radio LIVE
meer NPO start

Hofstadgroep: niet achtergesteld of gestoord

De Hofstadgroep was niet alleen bezig met radicale Islam. In het netwerk van salafistische jongeren was slechts een kleine, harde kern bezig met het plannen van aanslagen. Leden zochten ook ‘gewoon’ vriendschap bij elkaar en waren niet sociaal achtergesteld of gestoord.

Dat blijkt uit onderzoek van terrorisme-onderzoeker Bart Schuurman van het Institute of Security and Global Affairs van de Universiteit Leiden. Hij vroeg zich af hoe lidmaatschap van een terroristische groep, zoals de Hofstadgroep, tot stand komt. Vier jaar lang bestudeerde hij politiedossiers en interviewde hij zes oud-leden. Vandaag promoveert hij. 

Het viel Schuurman op hoe normaal de meesten waren, helemaal geen typische extremisten. “Ze zijn niet wezenlijk anders dan wijzelf”, zegt de onderzoeker. Ook concludeert hij dat gebrek aan onderwijs of het leven in armoede geen redenen zijn om te radicaliseren. “Als je kijkt naar het profiel van de terrorist, dan zijn dat geen mensen met de minste kans of opleiding”, zegt Schuurman.   

Hofstadgroep: jihadisten van eigen bodem

Met de Hofstadgroep (2002-2005) wordt Nederland voor het eerst geconfronteerd met jihadisme van eigen bodem. Mohammed B., die in november 2004 publicist Theo van Gogh vermoorde, bleek in contact te staan met een netwerk van geradicaliseerde moslimjongeren: de Hofstadgroep.

Nederland staat in de periode op z’n kop: de maatschappelijke onrust is groot. De inlichtingendiensten blijken de groep al sinds 2002 in het vizier te hebben. Mohammed B. werd als een ‘bijfiguur’ gezien. Maar op radicale internetfora blijkt B., actief onder pseudoniem, fanatiek op te roepen tot de gewapende strijd, moord en haatzaaien. Hij blijkt spilfiguur. 

De harde kern van de groep hangt het salafisme aan en keurt geweld goed. Het zijn, behalve Mohammed B., ook Jason W. en Ismael A. De twee worden daags na de moord op Theo van Gogh gearresteerd nadat hun woning een dag lang wordt belegerd. Bij de arrestatie raken agenten gewond wanneer W. een handgranaat gooit. Hij wordt hiervoor tot 13 jaar cel veroordeeld. Inmiddels is hij vrij en gederadicaliseerd. B. heeft levenslang.

Afhankelijk van de wereld om ons heen

Vaak wordt de vorming van een terreurgroep vooral verklaard door achtergestelde omstandigheden waarin de leden zouden zitten. Maar daar is geen bewijs voor, zegt Schuurman. De vorming van de Hofstadgroep heeft vooral te maken gehad met al bestaande vriendschappen, of mensen die toevallig bij elkaar in de buurt woonden, dan dat er bewust geronseld is. 

Het zijn de omstandigheden in de wereld om ons heen, 9/11 en de “War on Terror”, die ervoor zorgden dat ze radicaliseerden en anti-westerse opvattingen kregen. Leden spraken met elkaar over de situatie en bekeken bijvoorbeeld ook Al-Qaida video’s. De toen minderjarige Samir A. wordt in 2003 opgepakt als hij samen met iemand anders naar Tsjetsjenië wil reizen. Hij wordt bij de grens tegengehouden. Een situatie die parallelen vertoont met nu: het conflict in Syrië en de opkomst van IS. 

Aanslagen, zoals de moord op Van Gogh, werden gepleegd op individueel initiatief. De groep zelf kon geen aanslagen plannen. De structuur was onduidelijk en niet hiërarchisch. Bovendien hielden de inlichtingendiensten hen in de gaten en hadden de leden angst dat er misschien wel een informant deel uitmaakte van de groep.

Radicalisering voorkomen moeilijk

Radicalisering voorkomen, is erg moeilijk zegt onderzoeker Schuurman. Zolang conflicten blijven bestaan, zullen veel jongeren uit het Westen zich aangetrokken voelen. “We kunnen ze proberen weg te halen of terug te halen”, zegt de onderzoeker “maar als er eenmaal een zwart/wit wereldbeeld is wordt het erg moeilijk om ze eruit te trekken”

PvdA Kamerlid Marcouch woonde en werkte ten tijden van de Hofstadgroep in Slotervaart. Zowel Mohammed B. als Samir A. groeiden er op, de Hofstadgroep kwam samen bij Mohammed B. Als stadsdeelvoorzitter stelde hij een anti-radicaliseringsprogramma op. “We weten nu veel meer over terrorisme, maar kunnen nog altijd niet goed achter de voordeur komen”, zegt hij. 

EenVandaag ging met onderzoeker Bart Schuurman het Laakkwartier in om te spreken over zijn onderzoek. En we gaan op pad met PvdA- Kamerlid Ahmed Marcouch, die zich sinds 2004 bezighoudt met het radicaliseringsvraagstuk.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Uit onderzoek Rekenkamer blijkt dat zorgminister ongelijk heeft: 'Er is wel degelijk een huisartsentekort'

Uit onderzoek Rekenkamer blijkt dat zorgminister ongelijk heeft: 'Er is wel degelijk een huisartsentekort'
Ter illustratie: een huisarts controleert de bloeddruk van een patiënt
Bron: EenVandaag

Minister Agema wil er nog niet aan maar er is wel degelijk een landelijk huisartsentekort. Dat blijkt uit een onderzoek van de Algemene Rekenkamer. De Landelijke Huisartsen Vereniging zoekt oplossingen.

Een jaar geleden nog maar zei de toenmalige minister voor Medische Zorg, Pia Dijkstra, dat er niet een tekort is aan huisartsen maar dat huisartsen niet goed verspreid zijn over het land. Minister Agema gaat daar ook vanuit. Dat beeld wordt vandaag gekanteld door de Algemene Rekenkamer die op basis van onderzoek vaststelt dat er wel degelijk een landelijk tekort is aan huisartsen.

45.000 tot 194.000 zonder huisarts

Naar schatting 45.000 tot 194.000 mensen hebben geen huisarts, stelt de Rekenkamer vast. Dat zijn vooral mensen die verhuisd zijn of die patiënt zijn bij een praktijk die sluit.

Daarnaast had 60 procent van de huisartsenpraktijken in het afgelopen jaar een patiëntenstop. Aan Marjolein Tassche van de landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) de vraag: wat dóén die mensen als ze ergens last van hebben?

Dan maar de huisartsenpost?

Tassche antwoordt: "Die gaan met hun klachten naar de huisartsenpost of gaan naar een andere huisarts waar ze een keer terecht kunnen. De huisartsenpost is bedoeld voor acute zorg en die acute zorg wil je natuurlijk als het even kan juist voorkomen met goeie huisartsenzorg."

Daarbij blijven mensen die verhuizen vaak bij de oude huisarts hangen, als ze geen nieuwe kunnen vinden. "Maar dat is niet goed te doen als er iets acuuts is en je als huisarts visite moet rijden. Wij proberen de omvang van dit probleem in kaart te brengen en te bekijken of er misschien een systeem van ruil mogelijk is voor die mensen."

Er is wel degelijk een huisartsentekort
Er is wel degelijk een huisartsentekort

Meer huisartsen opleiden

De vraag naar huisartsenzorg is op dit moment dus groter dan het aanbod. In Zeeland is het tij gekeerd. Daar was een huisartsentekort dat op ogenschijnlijk eenvoudige manier is teruggedraaid. Door de huisartsen in opleiding de hele periode in Zeeland te houden, leren zij het gebied goed kennen en blijkt dat ze na de opleiding in Zeeland blijven, althans voorlopig.

"We hebben ruimte om meer huisartsen op te leiden", vertelt Tassche. Projecten zoals in Zeeland kunnen zeker helpen maar ook zou er in de opleiding tot basisarts meer aandacht moeten zijn voor het huisartsenvak. "Ik ben zelf huisarts geweest en in mijn tijd was het eerste deel van de artsenopleiding sterk gericht op het ziekenhuis. Toen ik laatst aan een groep studenten vroeg hoe dat nu is zeiden ze in koor dat dat nog steeds het geval is. Daar kan dus winst behaald worden."

Maak het makkelijker een huisartsenpraktijk te runnen

Minister Agema laat in een reactie op het Rekenkamer-onderzoek weten dat zij nog altijd van mening is dat spreiding het probleem is, ze schrijft: "Mijn beeld is genuanceerder: ik zie dat er - zeker op sommige plekken - een tekort aan huisartsenzorg is."

"De minister erkent dus toch wel dat er een tekort is en zegt dat ze graag meer praktijkhouders wil, daar zijn wij het mee eens", zegt Marjolein Tassche. Het is volgens haar goed dat het ministerie zich hiervoor wil inzetten. "We weten dat van alle jonge huisartsen het merendeel praktijkhouder wil worden op den duur. Maar het vinden van huisvesting is lastig en de tarieven voor de basiszorg door huisartsen geven ook wel wat onzekerheid (onlangs zijn deze tarieven verlaagd door de NZA, red.). Alles wat het ministerie kan doen om het aantal praktijkhouders uit te breiden is zeer welkom."

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Hoe effectief is een Amber Alert? En andere vragen over het alarm bij vermiste kinderen beantwoord

Hoe effectief is een Amber Alert? En andere vragen over het alarm bij vermiste kinderen beantwoord
Politie-auto in Dalfsen nadat er een Amber Alert is uitgegeven
Bron: ANP

Deze week werd een Amber Alert uitgestuurd voor twee vermiste kinderen uit Dalfsen van 6 en 11 jaar. Dit waarschuwingsbericht kan opduiken op snelwegborden, telefoons en social media. Voor EenVandaag Vraagt vroegen we wat jullie hierover willen weten.

Landelijk coördinator persoonsvermissingen bij de politie, Izanne de Wit en Arnout de Vries van onderzoeksbureau TNO geven antwoord op jullie vragen. De Vries werkte mee aan de ontwikkeling van de website Sarea, waarmee burgers bij een vermissing mee kunnen zoeken.

1. Wat is een Amber Alert?

Amber Alert is het landelijke waarschuwingssysteem dat wordt ingezet bij kindontvoeringen of urgente vermissingen waarbij het kind mogelijk in levensgevaar is. Hiermee kan de politie bij de ontvoering of vermissing van een kind direct heel Nederland waarschuwen, staat op de website van Global Missing Kids.

"Jaarlijks komen er ongeveer 16.000 meldingen van vermiste minderjarigen binnen bij de politie", zegt De Wit. "Gemiddeld worden er per jaar een tot twee Amber Alerts uitgegeven, maar dat varieert van jaar tot jaar."

2. Hoe effectief is het Amber Alert?

Volgens De Wit is het bereik enorm. "Er worden meer dan 12 miljoen mensen gewaarschuwd. Bijna iedereen heeft tegenwoordig een mobiele telefoon met diverse social mediakanalen waarop een Amber Alert te zien is. En voor diegene die even niet op zijn telefoon kijkt, zijn er beeldschermen in het openbaar."

Hoeveel kinderen er daadwerkelijk worden teruggevonden na het uitsturen van een Amber Alert, is lastig in procenten uit te drukken, volgens De Wit. "Het gaat altijd om een combinatie van factoren. Wij krijgen bijvoorbeeld ook nog informatie uit andere opsporingsmethoden die wij inzetten. De combinatie van tips van het publiek en informatie uit andere methoden maakt dat je wellicht kunt aanwijzen waar het kind verblijft. Het middel staat dus nooit op zichzelf, maar is wel een hele belangrijke, omdat een tip de aanleiding kan geven tot nadere opsporing of precies samenvalt met andere opsporingsinformatie."

De Vries ziet dat de rol van het publiek in de opsporing steeds professioneler is geworden. Hij werkte mee aan de ontwikkeling van de website Sarea, waarmee burgers bij een vermissing mee kunnen zoeken. De website helpt mensen om veilig en gestructureerd te zoeken, bijvoorbeeld door een kaart met zoekgebieden te laten zien. Zo kunnen buurtgenoten of familie samen zoeken, zonder dat ze elkaar in de weg lopen of sporen uitwissen. "Heel veel burgers doen het met goede bedoelingen, maar weten niet zo goed hoe ze gestructureerd moeten zoeken", zegt De Vries.

Bekijk ook

3. Wat is het verschil tussen een Amber Alert en een Vermist Kind Alert?

"Een Amber Alert is een opsporingsmiddel dat wij als politie in kunnen zetten wanneer er aanwijzingen zijn dat een vermist minderjarig kind in levensgevaar zou kunnen zijn", zegt de Wit. "Dit is een landelijk alert."

Een Vermist Kind Alert is ook een opsporingsmiddel, maar is regionaal gericht. Het gaat om kinderen die vermist zijn én waar er indicaties zijn dat er direct gevaar is voor het welzijn van het kind. Dit alert kan worden uitgezet in de buurt van de vermissing, legt de Wit uit.

4. Hoe komt het Amber Alert bij mensen terecht?

"Het is een pushbericht dat verschijnt op verschillende social media-kanalen", zegt De Wit. "Denk bijvoorbeeld aan websites en digitale beeldschermen, zoals in het openbaar vervoer, supermarkten en zelfs op pinautomaten. Het bericht wordt verspreid op locaties variërend van treinstations en bussen tot luchthavens."

Om een Amber Alert te kunnen ontvangen op je telefoon moet je de Burgernet-app downloaden, legt de Wit uit. "Wanneer er een Amber Alert wordt uitgezonden, ontvang je een melding en word je gevraagd goed op te letten of je het vermiste kind in jouw omgeving ziet."

"Zie je het kind of denk je het te herkennen? Bel dan direct 112. Heb je informatie die mogelijk relevant is, maar niet over een directe noodsituatie gaat? Dan kun je contact opnemen met de gratis tiplijn van de politie via 0800-6070, of een tip doorgeven via het formulier op politie.nl. Wat je daarnaast kunt doen, is het Amber Alert delen op je eigen social media-kanalen. Hoe meer mensen het bericht zien, hoe groter de kans dat het kind snel wordt gevonden."

Bekijk ook

5. Wat is het verschil tussen Amber Alert en NL-Alert?

Het verschil tussen Amber Alert en NL-Alert draait vooral om het doel en het soort situatie, legt de Vries uit. "NL-Alert is echt meer voor de grote, acute crisissituaties." Amber Alert valt daarbuiten: dat wordt ingezet bij urgente vermissingen, maar het hoeft niet om een situatie te gaan die net gebeurd is. Het kan ook zijn dat iemand al langer vermist is. In zulke gevallen verschijnen er soms berichten op matrixborden boven snelwegen. "Dan gaat het bijvoorbeeld om een kind dat mogelijk is meegenomen door een ouder."

In dat soort gevallen wil je juist mensen bereiken die onderweg zijn. Dan is een Amber Alert effectiever dan een NL-Alert, dat zich vooral richt op een specifiek gebied, bijvoorbeeld rondom een postcode, legt de Vries uit.

info

EenVandaag Vraagt

Bij EenVandaag heb je de mogelijkheid om vragen en ideeën in te sturen. Dat kan altijd in onze chat, of je kunt meedoen aan de gerichte EenVandaag Vraagt-oproepen die wij zo'n twee keer per week plaatsen in de Peiling-app. De Peiling-app is gratis te downloaden in de App Store of Play Store.

6. Wie beslist of er een Amber Alert wordt verstuurd, en op basis waarvan?

De beslissing om een Amber Alert wel of niet te versturen is aan de politie. Het Landelijk Bureau Vermiste Personen van de politie toetst of een vermissing aan de criteria voldoet. "Zo moet het kind onder de 18 jaar zijn, moet er direct gevaar bestaan voor het leven van het kind of moet er gevreesd worden voor ernstig lichamelijk of psychisch letsel", staat op de website van Global Missing Kids.

De beoordeling of een kind in levensgevaar is, vindt altijd plaats bij de melding in de regionale eenheid en wordt uitgevoerd door de Officier van Dienst, vaak vanuit de meldkamer, legt De Wit uit. "Wanneer wij als politie een melding krijgen in de meldkamer van een zeer urgent vermist kind dat in levensgevaar is of ernstig letsel kan oplopen, telt er voor ons maar één ding: adequaat, snel en effectief opsporen."

"We zetten hierbij verschillende methoden in, zoals een helikopter en politieauto's ter plaatse, maar ook technische middelen. We kunnen er ook voor kiezen om het publiek te betrekken door alarm te slaan en hen om hulp te vragen bij de opsporing. Dat is het doel van een Amber Alert."

Deze methoden en middelen kunnen worden ingezet op aanvraag van de regionale politie via de landelijke meldkamer. Hier is een speciale meldtafel ingericht om 24/7 snel te kunnen schakelen en de juiste opsporingsmiddelen in te zetten, vervolgt De Wit. "Vanuit deze centrale meldkamer wordt onder andere de inzet van een speurhond of helikopter gecoördineerd, en wordt ook het Amber Alert uitgegeven."

7. Sinds wanneer bestaat het systeem in Nederland en hoe is het ontstaan?

Op vrijdag 13 januari is het de internationale Amber Alert-dag. "Deze dag is een herinnering aan de naamgever van deze alertering: de negenjarige Amber Hagerman, die op 13 januari 1996 werd ontvoerd en vermoord in Arlington, Texas. Daaruit voort is het Amber Alert in de Verenigde Staten ontstaan en in 2008 werd dit voor het eerst door de politie in Nederland geïntroduceerd", zegt De Wit.

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant