Mag een voortuin een parkeerplaats worden? Gemeenten worstelen met deze vraag nu burgers vaker hun auto in de voortuin parkeren. Het leidt vrijwel altijd tot spanningen in de buurt. "Als je het toestaat, maar ook als je het verbiedt."
"De auto's staan hier half over de stoep en op de hoeken van straten," ziet Michelle uit de Bloemenbuurt in Woerden. Ze heeft daarom al een aantal keren bezwaar aangetekend tegen vergunningsaanvragen.
Onprettig en onveilig gevoel
"Ik begrijp mijn buren op zich wel dat ze dit willen", gaat ze verder. Maar Michelle vindt het onbegrijpelijk dat de gemeente dit toestaat. "In de praktijk is de auto vaak toch groter dan aangegeven en kun je er niet meer langs. Dan moet je om de zoveel meter van de stoep af en via een stukje straat weer de stoep op. Het voelt allemaal heel onprettig en onveilig aan."
Bezwaar maken doet Michelle niet om buren te pesten maar voor het algemeen belang, zo benadrukt ze. "Omdat ik de buurt voor iedereen leefbaar wil houden." De gemeente Woerden wil op dit moment geen uitleg geven over de gemaakte keuzes en hoe die tot stand komen.
Parkeren in tuin uit noodzaak
Eén van Michelle's buurtgenoten die van zijn tuin een parkeerplaats heeft gemaakt is Toon. Zijn auto staat voor het grootste gedeelte op eigen terrein, een deel steekt uit over de stoep.
"Het is niet helemaal goed zo, dat geef ik toe", zegt Toon. "Maar parkeren is hier echt een groot probleem. We kregen van buren te horen dat we asociaal zijn omdat we een uitrit gingen aanvragen. Andere buren waren er juist heel blij mee. En de bezorgbusjes ook. Die stoppen altijd voor mijn huis, omdat hier ruimte is om de deur open te doen."
Bekijk ook
Parkeergeld voor leefbaarheid in de wijk
Dat voortuinparkeren tot spanningen in buurten leidt, merkt ook wethouder Rik van der Linden uit Dordrecht. De Dordtse Indische wijk kwam afgelopen weken in het nieuws omdat burgers hun voortuin ombouwden tot parkeerplaats. "We gaan de gemeentekas toch niet lopen spekken", zei een bewoner.
Van der Linden vindt het jammer dat mensen zich een melkkoe van de gemeente voelen. "De wegenbelasting die mensen betalen is bedoeld voor onderhoud van de rijkswegen. Van het parkeergeld betalen we het onderhoud van de straten en de groenvoorzieningen in de gemeente. Het doel is niet winst, maar een betere leefomgeving. Het geld vloeit direct terug in de wijk."
Minder opvang voor een flinke regenbui
De wens van mensen om de auto dichtbij huis te hebben, begrijpt de wethouder wel. "Zeker als er parkeerkosten zijn. Maar tegelijkertijd willen we ook groene leefbare wijken en ruimte voor waterbeheer. Dat maakt het een complex vraagstuk. In sommige gevallen kunnen we het toestaan, maar soms ook niet zoals in de binnenstad vanwege de verkeersveiligheid."
In de Indische buurt kan het dus wel, zegt de wethouder. Zo is bij de bouw van de wijk in de jaren '90 rekening gehouden met het parkeren op eigen terrein. Dus de stoepen hebben al een uitrit. Wel vindt de wethouder het jammer dat mensen nu ook hun tweede auto erbij zetten. "Want het zorgt voor veel 'blik' in het zicht en er is minder ruimte voor wateropvang bij een flinke regenbui. Maar tegelijkertijd geeft het ruimte op straat."
Bekijk ook
Ongemakkelijke discussie
"Het is een ongemakkelijke, maar noodzakelijke discussie", stelt mobiliteitsexpert Marco te Brömmelstroet.
"Want we moeten in Nederland anders naar parkeren leren kijken. Er zijn inmiddels bijna 10 miljoen auto's in Nederland en die staan nu veelal in de openbare ruimte. Maar is de opslag van een privé voertuig niet eigenlijk een privaat probleem? Waarom wordt dat nog steeds publiek opgelost?"
Japan als voorbeeld
Volgens de hoogleraar Urban Mobility Futures aan de Universiteit van Amsterdam zijn we publieke voorzieningen als parkeerplaatsen te vanzelfsprekend gaan vinden. Volgens hem kunnen we in dat opzicht veel leren van Japan. Daar moeten mensen namelijk zelf de opslag van hun auto oplossen. Als je geen eigen parkeerplaats hebt, kun je geen auto kopen.
Dit dwingt stedenbouwers om anders te ontwerpen en inspireert ondernemers om parkeeroplossingen te bieden, zegt Te Brömmelstroet. "Het resultaat? Minder autobezit, hogere stedelijke dichtheid en een rationelere afweging over de waarde van die eerste, tweede of derde auto. Het biedt een evenwichtiger uitgangspunt."
Bekijk ook
Parkeerplekken genoeg
Volgens Rijksbouwmeester Francesco Veenstra zijn de spanningen rondom het 'voortuinparkeren' geen gevolg van een tekort aan parkeerplekken.
"Nederland heeft 18 miljoen parkeerplekken voor 9 miljoen auto's. Dus er is genoeg plek. Alleen zijn die steeds minder vaak gratis. En ook niet altijd direct voor de eigen deur. En dat is wat de meesten van ons toch willen."
Schadelijk voor de groep
Veenstra ziet het eerder als een symptoom van het groeiende individualisme. Zo leven we anders 'samen' dan 40 jaar geleden. Als individu willen we het liefst zo snel mogelijk vanuit de auto ons huis in kunnen rennen en dan die boze buitenwereld achter ons laten. Een 'onderhoudsvrije tuin' als gratis parkeerplek lijkt dan een slimme keuze. Maar wat individueel een slimme zet lijkt, kan voor het collectief schadelijk zijn.
Zo leidt het volgens Veenstra tot ecologische schade. Want door je voortuin te betegelen, voorkom je dat regenwater de bodem infiltreert, noemt hij als voorbeeld. Dit vergroot dan weer de druk op rioleringen en draagt bij aan problemen zoals verzakkingen en hittestress in steden.
Bekijk ook
Spanningen in de buurt
En dat leidt tot spanningen in de buurt. "Mensen met een groene voortuin die zo wateroverlast en hittestress helpen voorkomen, moeten ineens tegen een rij geparkeerde auto's aankijken", zegt Veenstra. "Gemiddeld is een auto ongeveer een week per jaar onderweg, dus 51 weken per jaar staat deze stil."
Ook kan het gevolg zijn dat de buurt een openbare parkeerplek verliest. Als een tuin een oprit wordt, komt er een uitrit bij. En daardoor kan er niet meer voor dat huis worden geparkeerd. "Zo wentelt een autobezitter eigenlijk een individuele oplossing af op de samenleving. En dat wringt."
Geen heilige koe
Gemeenten zijn hard aan het werk om van buurten weer fijne ontmoetingsplekken te maken, ziet de voorzitter van het College van Rijksadviseurs tot zijn vreugde. "Dat is heel belangrijk, want voor een buurtgenoot die je kent, heb je meer over."
"Met een beetje goede wil kunnen we onze buurten weer waanzinnig mooi maken. De auto is daar ook gewoon een onderdeel van, maar niet meer als 'heilige koe'. De auto zal een nieuwe plek moeten weten te vinden in het grotere geheel."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.