radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

Ministerie negeerde 'desastreus' stikstofadvies zodat bouwprojecten gewoon door konden gaan

Ministerie negeerde 'desastreus' stikstofadvies zodat bouwprojecten gewoon door konden gaan
Cora van Nieuwenhuizen in de Tweede Kamer
Bron: ANP

Het ministerie van Infrastructuur heeft een belangrijk stikstofadvies naast zich neergelegd, omdat het vergunningen voor wegen en andere infrastructuurprojecten in gevaar zou brengen. Dat argument werd verzwegen voor de Tweede Kamer.

Dat blijkt uit documenten die openbaar zijn gemaakt, bijna een jaar na een Wob-verzoek van EenVandaag.

Oneerlijk

Onder het oude stikstofbeleid, dat in mei 2019 bij de Raad van State strandde, werd de stikstofneerslag van wegverkeer anders berekend dan die van andere uitstoters, zoals stallen en fabrieken. Waar bijvoorbeeld een boer zijn stikstofneerslag onbeperkt, tot wel over honderden kilometers, moest uitrekenen, werd de uitstoot van verkeer na 5 kilometer afgekapt.

Een adviescommissie, onder leiding van emeritus hoogleraar Leen Hordijk, vond dit oneerlijk en adviseerde te stoppen met het anders behandelen van verkeer. Ook oordeelde de commissie Hordijk in juni 2020 dat het stikstofrekensysteem van de overheid niet geschikt was voor vergunningverlening. Omdat de stikstofneerslag van een uitstoter heel gedetailleerd in beeld moet worden gebracht, terwijl de onzekerheid over de uitkomsten groot is.

Bekijk ook

Desastreuze consequenties

Uit de onlangs vrijgegeven Wob-stukken blijkt dat het ministerie van Infrastructuur zich hevig verzette tegen de adviezen van Hordijk. In een interne nota wordt gewezen op 'desastreuze consequenties als deze aanbeveling zomaar overgenomen wordt'.

Het ministerie was bang dat lopende vergunningen waarin het gebruik van de 5 kilometer afkap werd gebruikt en verdedigd, in gevaar zouden komen. Zo liep er op dat moment een procedure over het verlengen van de A15 bij Arnhem. Onzekerheid over de stikstofberekeningen zou koren op de molen zijn voor tegenstanders die het project aanvochten, onder meer omdat het dwars door een Natura2000-gebied wordt aangelegd.

Stil komen te liggen

Het advies dat ambtenaren aan toenmalig minister Van Nieuwenhuizen daarom geven is als volgt: "Ronduit pal achter het instrument (voor stikstofberekeningen, red.) blijven staan en daarin vertrouwen blijven uitstralen."

De ambtenaren voegen toe dat 'nu twijfel toelaten ertoe zal leiden dat vergunningverlening stil komt te liggen'.

Bekijk ook

Blijvende ophef

De zorgen over de vergunningverlening worden niet met de Tweede Kamer gedeeld. In een in oktober 2020 verschenen kabinetsreactie op het advies van Hordijk wordt er met geen woord over gerept.

Uit de stukken wordt duidelijk dat het ministerie van Infrastructuur zwaar in zijn maag zat met het rapport. 'Het geeft blijvende ophef' en 'er is veel negativiteit', schrijven ambtenaren in e-mails. Opmerkelijk is ook dat het ministerie zich sturend opstelt richting het RIVM, dat op dat moment vragen van EenVandaag over de rekenmethodes beantwoordt.

Bekijk ook

Harde eisen

Kort voordat de kabinetsreactie op Hordijk verschijnt, blijkt er onenigheid te zijn tussen de betrokken ministeries. Zo wil het ministerie van Infrastructuur vasthouden aan de 5 kilometer afkap voor verkeer, maar constateren ambtenaren dat het ministerie van Landbouw en Natuur 'lijkt te draaien' en 'ook RIVM zijn rug niet recht houdt'.

Er volgt een gesprek tussen ministers Schouten van Landbouw en Natuur en Van Nieuwenhuizen van Infrastructuur. In een voorbereidende gespreksnota adviseren ambtenaren harde eisen te stellen. "Nodig is dat de minister van LNV haar vertrouwen uitspreekt in de huidige werkwijze en op geen enkele wijze de suggestie wekt dat deze heroverwogen wordt."

Bekijk ook

Onder vuur

Uiteindelijk kiest het kabinet er voor de 5 kilometer afkap voor verkeer in stand te houden en het RIVM onderzoek te laten doen naar alternatieven. Maar in januari 2021 haalt de Raad van State de afkap onderuit in een procedure over de verlengde A15.

In de zomer voert het kabinet vervolgens een stikstofgrens van 25 kilometer voor alle soorten uitstoters in. Maar ook deze methode ligt inmiddels onder vuur bij de rechter. Als de nieuwe rekenmethode sneuvelt kan dat opnieuw grote gevolgen hebben voor de vergunningverlening. Een uitspraak van de rechter wordt na de zomer verwacht.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Waarom zorgreservisten zoals Bart hard nodig zijn om medische tekorten in tijden van crisis op te vangen

Waarom zorgreservisten zoals Bart hard nodig zijn om medische tekorten in tijden van crisis op te vangen
Zorgreservist Bart Hilt
Bron: EenVandaag

Bij een crisis of ramp kan medisch personeel schaars zijn. Om dat op te vangen, gaat Defensie samenwerken met de Nationale Zorgreserve. Hoe versterken dit soort initiatieven de weerbaarheid van Nederland? "Overheid kan het niet meer alleen aan."

Zorgreservisten kunnen nu worden ingezet als Defensiepersoneel naar het buitenland moet, bijvoorbeeld bij een oorlogsdreiging. Het zijn gediplomeerde vrijwilligers, vaak oud-zorgmedewerkers, die zichzelf aanmelden en op momenten van crisis worden opgeroepen om bij te springen.

Coronacrisis

Bart Hilt is zo'n zorgreservist. Hilt heeft onder andere bij de brandweer, ambulance en huisartsenpost gewerkt. Hij werd voor het eerst ingezet tijdens de coronacrisis.

"Toen was er een oproep via Facebook en daar heb ik toen op gereageerd", legt hij uit. "Er werd gekeken in welke regio je woonde en welke ziekenhuizen mensen nodig hadden. En toen ben ik ondersteunend geweest aan de verpleging."

'Samenwerking goed idee'

De samenwerking tussen Defensie en de Nationale Zorgreserve is volgens Hilt dan ook een goed idee. "Als je kijkt naar alle brandhaarden die we in de wereld hebben, kan je er op deze manier echt voor elkaar zijn."

Middenin de coronacrisis wordt het Nationale Zorgreserve opgericht, als burgerinitiatief, legt directeur Charlotte de Schepper uit. "Een aantal burgers dacht toen, 'goh, steeds meer mensen worden ziek, maar ook steeds meer hulpverleners worden ziek. Hoe kunnen wij helpen?' En die hebben de handen ineengeslagen." Inmiddels wordt het gefinancierd door het Ministerie van Volksgezondheid.

Bekijk ook

Tekort opvullen

Mocht Defensie beroep doen op de zorgreservisten, zijn ze puur bedoeld als achtervang.

"Wij worden dan niet uitgezonden naar het buitenland. Maar de medisch specialisten van het leger wel, waardoor er een tekort is aan medisch personeel in de bases van Defensie. En die plaatsen gaan wij dan opvullen", legt Hilt uit.

Voordelen burgerinitiatief

Ook Jaap Donker, directeur van de veiligheidsregio Utrecht, ziet de voordelen van het initiatief.

"Als Defensie in het buitenland meer moet doen en de situatie hier schaars is, of als we bijvoorbeeld slachtoffers vanuit het buitenland moeten verzorgen, hebben we iedereen keihard nodig."

'Overheid kan het niet meer alleen'

Het is volgens Donker duidelijk waarom dit nu van belang is. Het gaat daarbij ook niet om de zorg alleen, legt hij uit.

"Op dit moment zie je dat de kans op een lange stroomuitval, of een natuurbrand heel reëel is. Dat willen we niet, maar we moeten ons voorbereiden." En dat kan de overheid niet meer alleen. "We staan voor ongekende uitdagingen, daarbij hebben we mensen nodig die initiatief nemen."

Waarom zorgreservisten zoals Bart hard nodig zijn om medische tekorten in tijden van crisis op te vangen

Bekijk ook

Zelfredzaam worden

De samenwerking is één stap richting het verbeteren van onze zelfredzaamheid. Maar er is werk aan de winkel op het gebied van weerbaarheid, ziet Donker.

"We zijn gewend dat als er iets misgaat, dat de overheid komt helpen. Maar we zien dat de risico's die we lopen zo groot zijn, dat kan de overheid niet aan. We moeten zelf en samen redzaam worden."

Onvoldoende voorbereid op crisis

Nederlanders voelen de urgentie nog onvoldoende, volgens Donker. "We zijn opgevoed met het idee dat het nooit meer oorlog zou worden en dat alles goed gaat, maar we moeten ons voorbereiden op andere scenario's."

Vandaag presenteerde de Europese Commissie plannen die ertoe moeten leiden dat de Europese Unie voorbereid is op verschillende soorten crises.

Krachten lokaal bundelen

Maar hoe? Volgens Donker ligt de kracht ook vooral in dit soort initiatieven. "Gelukkig zijn er veel instanties die daarbij helpen. Mochten mensen willen bijdragen, meld je dan, zodat we de initiatieven aan elkaar knopen en ons kunnen voorbereiden op iets wat hopelijk nooit voorkomt."

Donker zet zich vooral op lokaal niveau in. "Als de stroom er bijvoorbeeld lang af ligt, hebben mensen behoefte aan informatie." Dat zou in de vorm van lokale 'noodsteunpunten' gerealiseerd kunnen worden. "We willen op logische plekken in de samenleving, zoals brandweerkazernes, een stemlokaal of een buurthuis, dat mensen daar terecht kunnen in nood."

Bekijk ook

Kijk naar elkaar om

We zullen het uiteindelijk vooral met elkaar moeten doen, zegt zorgreservist Bart Hilt. "Ik zie het als een soort roeping. Elkaar ondersteunen en elkaar helpen. Daar waar het tekort is, moet je elkaar aanvullen."

Ook Jaap Donker zegt: "We moeten ook kijken hoe het met de buurman of kwetsbaren in de straat is. Hoe kunnen we samen de schouders eronder zetten? Hoe kunnen we in donkere periodes elkaar hier doorheen loodsen?"

Beter voorbereid dan achteraf problemen

Toch hoopt Hilt binnenkort nog niet ingezet te worden. "Dat zou het mooiste zijn. Hoe minder dat we nodig zijn, hoe beter het eigenlijk is. Maar ja, je kan beter zorgen dat je iets achter de hand hebt, als dat je te laat bent en je in de problemen raakt."

Tot nu toe hebben 4.000 zorgprofessionals zich gemeld bij de Nationale Zorgreserve. Ze hopen te groeien naar een bestand van zo'n 5.000 mensen.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant