radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

Hoe gaan mensen met lage inkomens de warmtepomp betalen? En andere vragen beantwoord

Hoe gaan mensen met lage inkomens de warmtepomp betalen? En andere vragen beantwoord
Bron: ANP

Het eindeloos lang wachten op een warmtepomp lijkt voorbij. Deze week opende de eerste grote warmtepompfabriek in Nederland, en installatiebedrijven investeren volop in het opleiden van personeel. Wij vroegen wat jullie wilden weten over de warmtepomp.

Er is dit jaar een recordaantal warmtepompen geïnstalleerd. En als het aan de overheid ligt, krijgen nog meer huishoudens de komende jaren een pomp. Jullie vragen over de warmtepomp worden beantwoord door algemeen directeur Dirk-Jan Wolfert van consumentenorganisatie De Vastelastenbond en energie-expert Joanneke de Jongh bij voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal.

1. Hoe werkt een warmtepomp eigenlijk?

Een warmtepomp werkt eigenlijk als omgekeerde airconditioning, begint algemeen directeur van de Vastelastenbond Dirk-Jan Wolfert. Hij adviseert consumenten over zaken als energiecontracten en energiebesparende maatregelen. "Een airco koelt door warmte uit de lucht te halen en blaast koude lucht naar binnen. De meeste warmtepompen halen juist warmte uit de buitenlucht en gebruiken dat om een woning te verwarmen."

Er zijn twee typen warmtepompen, legt Wolfert uit: de volledig elektrische en de hybride pomp. "De volledig elektrische pomp werkt helemaal op stroom en gebruikt geen gas. Die vervangt de cv-ketel. De hybride pomp daarentegen werkt in combinatie met de cv-ketel. Die draait in principe op het warmtepomp-systeem, maar kan nog wel de cv laten bijspringen als het nodig is."

De meeste huishoudens kiezen op dit moment voor een hybride warmtepomp, omdat ze daarmee goedkoper uit zijn. "In de winter is er relatief weinig warmte in de lucht, dus moet een warmtepomp veel stroom gebruiken om een woning te verwarmen. Als je dat stroomverbruik doorberekent, is het vaak goedkoper om op die koude dagen bij te springen met gas. En nog steeds zorgt een hybride pomp dan gemiddeld genomen voor een besparing van 60 procent voor verwarmen en warm water."

Dirk-Jan Wolfert en Joanneke de Jongh
Bron: EenVandaag
Dirk-Jan Wolfert en Joanneke de Jongh

2. Waarom is de warmtepomp zo populair?

Wolfert denkt dat dit te maken heeft met de grote besparing die met de warmtepomp valt te behalen. "Veel mensen willen best duurzamer leven, maar het moet vooral financieel interessant zijn. Toen vorig jaar de gasprijzen omhoog schoten, werd het interessant om eens te gaan kijken naar een warmtepomp."

De plotselinge gigantische vraag leidde vorig jaar tot lange wachtlijsten. "Daarom is er nu pas, in de eerste helft van 2023, een recordaantal pompen geïnstalleerd", zegt Wolfert. Hij benadrukt wel dat er nog steeds véél meer woningen zonder warmtepomp zijn dan met. Er zijn ruim 8,1 miljoen woningen in Nederland, maar in 2022 hadden slechts zo'n 400 duizend woningen een warmtepomp, blijkt uit cijfers van het CBS en ABN AMRO Economisch Bureau.

Inmiddels zijn de wachttijden korter. "De leveringsproblemen zijn opgelost, er is een Nederlandse fabriek bijgekomen en bedrijven hebben inmiddels de mogelijkheid gehad om personeel op te leiden", vertelt Wolfert. Desondanks adviseert hij om niet te wachten tot de winter met een aanvraag, want dan kan het zomaar zijn dat je de pomp pas in het voorjaar in huis hebt.

3. Is een warmtepomp wel duurzamer dan gas?

Ja, zegt energie-expert Joanneke de Jongh van Milieu Centraal. "Een warmtepomp gaat heel efficiënt met energie om. Voor 1 deel stroom wat hij verbruikt, produceert hij 3 tot 5 delen warmte. Het rendement kan dus oplopen tot 500 procent, terwijl dat bij een traditionele cv-ketel slechts 93 procent is." Een kleine rekensom maakt dan duidelijk dat verwarmen met een warmtepomp op stroom ongeveer vier keer zo efficiënt is als gas.

