De één is haar man achter na gereisd, de ander zegt naar Syrië te zijn gegaan om bij een hulporganisatie te werken. Hafida H. en Amber K. zitten nu in een Koerdisch kamp in Noord-Syrië. Ze willen niets liever dan terug naar Nederland.

Oorlogsverslaggever Hans Jaap Melissen interviewt de twee vrouwen in een kantoortje van de Koerdische inlichtingendienst, vlakbij het Al Roj-kamp waar ze verblijven. "Ik mis alles aan Nederland", zegt de 23-jarige Amber K. "Zelfs het niet-voordringen in de rij bij Albert Heijn. Hier zijn mensen onbeschoft en asociaal. In Nederland hebben mensen respect voor elkaar."

Gedwongen om te trouwen

Als 19-jarige vertrok Amber K. naar Syrië. "Ik ben in eerste instantie naar Syrië gegaan omdat ik bij een Turkse hulporganisatie wilde werken. Dat is niet gelopen zoals ik wilde dat het liep", concludeert ze nu. De vrijgezelle Amber werd naar Raqqa vervoerd. "Ik ben naar een soort vrijgezellenhuis gebracht, voor vrouwen die moeten gaan trouwen."

Na maanden van protest besloot Amber toch te trouwen, naar eigen zeggen om haar vrijheid terug te krijgen. Ze trouwt met de Nederlandse Redouan D., en wordt daarmee IS-vrouw. Samen krijgen ze twee kinderen. Redouan D. zit inmiddels in een Koerdische gevangenis en Amber wil verder niks kwijt over hem: "Ik praat liever niet over mijn man zolang hij nog bij de Koerden in de gevangenis zit."

info

Hun versie van het verhaal

Hans Jaap Melissen sprak de twee Nederlandse IS-vrouwen in Noord-Syrië. De Koerden faciliteren het interview omdat ze van de vrouwen af willen. Of we de verhalen kunnen geloven blijft onduidelijk, maar bepaalde elementen zijn volgens Melissen in ieder geval merkwaardig: "Het is bijvoorbeeld moeilijk te geloven dat Amber dacht dat IS en het kalifaat verschillende dingen waren. De dames willen vertellen wie ze zijn, en dat ze ongevaarlijk zijn. Alle vrouwen daar zeggen dat ze niks hebben gedaan en dat ze vooral op de kinderen pasten. Ik hoor hun versie van het verhaal. Je moet meer feiten hebben om te kunnen zeggen dat het is gegaan zoals ze zeggen. De vrouwen hebben vooral een boodschap die ze over willen brengen: 'Haal ons hier weg'. Ze willen terug naar Nederland."

Situatie was ondraagbaar

Na zo'n twee jaar in IS-gebied besluiten Amber K. en haar gezin te vertrekken: "De situatie was op dat moment ondraagbaar. Mijn man en ik waren gewond, ik had net een keizersnede gehad en ons huis was gebombardeerd. Het was geen leefbare plek voor de kinderen."

Toen Amber K. in eerste instantie afreisde naar Syrië, dacht ze aan de rand van het kalifaat te kunnen werken. Ze geeft toe dat ze de onthoofdingsbeelden van IS kent, maar ze koppelde de groep niet aan het kalifaat. "Ik dacht dat het kalifaat een plek was waar moslims vanuit de hele wereld samenkomen en samenleven. IS zag ik meer als een onafhankelijke groep."

Lees ook

'Ik ben een gewoon persoon'

De Nederlands-Marokkaanse Hafida is de tweede IS-vrouw waarmee Hans Jaap Melissen spreekt in het kamp in Noord-Syrië. Zij reisde haar man achterna die in 2013 naar Syrië vertrok, de Nederlandse IS-strijder Thijs B. Ook Hafida wil weinig kwijt over dit 'afgesloten hoofdstuk', haar man: "Het kan zijn dat hij gevangen is genomen, of gedood. Het kan ook dat hij gewoon nog in IS-gebied rondloopt."

De moeder van inmiddels drie kinderen blijft vaag in haar opvattingen over IS. "Ik was een moeder in een huis met mijn kinderen. Ik ben gewoon een persoon die haar man is achterna gereisd om hem terug te halen." Ze wil niet zeggen of ze zich ooit heeft afgevraagd of IS wel deugt, bijvoorbeeld na de onthoofdingsvideo's. Uiteindelijk wil ook Hafida, terwijl ze zwanger is van haar derde kind, weg bij IS.

Lees ook

Terug naar Nederland

Beide vrouwen willen het liefst zo snel mogelijk terug naar Nederland, mét hun kinderen. "De kinderen zijn onschuldig en blijven onschuldig. Wat betreft ons: iedereen verdient een tweede kans. We zijn moeders. In Nederland zullen we niet meteen vrijuit rondlopen. We zullen een lange tijd tegemoet gaan om te kijken of we strafbare feiten hebben begaan en of we echt een gevaar zijn of niet."

Amber zegt het jammer te vinden dat ze nog niet teruggehaald is naar Nederland. "Het is gewoon niet te doen, ook voor de kinderen. Ik kan het Nederland niet kwalijk nemen, dus we gaan afwachten totdat ze komen." De Nederlandse regering onderzoekt de mogelijkheid om vrouwelijke Syriëgangers en hun kinderen naar Nederland te halen. Amber blijft ruimdenkend in haar oordeel over IS: "In elke organisatie zijn er mensen die goede dingen doen en mensen die slechte dingen doen. Ik ga niet de hele organisatie bestempelen als slecht."

Lees ook

De één is haar man achter na gereisd, de ander zegt naar Syrië te zijn gegaan om bij een hulporganisatie te werken. Hafida H. en Amber K. zitten nu in een Koerdisch kamp in Noord-Syrië. Ze willen niets liever dan terug naar Nederland.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.