radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

Online opruiing, wat is het en wie doet het? Jullie vragen erover beantwoord

Online opruiing, wat is het en wie doet het? Jullie vragen erover beantwoord
Demonstratie tegen coronamaatregelen in Roermond
Bron: ANP

Burgemeesters hebben hun handen vol aan de gevolgen van digitale oproepen tot rellen, geweld of bedreigingen en zoeken daarom naar manieren om dit tegen te gaan. Voor EenVandaag Vraagt vroegen we wat jullie wilden weten over online opruiing.

Jan-Jaap Oerlemans, Bijzonder hoogleraar Inlichtingen en Recht aan de Universiteit Utrecht en universitair docent Strafrecht bij de Universiteit Leiden en Marloes van Noorloos, universitair hoofddocent Strafrecht bij de Universiteit Leiden, geven antwoord op jullie vragen.

1. Wat is online opruiing?

"Wanneer je andere mensen online aanzet tot het plegen van strafbare feiten, heet dat in het strafrecht opruiing", begint Van Noorloos. Dat kunnen volgens haar verschillende strafbare feiten zijn: "Wanneer je bijvoorbeeld anderen aanmoedigt tot het plegen van geweld. Maar daarbij maakt het niet uit of dat ook daadwerkelijk gelukt is. Of het nu online of offline plaatsvindt, maakt ook niet uit. De gedraging blijft strafbaar."

Een rechter kijkt niet alleen naar wat er gezegd is, maar ook naar de context waarin het gebeurd is, voegt Oerlemans toe. Hij noemt als voorbeeld een Snapchat-gebruiker met 10.000 volgers die opriep om de adressen van politieagenten te publiceren en 'het politiebureau te laten trillen'. "In dit voorbeeld werd opgeroepen tot geweld en speelden ook de omstandigheden mee dat er eerder rellen waren op Urk en dat hij veel volgers had." Verder nam de rechter ook mee op welk platform dit zich afspeelde en of de gesprekken openbaar waren, legt de hoogleraar uit. "De verdachte in deze zaak werd in 2021 veroordeeld voor een maand voorwaardelijke gevangenisstraf, met twee jaar proeftijd en een taakstraf van 40 uur."

Marloes van Noort en Jan-Jaap Oerlemans
Bron: Eigen foto
Marloes van Noort en Jan-Jaap Oerlemans

2. Hoe vindt online opruiing plaats en welke personen doen dat?

Van Noorloos legt uit dat er verschillende manieren zijn waarop online opruiing plaatsvindt, en dat er ook verschillende redenen zijn waarom mensen dit doen. "Het gaat tegenwoordig vaak over anti-institutioneel extremisme, waarbij mensen het idee verspreiden dat er in Nederland een 'kwaadaardige elite' aan de macht is die de bevolking wil onderdrukken. In dat kader komt ook wel eens online opruiing voor."

Ze noemt als voorbeeld de coronapandemie, waarin bijvoorbeeld de avondklokrellen plaatsvonden en er online oproepen waren tegen bestuurders als premier Mark Rutte, minister Hugo de Jonge en RIVM-baas Jaap van Dissel. Volgens haar was de groep daders toen 'eigenlijk een hele diverse groep van zichzelf'. "Rechtsextremisme kan hiermee verbonden zijn, maar staat soms ook op zichzelf. Daarnaast is er het jihadisme, waar andere groepen bij betrokken zijn."

Er zit ook nog een verschil tussen de oudere en de nieuwe generatie als het gaat om online uitingen, ziet de strafrechtexpert. "Vooral op sociale media en platforms als Telegram zijn de normen voor het gebruik ervan veranderd. Jongere generaties gebruiken sociale media veel intensiever dan de oudere generatie."

Tegelijk worden de gevolgen van online uitingen vaak onderschat door jongeren, zegt Oerlemans. "Soms denken mensen dat er online andere regels gelden dan offline. Maar de strafbaarstelling is hetzelfde, of het nu gaat om online opruiing of opruiing in de fysieke wereld. Zelfs als iemand een pseudoniem gebruikt en denkt anoniem te zijn, is dat niet het geval. Opsporing is lastig, maar vaak wel mogelijk."

Bekijk ook

3. Hoe kan online opruiing beter worden aangepakt?

Oerlemans vertelt dat online uitingen vaak zeer zichtbaar zijn, maar dat het toch lastig kan zijn om daders van online opruiing op te sporen. Hij wijst op de enorme schaal en de snelle verspreiding van berichten op het internet, door middel van delen, retweeten en het maken en delen screenshots van berichten. Dit zorgt ervoor dat de berichten snel verspreiden en de boel snel kan escaleren.

"De politie grijpt pas in wanneer ze denkt dat er sprake is van strafbare feiten, waarna een opsporingsonderzoek onder leiding van de officier van justitie wordt gestart", legt hij uit. "De mogelijkheid om verdachten van online opruiing op te sporen, verschilt per platform. Zo kan het bijvoorbeeld lastig zijn om gegevens te verkrijgen van Telegram, doordat het hoofdkantoor in Dubai zit en er daar verschillende regelgeving is. Telegram staat in Nederland bekend als een partij die slecht meewerkt aan verzoeken van Nederlandse opsporingsinstanties. Amerikaanse platformen zoals X en Facebook houden Amerikaanse wetgeving en hun eigen beleid aan. Zij zullen eerder gegevens verstrekken, maar verschillen ook onderling in hun beleid wanneer berichten offline worden gehaald"

Hoewel het offline halen van materiaal vaak wordt gezien als een manier om online opruiing aan te pakken, benadrukt de hoogleraar dat dit een ingrijpende maatregel is die de vrijheid van meningsuiting beperkt. "In Nederland mag de politie dat niet zomaar doen. Mensen kunnen wel aan een websitehouder vragen of ze het offline willen halen. Als zij dit weigeren en alle stappen zijn doorlopen, heeft de politie sinds de Wet computercriminaliteit III de bevoegdheid om materiaal offline te halen, maar alleen met een machtiging van een rechter."

Oerlemans benadrukt dat de onafhankelijke rol van de rechter om misbruik van deze bevoegdheid te voorkomen belangrijk is. Hoe vaak het voorkomt dat de rechter toestemming geeft om online materiaal te laten verwijderen en in welke gevallen dat gebeurt, weet hij niet door het gebrek aan onderzoek hiernaar en een gebrek aan transparantie van de overheid hierover.

Van Noorloos ziet daarnaast dat burgemeesters steeds vaker proberen om online opruiing tegen te gaan. Ze wijst op een aanpak waarbij personen die zich in het verleden schuldig hebben gemaakt aan soortgelijk gedrag, een verbod krijgen om zich in de toekomst op een vergelijkbare manier op bepaalde online media te uiten. "Dat zou je een preventief verbod kunnen noemen, maar wel gebaseerd op wat iemand in het verleden heeft gedaan."

Zo legde de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema rapper Jaykoppig een 'online gebiedsverbod' op omdat hij zich op Instagram en Snapchat dreigend had uitgelaten richting leden van een rivaliserende rapgroep. De rechter floot Halsema vorige week echter terug en de maatregel is voorlopig van tafel. "Of het juridisch door de beugel kan dat een burgemeester iemand verbiedt om bepaalde online uitlatingen te doen, is nog maar de vraag. Het staat momenteel nog niet duidelijk in de wet dat dit mag, terwijl wel de vrijheid van meningsuiting in het geding kan komen", zegt van Noorloos.

info

EenVandaag Vraagt

In dit artikel zijn antwoorden verwerkt op vragen die zijn ingestuurd via EenVandaag Vraagt. Met EenVandaag Vraagt heb je invloed op wat we maken. Wil je meedoen? Download dan de Peiling-app van EenVandaag, ga dan naar 'Instellingen' en zet je notificaties voor EenVandaag Vraagt aan. Je vindt de vragen en antwoorden terug bij 'Doe mee'. De Peiling-app van EenVandaag is gratis te downloaden in de App Store of Play Store.

4. Waar ligt de grens tussen vrijheid van meningsuiting en opruiing?

Van Noorloos zegt dat dit soms moeilijk te bepalen is, want hoe concreet moet (online) opruiing nu precies zijn? "Wanneer je sympathie uit voor een bepaalde groep, óók voor groepen met extreme ideëen, kan dat binnen de vrijheid van meningsuiting vallen. Dat is niet strafbaar. Maar het is in sommige zaken lastig te bepalen of je kunt spreken van een daadwerkelijke oproep om iets strafbaars te doen."

Ze noemt als voorbeeld jihadisten die met de vlag van Islamitische Staat (IS) zwaaiden of daar beelden van verspreidden. "Ben je daarmee anderen aan het oproepen om terrorisme te plegen, of gaat dat toch te ver? Met dat soort kwesties houdt de rechter zich bezig", legt de universitair hoofddocent uit. "In het Wetboek van Strafrecht staat welke uitlatingen verboden zijn, zoals opruiing en bedreiging, maar waar precies de grens ligt tussen vrijheid van meningsuiting en strafbare uitlatingen in een concrete zaak bepaalt de rechter. Het laten zien van de IS-vlag is in principe niet voldoende, er moet ook blijken dat je anderen wilde oproepen tot geweld."

Daarin houdt de rechter rekening met verschillende factoren, vult Oerlemans aan. "De rechter moet alle omstandigheden zorgvuldig toetsen, zoals wanneer de uiting heeft plaatsgevonden en wat de inhoud ervan is. Daar wordt heel zorgvuldig naar gekeken in de rechtbank. En dan beslist een rechter uiteindelijk of ze dat dan strafbaar vinden of niet. En de ene keer is dat duidelijker dan de andere keer."

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

'Overgebleven' stroom van trams en metro's ergens anders gebruiken om elektriciteitsnet te ontlasten? 'Deel van oplossing'

'Overgebleven' stroom van trams en metro's ergens anders gebruiken om elektriciteitsnet te ontlasten? 'Deel van oplossing'
Een metro-toestel van vervoersbedrijf RET
Bron: ANP

Om het overvolle stroomnetwerk te ontlasten, wordt gezocht naar creatieve oplossingen. Minister Sophie Hermans en staatssecretaris Chris Jansen sluiten vandaag een 'netcongestiedeal' met de ov-sector om netcongestie tegen te gaan.

Elektrische auto's, zonnepanelen, warmtepompen: ons stroomnetwerk is overvol. Netcongestie wordt dat genoemd.

File op het net

"We kunnen spreken van file op het elektriciteitsnet", zegt energieanalist Sanne de Boer van de Rabobank. "Vergelijk het met de de snelweg. Als iedereen tegelijk wil invoegen, dan kan dat niet."

"Hetzelfde gebeurt op het stroomnet. De afgelopen jaren heeft iedereen meer elektriciteit verbruikt, en vaker op hetzelfde moment. Dat past niet."

Deal met de ov-sector

Om deze zogenoemde netcongestie te bestrijden, is de komende 15 jaar een investering van 195 miljard euro nodig, volgens het Rijk. In de tussentijd wordt er gezocht naar creatieve oplossingen.

Minister Sophie Hermans van Klimaat en Groene Groei en staatssecretaris Chris Jansen van Openbaar Vervoer en Milieu sluiten daarom vandaag een 'netcongestiedeal' met de openbaar vervoerssector. Het idee is dat het openbaar vervoer gaat helpen om de druk op het elektriciteitsnet te verminderen.

Bekijk ook

Efficiënter gebruikmaken van infrastructuur

"Op deze manier kunnen we efficiënter gebruikmaken van de infrastructuur die er al is", legt De Boer uit. "Openbare vervoersbedrijven maken gebruik van hun eigen elektriciteitsnetten. Op sommige momenten zijn die kabels hard nodig, bijvoorbeeld in de ochtend- en avondspits", legt ze uit.

"Maar wanneer er minder openbaar vervoer rijdt, kunnen de kabels gebruikt worden om auto's of elektrische bussen op te laden. Hier hoef je dus geen extra kabels voor in de grond te leggen."

Idee op een bierviltje

Het Rotterdamse ov-bedrijf RET is al volop bezig met duurzaam gebruik van energie. "Naast het delen van ons stroomnet, hebben we nu ook een batterij in de buurt van de Erasmusbrug geplaatst", vertelt technicus Leo Vliegenthart van de RET.

"5 jaar geleden heb ik het idee op een bierviltje geschreven. Het woord 'netcongestie' bestond toen nog niet eens."

Bekijk ook

Batterij die werkt als powerbank

"Op het moment dat er een tram voorbij rijdt, en die remt, dan levert die tram energie terug aan de batterij. De batterij wordt op deze manier continu opgeladen en werkt kostenefficiënt", legt Vliegenthart uit. "De batterij fungeert als powerbank."

De opgeslagen stroom kan weer gebruikt worden om andere voertuigen op te laden. "Op deze manier proberen wij de 'file' op het stroomnet te omzeilen en dragen wij 20 tot 25 procent bij aan de laadsector van Rotterdam."

Alleen geschikt voor kleine hoeveelheden

Maar ondanks de voordelen van zo'n batterij blijft energieanalist De Boer sceptisch. "Batterijen zijn zeker functioneel", zegt ze. "Maar ze nemen ook veel ruimte in."

"Bovendien zijn batterijen alleen geschikt om kleine hoeveelheden energie voor korte tijd op te slaan", vervolgt ze. "Helaas kunnen we de overtollige zonnestroom van de zomer niet bewaren tot aan de winter."

Bekijk ook

Klein deel van de oplossing

Volgens De Boer is het getekende convenant tussen het Rijk en de ov-sector niet de hele oplossing voor netcongestie. "We moeten niet verwachten dat we hierdoor uit de problemen zijn. Het is ook nodig om de netten te verzwaren, maar dit kost veel tijd en geld."

"Slimmer gebruikmaken van de infrastructuur die we hebben, is een 'no-brainer'. Maar het blijft een klein deel van de oplossing."

'Overgebleven' stroom van trams en metro's ergens anders gebruiken om elektriciteitsnet te ontlasten? 'Deel van oplossing'

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Waarom het zo uitzonderlijk is dat Marjolein Faber als minister weigert handtekening te zetten voor koninklijke onderscheiding

Waarom het zo uitzonderlijk is dat Marjolein Faber als minister weigert handtekening te zetten voor koninklijke onderscheiding
Ter illustratie: een koninklijke onderscheiding
Bron: ANP

Asielminister Faber wil geen handtekening zetten onder koninklijke onderscheidingen voor vijf oud-COA-medewerkers, werd gisteren bekend. Kan dat zomaar? Historicus Kemal Rijken zet de feiten over onderscheidingen voor ons op een rij.

Rijken noemt het 'zeer uitzonderlijk' dat de minister de voordracht voor een koninklijke onderscheiding niet wil ondertekenen. "We hebben dit in de parlementaire geschiedenis in de laatste 80 jaar niet gezien." Hij beantwoordt vier vragen over wat er komt kijken bij het krijgen van een koninklijke onderscheiding en deze situatie.

1. Hoe gaat het toekennen van onderscheidingen in zijn werk?

Voordat de minister een handtekening moet zetten, is daar al een heel proces aan voorafgegaan, weet Rijken. "Een voorbeeld: iemand heeft 40 jaar lang vrijwillig voor de tennisvereniging gewerkt en de mensen op de tennisvereniging vinden dat deze persoon een lintje verdient. Dan gaan die mensen in eerste instantie brieven schrijven over die persoon", vertelt de historicus.

"Die aanbevelingsbrieven worden gestuurd naar de desbetreffende gemeente waar die persoon woont, en die worden allemaal gecontroleerd." Vervolgens maakt de burgemeester de beslissing of iemand in aanmerking komt. "Dan tekent de Commissaris van de Koning en daarna de Kanselarij der Nederlandse Orden." Die beheert de registers van onderscheiden personen en regelt de lintjes.

"En daarna pas gaat het naar het ministerie en de bewindspersoon. Die tekent dan ook. In de meeste gevallen. Vervolgens zet de koning nog zijn handtekening." Nadat de koning de onderscheiding heeft getekend, kan het lintje door de burgemeester worden uitgereikt.

info

Premier Schoof en minister Uitermark willen tekenen voor lintjes vrijwilligers

Maandagmiddag werd bekend dat premier Dick Schoof en minister Judith Uitermark van Binnenlandse Zaken wel bereid zijn om te tekenen voor de lintjes die de vijf vrijwilligers in de vluchtelingensector zouden krijgen.

2. Waarom is hier een minister voor nodig?

"In principe is de minister altijd verantwoordelijk en dat heeft te maken met de ministeriële verantwoordelijkheid", vertelt Rijken.

Hij legt uit: "De koning is niet verantwoordelijk voor zijn inhoudelijke daden. Dat zijn de ministers volgens de Grondwet. In dit geval, als de koning tekent, dan betekent dat dat er een minister of een staatssecretaris ook al moet hebben getekend."

"Dus als de koning uiteindelijk een handtekening moet zetten op de koninklijke onderscheiding dan moet dat gedekt zijn, zoals dat heet, door een minister of een staatssecretaris. En daarom is die handtekening nodig."

3. Waarom is het zo uitzonderlijk dat minister Faber weigert?

"De minister mag het doen, maar het is wel uitzonderlijk", vertelt Rijken. "Wat de minister in principe heeft gedaan, is een pure politieke daad. Gewoon om een frame neer te zetten: 'Ik ben tegen deze medewerkers en ik ben tegen asielzoekers en het is mijn beleid niet.'" Ze zet het weigeren dus in om te communiceren waar ze tegen is, volgens de historicus.

En dat is nog niet eerder op deze manier gebeurd, weet Rijken. "Er zijn geen gevallen bekend waarbij de minister zo nadrukkelijk naar buiten trad en zei: 'Ik teken niet omdat het niet mijn politiek is.' En dat komt ook omdat de lintjes zijn staatsonderscheidingen neutraal zijn."

"Die worden gegeven aan mensen die zich meestal decennia lang, vaak vrijwillig, hebben ingezet voor andere mensen. Het is in Nederland dus zo dat de regering en politici niet bepalen wie wel of geen lintje krijgt. Het komt vanuit de samenleving. En dat gegeven wordt dan beloond namens de Staat", legt Rijken uit. "Een koninklijke onderscheiding is dus neutraal en is daardoor ook geen politieke beslissing."

Bekijk ook

4. Wat betekent het volgens jou dat Faber weigert?

Hierdoor kan een precedent ontstaan, vertelt Rijken. "Het risico dat je nu krijgt, is dat er in de toekomst kabinetten zullen zijn en ministers zullen zijn die zeggen: 'Dit is in het verleden zo gegaan met mevrouw Faber, en deze persoon bevalt mij niet, dus ik ga daarvoor liggen en ik teken niet.' Dat kan nooit de bedoeling zijn van een neutrale staatsonderscheiding, die de koninklijke onderscheidingen toch zijn."

Betekent het dat deze mensen hun lintje niet krijgen? "Nee", zegt Rijken. "Het is namelijk zo dat een andere bewindspersonen ook kan tekenen. Dat zal gewoon ook gebeuren en deze vijf mensen krijgen gewoon een lintje."

Waarom het zo uitzonderlijk is dat Marjolein Faber als minister weigert handtekening te zetten voor koninklijke onderscheiding

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant