radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

Na de lockdown beter testbeleid en strenger handhaven: 'We moeten niet dezelfde fouten maken als in de zomer'

Na de lockdown beter testbeleid en strenger handhaven: 'We moeten niet dezelfde fouten maken als in de zomer'
Man laat zich testen op het coronavirus in een teststraat
Bron: ANP

De huidige lockdown hebben we volgens deskundigen te danken aan de manier waarop we uit de eerste zijn gekomen. Ze vinden dat er nu al nagedacht moet worden hoe we het na 19 januari doen: "We moeten niet dezelfde fouten maken als in de zomer."

'Gefaald beleid', noemt oud-hoofdinspecteur van Volksgezondheid en lid van het Red Team Wim Schellekens het zelfs dat we nu weer in een lockdown zitten. "De hamer erop is alleen maar nodig als het aantal besmettingen zo hoog is opgelopen, dan moet je wel." Taak is daarom om nu eerst het aantal besmettingen terug te brengen tot onder de 1250 per dag.

Routekaart volgen

Schellekens vindt dat Nederland zich ondertussen in de lockdownperiode maximaal moet voorbereiden om straks na 19 januari, als het aantal besmettingen sterk is gedaald, weer veilig open te kunnen. "Veilig openen betekent: massaal en frequent preventief testen, goed bron- en contactonderzoek doen en een routekaart aanhouden. Ontstaat er een situatie dat ergens landelijk of in een regio de grens van 1250 besmettingen per dag passeert, dan moeten er aanvullende maatregelen komen."

Op dit moment is de kans dat je een besmetting oploopt 'simpelweg veel groter dan tijdens de zomer'. Voor nu is een lockdown daarom noodzakelijk, vindt Schellekens. "Maar zonder een andere aanpak is er een grote kans dat we over 2 à 3 maanden weer in dezelfde situatie zitten."

Sneltesten

Gezondheidseconoom Jochen Mierau van de Rijksuniversiteit Groningen is het ermee eens. "In de zomer zijn de maatregelen snel versoepeld terwijl de testcapaciteit nog niet op orde was." Bovendien vindt hij de maatregelen van voor de huidige lockdown te vrijblijvend. "Ik vind dat je quarantaine moet kunnen verplichten."

Ook Mierau noemt testen en bron- en contactonderzoek essentieel om het virus eronder te houden: "Door grootschalig gebruik van sneltesten kun je veel beter zicht houden op het virus en sneller actie ondernemen. Je kunt ze gebruiken voor scholen, in de horeca, voor evenementen."

Lees ook

QR-code

Horecaondernemer Khalid Oubaha heeft 18 horecazaken in Arnhem en Nijmegen, restaurants, feestcafés en clubs. Hij is er helemaal klaar mee: "Ondernemers gaan kapot, jongeren vervelen zich dood en worden eenzaam. Deze lockdown was helemaal niet nodig geweest!"

Hij wil de sneltesten op grote schaal inzetten om weer veilig open te kunnen. "Na een negatieve test krijg je een QR-code die 48 uur geldig is. Ben je negatief? Dan kun je naar binnen. Het is eigenlijk een beloning voor goed gedrag. Maar door de stroperige overheid komt het niet van de grond."

Testsamenleving

Ook ondernemersvereniging VNO-NCW ziet uitkomst in veelvuldig en massaal testen. Onlangs presenteerden ze een plan voor een 'testsamenleving'. In drie fases zou Nederland zo weer van het slot kunnen. Om te beginnen moet in regio's met veel besmettingen iedereen worden getest. Heb je een positieve uitslag? Dan ga je in quarantaine. Het virus wordt op die manier in één klap al goed uitgedund, staat in het plan.

Daarna kan er al weer veel meer; er kan 'geleefd worden zoals in de zomer van 2020'. We zouden naar kantoor kunnen en ook toegang tot onder meer horeca, evenementen en theaters is mogelijk. Ook reizen en naar je werk mag weer. Wel is het laten zien van een recente, negatieve test te alle tijden nodig.

Lees ook

Isolatie handhaven

Schellekens ziet wel wat in het sneltesten. "Denk aan scholen, denk aan verpleeghuizen, denk aan studentenflats. Als je daar bijvoorbeeld elke week test, kun je deze groepen virusvrij houden." Toegang tot evenementen en pretparken zou op die manier misschien ook mogelijk zijn, mits je na afname van de sneltest een negatieve uitslag aan kunt tonen en geen klachten hebt.

