Zorgen over virusmutatie en onzekerheid over eindexamens, blijkt uit onderzoek onder schoolleiders

Er zijn onder schoolleiders veel zorgen over de nieuwe variant van het coronavirus. Zoveel, dat ze verdeeld zijn over het openen van de scholen op 18 januari. Dat blijkt uit onderzoek van de Algemene Vereniging Schoolleiders.

De scholen moesten hun deuren sluiten vanwege het oplopend aantal coronabesmettingen. En met de nieuwe Britse variant in omloop, staat heropening op losse schroeven. "Er moet voor 18 januari echt goed zicht op zijn", zegt voorzitter Petra van Haren van de Algemene Vereniging Schoolleiders.

Zorgen over eigen veiligheid

De Algemene Vereniging Schoolleiders vroeg ruim duizend leden of zij weer willen openen. Een krappe meerderheid (51 procent) is voor, maar een bijna even zo groot aantal ziet opening niet zitten. Op bijna 90 procent van de scholen hebben leraren grote zorgen over de nieuwe virusvariant die zich mogelijk ook onder kinderen snel zou kunnen verspreiden. Van Haren zegt het niet verbazingwekkend te vinden dat leraren en schoolleiders bezorgd zijn.

"Veel scholen vinden onderwijs uiteraard belangrijk. En dan gaat het niet alleen om groep 8 of de examenklassen. Maar zorgen over de eigen veiligheid zijn natuurlijk ook erg begrijpelijk", zegt Van Haren. "Ik begrijp heel goed dat mensen zich zorgen maken, omdat het nog volstrekt onduidelijk is wat dit virus doet en wat de impact zal zijn op scholen. Met name op leerlingen en jonge leerlingen."

Effect sluiting op eindexamens

Daarbij kan een langere sluiting van de scholen een direct gevolg hebben voor de eindexamens, die traditioneel in mei afgenomen worden. "We hopen dat we de komende week duidelijkheid krijgen vanuit het RIVM en dat we daarna met elkaar het gesprek kunnen hebben over welke besluiten er genomen moeten worden."

Op dit moment wordt erop gekoerst dat de eindexamens gewoon plaats kunnen vinden. Daar wordt meer tijd voor genomen, zegt Van Haren. "We hopen niet dat hier een ander besluit overheen moet komen, omdat de veiligheid in het geding is." Maar zeker is het niet. "We kunnen nog niet zeggen welke besluiten nog genomen worden de komende weken."

Kinderen uit beeld

Uit de peiling van de schoolleidersvereniging bleek ook dat zo'n 95 procent van de scholen leerlingen opvangt voor zogenoemde 'noodopvang'. Ze hebben gemiddeld zo'n 16 procent van de leerlingen. Dat is meer dan de vorige lockdown, zegt Van Haren. "Met soms wel uitschieters van 40 procent van de leerlingen."

Een kwart van de scholen gaf aan dat er nog altijd leerlingen zijn zonder computer. "We vinden dat best veel", zegt Van Haren. Deze leerlingen krijgen wel gewoon huiswerk mee, maar digitaal ontmoeten zit er niet in. Ruim negen van de tien schoolleiders gaf aan alle leerlingen in beeld te hebben. Op 7 procent van de scholen ontbreken nog één of meerdere leerlingen.

Rutte: 'niet erg hoopvol'

In een debat dat vandaag werd gevoerd in de Tweede Kamer zei premier Rutte 'niet erg hoopvol' te zijn over wat er allemaal kan in de periode na 19 januari. Hij noemt het heropenen van de scholen een prioriteit, maar geeft ook aan dat er nog veel onduidelijk is over de 'Britse variant'. Het OMT komt vrijdag bij elkaar, zij zullen het kabinet adviseren.

Vanaf 6 januari wordt in Nederland gevaccineerd tegen het coronavirus, met zorgmedewerkers als groep die voorrang krijgt. Ook de schoolleidersvereniging wil met het ministerie van OCW in gesprek over voorrang op vaccinatie. "En dat is geen rare vraagstelling gezien het belang van deze sector", zegt Van Haren. Daarmee bedoelt Van Haren niet dat de scholen vooraan willen staan, maar 'of er mogelijk voorrang is als de vaccinatie op gang komt.'