De Jongh vertelt ook dat stroom steeds 'groener' wordt. "Op dit moment wordt 40 procent van de stroom die in Nederland verwerkt wordt, opgewekt door een duurzame bron, dus uit zonne-energie, windenergie en een klein beetje biomassa. En dat percentage wordt in de toekomst alleen maar meer. Daardoor heeft stroom een lagere klimaatimpact dan gas."

De milieu-impact wordt vooral bepaald door de gebruikte energiebron (stroom versus gas) en de efficiëntie van het apparaat, maar ook de productie van de apparaten speelt natuurlijk mee. "Een warmtepomp is qua productie iets slechter voor het milieu dan de cv-ketel", vertelt De Jongh. "Maar als je kijkt naar het totaal, dan komt de warmtepomp alsnog als winnaar uit de bus én de productie van warmtepompen gaat in de toekomst nog duurzamer worden, omdat de industrie gebruik gaat maken van een meer natuurlijk koudemiddel dat een lagere klimaatimpact heeft."

Bekijk ook

4. Kunnen warmtepompen in elk huis of appartement geplaatst worden?

Nee, zegt Wolfert van de Vastelastenbond stellig. "Je moet er de ruimte voor hebben, want de pomp is best wel een grote kast. Hij kan tot twee keer zo groot zijn als een cv-ketel. En dan moet je ook nog een unit buiten de woning plaatsen. In woningen zonder buitenruimte kan dat niet, en bijvoorbeeld bij monumentale panden mag het niet zomaar."

"In appartementen kan een de buiten-unit van de warmtepomp soms wel op het dak geplaatst worden. Maar dan heb je meestal te maken met een Vereniging van Eigenaren, die gezamenlijk moet beslissen. Dat maakt de keuze ingewikkelder."

Verder speelt mee hoe goed een woning geïsoleerd is, zegt Wolfert. "Als een woning niet goed is geïsoleerd, dan kun je er wel een warmtepomp neerzetten, maar dan heeft dat heel weinig effect, want dan 'lekt' alle warmte meteen weer weg. In zo'n woning is het moeilijk om een warmtepomp rendabel te krijgen."

info

Verplichting vanaf 2026?

De hybride warmtepomp moet vanaf 2026 standaard worden voor het verwarmen van woningen, als het aan de overheid ligt. Demissionaire ministers Hugo de Jonge (Volkshuisvesting) en Rob Jetten (Klimaat) kondigden in mei 2022 plannen aan om huishoudens te verplichten bij een kapotte cv-ketel over te stappen op een (hybride) warmtepomp, of een ander duurzaam alternatief zoals aansluiting op een warmtenet.

Volgens hun eerste plannen zijn er een paar uitzonderingen: onder meer woningen zonder buitenruimte en monumentale panden hoeven niet aan de verplichting te voldoen. "Die uitzonderingen zijn er niet voor niets", zegt De Jongh. "Als het echt niet kan in je woning, val je waarschijnlijk onder die uitzonderingen." Wolfert vult haar aan: "Als je niet onder de uitzonderingen valt, en de installateur raadt je desondanks een warmtepomp af, dan heb je waarschijnlijk pech en moet het gewoon."

De plannen moeten nog uitgewerkt en onderzocht worden. Daarna moet een eventueel wetsvoorstel nog langs de Tweede en Eerste Kamer.

5. Waarom neemt de overheid de tussenstap van hybride warmtepompen, als ze wil dat iedereen volledig van het gas af gaat?

De Jongh legt uit dat de overheid inderdaad wil dat iedereen uiteindelijk volledig van het gas af gaat, maar dat de hybride warmtepomp een goede tussenstap is voor woningen die nog niet goed genoeg geïsoleerd zijn. "Als het kan in je woning, dan wil ze liever dat je meteen een volledig elektrische pomp aanschaft, maar zo niet, dan is een hybride pomp ook al goed."

Wolfert vermoedt dat er verschillende redenen zijn voor 'de tussenstap': "Allereerst is een volledig elektrische pomp veel duurder dan een hybride systeem. Dus een hybride is voor meer mensen nog enigszins betaalbaar. Daarnaast wordt het elektriciteitsnet veel zwaarder belast op het moment dat we allemaal volledig elektrische pompen zouden hebben, vooral in de winter. Tot slot kan met hybride warmtepompen al een besparing van 60 procent op het gas voor verwarmen en warm water worden behaald. Dus dan maken we met z'n allen al een gigantische stap."

De Jongh adviseert wel om - als je gaat overstappen op een hybride pomp - een all electric ready-variant te laten installeren. "Die kun je op termijn aanpassen naar een volledig elektrische pomp, zodat je niet nóg eens een nieuw apparaat nodig hebt."

Bekijk ook

6. Hoelang duurt het voordat je de investering hebt 'terugverdiend'?

Dat hangt af van de je woning, van je energieverbruik en van de gas- en stroomtarieven, zegt Wolfert. Hij schat dat het tussen de 6 en 10 jaar zal duren. "Als je woning slechts tien jaar oud is, dan zal het misschien 6 jaar duren om de investering in de warmtepomp 'terug te verdienen'. Maar als je een woning hebt uit de jaren 60, dan zal het meer richting de 10 jaar zijn."

Ook speelt mee waar je stroom vandaan komt, zegt Wolfert. "Als het van je eigen zonnepanelen komt, dan is het nog veel voordeliger dan wanneer je stroom van het net afhaalt, en dus zul je de investering sneller 'terugverdienen'. Hij wijst wel op de discussie over saldering. "Nu mag je stroom die je in de zomer extra hebt opgewekt, nog 'bewaren' tot de winter. Maar die salderingsregeling loopt vanaf 2025 stapsgewijs af, is het plan."

De Jongh benadrukt nog dat je de investering ook vaak terug ziet in de waarde van je woning. "Tussen de 6 en 10 jaar klinkt als een hele lange periode. Mocht je in die tijd gaan verhuizen, ook dan verdien je de investering vaak wel terug. Je woning krijgt door de warmtepomp een beter energielabel en stijgt in waarde."

info

EenVandaag Vraagt

In dit artikel zijn antwoorden verwerkt op vragen die zijn ingestuurd via EenVandaag Vraagt. Met EenVandaag Vraagt heb je invloed op wat we maken. Wil je meedoen? Download dan de Peiling-app van EenVandaag, ga dan naar 'Instellingen' en zet je notificaties voor EenVandaag Vraagt aan. Je vindt de vragen en antwoorden terug bij 'Doe mee'. De Peiling-app van EenVandaag is gratis te downloaden in de App Store of Play Store.

7. Hoe kunnen mensen met lage inkomens de warmtepomp betalen?

Dat is heel lastig, erkennen Wolfert en De Jongh. Maar er zijn verschillende mogelijkheden voor financiering.

Beiden noemen de subsidie vanuit de Rijksoverheid. "Met die subsidie krijg je een deel van de aankoopprijs van de warmtepomp terug, ongeveer 30 procent, soms wat meer, soms wat minder. Een hybride warmtepomp (4kWh) kost zo'n 6000 euro, daar krijg je ongeveer 2500 euro terug", legt De Jongh uit. "In die subsidie zit bovendien een soort stapelvoordeel: als je de warmtepomp combineert met een isolatiemaatregel, dan krijg je ook een hoger bedrag voor die isolatie."

Naast de subsidie kun je een lening afsluiten. De Jongh wijst op een lening van het Nationaal Warmtefonds. "Die lening kent 0 procent rente voor huishoudens met een gezamenlijk inkomen van onder de 60.000 euro per jaar. Als je meer verdient, betaal je wel wat rente, maar dat percentage is alsnog erg laag. En je gaat met een warmtepomp natuurlijk besparen op je energierekening, dus die winst kun je deels gebruiken om je lening af te lossen."

Wolfert vertelt dat er ook een lening valt af te sluiten bij de meeste gemeentes. "Die lening komt vanuit het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting. Je kunt een bedrag lenen waarmee je bijvoorbeeld in één klap een warmtepomp, isolatiemaatregelen en zonnepanelen aanschaft. En ook hier is de rente erg laag."

8. Hoeveel geluidsoverlast geeft een warmtepomp en is hier wat aan te doen?

"Het harde geluid is iets wat veel mensen meteen roepen als bezwaar tegen een warmtepomp", herkent Wolfert. "Zij zijn bang voor geluidsoverlast, maar mensen die een warmtepomp hebben zeggen over het algemeen dat het geluid hartstikke meevalt." Natuurlijk, zo'n apparaat is niet stil, erkent Wolfert, maar volgens hem kan het geluid ook al flink worden teruggebracht door goede installatie-maatregelen, zoals trilpootjes. "Ook weten fabrikanten dat die angst er is, dus elk jaar worden de nieuwe apparaten weer stiller."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Dierverzorger Saia maakt zich grote zorgen nu vogelgriep meer om zich heen grijpt: 'Worden niet serieus genomen door overheid'

Dierverzorger Saia maakt zich grote zorgen nu vogelgriep meer om zich heen grijpt: 'Worden niet serieus genomen door overheid'
Dierenverzorger Saia Hendrickx van Vogelzorgcentrum De Houtsnip in Hoek van Holland
Bron: EenVandaag

Niet alleen in Amerika, ook in Nederland grijpt de vogelgriep om zich heen. Het virus treft nu vooral wilde ganzen. Dierenwelzijnsorganisaties die worden gebeld om zieke dieren op te halen maken zich zorgen. "Worden niet serieus genomen door de overheid."

Een mondkapje, een pak, handschoenen, schoenhoezen en een beschermbril. Dat trekt Saia Hendrickx van Vogelzorgcentrum De Houtsnip in Hoek van Holland elke keer aan als de dierenambulance weer een zieke vogel komt brengen.

Van dier op mens

Allemaal om zichzelf te beschermen tegen de vogelgriep. "Vogelgriep is een ziekte die van dier op mens kan overgaan. Als ik een beetje grieperig ben en ik kom in contact met een besmette vogel, dan kan dat gaan muteren en kan de pleuris uitbreken", vertelt ze daarover.

De angst zit er goed in bij De Houtsnip. In 2022 werd het vogelzorgcentrum geruimd omdat er vogelgriep heerste. "Ik heb toen zelf heel veel slachtoffers ingeslapen en uiteindelijk bleef er een groep over. Die waren negatief getest, maar werden toch ingeslapen door de NVWA. Dat laat je nooit meer los en wil je niet meer meemaken."

Uitbraak neemt toe

Een besmetting van vogel op mens is nog niet in Nederland voorgekomen. Maar in de VS overleed vorige maand een persoon na een besmetting door kippen en wilde vogels in zijn achtertuin. Daarom is Hendrickx alert. Iedereen die haar vogelzorgcentrum binnenkomt moet zich ontsmetten en alle werknemers hebben hun eigen afdeling waar zij werken en mogen niet zomaar naar een andere afdeling.

"Op dit moment is de uitbraak weer in alle hevigheid aan het toenemen", reageert Hendrickx. Dat zorgt voor enorme onrust bij haar. "De adrenaline giert door je lijft. Je bent bang om het binnen te krijgen."

Niet serieus nemen door de overheid

Verhalen zoals die van Hendrickx hoort Daniella van Gennep van Stichting Dierenlot nu dagelijks. Zij vertegenwoordigt een groot deel van dierenhulpverleners in Nederland, waaronder dierenambulances, opvangcentra en dierenasielen.

"Soms vindt één dierenambulance wel 200 dieren op 1 dag. En dat zijn vooral vogels op dit moment, maar ook vossen en andere zoogdieren. We maken ons gewoon zorgen omdat die hulpverleners op dit moment niet echt serieus worden genomen door de overheid als het gaat om vogelgriep."

Financiële compensatie

Daarmee doelt Van Gennep op financiële compensatie voor de dierenhulpverleners. Zo moeten zij dode en zieke vogels ophalen en persoonlijke beschermingsmiddelen aanschaffen. Na de vorige uitbraak wilde een meerderheid van de Tweede Kamer dat de overheid zou kijken naar een structurele manier om in deze kosten tegemoet te komen. Maar de minister liet 6 februari weten dat die er op dit moment niet komt, omdat de uitbraak nog niet hevig genoeg is.

"Ik wil heel graag dat de overheid de dierenhulpverlener serieus neemt. Weliswaar hebben ze formeel geen rol als het gaat om het opruimen van dode dieren. Maar wie bel je als je een dier in nood ziet? Dan bel je de dierenambulance en dat gebeurt dus in de praktijk."

Bekijk ook

'Overheid moet in actie komen'

Van Gennep vraagt om actie van de overheid: "zorg minimaal voor veiligheid van al die vrijwilligers. Die lopen risico maar daar moeten ze zelf voor opdraaien. Zelfs de griepprik die enigszins bescherming biedt, moeten ze zelf betalen", legt ze uit.

Van Gennep beaamt dat het inderdaad nog niet zo erg is als in 2021 en 2023. "Maar", voegt ze daaraan toe, "wat er nu gebeurt in Amerika is wel veel erger dan toen. Wij willen gewoon dat je voorbereid bent."

Wie is verantwoordelijk voor het opruimen?

Het opruimen van dode dieren gebeurt volgens beide hulpverleners nu niet altijd. "Ik ben niet verplicht om die op te gaan halen", zegt Hendrickx. "Maar ik doe het wel, omdat ik niet wil dat andere in het wild levende dieren dat eten, want dan zijn zij ook besmet."

"De verantwoordelijkheid ligt bij degene van wie het terrein is waar het dier neerstort", vult Van Gennep aan. "Maar ja, vaak weet het grote publiek niet van wie het terrein is." Vogels dood in de achtertuin liggen, moeten door de eigenaar van de woning zelf worden opgeruimd. "Die mag je in de vuilnisbak doen en dan mag je je handen wassen met een sopje. Dan is het volgens het ministerie goed genoeg. Nou, daar zet ik dikke vraagtekens bij."

Bekijk ook

Teleurgesteld

Van Gennep heeft vandaag nog spoedoverleg gehad met beleidsmedewerkers op het ministerie van Volksgezondheid en het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur. Maar een toezegging voor financiële compensatie kwam er niet.

"Ik heb de minister gehoord in het debat vorige week en zij zei: 'de overheid is geen pinpas'. Dat doet echt pijn bij de dierenhulpverleners en dat merk je ook wel. Zij voelen zich niet serieus genomen, terwijl dat wel moet."

Partij voor de Dieren wil actie van minister

Volgens Hendrickx is er niets veranderd bij de overheid na de grote uitbraken in 2021 en 2023. "Wanneer worden ze wakker? Wat gebeurt er als er straks een pandemie uitbreekt?", vraagt ze zich af. "Dan zijn ze te laat en hebben ze bloed aan hun handen."

De Partij voor de Dieren neemt geen genoegen met de antwoorden van de minister. De partij gaat Kamervragen stellen en wil dat de minister alsnog over de brug komt met geld om dierenhulporganisaties te beschermen tegen vogelgriep.

Dierverzorger Saia maakt zich grote zorgen nu vogelgriep meer om zich heen grijpt: 'Worden niet serieus genomen door overheid'

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Jongeren worden mishandeld door pesters en vervolgens afgeperst met de beelden, ook tiener Sem maakte het mee

Jongeren worden mishandeld door pesters en vervolgens afgeperst met de beelden, ook tiener Sem maakte het mee
Sem* werd op zijn 15de gefilmd en geïntimideerd
Bron: EenVandaag

Op social media gaan zogenaamde vernederfilmpjes rond met bedreigingen en mishandelingen, waarin jongeren elkaar slaan, schoppen en bedreigen. Ook van Sem werd zo'n filmpje gemaakt. "Heel belangrijk dat ouders thuis echt in die telefoons gaan kijken."

De slachtoffers en daders in de video's zijn grofweg tussen de 13 en 17 jaar oud, maar jongere kinderen van 10 of 11 jaar krijgen er soms al mee te maken. Het wordt door de politie en criminologen 'hybride straatgeweld' genoemd, omdat er zowel sprake is van fysiek geweld als van online geweld.

'Hadden we nooit verwacht'

"Onze zoon Sem* was door een andere jongen gedwongen op z'n knieën te gaan zitten om sorry te zeggen, onder bedreiging van een niet zichtbaar vuurwapen", vertelt zijn vader Richard*. "En die jongen filmde hoe mijn zoon op de knieën ging. Misschien zijn wij naïef, maar zoiets hadden we echt nooit verwacht in onze omgeving."

Richard vertelt het aangrijpende verhaal van wat Sem (toen 15) en het gezin is overkomen. "Hij kwam ineens behoorlijk boos thuis en vloog gelijk naar boven. Je weet: pubers willen niet per se direct iets vertellen, dus ik liet het even op z'n beloop. Uiteindelijk wist mijn vrouw wel uit hem te krijgen wat er voorgevallen was. En dat was schrikken."

Bang voor escalatie

Al de dag erna had de dader de video van de bedreiging op social media gedeeld. "Iedereen op school had het gezien. Richting Sem werden er harde grappen over gemaakt. 'Op je knieën', riep iedereen", vertelt Richard. "Ja, dat kwam behoorlijk binnen", zegt zoon Sem er zelf over.

Op initiatief van zijn ouders werd de wijkagent geïnformeerd en deden ze aangifte. "Ik dacht: jongens, dit is niet acceptabel", zegt Richard. "Dat vond Sem moeilijk, hij was bang voor mogelijke escalatie. Want ja, dan loop je mensen te verraden, dacht hij. En: kan ik het misschien zelf oplossen. Maar wij wilden juist niet dat hij de oplossing ging zoeken in tegengeweld of tegenacties. Dus we hebben de politie ingeschakeld, daar zijn ze voor."

Bekijk ook

'Niets verkeerd gedaan'

Sem vindt het belangrijk dat mensen over het geweld weten, en vertelt daarom zijn verhaal. "Dat je moet oppassen en dat je weet dat het kan gebeuren."

"Je kan wel lachen om een filmpje en het doorsturen, maar morgen ben je misschien zelf aan de beurt. Je hebt niets verkeerds gedaan en toch schaam je je."

Meer van dit soort filmpjes

Er zijn veel van dit soort filmpjes. Een meisje dat in een metro vuistslagen in haar gezicht krijgt en hard in haar buik wordt getrapt door een groep van zes, zeven jongens. Een jongen die het op een rennen zet, als hij wordt achtervolgd en uitgelachen door een stel jongens.

Een paar jongens die elkaar op een grasveldje klappen en trappen uitdelen, tot een van hen onderuit gaat en dan nog een paar stevige trappen na krijgt. Ondertussen staan tien kinderen op een afstandje de geweldsuitbarsting te filmen met hun telefoons. Ze staan erbij te juichen.

In aanpak nog veel te winnen

Ouders, politie, scholen en jongeren zelf zoeken naar een manier om dit fysieke én online geweld terug te dringen. In de aanpak van dit straatgeweld is nog heel veel te winnen, volgens de onderzoekers van het rapport 'Geklapt, gefilmd en gedeeld' dat morgen verschijnt en in handen is van EenVandaag.

Criminologen hebben in opdracht van onderzoeksprogramma Politie en Wetenschap, onderdeel van de Politieacademie, onderzoek gedaan naar deze online en offline geweldsincidenten onder jongeren.

Bekijk ook

Status verhogen

De onderzoekers zien dat het dader- en slachtofferschap elkaar regelmatig afwisselt. Groepsdruk speelt een grote rol, jongeren hitsen elkaar op om iets terug te doen, om te laten zien dat je niet over je heen laat lopen.

Als je (online) laat zien dat je voor jezelf opkomt en niet bang bent, verhoog je je status en dat kan weer een beschermende factor zijn om geen slachtoffer te worden, of niet opnieuw.

Onder de radar

Het online geweld vindt vaak plaats in afgeschermde omgevingen van sociale mediaplatforms en is dus niet voor iedereen zichtbaar. Wat lastig is, is dat kinderen of jongeren na een bedreiging of mishandeling uit schaamte bijna nooit een melding of aangifte doen.

Slachtoffers zijn bang om als 'snitch' (verrader) gezien te worden, zoals Sem ook dacht. De meeste incidenten blijven dan ook onder de radar, volgens de hoofdonderzoeker en criminoloog Shanna Mehlbaum. De kans dat de politie de incidenten zelf ontdekt is klein, ze mogen niet standaard online surveilleren en vanwege privacyregels beperkt signalen delen met andere organisaties.

Jongeren worden mishandeld door pesters en vervolgens afgeperst met de beelden

Bekijk ook

Afpersing

De bedreigingen, mishandelingen en vernederingen die in de 'echte wereld' (offline) plaatsvinden zijn onlosmakelijk verbonden met wat daarvan is gedeeld op social media als Snapchat, Telegram, TikTok, Facebook of YouTube. In de filmpjes zijn kinderen te zien die spijt moeten betuigen aan de dader(s), vaak om een verzonnen reden. Het slachtoffer moet op de knieën gaan en 'sorry baas' of 'sorry koning' zeggen.

"Soms moet iemand zich zelfs uitkleden of de schoenen van de bedreiger likken", zegt Mehlbaum. Soms zet de dader het filmpje gelijk online, maar regelmatig gaat de dader eerst nog een stapje verder. Dan wordt het slachtoffer afgeperst - geld uit de portemonnee van moeder, een horloge - om het online verspreiden van het filmpje te voorkomen, of uit te stellen.

'Gaat 24 uur per dag door'

De Rotterdamse jeugdagent Robin Bleijenberg ziet de video's dagelijks langskomen. "Vaak gaat het om het afstaan van geld of spullen, schoenen, jassen. Maar meestal stopt het niet, want dan hebben ze de jongeren in hun macht. 2 weken later wordt er weer gedreigd. Of ze komen aan de deur, in het extreme geval. Soms zelfs met vuurwerk, bijvoorbeeld dat er explosies uit voortkomen. Het gaat echt heel ver."

Waar pesten vroeger na schooltijd stopte, is dat nu wel anders. "Jongeren benaderen en ontmoeten elkaar online. Het pesten van nu gaat door op de telefoons, 24 uur per dag, 7 dagen in de week", weet Bleijenberg. Hij is bijna dagelijks op scholen of bij jongeren thuis om een online incident te sussen, een aangifte op te nemen of een minderjarige aan te houden.

Bekijk ook

Oproep aan ouders

"Het is heel erg belangrijk dat ouders thuis echt in die telefoons gaan kijken", zegt de agent. Ouders weten vaak weinig van de online leefwereld en activiteiten van hun kind, waardoor ze niet opmerken waar die bij betrokken is.

"Wees je bewust als ouder wat je kind doet. Het is niet meer zo dat ze alleen maar leuk zitten te TikTokken. Ga ook eens met hem of haar in gesprek: wat doe je nou online? Kijk eens naar de schermtijd, want daar schrik je ook ontzettend van. Sommige kinderen zitten gewoon 12 uur lang op hun telefoon. En wees je bewust dat je kinderen ook andere dingen doen online."

Daders vooral jongens

De onderzoekers stellen vast dat de daders van het hybride geweld vooral jongens zijn uit een achtergestelde situatie, kinderen die opgroeien in armoede en die thuis te maken hebben met allerlei problematiek, zoals (v)echtscheidingen of armoede.

Ook gaat het vaak om jongens met allerlei gedragsproblemen, soms voortkomend uit een licht verstandelijke beperking (LVB). In het onderzoek staan ook voorbeelden van jongeren uit 'beter bedeelde wijken' en 'goede gezinnen', die de straatcultuur hebben omarmd: het vertonen van machogedrag, snel geld verdienen, agressie, geweld en voor jezelf opkomen.

*echte namen zijn bekend bij de redactie.

Wat kunnen scholen doen aan het offline en online geweld?

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant