Een vrij pijnlijke opmerking gisteren van Jort Kelder, in De Wereld Draait Door. Daar werd gediscussieerd over het gevaar dat (Westers uitziende) journalisten in Cairo momenteel lopen bij het verslaan van de opstand tegen het regime van meneer Moebarak.

De Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) raadt verslaggevers die nu nog naar Egypte willen gaan af te vertrekken,omdat ‘knokploegen’ jacht maken op de filmende en schrijvende media. Of dit advies nou een vakvereniging voor journalisten waardig is of niet, feit blijft dat allerlei woeste types –al dan niet georganiseerd en geïnstrueerd- in de straten van Cairo verslaggevers in elkaar beuken en intimideren.

Kelder stelde, in een twistgesprek met NVJ-voorman Thomas Bruning, dat de rol van “klassieke” journalisten in Cairo wel zo’n beetje overbodig was geworden, omdat ze nu niet meer de straat op kunnen en omdat twitteraars en bloggers “de revolutie entameren.”

Duh…

Kelder is een intelligent man en maakt af en toe erg vermakelijke reportages. Maar hij maakt ook wel eens een uitglijder. De gebruikelijke thrillseekers daargelaten, proberen de meeste mensen in ons vak op een verantwoorde manier verslag te doen van een historische gebeurtenis. Dat betekent dat we goede verhalen willen verzamelen en weer veilig en ongedeerd terugkeren naar ons hotelkamertje om de reportages te schrijven of te monteren. Zonder dat een stel idioten je onderweg de hersens inslaat, strot afsnijdt, camera afpakt, een Kalsjnikov tegen je kop zet, je lokale tolk arresteert en martelt, tralalalatralala…..

Ik ben een keer gearresteerd in het immer gezellige Zaïre. (Toen ik het land verliet, had het zijn huidige naam: Democratische Republiek Congo.) Met alles erop en eraan: opgefokte debielen met priemende mitrailleurs, dreigementen, handtastelijkheden, noem maar op. Ik zou er ontzettend stoer over kunnen doen, maar het was niet stoer. Het was vooral bijzonder angstaanjagend.

Veel journalisten zitten momenteel vast in hun hotel. Als ze het al willen kunnen ze eenvoudigweg de straat niet op, omdat ze het hotel niet uit mógen. Maar al die afgelopen dagen hebben ze, met vallen en opstaan, soms incasserend, soms triomferend, geprobeerd een beeld te schetsen van de nakende val een regime. Of dat regime nou door het westen is gesteund of niet, maakt geen toeter uit. Journalisten geven onze ogen en oren de kost. Ook die van Jort Kelder, die, naar ik weet, graag kranten leest en tv kijkt en dus voor zijn meningsvorming gebruik maakt van het werk van klassieke, ouderwetse journalisten.

Ik begrijp dat Kelder worstelt met het feit dat zijn blik op de wereld is gevormd door een jarenlange verblijf in de microkosmos van de champagneklokkende en funshoppende nouveau riche. Maar de vuurlinies van de PC Hooftstraat zijn net iets minder bedreigend dan die van het Tahrirplein. Een regen van molotovcocktails of scherpe keien werkt net wat minder ontspannen dan een dreigende aanrijding met de Aston Martin van Bram of de Porsche van Estelle. Journalisten doen belangrijk werk in Cairo. Eén van de oorzaken dat Jort en iedere andere Nederlander zijn mening kan ventileren, zonder dat ze meteen worden gearresteerd als die een premier en zijn hooligans niet zou bevallen, is dat er journalisten zijn die altijd lastige vragen zullen blijven stellen. Overdrijf ik? Misschien. Misschien ook niet. Vraag het maar eens aan clandestien opererende journalisten in Algerije, de Filippijnen, Rusland, Egypte, China en Iran.

Er wordt sinds de mislukte revolutie in Iran, in 2009, veel gediscussieerd over de rol van sociale media (zoals Twitter) bij volksopstanden. En ik denk dat die rol ook belangrijk is. Maar het wordt ook bij deze opstand in Egypte weer duidelijk hoe belangrijk daarnaast de rol van ‘klassieke’ journalisten is. Want journalisten zijn er niet om een revolutie te ‘entameren’, zoals Kelder vindt. Journalisten zijn er om verslag te doen. Alléén Twitter en Facebook volgen, geeft een chaotisch beeld; ‘klassieke’ journalisten proberen te checken en doen aan hoor en wederhoor. Dat is misschien saai en verschrikkelijk uncool. En het is erg moeilijk; ik weet uit ervaring dat je in een oorlogs- of crisissituatie heel moeilijk een goed beeld kunt krijgen van een situatie. Maar het is wel nodig om dat te proberen en al die journalisten doen dat. Vaak met gevaar voor eigen leven. En vaak met een partner en kinderen thuis, die ook maar hopen dat hun vader of moeder weer heel thuis komt en niet halfdood wordt geslagen voor 2 minuut 30 zendtijd.

Een van mijn geestelijk leiders, Clint Eastwood, liet het zijn alter ego Dirty Harry al eens zeggen: ‘Opinions are like assholes, everybody has one.’ Jort Kelder heeft ook een mening. Die ik hem van harte gun. Maar ik ben het niet met hem eens.

Bekijk hieronder het fragment in De Wereld Draait Door vanaf min. 05:30 t/m 16:00:

Jort Kelder in Cairo

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.