Zanger André Hazes jr. gebruikt het, net als voetballer Hakim Ziyech en vele onbekende Nederlanders: snus. Een zakje met smaakstof en nicotine dat je tussen lip en tandvlees stopt. En over die nicotine maken ze zich bij de Jellinek kliniek veel zorgen.
Snus - je spreekt het uit als 'snuus' - zou rokers helpen om van hun verslaving af te komen. Het zit in kleine rechthoekige zakjes, zo groot als een stukje kauwgom. Om het te gebruiken, plaats je het zakje tussen je lip en tandvlees en laat het daar een paar minuten zitten. Het zakje geeft smaak en nicotine af.
Allerlei smaken
"Je ziet het niet, je ruikt het niet en het is lang niet zo schadelijk als roken", zegt Rick Jansen. Samen met Riny van den Berg verkoopt hij snus vanuit een autogarage in Wijchen.
Het goedje komt uit Zweden, vertelt Rick. Daar zit er tabak in, maar dat mag in Nederland niet. "We hebben allerlei smaken, zelfs tabakssmaak." Rick en Riny zien de verkoop elke maand stijgen. "We zijn inmiddels in contact met grote ketens als Primera."
Bij Jellinek, een landelijke kliniek voor verslavingszorg, zien ze de opmars van snus ook. Het is niet zo onschuldig als het lijkt, zeggen zij. Jellinek vreest dat het gebruik van snus een opstapje wordt naar tabaksgebruik.
"Het wordt verkocht als een middel om van het roken af te komen, maar de marketing richt zich op jongeren", zegt preventiewerker Tom Bart van Jellinek. Hij maakt zich zorgen. "De nicotine werkt verslavend. Wie zit er nu op een nieuwe verslaving te wachten?"
Roken schadelijker
Toch zien verkopers Rick en Riny uit Wijchen ook pluspunten. Snus helpt wel degelijk om van het roken af te komen, zeggen zij.
Over één ding zijn de preventiewerker en de snusverkopers het in elk geval eens: als je toch nicotine wil, is roken van tabak schadelijker dan snus. "En het stinkt meer", voegt Rik daaraan toe.
Bekijk hier de tv-reportage over snus.
Zweeds gebruik
Nicotine tot je nemen via een snuszakje is een Zweeds gebruik. "Ongeveer 20 procent van de mannen gebruikt het daar", zegt de in Nederland wonende Zweedse journalist Charlotte Boström. "De Zweden gebruiken de 'oervorm' van snus, die is op basis van tabak."
Toen er in 1995 in Zweden een referendum werd gehouden over toetreding tot de Europese Unie werd het zelfs een belangrijk punt: snus op basis van tabak moest wat de Zweden betreft legaal blijven. Daarom is Zweden nu het enige land dat snus op basis van tabak verkoopt. "Ik laat af en toe een pakje opsturen", bekent Boström. "Daar ben ik niet trots op. Het is toch een soort verslaving."
Verlangen naar nicotine
Via social media wordt er reclame gemaakt voor snus, daar worden bn'ers als André Hazes jr. voor ingezet. Ook voetballer Hakim Ziyech maakt er geen geheim van snus te gebruiken.
Tom Bart van Jellinek is er niet gerust op. "Uiteindelijk verlang je naar de nicotine. Je weet dat een op de vier mensen uiteindelijk overlijdt aan roken. Alles wat leidt tot het beginnen met roken moeten we aanpakken."
De vier grote steden hebben grote zorgen over de enorme toename van woningvervuiling en hoarding, het obsessief verzamelen van spullen. In Amsterdam, Rotterdam en Den Haag wordt dagelijks melding gemaakt. "Vervuiling is een symptoom van iets anders."
Brandgevaar in propvolle huizen, vloeren die dreigen te bezwijken onder het gewicht van metershoge troep. In Amsterdam wordt zelfs om de week een woning ontruimd omdat het door vervuiling onleefbaar is geworden, blijkt uit cijfers uit de vier grote steden die EenVandaag in handen heeft.
Bergen vuil
Soms heeft Ruud Janssen van het team Woningvervuiling in Rotterdam maar een 'heel klein kiertje' waar hij zich doorheen moet wringen om ergens binnen te komen. "Dan moet je over een berg vuil heen klimmen om te kijken wat de rest van de woning is", vertelt hij.
Wanneer er een melding komt, gaat Janssen erop af. Hij schat vervolgens in welke hulp er nodig is en of een huis opgeruimd moet worden.
