Chris Laarhoven ging in de jaren 80 op uitzending naar Libanon en maakte daar verschrikkelijke dingen mee. Hij werd pas jaren later gediagnostiseerd met PTSS en vecht nu al 6 jaar voor een schadevergoeding. "Zo moeilijk kan het toch niet zijn?"
Veteranen die letsel hebben opgelopen tijdens hun uitzending kunnen een beroep doen op de Regeling Volledige Schadevergoeding (RVS) van Defensie. Maar deze procedure zou 'te lang en ingewikkeld zijn'. Met die conclusie komen de Algemene Rekenkamer en Veteranenombudsman vandaag.
Missie naar Libanon
Ook veteraan Chris Laarhoven hoopt uiteindelijk via de RVS een uitkering te krijgen. Inmiddels duurt het al meer dan zes jaar.
Begin jaren 80 ging hij op missie naar Libanon, waar hij ambulancechauffeur was. Hij vertrok met het idee dat hij daar mensen ging helpen bij een vredesmissie maar kwam terecht in een gebied met tientallen strijdende partijen en een dreigende burgeroorlog.
Executies
"Er gebeurden rare dingen en waren veel meer geweldsuitbarstingen", vertelt Laarhoven over zijn tijd in Libanon. Hij was één van de bijna 9.000 militairen die onderdeel uitmaakten van de United Nations Interim Force in Lebanon (UNIFIL). Het was een VN-vredesmacht die tussen 1979 en 1985 de orde moest bewaken in Zuid-Libanon nadat Israël het land was binnengevallen.
We werden niet goed op de hoogte gehouden en dat bracht veel onrust, gaat de veteraan verder. Zo waren er schermutselingen en executies. "Iraakse strijders in ons dorp gedroegen zich vervelend. De plaatselijke bevolking, dat waren ook allemaal strijders, die hadden er genoeg van en hebben toen de Iraakse troepen vermoord." Laarhoven vertelt dat hij de verdwenen lijken moest opsporen en terugbrengen.
Bekijk ook
Lijken in de ambulance
Het was volgens de veteraan een heel karwei om lichamen op te sporen. "Je had geen handschoenen en zag de kogels in het gezicht. Daar sta je dan. We hebben die gasten ingeladen in de ambulance maar ze pasten er niet eens in."
Tijdens die rit, midden in de nacht, onder begeleiding van de Verenigde Naties, herinnert hij zich vooral al die mensen langs de kant van de weg. "Zij waren hysterisch, veel geschreeuw. Daar kan ik nu nog steeds heel slecht tegen."
Tolk vermoord
Laarhoven voelde zich in die tijd helemaal niet goed voorbereid. "Ik werd door de bevolking als dokter gezien, maar ik was slechts hospik. Dus ik moest allerlei diagnoses stellen waarvoor ik helemaal niet was opgeleid."
De druppel die de emmer deed overlopen was de executie van zijn tolk Yasser. Een 16-jarige jongen die Engels sprak. "Hij bracht mij naar mensen die hulp nodig hadden, maar werd toen zelf geëxecuteerd."
Bekijk ook
Terug in Nederland
Toen Laarhoven na zes maanden terugkeerde naar Nederland, probeerde hij zijn leven weer op te pakken. Hij begon met een opleiding en ging met zijn vrienden naar de kroeg.
"Soms wil je wat vertellen en dan denk je: 'ik kan dit niet vertellen'. Ik heb het wel eens geprobeerd. Dan vertelde ik over de dode mensen, over hoe het ruikt en hoe het voelt en hoe shit het is. En dat kwam dan niet aan. Ze konden het niet bevatten. Dus ik dacht: 'hup, wegstoppen, wegstoppen'. Dat kan ik heel goed, tot op de dag van vandaag."
PTTS
Tijdens een reünie van Defensie in 1986 hoort hij voor het eerst over PTSS. "Daar struikelden we over om het te kunnen uitspreken. PTT, PTTS, daar werden grappen over gemaakt. En ik deed daar keihard aan mee. 'Dat is voor watjes, dat heb ik niet'."
Maar inmiddels begon zijn omgeving wel door te krijgen dat het niet goed met Laarhoven ging. Hij begon na zijn terugkeer aan een opleiding die hij niet afmaakte, startte een restaurant dat uiteindelijk failliet ging, ging aan de drank en de beelden van de Golfoorlog in 1990 maakten veel los. Hij vertrok uit Limburg naar Zuid-Holland en begon rond zijn 40ste met een opleiding tot supermarktmanager.
Op kantoor huilen
"De stress werd hoog. Maar ik ben doorgegaan met werken en heb mijn opleiding afgemaakt. Maar allemaal in een soort reservetijd: 'ik moet, ik moet, ik moet. Ik wil carrière maken en dat ga ik doen'." Vlak voor Laarhoven zijn eigen filiaal zou krijgen, kwam het breekpunt.
"Ik kon niet meer. Ik ben weggelopen en heb op kantoor zitten huilen met mijn deur op slot. Ik heb het hoofdkantoor gebeld en gezegd dat ik ziek was en over drie weken zou terugkomen, maar ik ben nooit meer teruggekomen."
Bekijk ook
Schadevergoeding
Daarna volgde hij verschillende therapieën, werd opgenomen in psychiatrische instellingen en leefde van zijn Militair InvaliditeitsPensioen (MIP). Begin 2018 hoort hij van de Regeling Volledige Schadevergoeding.
"Ik heb altijd gezegd, ik wil waar ik recht op heb. Niets meer en niet minder. Ik ben niet zielig, maar als ik naar anderen kijk dan denk ik wel: ik had mijn kinderen en mijn vrouw een beter leven kunnen geven. Het ging allemaal wel, maar toen dacht ik, nee ik wil toch die schadevergoeding."
Veel papierwerk
Nu, 6 jaar later is hij nog steeds bezig. "We zitten nu in de afrondende fase en het gaat over de kleinste dingen. Ik ben al zes jaar bezig om dossiers bij elkaar te zoeken die ik moet lezen en waarvoor ik me niet kan concentreren. Dan moet ik ze tien keer lezen en die stuur ik door naar mijn advocaat. Daar komen weer vragen bij en zo blijf je bezig. Het hele huis ligt vol met papier."
Laarhoven: "Ik word er gek van en dan denk ik bij mezelf, zo moeilijk kan het toch niet zijn?"
'Stukje menselijkheid ontbreekt'
Hij mist ook vooral een stuk menselijkheid. "Bij de schaderegeling staat een heel lang nummer en dat ben ik. Dat maakt me soms kwaad en boos. Er is hier in 2019 één keer iemand geweest van Defensie, de landsadvocaat. Die heb ik gesproken en ik was helemaal opgefokt. Alsof ik voor een tribunaal zat. Daarna heb ik nooit meer wat van ze gezien of gehoord."
De veteraan roept de minister op om aan de slag te gaan met de adviezen van de Algemene Rekenkamer en de Veteranenombudsman. "In de brieven van Defensie staat vaak: 'U was er voor ons land en wij zijn er voor u'. Nou dan mogen ze het ook laten zien. Het is niet zo moeilijk. Kom op, even doorpakken en aan de slag!", sluit Laarhoven af.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.