De kans op een terroristische aanslag in Nederland blijft reëel. Dat zegt de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV). Er zijn specifiek zorgen over de online radicalisering van jongeren.
Het gaat zowel om jongeren vanuit extreemrechtse als jihadistische hoek, laat de NCTV vandaag weten in zijn nieuwe Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN). Dat is een tweejaarlijkse analyse van de belangrijkste ontwikkelingen op het terrein van terrorisme en gewelddadig extremisme.
Jonge extremisten
"Deze analyse bevestigt het beeld dat er een aantal groepen in Nederland extremistische dreiging kunnen vormen", zegt strategisch analist Gerben Bakker van het Haags Centrum voor Strategische Studies (HCSS).
Twee ontwikkelingen die de NCTV noemt springen eruit, wat Bakker betreft. "Ten eerste dat er een verjonging plaatsvindt, net als in de landen om ons heen. Er gaat meer extremistische geweldsverheerlijking, maar ook meer geweldsdreiging uit van hele jonge extremisten. Dan heb ik het echt over tieners van 13, 14, 15 jaar."
Bekijk ook
Online manifesten
Wat Bakker daarnaast opvalt is dat online omgevingen zich goed lenen voor het verspreiden van 'haatboodschappen'. "Denk aan manifesten waarin opgeroepen wordt om chaos of geweld te veroorzaken in de samenleving."
Ook 'gamificatie', het gebruiken van speeltechnieken om gedrag te sturen, speelt een rol, vertelt hij. "Denk aan spelomgevingen zoals 'first-person shooters' (een videogame waarin degene die het speelt het wapen bedient, red.) waarin terroristische daden met elkaar online worden nagespeeld. Om zo mensen warm te maken voor geweld."
Roblox
Een ander voorbeeld van zo'n online spelomgeving is het platform Roblox, dat veel gebruikt wordt door jonge kinderen. "Met dat gameplatform kun je alle online omgevingen bouwen die je wilt, dus ook omgevingen waarin geweld wordt verheerlijkt. Elke haatideologie kan zo worden verpakt in een game omgeving."
Een van de gevaren van zo'n haatideologie 'verpakken' in een spel, is dat het de spelers ervan uiteindelijk minder gevoelig maakt voor waar die ideologie in de echte wereld voor staat.
Bekijk ook
Confronteren met geweld
Bakker vindt dat zorgwekkend. "Jongeren zijn over het algemeen gevoeliger voor haatboodschappen dan volwassenen. Zeker kwetsbare jongeren die sociaal geïsoleerd zijn, zijn vatbaarder voor dit soort ideologieën. En die vinden hierin soms herkenning. Ook wat betreft hun eigen maatschappijvisie, die zich negatiever heeft ontwikkeld dan die van leeftijdsgenoten", legt hij uit.
"Als je bij deze jongeren al in een vroeg stadium een zaadje plant, ze bewust confronteert met een vorm van geweld, dan krijg je op een gegeven moment gewenning aan dat geweld. En dat kan tot vervelende uitkomsten leiden." Vooral in rechts-extremistische groepen komt dit veel voor, vertelt de filosoof en veiligheidsethicus.
'TikTok-jihadisten'
Naast rechtsextremisme is ook jihadisme een probleem onder bepaalde jongeren, ziet Bakker. "Die pakken het wel net iets anders aan. Denk aan de zogenoemde 'TikTok-jihadisten'. Dat is een generatie jongeren die via social media aangesproken worden door het jihadistisch gedachtengoed."
"We weten bijvoorbeeld dat terreurgroep IS en daaraan gelieerde organisaties heel actief propaganda verspreiden via sociale kanalen. Dat gaat over landsgrenzen heen."
Bekijk ook
Meer bevoegdheden voor de politie
Maar het blijft niet alleen online. "Je ziet in dat online kanalen het mogelijk maken om je offline sneller ad hoc te organiseren. Dus op het moment dat er een aanleiding is om de straat op te gaan, kun je dat via online kanalen razendsnel organiseren."
En dat kan niet altijd op tijd worden opgemerkt, volgens Bakker. "We hebben in Nederland maar beperkte bevoegdheden van de veiligheidssector om met mensen mee te kijken op online kanalen zoals Telegram. Daar is op dit moment veel discussie over. Er wordt in de politiek veel gesproken over het verruimen van bevoegdheden, zodat de politie beter kan meekijken in online kanalen."
Preventief handelen
Bakker vindt het terecht dat die bevoegdheden onder de loep worden genomen. "Die zijn een beetje verouderd, waardoor het toch lastiger is om bijtijds te kunnen zien of iemand radicaliseert. Vaak gebeurt dat nu pas op het moment dat we al geruime tijd weten wat er gaande is. Dat maakt het lastig om preventief te handelen."
De expert denkt dat er ook een rol ligt bij de samenleving, bij ouders. "We zien vaak bij zaken met extremistische eenlingen dat de ouders helemaal van niks wisten. En dat is natuurlijk onwenselijk."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.