Erg belangrijk is dat iemand die positief is getest of klachten krijgt, meteen in isolatie gaat. "We moeten de quarantaine minder vrijblijvend maken", vindt Schellekens. "Nu gaan te veel mensen niet in quarantaine. Dat valt of staat met onder meer de handhaving." Dat zag hij ook bij het dragen van een mondkapje: droeg eerst 20 procent het, na het dwingende advies met een boete draagt nu 80 procent een mondkapje. "Elke maatregel die voor de samenleving nodig is waar uiteindelijk geen handhaving aan vastzit, die werkt niet."

Lees ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Kinderen hebben slechte ogen door te veel schermtijd: dit kun je doen om oogafwijkingen te voorkomen

Kinderen hebben slechte ogen door te veel schermtijd: dit kun je doen om oogafwijkingen te voorkomen
Een oogmeting bij een opticien
Bron: ANP

Scrollen op je telefoon, even een appje sturen naar je moeder en tussendoor een serie kijken. Voor veel mensen herkenbaar, maar het brengt ook gevolgen met zich mee. Zo kan het voor permanente oogproblemen en klachten zorgen.

Ook prinses Ariane heeft oogproblemen en dat zou komen door de schermtijd op haar mobiele telefoon. Dat liet koningin Máxima eerder deze week weten tijdens een conferentie. Veel ouders lopen hier in het huidige digitale tijdperk tegenaan, want hoe zorg je ervoor dat je kinderen geen slechte ogen krijgen. En als ze wel bijziend worden, kan je er dan nog iets tegen doen?

Meer kinderen zijn bijziend

Veel oogartsen zien nu meer kinderen die oogproblemen hebben als gevolg van de schermtijd. Oogorganisaties sloegen in oktober al alarm. Zo is in Nederland een op de vijf personen tussen de 5 en 19 jaar bijziend. Onderzoekers leggen een direct verband met een verandering in leefstijl, waarbij kinderen meer op hun mobiele telefoon, laptop of tablet zitten.

En dat is het niet enige, waarschuwen de onderzoekers. Als een kind op jonge leeftijd al bijziend wordt, dan kan dat voor ernstige gevolgen zorgen op latere leeftijd. Ook oogarts en hoogleraar kinderoogheelkunde Caroline Klaver bij het Erasmus MC in Rotterdam waarschuwt over de ernst van bijziendheid.

Oog ontwikkelt tot je 25ste

Klaver legt uit dat hoe eerder een kind bijziendheid ontwikkelt, hoe groter de gevolgen zijn: "Dus hoe eerder je het krijgt, hoe ernstiger het afloopt. Dan kun je bijvoorbeeld min 6 of meer krijgen. En dan zijn de kansen op complicaties later in je leven best wel groot", legt ze uit.

De hoogleraar pleit daarom voor een gezonde leefstijl op de basisschool en dus ook een gezonde omgang met schermtijden. Doordat je ogen nog tot het 25ste levensjaar doorontwikkeld, zijn de jongere jaren volgens haar essentieel voor de groei van het oog. "Bijziendheid ontwikkel je in je jonge jonge jaren. Want dan is je lichaam nog in de groei, en je ogen ook." Op latere leeftijd bijziend worden komt bijna niet voor.

Bekijk ook

Niet alleen dichtbij kijken

Vooral het van dichtbij constant turen naar je scherm en scrollen zijn funest voor je ogen. De oogarts legt uit hoe dat komt: "Als je naar een scherm kijkt, moeten je ogen moeite doen om dichtbij te kijken. En zolang het oog in de groei is, kan het oog een beetje aanpassen." Als je veel van dichtbij kijkt, raken je ogen daaraan gewend en worden ze langer.

Dat lijkt handig, omdat het oog dan makkelijker van dichtbij kan zien. Maar het heeft volgens Klaver als gevolg dat in de verte kijken moeilijker wordt. Je hebt dan een min-bril nodig om naar een scherm te kijken. Hierdoor ontstaat bijziendheid. "En dus moet je in de jonge jaren juist niet zo heel veel dichtbij kijken. Je moet het vooral afwisselen met in de verte kijken, zodat het oog ook minder de neiging heeft om langer te worden en dus bijziend te worden."

Blijvende schade

Ze benadrukt nogmaals dat het heel belangrijk is. Want als het oog eenmaal bijziend is, kan het niet weer krimpen. Je kan de schade dus niet terugdraaien. Wat je volgens Klaver wel kan doen als je eenmaal bijziend bent, is om te zorgen dat het niet erger wordt.

Hoewel het niet op de minuut neerkomt, adviseert Klaver wel om goed te letten op de schermtijd. Zo noemt ze de 1-2-3-regel: "Dat betekent dat kinderen tot 5 jaar niet langer dan een uur per dag schermtijd mogen hebben, kinderen tot 10 jaar niet langer dan twee uur per dag en tieners tot 15 jaar niet langer dan drie uur per dag."

Bekijk ook

Buitenspelen en verder weg kijken

Wat kun je dan zelf doen als kind of jongere om oogproblemen zoveel mogelijk te voorkomen? Klaver vertelt dat het belangrijk is om genoeg buiten te zijn en dat je het dichtbij kijken afwisselt met in de verte kijken. Dit wordt ook wel de 20-20-2 regel genoemd: na 20 minuten dichtbij kijken moet je 20 seconden in de verte kijken en groeiende ogen hebben ook 2 uur per dag daglicht nodig.

"Als je dat doet, groeit je oog als een normaal oog en zal je geen brilletje nodig hebben. Al dat schermgebruik bij kinderen is niet gezond. Het is niet gezond voor de ogen, ook niet gezond om allerlei andere redenen. Het is belangrijk dat we ons daar bewust van zijn en het beperken", sluit ze af.

Kinderen hebben slechte ogen door te veel schermtijd: dit is wat je kunt doen om oogproblemen te voorkomen

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Dierverzorger Saia maakt zich grote zorgen nu vogelgriep meer om zich heen grijpt: 'Worden niet serieus genomen door overheid'

Dierverzorger Saia maakt zich grote zorgen nu vogelgriep meer om zich heen grijpt: 'Worden niet serieus genomen door overheid'
Dierenverzorger Saia Hendrickx van Vogelzorgcentrum De Houtsnip in Hoek van Holland
Bron: EenVandaag

Niet alleen in Amerika, ook in Nederland grijpt de vogelgriep om zich heen. Het virus treft nu vooral wilde ganzen. Dierenwelzijnsorganisaties die worden gebeld om zieke dieren op te halen maken zich zorgen. "Worden niet serieus genomen door de overheid."

Een mondkapje, een pak, handschoenen, schoenhoezen en een beschermbril. Dat trekt Saia Hendrickx van Vogelzorgcentrum De Houtsnip in Hoek van Holland elke keer aan als de dierenambulance weer een zieke vogel komt brengen.

Van dier op mens

Allemaal om zichzelf te beschermen tegen de vogelgriep. "Vogelgriep is een ziekte die van dier op mens kan overgaan. Als ik een beetje grieperig ben en ik kom in contact met een besmette vogel, dan kan dat gaan muteren en kan de pleuris uitbreken", vertelt ze daarover.

De angst zit er goed in bij De Houtsnip. In 2022 werd het vogelzorgcentrum geruimd omdat er vogelgriep heerste. "Ik heb toen zelf heel veel slachtoffers ingeslapen en uiteindelijk bleef er een groep over. Die waren negatief getest, maar werden toch ingeslapen door de NVWA. Dat laat je nooit meer los en wil je niet meer meemaken."

Uitbraak neemt toe

Een besmetting van vogel op mens is nog niet in Nederland voorgekomen. Maar in de VS overleed vorige maand een persoon na een besmetting door kippen en wilde vogels in zijn achtertuin. Daarom is Hendrickx alert. Iedereen die haar vogelzorgcentrum binnenkomt moet zich ontsmetten en alle werknemers hebben hun eigen afdeling waar zij werken en mogen niet zomaar naar een andere afdeling.

"Op dit moment is de uitbraak weer in alle hevigheid aan het toenemen", reageert Hendrickx. Dat zorgt voor enorme onrust bij haar. "De adrenaline giert door je lijft. Je bent bang om het binnen te krijgen."

Niet serieus nemen door de overheid

Verhalen zoals die van Hendrickx hoort Daniella van Gennep van Stichting Dierenlot nu dagelijks. Zij vertegenwoordigt een groot deel van dierenhulpverleners in Nederland, waaronder dierenambulances, opvangcentra en dierenasielen.

"Soms vindt één dierenambulance wel 200 dieren op 1 dag. En dat zijn vooral vogels op dit moment, maar ook vossen en andere zoogdieren. We maken ons gewoon zorgen omdat die hulpverleners op dit moment niet echt serieus worden genomen door de overheid als het gaat om vogelgriep."

Financiële compensatie

Daarmee doelt Van Gennep op financiële compensatie voor de dierenhulpverleners. Zo moeten zij dode en zieke vogels ophalen en persoonlijke beschermingsmiddelen aanschaffen. Na de vorige uitbraak wilde een meerderheid van de Tweede Kamer dat de overheid zou kijken naar een structurele manier om in deze kosten tegemoet te komen. Maar de minister liet 6 februari weten dat die er op dit moment niet komt, omdat de uitbraak nog niet hevig genoeg is.

"Ik wil heel graag dat de overheid de dierenhulpverlener serieus neemt. Weliswaar hebben ze formeel geen rol als het gaat om het opruimen van dode dieren. Maar wie bel je als je een dier in nood ziet? Dan bel je de dierenambulance en dat gebeurt dus in de praktijk."

Bekijk ook

'Overheid moet in actie komen'

Van Gennep vraagt om actie van de overheid: "zorg minimaal voor veiligheid van al die vrijwilligers. Die lopen risico maar daar moeten ze zelf voor opdraaien. Zelfs de griepprik die enigszins bescherming biedt, moeten ze zelf betalen", legt ze uit.

Van Gennep beaamt dat het inderdaad nog niet zo erg is als in 2021 en 2023. "Maar", voegt ze daaraan toe, "wat er nu gebeurt in Amerika is wel veel erger dan toen. Wij willen gewoon dat je voorbereid bent."

Wie is verantwoordelijk voor het opruimen?

Het opruimen van dode dieren gebeurt volgens beide hulpverleners nu niet altijd. "Ik ben niet verplicht om die op te gaan halen", zegt Hendrickx. "Maar ik doe het wel, omdat ik niet wil dat andere in het wild levende dieren dat eten, want dan zijn zij ook besmet."

"De verantwoordelijkheid ligt bij degene van wie het terrein is waar het dier neerstort", vult Van Gennep aan. "Maar ja, vaak weet het grote publiek niet van wie het terrein is." Vogels dood in de achtertuin liggen, moeten door de eigenaar van de woning zelf worden opgeruimd. "Die mag je in de vuilnisbak doen en dan mag je je handen wassen met een sopje. Dan is het volgens het ministerie goed genoeg. Nou, daar zet ik dikke vraagtekens bij."

Bekijk ook

Teleurgesteld

Van Gennep heeft vandaag nog spoedoverleg gehad met beleidsmedewerkers op het ministerie van Volksgezondheid en het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur. Maar een toezegging voor financiële compensatie kwam er niet.

"Ik heb de minister gehoord in het debat vorige week en zij zei: 'de overheid is geen pinpas'. Dat doet echt pijn bij de dierenhulpverleners en dat merk je ook wel. Zij voelen zich niet serieus genomen, terwijl dat wel moet."

Partij voor de Dieren wil actie van minister

Volgens Hendrickx is er niets veranderd bij de overheid na de grote uitbraken in 2021 en 2023. "Wanneer worden ze wakker? Wat gebeurt er als er straks een pandemie uitbreekt?", vraagt ze zich af. "Dan zijn ze te laat en hebben ze bloed aan hun handen."

De Partij voor de Dieren neemt geen genoegen met de antwoorden van de minister. De partij gaat Kamervragen stellen en wil dat de minister alsnog over de brug komt met geld om dierenhulporganisaties te beschermen tegen vogelgriep.

Dierverzorger Saia maakt zich grote zorgen nu vogelgriep meer om zich heen grijpt: 'Worden niet serieus genomen door overheid'

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant