radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

Kunnen burgers straks écht wetten tegenhouden? En andere vragen over het correctief bindend referendum beantwoord

Kunnen burgers straks écht wetten tegenhouden? En andere vragen over het correctief bindend referendum beantwoord
Betogers demonstreren bij de Tweede Kamer voor een bindend correctief referendum
Bron: ANP

Kiezers die aangenomen wetten kunnen terugdraaien? Dat kan met een correctief referendum. Gisteren stemde een meerderheid in de Tweede Kamer voor een grondwetswijziging die zo'n referendum mogelijk maakt. We vroegen wat jullie hierover wilden weten.

Jullie vragen worden beantwoord door hoogleraar politicologie Tom van der Meer van de Universiteit van Amsterdam (UvA).

1. Wat is een correctief referendum?

"Een correctief referendum is een referendum waarbij mensen een door de Kamer aangenomen wet kunnen terugdraaien", zegt Van der Meer. "En in het voorstel dat nu op tafel ligt, gaat het om een bindend referendum dat door burgers zelf wordt geïnitieerd."

We hebben in Nederland recent twee referenda gehad: in 2016 over Oekraïne en in 2018 over de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Dit waren beide raadgevende referenda, waar het parlement niet verplicht is te handelen naar de uitslag.

Bij een bindend correctief referendum is het parlement dat wel. "Als een meerderheid in het referendum tegen de nieuw aangenomen wet stemt én het referendum de verplichte drempel haalt, wordt de wet in die vorm niet ingevoerd. Wel kan het parlement met de regering proberen een aangepast wetsvoorstel in te voeren."

Hoogleraar politicologie Tom van der Meer
Bron: EenVandaag

Hoogleraar Tom van der Meer maakte in 2017 en 2018 deel uit van een staatscommissie die het parlementair stelsel onderzocht. Die deed onder leiding van Johan Remkes een reeks voorstellen om de democratie weer bij de tijd te krijgen. Naast een Constitutioneel Hof en een aanpassing van het kiesstelsel stelden ze ook voor om een bindend correctief referendum in te voeren.

2. Wie kan het initiatief voor zo'n referendum nemen, alleen de politiek of juist ook burgers?

Van der Meer legt uit dat het initiatief voor dit type referendum bij de burgers ligt. "Dit is een correctief referendum, wat betekent dat het pas kan worden ingezet nadat het parlement al een besluit heeft genomen. Het volk krijgt de kans om, bottom-up, een referendum te starten. Het is als een soort noodrem die burgers kunnen gebruiken."

Hij benadrukt het verschil met andere referenda waar mensen vaak aan denken. "Dan gaat het bijvoorbeeld over het referendum waarmee Erdogan zichzelf meer macht gaf, over het Catalaanse streven naar onafhankelijkheid, over het Brexit-referendum. Dat waren allemaal referenda die door een regering, premier of een president werden georganiseerd. In die gevallen werd het parlement vaak gepasseerd. Dit voorstel is precies het tegenovergestelde."

info

Meerderheid in Tweede Kamer

Gisteren stemde de Tweede Kamer over een voorstel van de SP voor een correctief bindend referendum. Het voorstel werd (tijdens deze kabinetsperiode) verdedigd door SP-Kamerlid Michiel van Nispen.

Om een correctief bindend referendum mogelijk te maken, is een wijziging van de Grondwet nodig. Om die reden moeten beide Kamers twee keer, met daartussen verkiezingen, voor het voorstel stemmen. Voor de laatste verkiezingen is dat al een keer gelukt. Nu is gisteren het voorstel opnieuw in de Tweede Kamer aangenomen, met een tweederde meerderheid. De Eerste Kamer moet nog stemmen.

3. Voor welk probleem is dit wetsvoorstel een oplossing?

Soms komt het parlement met een nieuwe wet, waar vele kiezers op tegen zijn. Op dit moment kunnen zij daar dan weinig tegenin brengen. "Als dit wetsvoorstel erdoorheen komt, kunnen burgers een referendum organiseren wanneer zij het écht niet eens zijn met een bepaalde nieuwe wet. Dat komt vooral voor bij thema's die bij de verkiezingen niet bovenaan stonden, maar waar kiezers toch sterke opvattingen over blijken te hebben. In het verleden hebben we dit gezien rond kwesties met de EU, met abortus, met privacy, bijvoorbeeld", vertelt Van der Meer.

De kiezer heeft natuurlijk een volksvertegenwoordiging gekozen, maar al die eigen losse voorkeuren worden in één stem samengevat. Daardoor is er een wiskundige zekerheid dat in het parlement op sommige onderwerpen meerderheden ontstaan die echt niet de bedoeling zijn geweest van de kiezers, vertelt van der Meer. "En daarom willen voorstanders van een correctief referendum dat de kiezer in staat is daar iets tegen te doen."

Een andere reden voor het wetsvoorstel is de brede steun van kiezers. "De steun voor een bindend referendum is groot, aanzienlijk groter dan de groep tegenstanders", zegt Van der Meer. "In het verleden zijn er ook al vaak voorstellen geweest, daarom is het logisch dat voorstellen voor een correctief referendum telkens opnieuw in stemming worden gebracht", zegt de hoogleraar.

"Het is extra interessant dat de steun er vooral is onder mensen met een meer praktische opleiding. Terwijl de meeste democratische inspraakavonden worden gedomineerd door hoger opgeleiden, komen bij een referendum mensen met alle opleidingsniveaus in bijna even grote getalen opdagen. In een democratie die over het algemeen beter werkt voor welgestelde mensen die een hogere opleiding hebben gevolgd, is een dergelijk referendum dus een manier om daar iets meer gelijkheid in te krijgen."

Bekijk ook

4. Hoe bindend is het echt? Is dit ook afhankelijk van het opkomstpercentage?

"Als een referendum wordt georganiseerd, dan is de uitslag nog niet automatisch geldig. Die is pas geldig - volgens het voorstel zoals dat nu wordt gedaan - zodra er aan een zogeheten uitkomstdrempel wordt voldaan", vertelt Van der Meer.

In het verleden was een referendum geldig als aan een opkomstpercentage werd voldaan. Maar dat werkte niet goed, vervolgt hij. "Als je vóór een wet was, dan had je twee manieren om ervoor te zorgen dat die zou blijven. Je kon niet gaan stemmen, in de hoop dat de opkomstdrempel niet gehaald zou worden. Dan zou de uitkomst van het referendum niet geldig zijn en de wet dus blijven. Of je kon wel gaan stemmen, en dan vóór stemmen, maar dan vergrootte je het 'risico' dat de opkomstdrempel werd gehaald."

Daarom is de opkomstdrempel veranderd naar een uitkomstdrempel. "Een wet gaat nu pas van tafel als de nee-stemmers winnen en minstens aan de uitkomstdrempel voldoen. Dat houdt in dat zij een bepaald percentage van de kiesgerechtigde bevolking moeten vertegenwoordigen. Stel dat de drempel op 30 procent ligt, dan moeten de tegenstanders dus winnen met minimaal 30 procent van alle kiesgerechtigden."

"Op welk percentage de drempel moet komen te liggen, staat nog niet in het huidige voorstel", weet Van der Meer. "In de grondwet staan wel criteria voor het bepalen van deze hoogte: die moet representatief en haalbaar zijn. Maar dit moet dus nog worden uitgewerkt nadat gestemd is."

Bekijk ook

5. Gaat dit wel gepaard met een gedegen voorlichting voor elke stemmer met uitleg over voor- en tegenargumenten?

"Ja, bij eerdere referenda werden mensen via campagnes geïnformeerd over het onderwerp. En uit onderzoek blijkt dat mensen zich dan ook daadwerkelijk inlazen", zegt Van der Meer.

Hier gaat bovendien al een heel proces aan vooraf. "Een correctief referendum kan niet zomaar voor elk onderwerp op de agenda worden gezet. Er zijn onderwerpen waar burgers er überhaupt geen over mogen starten, namelijk over de Grondwet, internationale verdragen, belastingen en het koningshuis. Daarnaast zijn er praktische drempels, zoals dat fysiek handtekeningen moeten worden opgehaald. Zo moeten burgers laten zien dat er écht draagvlak is voor een referendum over het onderwerp. En wordt voorkomen dat we over ieder wissewasje moeten stemmen."

"Bovendien mag alleen tegen recente wetgeving worden ingegaan. Met het referendum kunnen dus niet wetten die al heel lang bestaan worden afgeschreven."

info

EenVandaag Vraagt

In dit artikel zijn antwoorden verwerkt op vragen die zijn ingestuurd via EenVandaag Vraagt. Met EenVandaag Vraagt heb je invloed op wat we maken. Wil je meedoen? Download dan de Peiling-app van EenVandaag, ga dan naar 'Instellingen' en zet je notificaties voor EenVandaag Vraagt aan. Je vindt de vragen en antwoorden terug bij 'Doe mee'. De Peiling-app van EenVandaag is gratis te downloaden in de App Store of Play Store.

