zijn bang voor de gevolgen van een stap naar de politie. Daarnaast beseffen sommige mensen zelf niet dat ze slachtoffer zijn, en geven ze zichzelf de schuld, legt de adviseur van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel uit.
"Daarom is het belangrijk dat opsporingsdiensten en andere professionals die met mogelijke slachtoffers in aanraking komen, bijvoorbeeld in de zorg, alert zijn op signalen van mogelijke mensenhandel en ernaar kunnen handelen."
Kwetsbare positie
Slachtoffers bevinden zich vaak in een kwetsbare positie en hebben een klein sociaal netwerk. Het gaat bijvoorbeeld om beïnvloedbare jongeren die thuis weinig steun ervaren, mensen met financiële problemen of arbeidsmigranten die niet goed op de hoogte zijn van hun rechten.
"Bovendien kunnen mensen iets doen wat in eerste instantie vrijwillig is, maar waar ze na een tijdje niet meer achter staan. Dan zijn ze al afhankelijk van de situatie en is het moeilijk om eruit te komen", vervolgt ze.
Aantal meldingen ver onder geschatte aantal slachtoffers
Slachtoffers van mensenhandel kwamen in 2023 iets meer in beeld bij het Coörindatiecentrum tegen Mensenhandel (CoMensha) dan het jaar ervoor. Het aantal gemelde slachtoffers lag in 2023 op 868 en in het jaar ervoor op 814. Toch blijft het aantal meldingen ver onder het geschatte aantal slachtoffers van 5.000.
Uit de monitor blijkt ook dat het aantal aangiften van mensenhandel door slachtoffers tussen 2020 en 2023 met 34 procent afnam. Daarnaast blijft de strafrechtelijke aanpak van internationale seksuele uitbuiting en van arbeidsuitbuiting achter.
Buitenlandse sekswerkers
"Waar we een enorme toename in zien, is in mensenhandel van buitenlandse sekswerkers. Ik krijg echt buikpijn van de grote schaal waarop er misbruik wordt gemaakt van hun kwetsbaarheid", zegt landelijk officier van justitie Maarten Noordzij, die zich bezighoudt met het thema mensenhandel. "Het Openbaar Ministerie (OM) heeft het gezag over de opsporing door de politie en arbeidsinspectie en neemt daarna de vervolging op zich", licht hij de rol van het OM toe.
"Het gaat vaak om Zuid-Amerikaanse, Chinese en Oost-Europese vrouwen die uit een kansarme situatie komen. Ze spreken de taal niet, kennen hun rechten niet en zijn volledig afhankelijk van de pooiers voor wie ze werken", legt Noordzij uit.
'Verklaring zinloos'
"Wat dit extra lastig maakt, is dat er een internationale component aan zit", vervolgt hij. "Ze werken kort op één plek en verplaatsen zich daarna binnen Nederland of de Europese Unie (EU). Hoewel de Europese samenwerking goed verloopt, kost het gewoon meer tijd om bewijs te vinden en verdachten aan te houden dan wanneer je dat alleen in Nederland hoeft te doen."
"Vaak willen deze slachtoffers geen verklaring afleggen, bijvoorbeeld omdat ze bang zijn of denken dat het zinloos is in de korte tijd dat ze hier zijn", voegt hij toe.
Samenwerking kan effectiever
Als slachtoffers geen melding maken, moeten signalen van mensenhandel komen van de politie, arbeidsinspectie of mensen in de omgeving. Hoewel Nederland in internationaal onderzoek lof krijgt voor de samenwerking tussen verschillende partijen, kan die volgens de Nationaal Rapporteur Mensenhandel nog effectiever.
Er is op dit moment te weinig coördinatie tussen alle partijen die betrokken zijn, schrijft het instituut in een adviesbrief aan de minister van Justitie en Veiligheid. "Veel van de knelpunten in de aanpak van mensenhandel vinden hun oorsprong in onduidelijkheid over rollen en verantwoordelijkheden, gebrek aan strategische aansturing en heldere besluitvormingsprocedures en procesafspraken", motiveert de Nationaal Rapporteur haar verzoek om betere coördinatie.
Opvangplekken
"Het is belangrijk om slachtoffers direct uit hun situatie te halen en naar een veilige opvangplek te brengen, maar het opvangsysteem is complex", zegt Brouwers. De organisatie van de opvang verschilt per regio. Er bestaan plekken voor specifieke groepen slachtoffers, zoals slachtoffers van arbeidsuitbuiting, maar daarnaast zijn er ook meer algemene plekken, zoals maatschappelijke opvang en vrouwenopvang.
Voor hulpverleners is het soms een uitdaging: als iemand niet aan de eisen van een specifieke plek voldoet, blijven ze maar met slachtoffers heen en weer slepen. Bovendien is er geen overzicht van het aantal plekken dat gemeenten beschikbaar hebben. "Hulpverleners melden soms dat opvanglocaties vol zijn, maar precies weten we het daarom niet."
Aan veerkracht werken en je rechten leren kennen
In opvanglocaties krijgen slachtoffers ook hulp om hun ervaringen te verwerken en veerkracht op te bouwen. Zo moet ook voorkomen worden dat mensen opnieuw slachtoffer worden. "Er is bijvoorbeeld een speciaal programma voor jonge meiden die slachtoffer zijn geworden dat zich richt op het opbouwen van zelfvertrouwen. Welke keuzes heb ik gemaakt, welke gevolgen hadden die, welk gedrag leidde tot de situatie?" vertelt Brouwers.
"Je wil dat ze meer weerstand kunnen bieden aan mooie praatjes." In andere hulpprogramma's ligt de nadruk op het informeren over de rechten die je hier in Nederland hebt. "Veel arbeidsmigranten beseffen niet dat er een ondergrens is aan wat acceptabel is. Ze zien zichzelf daarom niet als slachtoffer, terwijl ze wel worden uitgebuit."
'Dwang en uitbuiting moeilijk te bewijzen'
De aanpak van mensenhandel wordt niet alleen bemoeilijkt door knelpunten in de signalering en opvang, maar ook in de vervolging van daders. "Zelfs als er meerdere signalen zijn die erop wijzen dat er mogelijk sprake is van mensenhandel, kan het voor het OM moeilijk zijn om dit te bewijzen", zegt de adviseur van De Nationaal Rapporteur Mensenhandel.
"We moeten bewijzen dat arbeid of diensten zijn afgedwongen én dat er sprake is van uitbuiting", vult Noordzij, landelijk officier van justitie, aan. "Dat zijn complexe onderdelen die lastig te bewijzen zijn." Hierdoor komen relatief weinig zaken voor de rechter. "Er zijn jaarlijks 180 tot 200 zaken, terwijl we drie tot vier keer zoveel onderzoeken uitvoeren. Vaak lukt het niet om het bewijs rond te krijgen", zegt Noordzij.
'Iemand die bang is verklaart niet graag'
"Er is momenteel wel een wetsvoorstel om de wet minder complex te maken. Hopelijk wordt daarmee de hoge eis van uitbuiting lager en wordt het makkelijker om dwang te bewijzen", vertelt Noordzij. "Ook wordt de strafbaarstelling uitgebreid zodat arbeidsuitbuiting makkelijker aangepakt kan worden."
"Maar de complexiteit van de wet is niet het grootste knelpunt. Dat is toch vooral het rondkrijgen van het bewijs", zegt hij. "Dat blijft lastig, want iemand die bang is voor iemand anders verklaart daar niet graag over."
Prikkel voor daders weg
Tot slot kan de motivatie voor daders om door te gaan worden weggenomen. "Het opsporen van slachtoffers en veroordelen van daders is belangrijk, maar zolang het een lucratief verdienmodel blijft met een relatief lage pakkans, stopt het niet", zegt Brouwers.
Daarbij moet begrepen worden dat daders creatief zijn in het vinden van nieuwe manieren om slachtoffers uit te buiten. Je ziet nu bijvoorbeeld dat uitbuiting deels online plaatsvindt. "Daar kunnen jongeren 'makkelijk snel geld verdienen' door posts te plaatsen. En er wordt online geadverteerd voor sekswerkers die vervolgens uitgebuit worden", geeft Noordzij als voorbeelden.
Verder buiten beeld door digitalisering
De online verschuivingen verklaren mogelijk ook waarom minderjarige slachtoffers steeds verder buiten beeld lijken te raken. Volgens schattingen zijn er veel meer minderjarige slachtoffers dan het aantal dat CoMensha in beeld heeft.
"Je moet dus beseffen dat mensenhandel meeverandert met maatschappelijke ontwikkelingen en dat je daar de aanpak op moet aanpassen", zegt de adviseur van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel.
Juist kansen
Toch biedt digitalisering ook kansen, ziet officier van justitie Noordzij. "Hoewel het mensenhandel complexer kan maken, kan het tegelijkertijd de opsporing gemakkelijker maken doordat nieuwe technologieën beschikbaar zijn, zoals digitale surveillance, lokprofielen en webcrawlers."
"Hiermee kunnen we situaties opsporen die anders onzichtbaar blijven. Ik denk daarom dat digitalisering mensenhandel niet alleen complexer heeft gemaakt, maar dat we ons moeten richten op de kansen die dit ons biedt om dit probleem beter aan te pakken", besluit hij.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.