Staatssecretaris Mona Keijzer spreekt met ondernemers over de coronacrisis
Bron:
ANP
Staatssecretaris Mona Keijzer roept consumenten op naar winkels te blijven gaan in de coronacrisis om zo ondernemers te steunen. Ook vraagt ze aan grote, sterkere bedrijven om kleinere uitstel van betaling te geven.
Staatsecretaris Mona Keijzer van Economische Zaken en Klimaat heeft het midden- en kleinbedrijf (mkb) in haar portefeuille. Het mkb zijn winkels, bedrijven en ondernemingen die tot 250 werknemers in dienst hebben. Ook bedrijven die maar enkele medewerkers hebben behoren tot het mkb. In Nederland werken 7 van de 10 mensen binnen het mkb. Keijzer vreest voor het verlies van banen. "Het zijn barre tijden. Dit gaan we allemaal merken en voelen. Denken dat we met zijn allen zonder kleerscheuren uitkomen is niet reëel."
'Je hoeft niet dag en nacht binnen te blijven'
"De supermarkten hebben een kerstweekend gedraaid, maar als je kijkt naar de kleding en de non-food gaat het slecht. Die hebben bijna 70 procent minder pinbetalingen", zegt Keijzer. Ze maakt zich grote zorgen om de winkels die nu nog open zijn. Keijzer wijst op het advies van het RIVM, waarin staat dat je anderhalve meter afstand moet houden. "Maar daarin staat niet dat je dag en nacht binnen moet zitten, daarin staat dat je een frisse neus mag halen en boodschappen mag doen."
Die boodschappen zijn niet alleen de supermarkt, maar je mag bijvoorbeeld ook kleding kopen. "Ons welzijn is voor een deel afhankelijk van onze welvaart. Onze welvaart is de economie. Dus neem de voorschriften van het RIVM in acht, maar je mag wel naar een winkel gaan, dus doe dat dan ook", zegt Keijzer.
Keijzer roept verder de financieel sterke bedrijven in Nederland op de zwakkeren te helpen. Zij vreest dat als er geen onderlinge solidariteit is, bedrijven failliet gaan door de coronacrisis. Keijzer ziet dat veel bedrijven moeten sluiten, anderen krijgen nauwelijks orders of klanten. "Dat dit gevolgen gaat hebben voor de economische groei is duidelijk."
Ze roept bedrijven daarom op elkaar te helpen. "Het is nu niet de tijd om naar je contract te kijken en daar iedereen aan te houden. Het is nu de tijd om te kijken welke ruimte we elkaar kunnen geven, om straks als we door de crisis zijn, nog met zoveel mogelijk bedrijven te zijn", zegt Keijzer.
Uitstel van betaling
De overheid geeft nu uitstel van betaling en dat zouden bedrijven volgens Keijzer ook moeten doen. "Ik zeg tegen bijvoorbeeld vastgoedeigenaren: als je nu zegt 'contract is contract', kan dat net het duwtje zijn waardoor een winkel of bedrijf omvalt."
Om de schade te beperken heeft de overheid een noodfonds van 90 miljard beschikbaar gesteld. Via deeltijd-ww betaald de regering 90 procent van het salaris van werknemers waar nu geen werk meer voor is. Ook de Belastingdienst geeft uitstel van betaling. Bedrijven zouden dat uitstel ook kunnen verlenen. "Leveranciers van energie bijvoorbeeld", suggereert Keijzer.
Nu Rusland en de Verenigde Staten onderhandelen over het eindigen van de oorlog in Oekraïne, wordt er ook gesproken over een mogelijke vredesmacht. Buitenlandse troepen worden dan ingezet om de vrede te bewaren. We vroegen wat jullie erover wilden weten.
Als het lukt om de oorlog tussen Rusland en Oekraïne te beëindigen, zou er een internationale vredesmacht kunnen komen. Die optie werd in ieder geval besproken door Europese regeringsleiders en NAVO-baas Mark Rutte, tijdens een spoedberaad in Parijs op 17 februari.
Het inzetten van een vredesmacht in een conflictgebied komt vaak ter sprake zodra er zicht is op vredesafspraken of een staakt-het-vuren, vertelt hoogleraar Militair Recht Marten Zwanenburg van de Universiteit van Amsterdam en de Nederlandse Defensieacademie. "Het is op zich logisch dat er dan een onafhankelijk iemand wordt aangewezen om de situatie in de gaten te houden, en eventueel op te treden als een van de partijen bij het conflict zich niet aan de afspraken houdt."
Het is nog te vroeg om te zeggen of zo'n vredesmacht in Oekraïne er echt komt, benadrukken Zwanenburg en universitair hoofddocent Internationale Betrekkingen aan de Universiteit Leiden Niels van Willigen. Hij deed onderzoek naar vredesmissies waar Nederland aan deelnam. Ze leggen graag uit hoe vredesmachten werken en beantwoorden jullie vragen.
Bron: EenVandaag
Marten Zwanenburg (foto: Kirsten van Santen) en Niels van Willigen
1. Wie moet er allemaal akkoord gaan met een vredesmacht?
"Volgens de afspraken die in 1945 werden gemaakt met de oprichting van de Verenigde Naties, moet een vredesmacht formeel worden goedgekeurd via een resolutie van de VN-Veiligheidsraad. Die besluit dan: we willen de vrede herstellen met een vredesmacht. En doet een oproep aan landen om troepen te leveren", weet Van Willigen.
"Toch komt het regelmatig voor dat niet de VN, maar een ad-hoc coalitie van landen het initiatief neemt. In zo'n geval neemt een groep landen de verantwoordelijkheid op zich, waarbij meestal één land het voortouw neemt en het hoofdkwartier levert", vervolgt hij.
"Dit gebeurde bijvoorbeeld in Afghanistan, waar de landen die troepen leverden voor de ISAF-troepenmacht in eerste instantie onder leiding van het Verenigd Koninkrijk stonden en de coördinatie later ook door bijvoorbeeld Nederland en Duitsland werd gedaan. Uiteindelijk nam de NAVO de coördinatie over. Dit gebeurde overigens wel allemaal met toestemming van de VN."
Als een vredesmacht niet vanuit de VN is geautoriseerd, moet er in ieder geval juridische instemming zijn van de zogenoemde gaststaat, weet Zwanenburg. Dat is de staat waarde vredesmacht zal optreden. "Maar in de praktijk wil je eigenlijk dat alle betrokken staten en partijen instemmen met de komst van een vredesmacht, anders leert de ervaring dat zo'n macht eigenlijk geen goed idee is."
Precies dit lijkt bij een eventuele vredesmacht in Oekraïne het probleem te zijn, en de reden waarom we nog niet zeker weten of dit gaat gebeuren, zegt Van Willigen: "Want Poetin heeft gezegd niet in te stemmen met een missie die bestaat uit Europese troepen."
2. Nederland is toch partij in de oorlog in Oekraïne, waarom zou het dan mogen bijdragen aan een vredesmacht?
"Dat is een terechte constatering, en geeft ook meteen het karakter aan van de mogelijke missie", zegt Van Willigen. "Want hoewel bijvoorbeeld Nederland niet letterlijk onderdeel is van de oorlog, zijn we wel partijdig. Vanwege onze steun aan Oekraïne."
"Als Europese landen dus toch zouden besluiten om met troepen naar Oekraïne te gaan, is er geen sprake van een vredesmacht, maar van een afschrikkingsmacht. Het gaat ons dan om het afschrikken van Rusland, om onze eigen Europese veiligheidsbelangen te beschermen."
"Zoals ik het zie", gaat Van Willigen verder, "zou dit eigenlijk een voortzetting zijn van de afschrikking waarmee we nu al bezig zijn via de NAVO en de troepen in het oosten. Het zou een versterkte vorm daarvan zijn, met een zwaar geconcentreerde afschrikkingsmacht in Oekraïne zelf."
Om deze reden is het woord 'vredesmacht' minder toepasselijk voor een eventuele internationale troepenmacht in Oekraïne, vindt ook Zwanenberg. "Juridisch is er niet een verschil tussen een vredesmacht en een afschrikkingsmacht. Maar als er rekening wordt gehouden met een grootschaliger gebruik van geweld, en daar is autorisatie van de VN-Veiligheidsraad voor, dan wordt vaak gesproken over een vredesafdwinging in plaats van een vredesbewaring. In hoe we hierover praten worden dus wel verschillende gradaties en doelen onderscheiden."
3. Leidt een vredesmacht niet juist tot verdere escalatie? Olie op het vuur?
"Dat is zeker een risico wanneer niet alle partijen willen meewerken", antwoordt Zwanenburg. "Om escalatie te voorkomen is die instemming van alle partijen cruciaal. Je zag bijvoorbeeld dat een van de eerste vredesmachten in Egypte, bij het Suez-kanaal, eerst behoorlijk succesvol was, totdat Egypte de instemming terugtrok."
Een mogelijke missie in Oekraïne kan in het bijzonder riskant zijn, denkt Van Willigen. "Niet alleen omdat Rusland daar misschien niet mee zal willen instemmen. Maar ook omdat je te maken hebt met een kernmacht, en met een grote krijgsmacht die de afgelopen jaren heeft huisgehouden in Oekraïne. Dat is moeilijker dan het afschrikken van bijvoorbeeld de Taliban."
"Een vredesmacht mag zichzelf sowieso verdedigen. Daar zijn juridische gronden voor", antwoordt Zwanenburg.
"Als het gaat om verder gebruik van geweld, moet een vredesmacht zich in ieder geval houden aan de mensenrechten en aan - mocht dat van toepassing zijn - het oorlogsrecht. Verder is het belangrijk om te weten wat er precies in het mandaat staat, en waar dat vandaan komt", gaat de hoogleraar Militair Recht verder. Een mandaat is de officiële bevoegdheid die een vredesmacht krijgt van een internationale organisatie (zoals de VN) of van een tijdelijke coalitie van landen.
"Als het mandaat er is gekomen met instemming van de gaststaat, dan mag de vredesmacht doen wat die staat toestaat. Is het mandaat verleend door de VN-Veiligheidsraad, dan gelden de grenzen die de Veiligheidsraad heeft gesteld", legt de hoogleraar uit.
Zo'n mandaat kan misschien nog wat algemeen klinken, maar wordt op een gegeven moment vertaald naar regels voor militairen op de grond, voegt Van Willigen toe. "Dat noem je de rules of engagement. En dan gaat het dus echt om praktijksituaties, zoals wanneer een militair mag schieten. Zodat individuele militairen goed weten wat ze mogen doen, om misverstanden te voorkomen."
info
EenVandaag Vraagt
In dit artikel zijn antwoorden verwerkt op vragen die zijn ingestuurd via EenVandaag Vraagt. Met EenVandaag Vraagt heb je invloed op wat we maken. Wil je meedoen? Download dan de Peiling-app van EenVandaag, ga dan naar 'Instellingen' en zet je notificaties voor EenVandaag Vraagt aan. Je vindt de vragen en antwoorden terug bij 'Doe mee'. De Peiling-app van EenVandaag is gratis te downloaden in de App Store of Play Store.
5. Hoe wordt de veiligheid van de militairen tijdens een vredesmacht gegarandeerd?
"Het is inderdaad belangrijk dat troepen zichzelf goed kunnen beschermen, want als je zelf kwetsbaar bent wordt het natuurlijk lastig om het mandaat uit te oefenen", zegt Van Willigen. "De bescherming van de eigen troepen begint met een veilig verblijf en procedures om veilig buiten het verblijf te kunnen bewegen. Je moet dan denken aan bijvoorbeeld hekken, prikkeldraad of andere fortificaties om het kamp waar de troepen verblijven, of aan gepantserde slaapvertrekken die niet bij een eerste bom direct vernietigd worden."
Daarnaast zijn vredesmachten over het algemeen bewapend, vertelt Zwanenburg. "Sommige vredesmachten, die bijvoorbeeld alleen de situatie monitoren, zijn licht bewapend. Maar eigenlijk zien we sinds de beruchte vredesmacht in Bosnië - naar aanleiding van de Srebrenica-ervaring - dat vredesmachten tegenwoordig vaak zwaarbewapend zijn."
Daarnaast is 'escalatie-dominantie' heel belangrijk voor een vredes- of afschrikkingsmacht. "Dat betekent dat je bij een escalatie voldoende middelen en kracht achter je hebt om de situatie te beheersen", legt Van Willigen uit. "De afschrikkingsmacht werkt dan als een struikeldraad, waarna snel extra troepen kunnen worden ingevlogen."
Zwanenberg legt uit dat per conflict ook specifieke afspraken worden gemaakt over versterking. "In Bosnië is bijvoorbeeld een kleine vredesmacht aanwezig, maar er zijn afspraken dat extra troepen snel kunnen worden ingezet als de situatie escaleert."
6. Wordt van tevoren bepaald hoe lang de militairen ergens blijven, om te voorkomen dat ze daar eindeloos zijn?
"Vredesmachten die ergens met instemming van de VN-Veiligheidsraad zitten, krijgen meestal een mandaat voor een jaar. En daarna wordt ieder jaar opnieuw gekeken of het wordt verlengd", zegt Zwanenburg. "Er is dus niet een afgesproken maximale duur."
Soms leidt dat er inderdaad toe dat vredesmachten lang in een gebied zitten, vertelt Van Willigen. "Op Cyprus, en in Bosnië en Kosovo, zitten bijvoorbeeld al decennialang vredesmachten. Dat komt omdat daar nog steeds de spanningen zijn die oorspronkelijk de reden waren om een vredesmacht in te stellen."
Toch zou een afgesproken maximale duur niet helemaal wenselijk zijn, zegt Van Willigen. "Want dat geeft ruimte aan mensen die het vredesproces willen frustreren om te misbruiken. Dat is een beetje wat er in Afghanistan is gebeurd: de Taliban en andere groepen die tegen het Westen vochten, zeiden steeds: 'Wij hebben de tijd, wij zitten het wel uit, wij gaan nergens heen.'"
7. Hoe wordt bepaald welke landen hoeveel militairen en middelen moeten leveren?
"Dat wordt afgesproken in een bestand of akkoord. Vaak wordt het aantal militairen genoemd dat nodig is in het gebied, en begint daarna het grote onderhandelen tussen landen over wie hoeveel mensen kan en wil leveren", antwoordt Van Willigen.
"Dat heeft deels te maken met de capaciteiten die je überhaupt hebt. Zo heeft Nederland bijvoorbeeld Patriot-systemen voor de luchtverdediging die ingezet zouden kunnen worden. Andere landen hebben dat misschien niet, maar zouden wel weer tanks kunnen leveren."
"Maar het heeft ook te maken met wat je wil. Voor een besluit over de precieze bijdrage aan een vredesmacht is ook binnenlands politiek draagvlak nodig. Dus je ziet nu dat in de discussies in Den Haag daarop wordt voorgesorteerd. Daar wordt gezegd: als we dit doen, willen we een brede consensus hebben."
8. Wie betaalt de kosten voor een vredesmacht?
"Vaak zijn dat de landen die troepen leveren. De Nederlandse bijdrage aan de missie in Afghanistan is bijvoorbeeld gewoon door Nederland zelf betaald", weet Van Willigen. "Bij een VN-missie zijn er wel vergoedingen vanuit de VN, maar Nederland betaalt ook contributie aan de VN. Dus ja, uiteindelijk betalen landen de inzet voor een groot deel zelf."