6. Is dit een stap verder in echte democratie?

"Nederland is al een volwaardige democratie. Dat blijkt uit allerlei wereldwijde rankings en uit voorwaarden die politicologen hebben opgesteld", zegt Van der Meer. "En als je al in een democratisch land leeft, dan heeft dit type instrument eigenlijk nauwelijks effect op hoe democratisch het er is."

"Maar een democratie bestaat altijd uit verschillende idealen die onderling onder spanning staan. Er zijn daarom verschillende modellen over hoe een democratie zou moeten zijn, en de één legt iets meer nadruk op het één, en de ander op het ander. Als je een participatieve democratie wil met meer burgerparticipatie, dan is zo'n referendum een versterking. Maar als je andere kenmerken van een democratie belangrijker vindt, dan misschien niet."

"Het is in ieder geval niet zo dat dit referendum de bijl aan de wortel van de democratie is. Het staat niet haaks op een representatieve democratie. Integendeel: het biedt juist een oplossing voor de inherente tekortkoming van dat kiezers het toch oneens kunnen zijn met wat hun vertegenwoordiging heeft besloten."

7. Hoe wordt gegarandeerd dat een referendum niet gemanipuleerd kan worden door één groep, bijvoorbeeld via social media?

Van der Meer denkt dat dat wel meevalt. "Natuurlijk is zo'n referendum iets gevoeliger voor beïnvloeding, omdat het een eenduidig onderwerp is met een campagne eromheen. Altijd als iets een zero-sum-game is met één winnaar en één verliezer wordt het gevoeliger."

"Je kunt ook zeker verwachten dat er de eerste keer bij zo'n referendum meer emotie vrijkomt. Maar met wetgeving over politieke beïnvloeding kun je tegengaan dat het gekaapt wordt. En er zijn forse drempels, zoals het verzamelen van fysieke handtekeningen, die het lastiger maken om zo'n referendum te kapen."

Dan is er nog de angst dat referenda in het voordeel zijn van de tegenstanders: mensen die tegen zijn, vinden het belangrijk om zich uit te spreken, terwijl mensen die het prima vinden dat een wet blijft, eerder thuisblijven.

Maar volgens Van der Meer is hier geen bewijs voor. "We zien dat niet in Nederland, en ook niet in andere landen. In 2016 en 2018 bijvoorbeeld, bij de referenda over Oekraïne en privacy, kwamen mensen die vóór de wet waren juist vaker opdagen. Er waren gewoon simpelweg meer nee-stemmers, maar het is niet waar dat referenda een speeltje voor de nee-stemmers zijn."

Bekijk ook

8. Is de verwachting dat het parlement hiermee instemt?

Gisteren stemde de Tweede Kamer over het initiatiefwetsvoorstel van de SP. Een tweederde meerderheid stemde voor het voorstel.

Van der Meer benadrukt dat het nog onduidelijk is hoe de Eerste Kamer zich gaat opstellen. "In de Eerste Kamer voelen leden zich vaak minder gebonden aan partijstandpunten en zijn ze sneller geneigd als individu af te wijken."

Hij wijst ook op de 'Nacht van Wiegel' in 1999. Toen stemde Hans Wiegel, op dat moment VVD-lid in de Eerste Kamer, tegen zijn eigen partij en blokkeerde de Grondwetswijziging voor het bindend correctief referendum. Daardoor werd de tweederde meerderheid niet gehaald en dreigde D66 het kabinet te laten vallen.

"Bovendien zijn de marges in de Eerste Kamer kleiner", besluit Van der Meer. "Er is wel meer ruimte dan voorheen, maar het blijft onzeker."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Waarom Koningsdag dit jaar niet op zondag is, en wat jullie over de zondagsrust wilden weten

Waarom Koningsdag dit jaar niet op zondag is, en wat jullie over de zondagsrust wilden weten
Gesloten winkels op zondag
Bron: ANP

Koning Willem-Alexander is jarig op 27 april, maar die datum valt dit jaar op een zondag. Vanwege de zondagsrust vieren we Koningsdag daarom op zaterdag. We vroegen wat jullie wilden weten over de zondagsrust.

Jullie vragen worden beantwoord door universitair docent staats- en bestuursrecht Lisanne Groen (Vrije Universiteit), die onderzocht hoe de zondagsrust wettelijk is geregeld en hoe daar discussie over wordt gevoerd. En door bijzonder hoogleraar Recht en Religie Paul van Sasse van IJsselt (Rijksuniversiteit Groningen).

1. Waarom is Koningsdag verplaatst van zondag naar zaterdag?

Als de verjaardag van de Nederlandse vorst op een zondag valt, verplaatsen we de viering naar zaterdag. "Dat besloot koningin Juliana al in 1980", vertelt Groen. "Zij schreef dat we Koninginnedag vieren op 30 april 'behoudens uitzonderingen in verband met zondagen'."

"Een reden gaf ze eigenlijk niet. Maar ik kan me voorstellen dat dit samenhangt met het 'rustdagkarakter' van de zondag." Dat idee van zondag als dag van rust, zonder werk of drukke activiteiten, komt uit het christendom. Zondag wordt in die religie gezien als de dag waarop God rustte na de schepping van de aarde.

Het besluit van Juliana om geen Koninginnedag te vieren op een zondag, geldt voor de huidige Koningsdag nog steeds. "Een gedeelte van in elk geval de gelovige bevolking hecht er waarde aan dat zondag een rustdag is", verklaart hoogleraar Van Sasse van IJsselt. "En de zondagsrust is nauw verbonden met de Nederlandse geschiedenis. Het zou tot rumoer en gedoe leiden wanneer je deze regel van Juliana aanpast."

Daarnaast geeft hij aan dat er ontheffingen aangevraagd moeten worden voor evenementen die op zondag vóór 13 uur 's middags plaatsvinden. "Voor Koningsdag zouden de meeste gemeenten zo'n ontheffing waarschijnlijk wel verlenen, maar het is makkelijker om de dag gewoon collectief te verplaatsen."

2. Wie heeft bepaald dat er zondagsrust voor iedereen moest komen?

"Het principe van zondagsrust wordt sinds 1815 beschermd in een heuse Zondagswet", weet Groen. "De toenmalige Koning Willem I merkte dat de zondagsrust niet in alle gemeenten even goed werd gerespecteerd. Daarom initieerde hij één centrale wet die dit in heel Nederland moest verzekeren."

"Die wet verbood het om op zondag openbare arbeid uit te oefenen en koopwaren te verkopen. Ook moesten herbergen sluiten en waren sport en spel verboden, net zoals 'openbare vermakelijkheden' als concerten en danspartijen", legt ze uit.

De komst van die Zondagswet moet je plaatsen in de tijd, vervolgt Van Sasse van IJsselt. "Na een periode van Franse overheersing werd de centralisering van het landsbestuur in Nederland voortgezet onder Koning Willem I. Landelijke wetgeving droeg daaraan bij, in elk geval op het punt van de zondagsrust. Ook wilde de koning het christendom bevorderen. De overheid kreeg zelfs de grondwettelijke opdracht dat te doen. Dit waren mede de drijfveren achter de Zondagswet."

De wet uit 1815 werd meerdere keren geprobeerd aan te passen, vertelt Groen verder. "Er stonden allerlei verboden in die niet te handhaven waren. Zo was het voeren van dieren in de wei strikt genomen verboden, terwijl dit in de praktijk wel gedaan moest worden." Pas in 1953 werd de wet daadwerkelijk aangepast. "De wet werd toen verbeterd en ook meer toegespitst op het moderne leven."

Bekijk ook

3. In hoeverre bestaat de zondagsrust nog in onze 24-uurs-economie?

De Zondagswet uit 1953 bestaat nog altijd. Ook al is het aantal christelijke Nederlanders afgenomen, en noemde in 2024 nog slechts 17 procent van de bevolking van 15 jaar of ouder zichzelf rooms-katholiek. 14 procent noemde zichzelf protestants.

"Volgens de Zondagswet is het verboden om op zondag in de buurt van kerken veel lawaai te maken. De wet beschermt tegen lawaai en onrust die het gevolg is van openbare vermakelijkheden, samenkomsten, of de uitoefening van arbeid", legt Groen uit.

In de oorspronkelijke Zondagswet stonden bepalingen over werken en bedrijvigheid. "Later zijn daar aparte wetten voor gekomen: de Arbeidstijdenwet regelt het recht op rustdagen van werknemers, de Winkeltijdenwet regelt de openingstijden van winkels", vervolgt ze. Werken en winkelen op zondag worden dus niet geregeld volgens de huidige Zondagswet, maar hoogleraar Van Sasse van IJsselt vermoedt dat die wetten wel zijn voortgekomen uit de gedachte dat zondag een collectief moment van rust moet zijn.

