Om te voldoen aan de Spreidingswet moeten gemeenten mogelijke opvangplekken aanleveren bij het COA. Op dit moment worden er 49.000 geïnventariseerd, terwijl er 96.000 nodig zijn. Er is dus nog een flink gat, terwijl de tijd dringt.
Provincies en gemeenten moeten dit jaar samen 96.000 opvangplekken voor asielzoekers regelen. Dit is georganiseerd via de Spreidingswet. Die wet geldt sinds 1 februari en moet zorgen voor een evenwichtige verdeling van vluchtelingen over Nederland.
Laatste fase
Afgelopen december werd het zogenoemde 'verdeelbesluit' vastgesteld, waarbij per gemeente is bepaald hoeveel asielzoekers ze moeten opvangen. Dit gebeurde op basis van het aantal inwoners en de sociaaleconomische situatie van de gemeente.
Gemeenten zitten nu in de laatste fase: het realiseren van opvangplekken. Verschillende gemeenten hebben aangegeven plekken beschikbaar te hebben. Nu is het aan het COA om te beoordelen of deze plekken inderdaad geschikt zijn om asielzoekers op te vangen. Uiterlijk 1 juli moeten ze beschikbaar zijn.
Locaties beoordelen
Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) laat aan EenVandaag weten dat ze op 17 februari bij ongeveer 22.000 mogelijke opvangplekken 'een papieren en fysieke schouw' aan het uitvoeren waren.
Dat betekent dat onder andere de plattegronden en bestemmingsplannen van de locaties worden beoordeeld. Als dat is gebeurd, wordt een fysieke inspectie uitgevoerd. Zo wordt bepaald of de panden inderdaad geschikt zijn om mensen in op te vangen.
Gat van tienduizenden opvangplekken
Daarnaast zijn 27.000 plekken al op die manier beoordeeld. Daarover wordt verder doorgesproken met de betreffende gemeenten. Naast gemeenten zijn er ook marktpartijen en particulieren die locaties aanbieden.
Op dit moment inventariseert het COA dus in totaal 49.000 mogelijke opvangplekken, waarvan nog niet duidelijk is of ze allemaal doorgaan. Er zijn er 96.000 nodig. Dat maakt dat er op dit moment een gat is van 47.000 plekken en mogelijk meer.
Noodopvanglocaties
Het COA laat aan EenVandaag weten dat een deel van die 47.000 benodigde plekken bestaande locaties zijn, waarvan de vergunning verlengd wordt. Daarnaast waren sommige nieuw aangeboden locaties al bij de organisatie bekend. Maar hoeveel locaties dat dan zijn, zegt het COA niet.
"We zetten in dat geval in op tijdelijke overbruggingslocaties, die vaak noodopvang zullen zijn. In afwachting van gereedkomen nieuwe reguliere locaties van goede opvangkwaliteit", laat een woordvoerder van het COA weten.
Onrust bij gemeenten
Al meteen bij haar aantreden gaf minister van Asiel en Migratie, Marjolein Faber, aan van de Spreidingswet af te willen. Toch is dat niet meteen gelukt en is de wet dus nog van kracht.
Dit zorgt voor onrust bij sommige gemeenten. Universitair docent vreemdelingenrecht aan de Universiteit Leiden Mark Klaassen begrijpt dat. "Tegelijk met dat gemeenten voor de eerste keer een verplichting krijgen om aan asielopvang te voldoen, zegt minister dat ze zo vlug mogelijk van de wet af wil. Dan krijg je calculerend gedrag van gemeenten die gaan kijken hoe ze onder die verplichting uitkomen", zegt Klaassen.
'Echt pijnlijk'
Ook in de Overijsselse gemeente Dinkelland is het onrustig, vertelt CDA-raadslid Marc Smellink. Zijn gemeente moet volgens de verdeelsleutel van de Spreidingswet op 1 juli zicht hebben op een opvanglocatie voor 153 asielzoekers. Smellink denkt dat dit niet gaat lukken.
Tot drie keer toe werd een mogelijke opvanglocatie door de gemeenteraad afgewezen. "We hebben een wettelijke opgave. Dat we die niet uitvoeren en willens en wetens niet aan de wet voldoen, vind ik echt pijnlijk."
Weinig draagvlak
Smellink merkt dat draagvlak creëren lastig is. "Door de onduidelijkheid vanuit Den Haag weten wij ook niet waar we aan toe zijn en creëren we onrust en verdeeldheid onder inwoners, maar ook binnen de gemeenteraad. "
"Voor 1 juli moeten wij een plek hebben om mensen op te vangen, maar wat gaat de minister doen als we dat niet redden? Dat weten we niet. Er is ontzettend veel onduidelijk op dit dossier", zegt hij.
'Minister nauwelijks te bereiken'
Het CDA-raadslid vindt het jammer dat minister Faber 'nauwelijks te bereiken is op dit dossier', terwijl het opvangprobleem groot is, volgens hem.
"Wanneer er onduidelijkheid is over of de Spreidingswet wel of niet wordt gehandhaafd, creëren we opnieuw een probleem op dit dossier. Het is goed dat de minister zich inzet voor het beperken van de instroom, maar dat kan niet zonder dat we het probleem hier hebben opgelost."
Minister 'wacht rustig af'
Op de vraag wat de consequentie is, als gemeenten op 1 juli de benodigde opvangplekken niet beschikbaar hebben, laat minister Faber aan EenVandaag weten 'het rustig af te wachten'.
Ze benadrukt dat ze de Spreidingswet gaat intrekken. "Dat moet samengaan met doorstroomlocaties, zodat de statushouders uit de azc's kunnen stromen." Daarnaast benadrukt ze dat er wetsvoorstellen lopen om de instroom te beperken.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.