'Je komt van alles tegen'
"Meestal neemt het op orde brengen van een woning een dag in beslag", vertelt hij. Maar dat kan in gevallen ook 3 dagen duren.
Hij treft in zo'n woning van alles aan. "Vuilzakken tot aan het plafond, vieze toiletten, vieze keukens, het ongedierte dat erdoorheen loopt, ratten, muizen, je komt van alles tegen."
Het komt in alle lagen van de bevolking voor, vertelt Janssen. "Van geschoolde mensen, mensen met een voldoende baan tot het onderste van de maatschappij."
Hij ziet wel dat het vaak gaat om wat oudere mensen, vaak mannen. "Die thuis moeten blijven in hun uppie en er niet meer uitkomen. En er zijn ook andere mensen die problemen hebben, uit verslavingszorg en dat soort dingen. Die hebben ook psychische problemen."
Geleidelijk proces
Het is vaak een geleidelijk proces, legt hij uit. "Het is een glijdende schaal waarbij mensen zich steeds aanpassen aan de nieuwe situatie. Het begint met een verstopte wc, dan gebruiken ze de toilet boven. Die raakt ook verstopt en zo gaat het verder."
Ook heeft het vervuiling van de woning veel verschillende oorzaken. "Iemand kan psychische klachten hebben, lichamelijk niet meer in staat zijn schoon te maken, sommigen weten de weg naar de zorg niet te vinden of beginnen te dementeren."
"Of soms groeit het mensen na een scheiding, bij schulden of verslaving boven het hoofd", gaat Janssen verder.
"Uit schaamte houden ze lang hulp buiten de deur, waardoor het uit de hand loopt. Soms moet je echt je best doen om bij iemand binnen te komen. En die mensen doen ook echt hun best om mensen buiten te houden."
'Kunnen niet zelfstandig wonen'
Die groep ouderen, bij wie vervuilde woningen vaak voorkomt, ziet de GGD in Amsterdam ook, zegt coördinator van het team Zorg en Overlast Neel Schouten. De meeste meldingen zijn van mensen van de 50 plus tot en met 90 jaar.
"Ouderen en mensen met psychische klachten moeten langer zelfstandig blijven wonen. In plaats van zoals vroeger in een bejaardenhuis of instelling. Maar dat kunnen ze helemaal niet", legt Schouten uit.
Eenzaam en geïsoleerd
"Het zijn wel vaak geïsoleerde mensen, dus mensen die of bewust kiezen voor isolement, die echt geen behoefte hebben aan andere mensen. Of mensen die echt eenzaam zijn geworden en geen mensen meer hebben", gaat de coördinator verder.
Ook bezuinigingen en personeelstekort in de zorg zorgen ervoor dat mensen minder snel in beeld komen en hulp krijgen. "En buren kijken minder naar elkaar om, dat alles zorgt ervoor dat het aantal meldingen fors is gestegen", zegt ze.
info
Om de week woning ontruimd
EenVandaag benaderde de afgelopen periode de vier grote steden: Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht. Alle gemeenten noteerden een stijging van het aantal meldingen over woningvervuiling.
In Utrecht steeg het aantal meldingen in een periode van 5 jaar van 72 naar 132 (+83 procent). In Rotterdam steeg het aantal meldingen met 60 procent naar 360. In Den Haag was de stijging 57 procent naar 348 en in Amsterdam ongeveer 40 procent naar 673 meldingen.
Den Haag en Rotterdam krijgen gemiddeld een melding per dag, in Amsterdam tot twee meldingen per dag. Een melding leidde in Amsterdam in 2023 nog wekelijks tot een gedwongen ontruiming, afgelopen jaar werd dat om de week. In Rotterdam werden afgelopen jaar drie woningen gedwongen ontruimd, Utrecht ontruimde afgelopen jaar vijf huizen gedwongen. Van Den Haag zijn hier geen gegevens over.
Urine uit het plafond
Het is een zorgelijke stijging zegt Schouten over de cijfers. "Het is pijnlijk om te zien hoe mensen wegkwijnen en in welke schrijnende situaties ze leven."
"En dan kan het ook onveilig zijn voor henzelf of omwonenden", gaat de coördinator verder. "We maken het mee dat we een melding krijgen omdat er urine uit het plafond komt of heel veel stankoverlast is van rot eten of ontlasting."