Groen licht toe wat er in de Arbeidstijdenwet en Winkeltijdenwet staat over zondagen: "In de Arbeidstijdenwet staat dat je recht hebt op in ieder geval 13 vrije zondagen per jaar. Verder moet de werkgever het werk in principe zo organiseren dat het niet op zondag hoeft, tenzij het noodzakelijk wordt geacht vanuit uit de aard van het werk; als je bijvoorbeeld in de zorg of horeca werkt", zegt ze. "In de Winkeltijdenwet staat dat winkels in principe gesloten zijn op zon- en feestdagen, maar dat gemeenten zelf mogen beslissen of ze zich hieraan willen houden of dat ze dit toch anders willen inrichten."

info

Werken op zondag

Volgens de meest recente cijfers werkte 39,2 procent van de werknemers in 2021 regelmatig of soms op een zondag. In de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden wordt vanaf 2022 niet meer apart gevraagd naar werken op zondag, maar alleen naar werken in het weekend.

4. Steeds meer mensen moeten ook op zondag werken. Welke rechten hebben werknemers als zij zich aan de zondagsrust willen houden?

Groen: "In principe geldt dat werknemers niet op zondag hoeven te werken. Het kan zijn dat bepaalde soorten werk meebrengen dat ook op zondag moet worden gewerkt, zoals in de zorg of in het openbaar vervoer. Maar ook dan geldt dat je er als werknemer steeds met je werkgever samen uit moet komen. Overigens geldt dit ook als de werknemer liever niet op zondag wil werken om redenen die niets met religie te maken."

5. Hoe kunnen gemeenten de zondagsrust 'afdwingen', en hoeveel gemeenten doen dat?

"De Zondagswet stelt een kader voor wat wel en wat niet mag op zondag. Maar daarbinnen kunnen gemeenten verfijningen aanbrengen", zegt Van Sasse van IJsselt. "Dat is zo geregeld omdat er in Nederland veel verschillen zijn tussen gemeenten: in de ene gemeente speelt de kerk een grotere rol en is er meer behoefte aan het beschermen van de zondagsrust, dan in de andere", zegt Groen.

Zo kan het dat gemeenten verschillen in het aantal ontheffingen voor activiteiten dat zij goedkeuren. "Wat gemeenten niet mogen verbieden in het kader van de zondagsrust is sport en ontspanning", vertelt Groen. "Er is dus een zekere ondergrens. De Zondagswet beschermt zo juist ook dat je bepaalde dingen wél mag doen."

Het verlenen van ontheffingen is niet alleen een theoretische constructie, maar gebeurt in de praktijk ook wel. "In die zin is de Zondagswet een werkende wet, die nog altijd wordt gebruikt", zegt Van Sasse van IJsselt. "Maar dat gebruik moet ook weer niet worden overschat: 45 procent van de gemeenten maakt helemaal geen gebruik van de wet." Dat bleek uit een onderzoek dat tien jaar geleden werd uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Ook zijn er, voor zover Groen en Van Sasse van IJsselt weten, geen actuele voorbeelden bekend van rechtszaken op basis van handhaving van de Zondagswet.

6. Waarom wordt de zondagsrust ingeleid met luide kerkklokken? Dat is geen rust te noemen.

"Gemeenten mogen geluid van kerkklokken niet verbieden", antwoordt Groen. Het luiden van klokken voor een kerkdienst is aangemerkt als uiting van een godsdienst, en wordt dus beschermd door de Grondwet. Dat geldt ook voor andere vormen van het oproepen tot het belijden van godsdienst.

Wel mag een gemeenteraad regels instellen met betrekking tot de duur en het geluidsniveau. "Je mag dus niet heel hard en middenin de nacht klokken luiden", verduidelijkt Groen. "Klokgelui en andere gebedsoproepen mogen plaatsvinden binnen redelijke grenzen. Maar het verschilt per gemeente wat de precieze regels hiervoor zijn."

Bekijk ook

7. We hebben vrijheid van godsdienst, maar óók zondagsrust: hoe zit dat?

Volgens het principe van 'scheiding van kerk en staat' mag de overheid zich niet bemoeien met wat er in de kerk gebeurt. "Maar dat is een institutioneel beginsel: een instantie van de overheid mag zich niet bemoeien met een kerkelijke instantie. De overheid mag wél een rol spelen in de manier waarop religie zich manifesteert in de samenleving en in de manier waarop de samenleving omgaat met het respecteren van godsdienstige gevoelens van medeburgers", legt Van Sasse van IJsselt uit.

De zondagsrust is zo'n voorbeeld van omgang met religie in het publieke domein. De overheid mag zich daarom bemoeien met de zondagsrust. "Die bemoeienis is onder andere gericht op het beschermen van godsdienstvrijheid, in elk geval voor zover het gaat om bescherming van ongehinderde doorgang van de kerkdienst", vervolgt de hoogleraar. "Want dat is een grondrecht: iedereen moet vrij kunnen zijn om ook in gezamenlijkheid een religie uit te oefenen."

