Ze lijken aan de lopende band te stoppen: Tweede Kamerleden. We lijken veel nieuwe Kamerleden te kunnen verwachten na de volgende verkiezingen. Maar is zo'n nieuwe, frisse wind wel wenselijk? Dat valt nog te betwijfelen.

Na Sigrid Kaag (D66), Corinne Ellemeet (GroenLinks) en René Peters (CDA), stappen er deze week nog meer Kamerleden op: Farid Azarkan (Denk), Sylvana Simons (Bij1) en vandaag kondigde ook Peter Kwint (SP) zijn vertrek aan.

Vernieuwing

We gaan dus sowieso wat nieuwe gezichten zien in de nieuwe samenstelling van de Tweede Kamer. En zo'n verfrissing kan goed zijn, zegt universitair docent Nederlandse Politiek Simon Otjes van de Universiteit Leiden. "Zeker in het Nederlandse stelsel kunnen makkelijk nieuwe partijen met nieuwe ideeën toetreden, dat zorgt voor vernieuwing."

"Maar je zit aan de andere kant wel met het personele aspect", voegt hij toe. "Politici moeten het vaak ook gewoon leren. Je begrijpt niet per se alles als je begint in de Tweede Kamer. Hoe werkt alles? Wat zijn de regels? Wat is het verschil tussen een motie en een amendement? Uit onderzoek weten we dat je één Kamerperiode nodig hebt om het vak te leren kennen."

Vak onder de knie

Veel nieuwe Kamerleden kan nog wel eens voor wat problemen zorgen. "Ze zijn die eerste periode bezig zijn met leren hoe het vak werkt. Dan zijn ze er minder goed in om wetgeving te maken, en om naast Kamervragen ook kritisch te kijken en door te vragen. Daarvoor moet je echt een vak onder de knie hebben."

Maar het loopt niet zo snel in de soep, stelt Otjes gerust. "Er zijn ook Kamerleden die blijven zitten, die het vak door en door kennen. Dat zorgt ervoor dat het niet per se een speeltuin is voor een nieuw kabinet." Maarja, de Kamer functioneert uiteindelijk minder goed als geheel, zegt hij.

Bekijk ook

Onzekere positie

Dat zoveel Kamerleden zich niet meer verkiesbaar stellen voor de volgende verkiezingen, is ergens niet heel verrassend, zegt de universitair docent. Vergeleken met andere landen, zitten Nederlandse politici minder lang in de Kamer. En dat komt door hoe het werk is ingericht, legt hij uit.

"Aan de ene kant heb je grote wisselingen van kiezers, die ervoor zorgen dat de zetels van partijen heel erg verschuiven. Dat is positief, want als kiezers van mening veranderen, zie je dat meteen in de Kamer. Maar het maakt de positie van Kamerleden heel onzeker."

Werkdruk

"Het tweede is dat we een heel klein parlement hebben", zegt Otjes. "Dat zorgt ervoor dat politici heel veel werk moeten doen. Als jij Kamerlid bent voor de Christenunie bijvoorbeeld, dan moet je zo 20 procent van alle portefeuilles doen."

En daar komen ook nog andere factoren bij, vertelt hij: "Denk aan hoe er wordt gedebatteerd, de manier waarop mensen op social media op politici reageren. Dat maakt het relatief onaantrekkelijk om Kamerlid te zijn."

Bekijk ook

'Dit is niet normaal'

Wie in ieder geval over die enorme werkdruk kunnen meepraten, zijn Kamerleden René Peters en Peter Kwint Allebei hebben zij onlangs aangegeven niet terug te keren in een volgend parlement. "Je werkt je helemaal de tandjes", zegt Peters over zijn werk in de Kamer. "Dat doe je ook omdat je er een passie voor hebt, maar het is hard werken en het kost veel."

"Ik heb wel een periode gehad dat ik zoveel werk op mijn bordje had liggen dat ik dacht: 'Dit houd ik zo niet vol, dit is niet meer normaal'", vertelt hij. "Maar dan kun je er wel gewoon over praten en dan wordt het eerlijk delen. En dan heb je weer een volle baan."

Langzaam

Ook Kwint merkte dat de werkdruk enorm hoog was, maar benadrukt dat het voor hem niet de doorslaggevende reden was om er mee te stoppen. "Natuurlijk is het vervelend als je pas thuiskomt als de kinderen op bed liggen. Maar ik vond het eerder frustrerend dat het zo lang duurde voordat er iets veranderde, terwijl iedereen het erover eens was dat het anders moest."

"Dat was voor mij erger dan tien uur extra werken in een week", zegt hij. "Dat is gewoon waarom er nu niks verandert." Met de komst van nieuwe Kamerleden hoopt hij dat het dan ook een beetje opgeschud wordt, dat er verandering in komt. "Want van die nieuwe bestuurscultuur heb ik nog niks gezien."

'Ga het alsjeblieft doen'

Of Peters en Kwint het anderen zouden aanraden Kamerlid te worden? "Als je bereid bent om naast het Kamerlidmaatschap verder niks te doen, ja", zegt Peters. "Je bent echt met je passie bezig en dat zou ik mensen aanraden. Maar je moet wel bereid zijn om de rest tijdelijk op te geven. Je familie zie je soms nog, maar hobby's kun je op je buik schrijven."

"Ga het alsjeblieft doen", zegt Kwint. "En zorg ervoor dat je diezelfde frustratie hebt, want dat is geen reden om niet de politiek in te gaan. Maar juist om het wel te gaan doen. Als je dan na 6, 7 of 15 jaar alsnog besluit wat anders te gaan doen, prima. Maar politiek is veel te belangrijk om over te laten aan mensen die het alleen maar leuk vinden."

Universitair docent Simon Otjes legt uit wat de voor- en nadelen zijn van gloednieuwe Kamerleden

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.