In de schulden: Jeroen Dijsselbloem zet zich in als buddy
Martin heeft een baan, een auto, een gezin, maar ook een loonbeslag. Dat betekent dat een schuldeiser voor een deel beslag heeft gelegd op zijn salaris. En Martin is niet alleen. Naar schatting krijgen jaarlijks 500.000 mensen te maken met een loonbeslag. Ron Steenkuijl, directielid bij ADG Dienstengroep, werkgever van meer dan 35.000 mensen, ontwikkelde een app die mensen met schulden koppelt aan iemand die ze helpt de financiën weer op orde te krijgen, een buddy. En niemand minder dan voormalig minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem doet hier aan mee.
"Eerst dacht ik dat het een grap was, dat er misschien sprake was van een dubbelganger. Toen bleek dat het ging om de echte Jeroen Dijsselbloem vond ik dat wel fantastisch." Martin werkt als HR-manager bij schoonmaakbedrijf Asito, onderdeel van ADG Dienstengroep. Na een conflict met de belastingdienst kreeg hij een schuld. Door gebruik te maken van de app, fiKks genaamd, hoopt hij dat hij hier snel van af is. Jeroen Dijsselbloem is zijn buddy. Via de telefoon hebben ze contact. In de app vult Martin zijn inkomsten en uitgaven in en de buddy kijkt mee of alles klopt. Dijsselbloem: "De app is behulpzaam omdat het een huishoudboekje is. En ik kijk dan met een schuin oog mee. De vraag is hoe je inkomsten en uitgaven bij elkaar kan brengen. Idealiter gebeurt dat door meer te verdienen. Soms moet je ook bezuinigen."
'Het kan iedereen gebeuren'
Ron Steenkuijl ontwikkelde de app vanuit de gedachte dat je er als ondernemer niet alleen op uit moet zijn om winst te maken: "Je bent er met elkaar voor om te zorgen dat je de samenleving beter kan laten draaien. En dan hoort arbeid daarbij. Daar zit loon aan vast. En het blijkt dus dat loonbeslagen plaatsvinden, veel te vaak." Bij ADG Dienstengroep wordt er jaarlijks bij 5000 werknemers beslag op het loon gelegd. Steenkuijl: "Het kan iedereen gebeuren. Als 20% van de huishoudens schulden heeft, is er iets mis in de samenleving."
De app is gratis en voor iedereen beschikbaar. ADG Dienstengroep financierde het project zelf. Het aanpakken van schulden is onderdeel van een groter ideaal van Steenkuijl. Met zijn initiatief 'de Wil' wil hij meer ondernemers stimuleren een bijdrage te leveren aan oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken.

Treinen rijden in Nederland vaak op tijd, maar hoe lang nog? 'Achterstallig onderhoud is een risico'
NS gaat weer de prijs van een treinkaartje verhogen, terwijl sommigen vinden dat daar te weinig service tegenover staat. Toch blijkt dat onze treinen eigenlijk best goed op tijd rijden. Maar: volgens experts liggen er risico's op de loer.
"De Nederlandse treinen zijn internationaal gezien traditioneel veel op tijd", vertelt strategisch adviseur mobiliteit en ruimte Casper Stelling. "Dat is bekend en dat is dat is de afgelopen 10 jaar redelijk stabiel gebleven. Boven de 90 procent van de treinen rijdt op tijd."
Tot 5 minuten geen vertraging
Toch wordt er vaak geklaagd over treinen die niet op tijd rijden. "Dat komt omdat de punctualiteit van treinen wordt gemeten met 5 minuten. Dat houdt in dat als een trein 5 minuten vertraging heeft, de trein op tijd is", zegt Stelling.
Die paar minuten kunnen alsnog vervelende gevolgen hebben: "5 minuten vertraging kan wel betekenen dat je de overstap mist. En dan heb je alsnog een half uur vertraging, maar dat zie je niet terug in de punctualiteitscijfers."
Hoe meet je punctualiteit?
Bij een vergelijking met andere landen is het lastig dat Nederland op een andere manier de punctualiteit meet dan andere landen. "In veel landen wordt de treinpunctualiteit gemeten", zegt hoogleraar spoorwegen Rob Goverde van de TU Delft. "Dat is het aantal treinen dat binnen 3 of 5 minuten op tijd rijdt."
In Nederland wordt de reizigerspunctualiteit gemeten. Daarbij wordt gekeken of iedere reiziger op tijd aankomt op het bestemmingsstation. "En dat houdt dus ook in dat overstappen worden meegenomen en of treinen überhaupt rijden."
Andere landen
Toch is wel duidelijk dat over de grens treinen een stuk minder vaak op tijd rijden. Oud-Duitsland correspondent Margriet Brandsma zegt dat het er in Duitsland slecht voor staat met de punctualiteit. "Uit recente cijfers blijkt dat in juni dit jaar iets meer dan de helft van de treinen op tijd."
En juni is zeker geen uitzondering. Er is volgens Brandsma ontzettend veel vertraging op het spoor. Opvallend is dat de Duitse reizigers de trein niet links laten liggen. "Heel gek, het aantal reizigers in de trein stijgt in Duitsland."
Leren van Japan
In Europa kan Nederland nog wel wat leren van Zwitserland, zegt Goverde. Buiten Europa is vooral Japan het goede voorbeeld. "Die hebben echt enorme punctualiteit, dat gaat om enkele seconden. En dat heeft te maken met dat het daar heel erg druk is."
Net als in Nederland heeft Japan een druk spoornet. Treinen moeten dus wel op tijd rijden, anders zitten ze elkaar in de weg en krijg je heel veel vertragingen.
Coronaperiode en toekomst
Onlangs liet NS weten over de eerste zes maanden van 2025 een verlies van 60 miljoen euro te lijden. Dat heeft volgens hoogleraar Goverde vooral met de coronaperiode te maken. "Thuiswerken werd ontdekt. Dat betekende dat mensen minder de trein gingen nemen en dat merk je als NS. Er zijn dan op bepaalde dagen een stuk minder reizigers. Dinsdagen en donderdagen zijn nu piekdagen in de trein."
Die daling in het aantal reizigers sloeg volgens Stelling een flink gat in de reserves van alle vervoerders, zowel voor de treinen als de bussen. "En dat gat zijn we nooit te boven gekomen. Na de coronatijd kregen we te maken met inflatie en personeelstekorten."
Achterstallig onderhoud
De moeizame financiën vormen volgens Stelling een risico. Hij denkt dat achterstallig onderhoud ervoor gaat zorgen dat er de komende jaren meer vertragingen zullen zijn. "We moeten rekening houden met een teruglopende bereikbaarheid en dus ook een teruglopende punctualiteit."
Toch denkt hij dat het aantal treinreizigers wel weer zal gaan toenemen. "Dan moet er wel worden geïnvesteerd in het verduurzamen van mobiliteit. Dus de fiets en trein moet gestimuleerd worden en we moeten mensen ontmoedigen om de auto te nemen."