Het is niet zo dat de Zondagswet de godsdienstvrijheid van niet-christenen juist beperkt, zeggen Van Sasse van IJsselt en Groen. "De wet heeft expliciet niet tot doel om de 'heiliging van de zondag af te dwingen', maar om die mogelijk te maken voor degenen die daaraan behoefte hebben, door de rust op deze dag zoveel mogelijk te garanderen", zegt Groen.

"Natuurlijk komt de wet tegemoet aan gelovigen, maar de wet is er niet alleen voor hen", zegt Van Sasse van IJsselt. "De wet is nadrukkelijk niet bedoeld om kerkelijkheid te bevorderen, maar om een collectief moment van rust en ontspanning mogelijk te maken voor iedereen die daar behoefte aan heeft."

info

EenVandaag Vraagt

Bij EenVandaag heb je de mogelijkheid om vragen en ideeën in te sturen. Dat kan altijd in onze chat, of je kunt meedoen aan de gerichte EenVandaag Vraagt-oproepen die wij zo'n twee keer per week plaatsen in de Peiling-app. De Peiling-app is gratis te downloaden in de App Store of Play Store.

8. Is de zondagsrust niet een beetje achterhaald, nu minder mensen gelovig zijn?

"Je ziet dat de Zondagswet een stuk erfenis is, en dat er om die reden in de modernere tijd telkens opnieuw aan gepulkt wordt", zegt Van Sasse van IJsselt. "Juridisch en praktisch gezien lijkt er niet echt een reden om de wet aan te passen."

"Een wet om de zondagsrust te beschermen is niet verplicht vanuit het recht op godsdienstvrijheid. De wens van gelovigen om op zondag te rusten verdient het gerespecteerd te worden; het houden en volgen van een eredienst moet je vanuit godsdienstvrijheid sowieso respecteren, of er nou wel of geen aparte Zondagswet is", legt de hoogleraar uit.

"Aan de andere kant is het in juridische zin ook niet erg dat er wél een aparte Zondagswet is: die wet is niet in strijd met andere wetgeving of het grondrecht op godsdienstvrijheid, dus kan prima bestaan."

Ook is in 2015 onderzocht of gemeentes in de praktijk tegen problemen met de wet aanliepen. "Daar bleek geen sprake van. Gemeenten ervaarden genoeg ruimte om beslissingen te nemen. Waarschijnlijk werd er mede daarom in coalities na 2015 geen prioriteit meer gegeven aan het afschaffen van de Zondagswet."

In die periode werd er wel flink over gediscussieerd. "Er werden zelfs een motie en wetsvoorstellen ingediend om de Zondagswet in te trekken. De zondagsrust zou dan niet langer vanuit het Rijk moeten worden geregeld, maar door gemeenten", weet Groen.

"Het heikele punt was dat er dan geen ondergrens meer zou zijn", vervolgt ze. "Gemeenten die dat willen, zouden dan veel strengere regels kunnen instellen voor wat niet mag op zondag. Uiteindelijk is daarom gezegd: we trekken 'm toch niet in, want de Zondagswet beschermt verschillende groepen mensen in wat ze op de zondag willen doen. Hij voorziet dus toch in een behoefte."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

'Je weet pas echt hoe het voelt, als je het zelf hebt meegemaakt': Merel (30) richtte een club op voor rouwende jongeren

'Je weet pas echt hoe het voelt, als je het zelf hebt meegemaakt': Merel (30) richtte een club op voor rouwende jongeren
Merel Beks (links) en de eerste borrel van Club Rauw
Bron: eigen beeld

Als je jong bent en een naaste verliest, is de kans niet zo groot dat veel mensen in je omgeving hetzelfde hebben meegemaakt. Terwijl dat juist waardevol kan zijn. Dat merkte ook Merel Beks, die een community oprichtte voor rouwende jongeren.

Toen haar vader een tijdje geleden onverwachts overleed, besloot Merel (30) haar gevoelens daarover te delen op Instagram en TikTok. Het was voor haar een manier om contact te maken met jongeren die ook iemand hadden verloren. Want hoe meelevend haar vrienden ook reageerden, begrijpen deden ze haar gevoelens niet volledig.

Iemand missen die je niet hebt gekend

"En dat is ook hartstikke logisch", vindt de Amsterdamse. "Natuurlijk probeer je je in een ander te verplaatsen, maar je weet toch pas hoe het voelt als je zelf zoiets hebt meegemaakt."

Merel verloor haar moeder op 4-jarige leeftijd aan de gevolgen van kanker. "Het lastige als je op zo'n jonge leeftijd een ouder verliest, is dat je iemand mist die je eigenlijk niet echt hebt gekend", blikt ze terug. "Op een gegeven moment hebben mijn broertje en ik daarmee leren omgaan. We wisten niet beter."

'Nu staan we er alleen voor'

En toen overleed inmiddels bijna 3 jaar geleden plotseling hun vader. "Dan realiseer je je ineens: 'Nu staan we er alleen voor. We hebben geen ouders meer.' Dan moet je plotseling allerlei keuzes maken waar je nog nooit over na hebt gedacht."

"Ik ging volle bak in de regelmodus, in plaats van het verlies te omarmen. Ik wist niet goed waar ik het zoeken moest, wat ik moest doen", vertelt ze over de tijd na het onverwachtse overlijden. "Ik weet nog dat ik bij mezelf dacht hoe fijn het zou zijn als ik - naast mijn broer - nog iemand zou kennen die ook door zoiets heenging."

Bekijk ook

Moeilijk uit te leggen

Haar vriendinnen waren hartstikke lief voor haar, herinnert Merel zich. "Ik ben dankbaar voor hoe ze me hebben gesteund na mijn vaders dood. Zeker in het begin. Maar zij hadden natuurlijk niet met rouw te maken zoals ik dat had", legt ze uit.

Rouw komt met vlagen, ervaart zij. "In een soort golven. Het kan je ineens overvallen, waardoor je er helemaal van ondersteboven raakt. Dat gevoel kun je eigenlijk niet goed uitleggen aan iemand die dat niet heeft meegemaakt."

Niet het juiste moment

"En dan zijn er juist de momenten waarop je je goed voelt. Momenten waarop je het over leuke dingen wil hebben, gezellig wil borrelen. Als mensen dan ineens vragen hoe ik me voel, klap ik dicht. Het is voor mij dan niet het juiste moment om het erover te hebben."

Merel benadrukt dat ze het haar vriendinnen niet kwalijk neemt, als ze niet goed weten hoe ze met haar rouw om kunnen gaan. "Zelf weet ik het ook niet altijd."

Herkenning

Dat meer mensen daarmee worstelen, ontdekte ze toen ze ontzettend veel reacties kreeg op haar posts op Instagram en TikTok. "Het was bijzonder om van zoveel - voor mij onbekende - mensen te horen dat ze zich herkenden in wat ik daar vertelde over mijn rouwproces. Ik voelde me daar zo door gesteund. En ik had het idee dat zij datzelfde voelden."

Merel wilde daar iets mee. "Er bleken zoveel mensen met dezelfde behoefte te zijn. Ik dacht: 'Waarom probeer ik ze niet samen te brengen?'"

Bekijk ook

Club Rauw

En dat lukte. Eind maart organiseerde ze in Amsterdam een eerste borrel onder de naam Club Rauw, waar veertig mensen op afkwamen met als doel gelijkgestemden te ontmoeten.

"Ik zag daar zoveel herkenning, ook bij mezelf. Bizar dat er zoveel mensen zijn die op jonge leeftijd al een groot verlies hebben meegemaakt. Heel mooi dat ze de moed hadden gevonden om naar de bijeenkomst te komen."

Minder alleen met je gevoelens

Na de borrel richtte Merel een online community op, met verschillende WhatsApp-groepen waarin mensen hun verhalen kunnen delen met mensen die op eenzelfde manier verlies ervaren. Daarover willen praten of naar anderen willen luisteren. Daar bleek veel behoefte aan: binnen een week hadden bijna 400 mensen zich aangemeld.

Er is een WhatsApp-groep voor mensen die hun ouders zijn verloren, mensen die vrienden of vriendinnen zijn verloren, een voor mensen die hun partner zijn verloren. Zo kunnen mensen zich aansluiten bij de groep die bij hun ervaring past. "Het is gewoon heel fijn als je een community hebt, al is het op je telefoon, waardoor je je minder alleen voelt met je gevoelens."

Helpende hand

Ze vertelt wat ze zoal langs ziet komen in haar WhatsApp-groepen. "Iemand schreef bijvoorbeeld dat ze het extra moeilijk heeft met het overlijden van haar moeder nu ze zelf moeder wordt. Dat ze dat niet met haar kan delen. En dan zie je dat andere vrouwen die dat ook meemaakten daarop reageren. Dat ze elkaar steunen."

De appgroep voor mensen die hun partner zijn verloren is relatief klein, vertelt Merel. "Omdat het - gelukkig - niet zo vaak voorkomt dat je als 20er of 30er je partner verliest. Maar het gebeurt wel. En dan is het mooi dat, ook al zijn het maar vier mensen, dat die dan met elkaar in contact kunnen komen en elkaar een helpende hand kunnen bieden."

Bekijk ook

Beter bespreekbaar maken

"Rouw is iets wat we allemaal meemaken, vroeg of laat. Tegelijk is het iets wat we niet wíllen meemaken. Dat maakt het een zwaar onderwerp. Mensen vinden het in mijn ervaring moeilijk om erover in gesprek te gaan met elkaar. Je wil niet allerlei emoties aanwakkeren", merkt Merel.

Dat ziet ook socioloog en schrijver van het boek 'Van Harte Gecondoleerd', Ameline Ansu. Zij verloor zelf op jonge leeftijd haar beiden ouders en wil rouw beter bespreekbaar maken. "Ik vind het gek dat iets wat zoveel impact heeft op je leven, nog altijd vrij weinig ruimte krijgt in onze westerse maatschappij."

Cultuurverschil

Dat het ook anders kan, ziet Ansu binnen haar eigen familie. Haar moeder kwam uit Nederland en haar vader uit Sierra Leone. "Ik zie in die twee culturen grote verschillen, wat omgaan met rouw betreft."

"Als ik in Sierra Leone ben, is het heel vanzelfsprekend om dingen samen te doen, samen te rouwen. Mensen vertellen daar uit zichzelf anekdotes over mijn vader. Hij wordt daar heel erg in leven gehouden. Dat is niet zo met mijn moeder. Het zit gewoon veel minder in ons om dat te doen."

Steeds meer initiatieven

Al begint het ook hier, in het westen, wel een beetje te kantelen, ziet ze. Zeker onder jongeren. Ansu vindt het goed dat community's als Club Rauw bestaan. "Ik heb de laatste jaren steeds meer van dit soort initiatieven zien ontstaan, door het hele land. En iedere organisator doet het weer net een beetje anders. Wat goed is, want er is geen blauwdruk voor hoe je moet rouwen."

Het aansluiten bij dit soort initiatieven heeft verschillende functies, denkt Ansu. "Het geeft je de mogelijkheid om met gelijkgestemden te zijn. Om ervaringen uit te wisselen."

Bekijk ook

Zien dat je niet alleen bent

"Maar ook om vragen te stellen", vervolgt ze. "Als je bijvoorbeeld merkt dat je het moeilijk vindt om het overlijden van een ouder te praten, maar dat wel graag wil, dan is het fijn om een poule van mensen te hebben die je kunnen vertellen hoe zij daarmee om zijn gegaan. Dan kun je eruit pikken wat voor jou werkt."

Het kan helpen als je van iemand van je eigen leeftijd hoort hoe die iets heeft gedaan, denkt de socioloog. "Daarnaast zie je, door naar zo'n bijeenkomst te gaan, ook letterlijk dat je niet de enige bent die een groot verlies meemaakt. Dat je niet alleen bent."

Verschil per levensfase

Hoewel rouw voor iedereen anders is, ziet Ansu wel verschil tussen jonge en wat oudere mensen. "En dan vooral in hoe je omgeving reageert. Voor mijn boek heb ik verschillende mensen gesproken die als tiener een ouder verloren. Zij merkten dat ze niet zoveel steun kregen van hun omgeving als ze hadden gehoopt."

"En dan is op zich ook logisch, omdat je als je jong bent gewoon minder handvatten hebt voor hoe je met zoiets omgaat. Diezelfde vrienden gaan er, nu ze ouder zijn, veel beter mee om. Dus de levensfase waarin je zit heeft zeker invloed."

Meer bijeenkomsten

In de toekomst hoopt Merel meer offline bijeenkomsten te gaan organiseren. En dan niet alleen met lotgenoten, maar ook met experts die lezingen geven over rouw en alles wat daarbij komt kijken.

"Dat lijkt me mooi, dat mensen én gelijkgestemden kunnen ontmoeten én naar huis gaan met nieuwe handvatten voor hoe ze met hun rouw kunnen omgaan."

Bekijk ook

Het leven vieren

Zelf wil Merel, ondanks dat ze haar ouders mist, vooral het leven vieren. "Ik weet zeker dat zij ook voor mijn broer en mij zouden willen dat we gelukkig zijn. Je kunt rouw ook op een positieve, lichtere manier bespreekbaar maken."

"Dat wil ook tijdens de borrels van Club Rauw. Ik denk dat het voor mensen dan ook makkelijker wordt om erover te praten."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant