Verschillen tussen gemeenten op het gebied van armoede-regelingen zijn zo groot geworden dat het niet meer uit te leggen valt, zegt een adviescommissie. Daarom moet het Rijk weer de regie naar zich toe trekken door met landelijke regelingen te komen.

De Commissie sociaal minimum is vorig jaar door het kabinet ingesteld nadat bijna de hele Tweede Kamer een motie aannam om vast te stellen wat precies het bestaansminimum is. Wat hebben mensen nodig om rond te komen en om mee te kunnen doen in de samenleving? Dat zoekt de commissie uit.

Stelsel van inkomensondersteuning

In juni is het eerste rapport verschenen: 'Een zeker bestaan; naar een toekomstbestendig stelsel van het sociaal minimum'. Daarin concludeert de commissie dat mensen met een laag inkomen de komende jaren tot honderden euro's per maand tekort dreigen te komen.

Het advies was een verhoging van het minimumloon, de bijstand en eventueel ook de huurtoeslag. Om armoede bij kinderen tegen te gaan moet de kinderbijslag of het kindgebonden budget omhoog. Dat kost jaarlijks ongeveer 6 miljard euro. De Commissie sociaal minimum heeft vandaag het tweede en laatste deel van haar advies aan demissionair minister Schouten (CU) voor Armoedebestrijding aangeboden. Dit rapport richt zich op de inrichting van het stelsel van inkomensondersteuning.

Voorspelbaar, toegankelijk, uitvoerbaar en houdbaar

De overheid moet zorgen voor een voorspelbaar en toegankelijk stelsel dat uitvoerbaar en houdbaar is, is de aanbeveling van de Commissie. Daarnaast moet wettelijk vastgelegd worden dat er iedere 4 jaar opnieuw wordt gekeken of het sociaal minimum nog voldoende is.

Volgens de Commissie is de verhouding tussen het Rijk en de gemeenten uit balans geraakt, omdat gemeenten meer taken hebben gekregen. Dat zorgt er ook voor dat er verschillen zijn ontstaan tussen gemeenten als het gaat om de hulp die er wordt geboden. "Het maakt echt uit waar je woont", zegt Commissie-lid Arjan Vliegenthart. Het kan namelijk honderden euro's per maand verschil maken. "Het is niet meer te rechtvaardigen."

Bekijk ook

Stelsel moet simpeler

De Commissie sociaal minimum vindt daarom dat landelijke regelingen voldoende zouden moeten zijn voor het merendeel van de mensen die op het sociaal minimum leven. Ook zou het Rijk een aantal zaken centraal moeten regelen, zoals een aanvullende zorgverzekering of een schoollaptop.

"Het stelsel moet simpeler", zegt Commissielid Vliegenthart, in het dagelijks leven directeur van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud). "Rijksregelingen moeten de basis zijn. Nu hebben veel huishoudens gemeentelijke regelingen nodig, ze moeten heel veel loketten langs. Maak dat simpeler."

Maatwerk

De Dordtse wethouder Peter Heijkoop (CDA) herkent dit beeld. Als bestuurslid van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) ziet hij dat gemeenten verschillende minima-regelingen hebben opgetuigd. Dat is ook niet helemaal onlogisch, vindt hij, want gemeenten hebben een eigen verantwoordelijkheid. Ook zijn er verschillen tussen gemeenten, bijvoorbeeld in woonlasten.

Maar het begint ermee dat de bestaanszekerheid op orde is. Dus voldoende bijstand, voldoende inkomen zodat mensen in principe gewoon rond kunnen komen, zegt Heijkoop. "Dan kunnen wij als gemeente de aanvulling geven waar maatwerk nodig is."

Bekijk ook

Gaten dichtlopen

Heijkoop voegt toe: "Alleen wat je nu ziet is dat heel veel mensen, en dat blijkt ook uit het rapport van de Commissie sociaal minimum, überhaupt niet rond kunnen komen. Zelfs niet als ze werken. En dan zie je dat elke gemeente probeert die gaten dicht te lopen. Dan zie je ook grote verschillen ontstaan en dat zou echt anders moeten."

Ook wethouder Bouke Velzen (CU-SGP) uit Zoetermeer merkt in zijn contacten met andere wethouders dat er verschillen zijn. "Bijvoorbeeld de bijzondere bijstand: soms is het een lening, soms een gift. Dat is een raar verschil. Hier in Zoetermeer is het een lening." Dat komt voort uit een politieke en financiële keuze, zegt Velzen. "We zien dat we veel taken krijgen, maar niet de budgetten om het uit te voeren."

Wantrouwen richting overheid

Naast de ingewikkelde regelingen is er de angst om onterecht ontvangen toeslagen te moeten terugbetalen. En dus doen mensen soms maar helemaal geen beroep op een regeling, zegt de Zoetermeerse wethouder Velzen. "Het is een kwestie van wantrouwen richting de overheid. Iedereen kent de toeslagenaffaire, dat heeft niet bijgedragen aan het vertrouwen. Mensen denken vaak: mag ik het geld wel houden of moet ik het terugbetalen?"

De Dordtse wethouder Heijkoop vindt ook dat het systeem veel te ingewikkeld is. "We bieden allerlei hulp, financiële hulp, er zijn sociaal raadsleden. Ook bij de sociale dienst kun je hulp krijgen. Maar het is, gekoppeld aan al die landelijke regelingen, zoals toeslagen, veel te ingewikkeld, het is niet toegankelijk en het is op onderdelen echt onvoldoende om mensen van een bestaanszekerheid te voorzien."

Eerste stap

Minister Carola Schouten van Armoedebeleid reageert op het advies van de Commissie: "Je moet in Nederland fatsoenlijk rond kunnen komen. Het is daarom goed dat de Commissie opnieuw heeft gekeken naar de hoogte van het sociaal minimum." Ze zegt dat het kabinet bij de begroting heeft gekeken naar de eerdere adviezen, 'om zo een eerste stap te zetten'.

"De huurtoeslag wordt verhoogd en er komt een hoger kindgebonden budget. Het tweede rapport moet ik nog goed bestuderen, maar veel voorstellen liggen in het verlengde van waar het kabinet de afgelopen jaren aan heeft gewerkt. De sociale zekerheid moet voorspelbaarder en toegankelijker worden en meer uitgaan van vertrouwen in mensen."

Bekijk hier de reportage

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.