Gevaarlijke situaties
Ook kan het gevaarlijk zijn, weet Schouten. Bijvoorbeeld wanneer er vanwege schulden geen elektriciteit of gas meer is. "En dat zijn mensen die dan in een overvolle woning wonen, waar bijvoorbeeld heel veel papier is, en die gaan dan om verlichting te krijgen kaarsen branden of een kacheltje in huis zetten." Dan kan er brand uitbreken.
Dit gebeurt gelukkig 'echt heel weinig', zegt Schouten. "In Amsterdam gaan een handhaver en zorg samen op pad naar een melding. En als zij denken van, 'hey dit is echt gevaarlijk', dan wordt er opgeruimd," zegt ze. "Soms willen mensen ook echt zelf dat de situatie verandert."
Maar dat blijft moeilijk, weet Janssen. "Er zijn mensen die van straat halen wat de buren weggooien. Sommigen willen alles bewaren, zelfs een krant weggooien is een probleem, zeker met hoarders. Die willen nergens vanaf", schetst hij. "Voor hen is zelfs het weggooien van een pak yoghurt moeilijk."
Ze hechten zich aan spullen en kennen die emoties toe. "Zo zei iemand: 'dat is zielig voor het pak yoghurt om hem weg te gooien, dan ligt 'ie helemaal alleen in de container'. Het is allemaal belangrijk voor die mensen, die moet je natuurlijk zien te overreden om het weg te gooien. Dat kan wel eens heel lastig zijn."
'Ze moeten er oké mee zijn'
"Maar op het moment dat we met de schoonmaak gaan beginnen, dan is het belangrijk dat mensen er helemaal oké mee zijn", vertelt Janssen.
Dus wij gaan niet beginnen eerder dat mensen er oké mee zijn. Want onze overtuiging is dat als mensen zelf willen, het beste werkt. Dat het ook schoon blijft."
In Rotterdam werken ze al zo'n 15 jaar met dezelfde aanpak die erop is gericht ontruiming te voorkomen. "Vervuiling is een symptoom van iets anders", zegt Ruud Janssen.
"Een vervuilde of volle woning is eigenlijk altijd goed op te lossen. Het gaat meer om de problematiek erachter. Die moet je goed in kaart hebben en daarmee moet je aan de gang."
Duidelijk plan nodig
Janssen signaleert wel dat de zorg enorm versnipperd is geraakt. "Terwijl het bij woningvervuiling juist heel belangrijk is om een eenduidig plan te maken", vertelt hij.
De huisarts, GGZ, en huishoudelijke ondersteuning werken vaak niet samen. "Ik zie het ook wel een beetje als onze taak om te kijken hoe we dat netwerk in kaart kunnen brengen en met elkaar kunnen laten samenwerken."
Zorgtekort
Janssen ziet woningvervuiling dus ook als een zorgtekort en niet als iets van handhaving. "Handhaving is natuurlijk het makkelijkst, maar dan heb je dus het symptoom opgelost. Maar niet het probleem daarachter", zegt hij.
"Dus gaan we schoonmaken en zorg inzetten." Afgelopen jaar had Rotterdam slechts 2 gedwongen ontruimingen.
In Amsterdam werd voorheen heel snel ontruimd. Maar dan begon het daarna weer van voren af aan, zegt Schouten. Het besef is ingedaald dat deze mensen hulp nodig hebben. Dat de focus op zorg moet liggen in plaats van op handhaving, beaamt ze.
"Een gedwongen opruiming is eigenlijk iets wat je niet wil, want je traumatiseert mensen ook heel erg. Dan kom je toch in iemand zijn levensplek, dat gaat met een container voor de deur, allemaal mannen die dat huis binnenlopen en gewoon de boel gaan leegtrekken en in die container werpen."
Landelijke gouden standaard
Mede na een rapport van de lokale Ombudsman kantelde in Amsterdam het beeld en werd naast handhaving ook zorg ingezet. Door bijvoorbeeld afspraken te maken met een woningcorporatie. Ook is er een speciaal hulpprogramma, naar die heeft helaas wachtlijsten.
Schouten pleit nu ook voor een landelijke aanpak, want hoewel alle gemeenten er doordrongen van zijn dat er met name zorg nodig is, ontbreekt een eenduidige aanpak. "Rotterdam doet het op een bepaalde manier, Utrechts doet het op een bepaalde manier, en wij ook. En eigenlijk nergens is onderzocht wat werkt; wat is de gouden standaard?"
Vuilzakken tot het plafond, vieze toiletten en ongedierte: enorme toename van vervuilde woningen