Woensdag staan de eerste verdachten voor de rechter voor gewelddadigheden rondom de wedstrijd Ajax-Maccabi Tel Aviv. Volgens strafrechtexpert Joep Lindeman wordt dit geen eenvoudige zaak voor justitie: "Dat er veel beeldmateriaal is, zegt niet alles."

Ruim een maand na het geweld rond de wedstrijd Ajax-Maccabi Tel Aviv staan de eerste zeven verdachten voor de rechter.

Gezichten bedekt

Aan bewijs geen gebrek, zou je denken: de beelden gingen de wereld rond. Toch zal het Openbaar Ministerie het lastig krijgen met deze beladen rechtszaak, denkt hoogleraar strafrecht aan de Universiteit Utrecht Joep Lindeman. De eerste uitdaging: het vaststellen van de identiteit van de verdachten.

"Extra moeilijk is dat op de beelden die van de verdachten rondgaan, een groot deel gezichtsbedekkende kleding draagt, zoals een bivakmuts. De rechter moet uiteindelijk kunnen vaststellen dat de persoon die we zien op de beelden, dezelfde persoon is als degene die voor de rechter staat", zegt Lindeman.

Bekijk ook

Beelden zeggen niet alles

"Hierbij kan aanvullend bewijs heel nuttig zijn, zoals app-gesprekken die gevoerd zijn, of telefoongesprekken die zijn gevoerd. Maar dit blijft altijd een lastig punt voor de rechter."

Een grote hoeveelheid beeldmateriaal kan het Openbaar Ministerie zeker helpen om de zaak rond te krijgen, maar hoeft niet altijd de doorslag te geven, zegt de strafrechtdeskundige.

Fatale trap in Mallorca-zaak

"Het feit dat er veel beelden zijn, zegt lang niet alles. Een goed voorbeeld is de Mallorca-zaak, waarbij in de zomer van 2021 een Nederlandse jongen tijdens een vechtpartij met een groep jongens werd doodgetrapt", vertelt Lindeman.

"Er was heel veel beeldmateriaal van dat incident, maar uiteindelijk was het toch heel lastig voor de rechter om vast te stellen wie nou uiteindelijk de fatale trap had uitgedeeld. Dat was op de beelden niet goed te zien. Dan heb je toch aanvullend bewijs nodig."

Bekijk ook

'Je was erbij, dus je bent erbij'

Van de zeven verdachten staan er zes terecht voor openlijke geweldpleging, en één verdachte voor poging tot doodslag en zware mishandeling.

Openlijke geweldpleging zal in dit geval relatief makkelijk te bewijzen zijn, denkt Lindeman. "Bij openlijke geweldpleging geldt een beetje: je was erbij, dus je bent erbij."

Openlijke geweldpleging

"Dus als je je hebt aangesloten bij deze rellen en je voert het verweer dat je geen idee had wat de context was waarin deze rellen plaatsvonden, dan kom je daar niet mee weg", vervolgt de strafrechtexpert.

"De hoofdmoot van de verdenkingen is openlijke geweldpleging. Daarvoor is het nodig dat het openbaar te zien moet zijn geweest, dat je tenminste met z'n tweeën moet zijn geweest en ieder een significante bijdrage moet hebben geleverd."

Bekijk ook

'Antisemitisch karakter'

Het verwijt dat het geweld een 'antisemitisch karakter' heeft, kan de rechter als een strafverzwarende omstandigheid in de strafmaat meenemen, volgens Lindeman. "De nationaliteit van het slachtoffer is in beginsel geen strafverzwarende omstandigheid. Dat wordt het pas als duidelijk is dat er een discriminatoire reden is voor het geweld. Dus dat het slachtoffer echt enkel en alleen vanwege zijn nationaliteit is uitgekozen als slachtoffer", legt hij uit.

"Dat lijkt hier het geval te zijn, als we sommige beelden bekijken. Of we horen wat er geroepen wordt. Als het echt gericht is op het zoeken naar mensen met een Israëlisch paspoort, dan zou het een strafverzwarende omstandigheid kunnen zijn."

Taakstraf of vrijheidsstraf

Hoe hoog de straffen zullen uitpakken, als er een veroordeling volgt voor openlijke geweldpleging, hangt van de specifieke omstandigheden af, zegt Lindeman. "Dat wisselt heel erg."

"Er zijn richtlijnen voor het Openbaar Ministerie, en die zeggen bijvoorbeeld als iemand een zogenaamde 'first offender' is - dus nog geen strafblad heeft - en er geen sprake is van al te veel letsel of schade, dat je dan eerder moet denken aan taakstraffen in plaats van lange vrijheidsstraffen."

Bekijk ook

'Meer verdachten geïdentifeerd'

Woensdag staan de eerste zeven verdachten terecht. Hoeveel er nog volgen is moeilijk te voorspellen. Dat hangt ook af van de hoeveelheid verdachten die justitie nog weet te identificeren. Maar het zal zeker niet bij deze zeven verdachten blijven, denkt Lindeman.

"Wat je zag bij de corona-rellen, is dat eerst de kleine vissen terechtstonden. Dat zijn de verdachten die makkelijk te identificeren waren, omdat ze bijvoorbeeld geen gezichtsbedekkende kleding droegen. En waar de zaak relatief eenvoudig is qua bewijslast. Het onderzoek van justitie is nu nog in volle gang. Ik verwacht dus dat er nog wel meer verdachten geïdentificeerd worden, die later voor de rechter zullen komen."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.