De Nederlandse overheid moet ervoor zorgen dat de Nederlandse kalifaatkinderen terugkomen naar huis. Van velen is het lot onzeker. Achterblijvers in Nederland doen een dwingend beroep op de nieuwe minister Grapperhaus “De minister moet zich beseffen dat het om Nederlandse kinderen gaat die hier niet om hebben gevraagd”.
Dat zegt Menno, niet zijn echte naam, die zijn twee kinderen drie jaar geleden voor het laatst zag en sprak. Zijn ex-partner ontvoerde hen naar het kalifaat. Menno is een van de tientallen ouders wiens kinderen in (voormalig-) IS gebied verblijven. EenVandaag sprak hem en andere (groot-) ouders die vinden dat de overheid verantwoording heeft over de ongeveer 80 kalifaatkinderen die ergens in het gebied zijn. Sommigen verblijven met hun ouders in een van de vluchtelingenkampen in Syrië. Van anderen is onzeker waar ze zijn.
De Nederlandse overheid haalt geen mensen op uit strijdgebied. Zij die terugwillen moeten op eigen beweging bij de Nederlandse consulaten in de regio komen in Turkije, Irak, Jordanië of Libanon. Volgens deskundigen is het moeilijk tot onmogelijk vanuit Syrië bij deze consulaten te komen vanwege gevechten. In Syrië zelf is al sinds 2012 geen Nederlandse vertegenwoordiging meer.
Ouders vinden dat deze minderjarige kinderen niet de dupe mogen worden van de beslissingen van hun ouders en de harde lijn van de Nederlandse overheid. Menno: “Je kan niet zomaar zeggen, de moeder heeft foute keuzes gemaakt dus pech. Dat kun je niet maken.”
Zij hebben niet gevraagd: ‘mama, neem mij mee naar Syrië’
Op 29 oktober 2014 ontvoerde Menno’s ex-partner hun kinderen Luca en Aysha, nu 10 en 11 jaar oud. Sinds de dag van hun vertrek heeft Menno niets meer ze gehoord. Via familie hoort hij sporadisch hoe het met ze gaat. Waar ze nu zijn, is onduidelijk.
Menno voelt grote onmacht. “Je weet dat je kinderen ergens zijn, je staat langs de zijlijn, je kunt alleen afwachten. Als je dat zelf overkomt, daar kun je er makkelijker mee omgaan dan je eigen kinderen. Ze moeten niet aan hen komen.” Hij maakt zich grote zorgen over het lot van zijn kinderen.
“De minister moet beseffen dat het om Nederlandse kinderen gaat. Deze kinderen hebben er niet om gevraagd, je hebt als Nederland een plicht om ze proberen terug te krijgen, hoe dan ook,” vindt hij. Hij erkent de risico’s die er zijn. “Maar dat mag niet ten koste gaan van kinderen die er niks mee te maken hebben. Zij hebben niet gevraagd: ‘mama, neem mij mee naar Syrië.”
Klaas: “Haal in ieder geval onze kleinkinderen terug”
Klaas’ dochter Mandy vertrok in 2015 met haar man en drie kinderen naar Syrië: “Toen ze vertrokken deed de overheid niets en nu doen ze ook niets. Samen met een andere ouder ben ik een paar weken geleden bij het ministerie geweest voor een gesprek.”
“Wij willen dat de overheid onze kinderen ophaalt. Veel mensen beschikken niet meer over papieren. Hoe kom je dan zelf bij een consulaat? Ik begrijp dat men er niet op zit te wachten. Maar het gaat ook om onze kleinkinderen. Waarom haal je ze niet terug? Onze kleinkinderen zijn onze prioriteit."
Veel vertrouwen heeft hij niet. ”Minister President Rutte heeft gezegd dat hij liever ziet dat ze daar blijven en sterven. Haal in ieder geval onze kleinkinderen terug. Onze kleinkinderen zijn door hun ouders ontvoerd naar het kalifaat. Een moeder hoort haar kinderen te beschermen. Zij hebben hier niet om gevraagd."
BuZa: af en toe signalen via familie en derden
De Nederlandse veiligheidsdiensten verwachten met het ineenstorten van het kalifaat dat jihadgangers “druppelsgewijs” zullen terugkeren. De NCTV maakte eerder bekend dat ongeveer 10 kinderen terug zijn in ons land, waaronder bijvoorbeeld de jonge kinderen van Laura H.
Het ministerie van Buitenlandse Zaken ontvangt ‘af en toe signalen’ van personen die willen terugkeren uit (voormalig-) IS gebied. Daphne Kerremans van BuZa: “Die signalen krijgen wij van familie en derden.” Het ministerie zal alleen helpen als de hulpvraag ook echt van de persoon zelf komt. “Deze mensen moeten dan wel naar een Nederlandse vertegenwoordiging in de buurt te komen.”
Wanneer zich een gezin meldt op een consulaat, zal via een DNA-tests moeten worden vastgesteld of het om kinderen gaat met een Nederlandse moeder of vader. Volgens het ministerie hebben ze tot nu toe een keer actieve consulaire ondersteuning gegeven bij terugkeer. “Dat was in de zaak van Laura H. en haar twee kinderen”, aldus het ministerie.
Gespecialiseerde pleeggezinnen
Terugkeerder zullen eenmaal in Nederland direct gearresteerd worden. Voor de meegekomen minderjarige kinderen van teruggekeerde Syriegangers staat nu al een heel ‘terugkeerplan’ in de steigers, zegt de Raad voor de Kinderbescherming. Hoe de opvang zal zijn hangt ook af van hoe oud ze de kinderen zijn.
Samen met achterblijvers is de laatste tijd geinventariseerd waar de kinderen van de terugkeerders terecht kunnen. In eerste instantie wordt gekeken of in de naaste omgeving van het kind opvang kan worden geregeld. Voor getraumatiseerde kinderen staan gespecialiseerde pleeggezinnnen klaar. In een uiterste geval zal een kind in een tehuis worden geplaatst.
Reactie minister Grapperhaus
EenVandaag heeft om een reactie gevraagd bij minister Grapperhaus van Justitie die verantwoordelijk is voor deze problematiek. Grapperhaus zei twee jaar geleden nog dat hij vindt dat je de jihadisten moet laten terugkomen om ze hier verantwoording te laten afleggen voor hun daden. Nu hij minister is laat hij weten nu niet te willen reageren. Ook coalitiepartners willen niet reageren op de oproep van de ouders.
Kalifaatkind vanaf 9 jaar vechtklaar gemaakt
Naar nu bekend zijn er zo’n 80 kinderen in IS-gebied met een Nederlandse link. Ze leven er binnen een gezin die de ideologie van IS aanhangt. Een gezinsactiviteit is bijvoorbeeld het bijwonen van een openbare executie.
Ongeveer de helft van deze kinderen is er geboren, zij zijn nog erg jong. Twintig procent van de minderjarigen die daar verblijft is ouder dan negen jaar. Die leeftijd speelt een belangrijke rol omdat kinderen vanaf die leeftijd actief worden getraind om strijder te worden.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.