De aanbevelingen van de parlementaire enquêtecommissie die onderzocht hoe het fraudebeleid van de overheid ontspoorde, dreigen in een la te belanden. Dat vreest oud-voorzitter van de commissie en SP-Kamerlid Michiel van Nispen. "Onacceptabel."
Vorige maand gaf het kabinet de langverwachte reactie op het bijna zeshonderd pagina's tellende rapport 'Blind voor mens en recht'. De oud-voorzitter van de parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening wil dat het kabinet alle aanbevelingen overneemt om te voorkomen dat de overheid opnieuw levens van mensen vermorzeld. Hoewel het kabinet zich de conclusies van de parlementaire enquêtecommissie erg aantrekt, volgt het niet alle aanbevelingen op. Woensdag debatteert de Tweede Kamer over de kabinetsreactie.
'Menselijke maat is kwijt'
"Ik vind het ingewikkeld om mezelf uit te spreken", zegt Van Nispen. "Omdat het gebruik is dat je je als oud-voorzitter op de vlakte houdt. Ik heb hier lang over nagedacht. Maar omdat ik constateer dat dit rapport in een la dreigt te belanden, breek ik met die ongeschreven regel."
De parlementaire enquêtecommissie deed onderzoek naar het fraudebeleid bij onder meer sociale zekerheid en de toeslagen in de afgelopen dertig jaar. De conclusie: politici, uitvoerders en rechters zijn harder gaan optreden in hun strijd om misbruik aan te pakken, waardoor de menselijke maat totaal uit zicht raakte. De conclusies werden vorig jaar februari gepresenteerd. Een schandaal zoals de kinderopvangtoeslag kan volgens de commissie morgen weer gebeuren, was de boodschap.
Fraude sociale zekerheid en toeslagen
In het onderzoek kwam Van Nispen mensen tegen die geconfronteerd werden met enorme terugvorderingen en daardoor geen cent te makken hadden. "Dat ging om meer dan 100.000 euro die ze op heel korte termijn moesten terugbetalen."
"Ik kan mij gewoon niet voorstellen dat het kabinet niet alles op alles wil zetten om te voorkomen dat dit nog een keer kan gebeuren", benadrukt Van Nispen. "De patronen die hebben geleid tot onder andere het toeslagenschandaal, zijn tot op de dag van vandaag aanwezig."
Het kabinet zegt in de reactie juist alles op alles te zetten om de grondrechten van mensen beter te beschermen. Er wordt gewerkt aan 'een rechtvaardiger handhavingsbeleid'. Zo krijgen mensen het recht zich te vergissen.
Daarmee moet voorkomen worden dat mensen boetes krijgen als ze bijvoorbeeld informatie te laat doorgeven. Ook het toeslagenstelsel gaat op de schop. De huidige kinderopvangtoeslag verdwijnt en wordt vervangen door een eenvoudiger systeem.
Geen rechtshulp voor lage inkomens
Andere aanbevelingen, zoals het wettelijk recht op persoonlijk contact met iemand van de overheid, legt het kabinet wel naast zich neer. En ook de aanbeveling om de rechtshulp voor mensen met een laag inkomen te versterken wordt vooralsnog niet opgevolgd.
"De redenering van het kabinet is onnavolgbaar", reageert Van Nispen.
De oud-voorzitter van de commissie gaat verder: "Ja, het wordt misschien complex of moeilijk voor de uitvoering, moeilijk voor de overheid zelf. Maar het gaat hier om mensen. En dat is dus exemplarisch voor hoe het kabinet met het hele rapport omgaat. Je moet dit bekijken vanuit de positie van mensen en niet enkel vanuit het belang van de overheid."
Van Nispen hoopt dat er woensdag in het Tweede Kamerdebat een meerderheid ontstaat om het kabinet bij te sturen. "De Tweede Kamer moet laten zien wat zij waard is en het kabinet oproepen niet blind te blijven voor mensenrechten en alle aanbevelingen over te nemen."
Tientallen mensen zijn besmet geraakt met hepatitis A na het eten van diepvries blauwe bessen van Albert Heijn. Het komt vaker voor dat virussen of bacteriën in voedsel leiden tot een ziekte-uitbraak. We vroegen wat jullie hierover wilden weten.
Jullie vragen worden beantwoord door epidemioloog Eelco Franz van gezondheidsinstituut RIVM, een woordvoerder van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en jurist Frederik Lieben van letselschadebureau JBL&G.
1. Hoe komt het dat er nog steeds voedselinfecties voorkomen?
Het is bijna onmogelijk om voedselinfecties helemaal uit te sluiten, begint Franz. "Je hebt altijd bepaalde kwetsbaarheden in je voedselsystemen waarbij dat moeilijk is. Zo komen voedselinfecties best wel vaak voor, en zeker bij infecties die van dieren komen." Hij geeft salmonella, een bacterie dat van nature voorkomt bij pluimvee en varken, als voorbeeld. "Het is best wel lastig om ziekteverwekkers uit boerderijdieren zelf te krijgen. Dus dat kan uiteindelijk leiden tot besmette eieren of besmet vlees."
Franz noemt het een realiteit waaraan we niet kunnen ontkomen. "Er zijn natuurlijk veel verschillende bacteriën en virussen die via voedsel mensen kunnen besmetten, zoals salmonella. Dieren hebben hier geen last van, maar mensen wel. Een goede keukenhygiëne is daarom belangrijk. Iedereen weet dat als je een salmonellabesmetting wil voorkomen, je het mes waarmee je kipfilets hebt gesneden en de plank waarop je dit hebt gedaan daarna niet moet gebruiken om je sla te snijden."
Maar je hebt ook bacteriën en virussen die alleen voorkomen bij mensen, gaat hij verder. "En die verspreiden zich ook van mens tot mens. Zoals bijvoorbeeld hepatitis A of het Norovirus dat buikgriep veroorzaakt. Via je ontlasting en vervolgens via de handen kan het in je voedsel terecht komen. Dus als je na een toiletbezoek je handen niet goed wast en daarna een maaltijd voorbereidt voor iemand anders, kun je dit virus overdragen."
Volgens de epidemioloog heeft het verspreiden van voedselinfecties daarom niet altijd met een fout van een voedselproducent te maken.
2. Regelmatig wordt er wel iets teruggeroepen, is het voedsel überhaupt nog wel betrouwbaar?
Er wordt ontzettend veel voedsel geproduceerd, en dus zien we bij het RIVM aan de lopende band uitbraken van voedselinfecties, vertelt Franz. Toch denkt hij dat het voedsel in Nederland over het algemeen wel veilig is. "In Nederland is het (voedsel)controlesysteem in verhouding met andere landen wel goed op orde. Een van de taken van het RIVM is om die uitbraken in beeld te krijgen en samen met de NVWA te bestrijden."
In Nederland zijn er naar schatting 650.000 voedselinfecties per jaar. Over de jaren is dit getal stabiel gebleven, wat wil zeggen dat er geen grote verschuivingen zitten in de staat van onze voedselveiligheid, weet hij.
"Wij zien in ons monitoringssysteem ook maar een deel van de voedselinfecties. Dat zijn namelijk de meest ernstige infecties die medische zorg vereisen. Die patiënten komen bij ons in beeld. Maar daaronder ligt een grote groep mensen die een voedselinfectie krijgt die heel mild of vanzelf overgaat." Die mensen gaan met hun klachten bijvoorbeeld niet naar de huisarts, legt hij uit.
"Er zijn altijd wel dingen die misgaan. Dat kan om grote of kleine dingen gaan, zoals een fout op het etiket waarop bepaalde allergenen niet staan vermeld. Dit zien wij ook regelmatig. Dat kan voor bepaalde mensen die daar allergisch zijn, best vervelend zijn." Volgens de epidemioloog is een uitbraak van Hepatitis A zeldzamer dan een salmonella-uitbraak.
info
EenVandaag Vraagt
In dit artikel zijn antwoorden verwerkt op vragen die zijn ingestuurd via EenVandaag Vraagt. Met EenVandaag Vraagt heb je invloed op wat we maken. Wil je meedoen? Download dan de Peiling-app van EenVandaag, ga dan naar 'Instellingen' en zet je notificaties voor EenVandaag Vraagt aan. Je vindt de vragen en antwoorden terug bij 'Doe mee'. De Peiling-app van EenVandaag is gratis te downloaden in de App Store of Play Store.
3. Kun je een besmetting, zoals nu met de blauwe bessen, voorkomen door het product te wassen?
Nee, dat kan niet, waarschuwt hij. Dit virus gaat alleen maar dood door verhitting en overleeft in de vriezer en in de koeling. Het zit dusdanig aangehecht aan het product dat je dat er niet afwast. Consumeer ze niet, op wat voor manier dan ook."
Hij raadt mensen ook niet aan om jam te maken van de bessen die besmet zijn. "Hoewel je inderdaad de bessen moeten koken voor de jam en het virus dan wel doodt, raak je de bessen toch weer aan met je handen. Dus om verdere besmetting te voorkomen: breng de bessen terug naar de winkel, of gooi het weg."
4. Wordt voedsel niet voldoende gecontroleerd voordat het wordt gedistribueerd?
In principe zijn bedrijven zelf verantwoordelijk voor producten die zij verkopen, vertelt de woordvoeder van de NVWA. "We hebben in Nederland en Europa wettelijke eisen en regels opgesteld om de voedselveiligheid te waarborgen. Wordt er niet aan deze regels voldaan, dan krijgen wij daar een melding van en treden wij hier tegen op." De NVWA kan dan beslissen om het voedsel van de markt te late halen. In ernstige gevallen kan een bedrijf worden gesloten.
De NVWA houdt toezicht op basis van steekproeven en meldingen. "Als wij de indruk krijgen dat er iets aan de hand is bij een bepaald bedrijf, of anonieme meldingen krijgen van een mogelijke overtreding, ondernemen wij actie en gaan op controle bij dat bedrijf."
In het geval van de besmette blauwe bessen heeft het RIVM de besmetting geconstateerd aan de hand van ziekmeldingen, vertelt de woordvoerder. "Vervolgens hebben zij aan de NVWA gevraagd om hier onderzoek naar te doen en erachter te komen of de oorzaak bij de bessen ligt. Testen wezen uit dat de bessen inderdaad besmet zijn met het hepatitis A-virus."
"Toen hebben wij het bedrijf hierover geïnformeerd en gealarmeerd. Zij hebben direct stappen ondernomen, zoals de veiligheidswaarschuwing uitzetten en de communicatie met de klanten over het retourneren van het product. Volgens de woordvoerder valt zo'n 'recall' onder de verantwoordelijkheid van het bedrijf of supermarkt zelf.
5. Is een supermarkt aansprakelijk voor schade door infecties?
Je kunt een supermarkt niet zomaar aansprakelijk stellen voor voedselinfecties, zegt jurist Frederik Lieben van letselschadebureau JBL&G. "Dit is van meerdere factoren afhankelijk. Zo zou de klant er eerst achter moet komen of hij/zij ziek is geworden ten gevolge van het eten van besmette bessen. Dit kan bijvoorbeeld door middel van een medische verklaring van de huisarts."
Supermarkten kunnen aansprakelijk worden gehouden voor schade die voortvloeit uit het eten van producten waar iets aan mankeert, gaat hij verder."Stel dat je iets verkoopt onder jouw naam en je hebt het ingekocht van iemand anders, en het blijkt niet goed te zijn, dan kun je daar als verkoper aansprakelijk voor worden gehouden. Je draagt als verkoper namelijk de verantwoordelijkheid voor het product dat je verkoopt."
Mocht je toch ziek worden van een product uit de supermarkt, dan moet de supermarkt daarvoor opdraaien, weet Lieben. "Maar je zult nog wel moeten aantonen dat je inderdaad ziek bent geworden van dat product. Hoe meer onderbouwingen je hebt, hoe sterker je zaak."
"Supermarkten zijn over het algemeen vaak verzekerd voor de gevolgen van het verkopen van verkeerde producten die niet de veiligheid bieden die je als consument mag verwachten. De verzekeraar van de supermarkt zal dit wel proberen op te lossen door een passende schadevergoeding te betalen", zegt hij tot slot.
Maaike de Jager heeft de afgelopen 1,5 jaar zo'n dertig ritjes gemaakt met onbekenden op de passagiersstoel. Ze is namelijk een 'AutoMaatje' en brengt minder mobiele mensen van A naar B. "Je hoort enorm interessante verhalen."
In haar blauwe Skoda sjeest de 33-jarige Maaike de Jager uit Amstelveen passagiers van hot naar her. Ze doet het als vrijwilliger via ANWB AutoMaatje.
Naar dierenarts of koorrepetitie
Op haar passagiersstoel zaten al vele passagiers die om verschillende redenen een chauffeur zochten: van een vrouw die haar twee katten naar de dierenarts moest brengen, tot een koorlid dat in de avond moest oefenen. "Het is hartstikke leuk om die mensen te leren kennen en ze te kunnen helpen", vertelt Maaike.
Ze neemt passagiers het liefst mee heen én terug. "Als mensen minder dan een uur op hun bestemming hoeven te zijn, dan wacht ik gewoon even. Vaak neem ik dan een boek mee, soms kijk ik wat er in de buurt te doen is. De dierenarts van de katten was bijvoorbeeld vlak bij een tuincentrum, dus in zo'n geval kan ik daar lekker even rondlopen."
info
Wat is een AutoMaatje?
AutoMaatje is een vrijwilligersproject van de ANWB, in samenwerking met gemeenten. Je kunt je in het hele land aanmelden als passagier of als chauffeur. Als een passagier een rit aanvraagt, wordt een vrijwilliger gezocht die op dat tijdstip beschikbaar is.
Druk schema, toch 'iets extra's doen'
1,5 jaar geleden was Maaike op zoek naar vrijwilligerswerk, om 'iets extra's' te doen. "Ik heb gekeken naar bijvoorbeeld voorlezen, dat leek me ook heel leuk met kinderen of met ouderen. Maar mijn schema is enorm druk, waardoor het heel moeilijk is om te combineren met vrijwilligerswerk op een 'vast' tijdstip."
Naast haar fulltimebaan volleybalt Maaike fanatiek en coacht ze ook andere teams. "Ik krijg ook weleens te horen: 'Oh jeetje, lukt vrijwilligerswerk wel met jouw drukke schema?'"
'Voor mij simpele manier'
Maar toen ze ANWB AutoMaatje online tegenkwam, was de keuze snel gemaakt. Vooral de vrijblijvendheid van dit vrijwilligerswerk sprak haar aan. "Sommige AutoMaatjes kunnen veel tijd besteden aan het werk, omdat ze zelf bijvoorbeeld gepensioneerd zijn. Zij rijden veel mensen overdag naar afspraken toe. Maar ook mensen zoals ik die minder tijd overdag hebben, kunnen dit doen."
"Ik dacht dus al snel: het lijkt mij eigenlijk wel leuk om mensen op een voor mij simpele manier te kunnen helpen. En komt het niet uit, dan komt het niet uit, dat vind ik wel heel prettig", vervolgt ze.
"Alle ritjes die ik tot nu toe heb kunnen doen vond ik bovendien hartstikke gezellig", zegt ze. Want hoewel Maaike er vooral voor moet zorgen dat mensen op tijd bij hun afspraak komen, biedt ze ook een luisterend oor. "Ik ben ook gaan beseffen dat sommige mensen best wat meer behoefte hebben aan contact en graag even met je willen praten."
Ze is zelf na een autoritje ook weleens door een onbekende mee naar binnen gevraagd, vertelt ze. "Dat is niet gebruikelijk, maar ik dacht: is goed, dan ga ik wel even gezellig mee. Volgens mij wilde de mevrouw gewoon even lekker kletsen. Ze bleef maar vragen stellen: 'Wil je wat drinken en wil je nog een chocolaatje?' Het was heel gezellig en fijn om voor haar te doen."
Bijzondere verhalen
Ook Maaike zelf komt thuis met mooie verhalen. "Toen ik net begon, moest ik een keer een blinde meneer inclusief blindengeleidehond twee keer ophalen vanuit Beverwijk", noemt ze als voorbeeld. "Hij had zo'n mooi verhaal. Hij is op latere leeftijd blind geworden, maar had wel heel veel gezien van de wereld en vertelde enorm interessante verhalen. Ik vond het bijzonder om te horen hoe hij nog steeds zo veel onderneemt, hoewel hij visueel beperkt is."
Vaste klanten heeft Maaike niet, want er wordt per keer gekeken welke chauffeur beschikbaar is voor een ritje. "Eigenlijk vind ik dat wel jammer", vertelt ze. "Soms ben je toch benieuwd: hoe gaat het nu eigenlijk met die persoon, bijvoorbeeld met die blinde meneer?"
Naast contact met de passagiers, is er ook contact tussen de chauffeurs onderling. "We hebben een WhatsApp-groep en als het een keer moeilijk is om iemand te vinden wordt er af en toe een berichtje in geplaatst van: 'hey kan iemand dit doen'. En eigenlijk wordt er ook altijd wel gereageerd. En toen ik een keer onverwachts ziek was, kon iemand anders het ook gelijk overnemen. Het is echt een community."
Ze zou het vrijwilligerswerk daarom ook zeker aanraden aan mensen die over een auto beschikken. "Het zijn zo veel mensen die elkaar graag helpen, dat is heel mooi om onderdeel van te kunnen zijn."