meer NPO start

Grote concurrentie bij werkgevers om hart van jonge techneut: 'Er zijn meer hartchirurgen dan luchtvaarttechnici met een bevoegdheid'

Grote concurrentie bij werkgevers om hart van jonge techneut: 'Er zijn meer hartchirurgen dan luchtvaarttechnici met een bevoegdheid'
Bron: EenVandaag

Er dreigt een tekort aan luchtvaarttechnici die vliegtuigen controleren en repareren. De branchevereniging vreest voor uitval van vluchten. Een onderhoudsbedrijf is daarom met een leer-werktraject gestart. "Het beroep heeft een vrij onzichtbaar imago."

Het tekort aan luchtvaarttechnici neemt sterk toe, zegt Piet Visser. Hij is voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart Technici. "Dat komt door de grote vergrijzing onder de huidige populatie en moeilijkheden met het opleiden van nieuwe jongens. En dat tekort gaat zometeen leiden tot vertragingen en uitval van vluchten."

450 technici werven

KLM geeft aan dat ze dit jaar 450 technici wil werven, waarvan het grootste deel met een mbo-achtergrond. Dit is volgens de luchtvaartorganisatie een grote uitdaging, omdat de markt voor onderhoudstechnici krap is.

KLM werkt daarom ook met statushouders, gaat naar scholen toe om jongeren te inspireren om te kiezen voor een technische opleiding en bezoekt evenementen waar veel jongeren met een voorliefde voor techniek naar toe gaan. Zoals het circuit van Zandvoort of de TT Assen.

Probleem niet zomaar opgelost

Volgens Visser wordt het dreigende tekort aan luchtvaarttechnici nu nog onderschat, omdat een deel van de luchtvaarttechnici wordt ingehuurd. "Dat is een soort reizende karavaan die door Europa trekt en ingehuurd kan worden op piekmomenten. Maar ook die karavaan wordt steeds kleiner en er wordt te weinig opgeleid."

"Het duurt zeven jaar voordat je luchtvaarttechneut bent. Dus alles wat nu wordt opgeleid, hebben we pas over zeven jaar profijt van. Terwijl het probleem zich nu al begint voor te doen."

Bekijk ook

Vergrijzing

Dat probleem zag Olaf Hoftijzer van het Regional Jet Center aankomen. Hij is verantwoordelijk voor het onderhoud van zogenoemde KLM Cityhopper-vliegtuigen, die gebruikt worden voor Europese vluchten. Er zijn nu 350 mensen in dienst waarvan een behoorlijk aantal de komende tien jaar met pensioen gaat.

Hoftijzer merkte dat studenten wel bij hem aan de slag wilden, maar nog niet de juiste bevoegdheid hadden om zelfstandig aan vliegtuigen te werken. Die moesten nog bijleren in de avonduren of in deeltijd. Dat moet anders kunnen, dacht hij.

'Drie dagen per week werken'

"We hebben besloten om het programma zo in te delen, dat we de studenten gelijk in dienst namen. Twee dagen in de week mogen ze bij ons de theorie leren en drie dagen in de week werken ze - onder begeleiding van een ervaren grondwerktuigkundige - in de praktijk en zien ze wat ze precies gaan doen."

Deze studenten worden bij het Regional Jet Center opgeleid tot grondwerktuigkundige. "Dat is degene die op een gegeven moment - voordat de vlucht gaat beginnen - tegen de piloot zegt: 'ik verklaar dat dit vliegtuig veilig is'."

Bekijk ook

Te veel aanmeldingen

"Wat je hier leert is heel divers", vervolgt Hoftijzer. "Het kan zijn dat de systemen in een computer vervangen moeten worden of een update moeten krijgen. Maar ook hele belangrijke dingen, zoals het wisselen van een landingsgestel, het eraf halen van de motor en het weer opzetten van een nieuwe."

De opleiding is populair. Vorig jaar begon de eerste klas en inmiddels zijn er twee klassen met daarin 32 leerlingen in dienst bij het Regional Jet Center. Een derde klas begint op 1 mei. Daar waren zelfs te veel aanmeldingen voor.

'Geen dag hetzelfde'

Jori en Yashna volgen op dit moment het leer-werktraject bij het Regional Jet Center. Beide studenten waren van jongs af aan gek op vliegtuigen. De opleiding bevalt ze dan ook erg goed.

"De mooiste uitdaging is dat geen enkele dag hetzelfde is", vertelt Yashna enthousiast. "Er komt een kist binnen en er zijn geplande en ongeplande taken. Het is altijd weer leuk om te zien wat er aan de hand is. En je leert daardoor elke keer iets nieuws."

luchtvaarttechnici
Bron: EenVandaag
Yashna

Onnodige fouten

Klasgenoot Jori vindt de combinatie van leren en werken juist heel handig: "Dat je uitleg krijgt over iets, en dat je daarna gewoon naar beneden kunt lopen om het te bekijken. Het vliegtuig staat toch hier. Dan snap je ook meteen de vertaling van de tekst naar een echte situatie."

Dat er een tekort aan techneuten dreigt, herkennen beiden ook: "De vergrijzing is er", zegt Yashna. "Daarom is het belangrijk dat er nieuwe collega's komen met benodigde kennis en bevoegdheden, want anders kunnen de vliegtuigen niet vliegen." Jori voorziet dat in de toekomst de werkdruk steeds hoger wordt. "En dat is iets wat ik natuurlijk niet wil. Waar heel veel druk ligt, worden ook onnodig fouten gemaakt. Ik hoop niet dat dat ooit gebeurt."

Onzichtbaar imago

Ondanks dat Jori en Yashna al van jongs af aan droomden om in de luchtvaart te werken, is het volgens Piet Visser van de branchevereniging niet een voor de hand liggende keus. "Het vak heeft een vrij onzichtbaar imago. Er zijn meer hartchirurgen in dit land dan luchtvaarttechnici met een bevoegdheid. Men beseft niet dat ieder vliegtuig dat vertrekt en landt, is afgetekend door een luchtvaarttechneut specifiek voor die vlucht."

De veiligheid van vliegtuigen komt volgens Visser - ondanks het dreigende tekort aan techneuten - niet in het geding. "Iedereen werkt volgens een vaste procedure en tekent het vliegtuig af met zijn persoonlijke licentie. Die licentie ga je niet zomaar op spel zetten. Zeker niet als je daar al acht jaar je best voor hebt moeten doen om dat punt te bereiken."

Grote concurrentie bij werkgevers om het hart van jonge techneuten

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Waarom de testlancering van Duitse start-up Isar Aerospace belangrijk is voor Europa

Waarom de testlancering van Duitse start-up Isar Aerospace belangrijk is voor Europa
Ter illustratie: testlancering van een raket in Noorwegen (2023)
Bron: AFP

De eerste raket van de Duitse start-up Isar Aerospace wordt morgen in het noorden van Noorwegen gelanceerd. Als deze slaagt, is het de eerste keer dat een raket vanuit West-Europa in een baan om de aarde wordt geschoten. "Dit is belangrijk voor Europa."

Isar Aerospace is een van de eerste Europese commerciële bedrijven die zich bezighoudt met het bouwen van raketten, vertelt deputy director van het Netherlands Space Office (NSO), Joost Carpay. Europa loopt, vergeleken met Amerika, achter op dit gebied. "Maar nu lijkt er een gat in de markt te zijn waarin een paar commerciële bedrijven springen."

'Mooie ontwikkeling'

"Dit zijn mooie ontwikkelingen voor Europa", benadrukt Carpay. Volgens hem is het belangrijk dat we vanaf ons eigen grondgebied kunnen lanceren. Hij vindt het daarom goed dat het commerciële bedrijf Isar Aerospace, dat de intentie heeft om de Europese concurrent van het Amerikaanse SpaceX te worden, een risico neemt.

"Je ziet dat er op het moment minstens vier bedrijven bezig zijn met het ontwikkelen van raketten", vertelt hij. "En daar wordt dus ook in geĂŻnvesteerd, soms door overheden maar dan zonder de ontwikkeling te sturen. Dus alleen met financiering." Ook zijn er private investeerders die steeds meer interesse tonen. En als de testlancering morgen succesvol blijkt, zal die belangstelling alleen maar groter worden, voorspelt Carpay.

Bekijk ook

Onafhankelijkheid voor Europa

Deze nieuwe ontwikkelingen zijn van groot belang voor Europa. Het is volgens de deputy director belangrijk om onafhankelijk te zijn, van wie dan ook: "Ruimtevaart is strategisch van groot belang. We willen zelf kunnen bepalen welke satellieten we wanneer waarnaartoe lanceren en dat moeten we in eigen hand hebben."

"Dit bedrijf ziet dus een markt naast SpaceX, ook omdat zij een kleine raket hebben. Die heeft SpaceX niet. Dus het is ook een kwestie van marktkansen zien."

Meer raketten en lanceerbases

Maar wat moet er eigenlijk nog gebeuren voordat we op grote schaal dit soort raketten kunnen lanceren, zodat we Ă©cht kunnen concurreren met SpaceX van Elon Musk? "Het belangrijkste is het ontwikkelen van de raketten en een lanceerbasis", antwoordt Carpay.

Hij vertelt dat in het ontwikkelen van zulke bases al grote stappen worden gezet. "Er zijn al een aantal in Europa die voor de wat kleinere raketten geschikt zijn. En onze Spaceport in Frans Guiana wordt ook voor die kleinere raketten klaargemaakt." Het is op dit moment een kwestie van de ontwikkelingen blijven stimuleren, stelt hij.

Bekijk ook

'Het blijft een uitdaging'

Maar wat als het morgen dan toch misgaat? "Het blijft een uitdaging", antwoordt Carpay. "Maar ik denk ook dat het bedrijf daar zelf rekening mee houdt. Het blijft altijd een risico, zeker omdat de raket nog nooit gevlogen heeft."

Wel is hij ervan overtuigd dat Isar Aerospace het proces grondig heeft aangepakt. En mocht het toch fout gaan, dan is het een goede les. "Dat betekent alleen maar dat de kans dat het de volgende keer goed gaat, groter is."

Lancering over 1 Ă  2 jaar

Gaat de testlancering morgen wel goed, dan komt een echte lancering sneller dan gedacht om de hoek kijken, denkt Carpay. "Ik zag dat ze hun eerste lanceringen in 2028 verkocht hebben. Maar als het morgen goed blijkt te gaan dan weet ik zeker dat we al eerder kunnen zeggen dat hij klaar is voor ontwikkeling."

"Dus laten we zeggen, dan verwacht ik dat binnen 1 of 2 jaar echt ook de markt het vertrouwen heeft in de raket om lanceringen in te kopen."

Bekijk ook

Sneller en wendbaarder dan ESA

Ook de European Space Agency (ESA), de Europese variant van de NASA, is al 10 jaar bezig met de bouw van raketten. Waarom duurt het daar veel langer dan wanneer een commercieel bedrijf een poging waagt?

"Die bedrijven zijn vaak wat sneller en wendbaarder dan de ESA", weet de deputy director. "Bij de ESA moeten 23 lidstaten beslissingen nemen."

Kleine raket

Maar ook het gewicht dat de raket van Isar Aerospace heeft, maakt het makkelijker voor het bedrijf om snel een raket te bouwen. "Het is een kleine die precies onder de gewichtsklasse zit van de raketten die ESA heeft ontwikkeld. Dus hij is speciaal voor de wat kleinere satellieten", legt Carpay uit.

"Normaal lanceren we met Ă©Ă©n raket een heleboel tegelijk. Maar met een kleinere raket gaat het met Ă©Ă©n of twee tegelijk." Ook hoeven de kleinere satellieten van de Duitse start-up niet te wachten tot ze met een grotere raket mee kunnen, vertelt de expert. "En dat maakt het heel interessant."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Waarom we ons niet direct zorgen hoeven te maken over ons pensioen bij onrust op de beurs

Waarom we ons niet direct zorgen hoeven te maken over ons pensioen bij onrust op de beurs
Peter van Vliet vraagt zich af wat er met zijn pensioen gebeurt bij een schommelende wisselkoers
Bron: EenVandaag/ANP

Zo'n 4 op de 10 deelnemers aan het EenVandaag Opiniepanel maken zich redelijk tot veel zorgen om hun pensioen. Want, vragen zij zich af, wat betekent het bijvoorbeeld voor hun pensioengeld als de beurskoersen kelderen? "Geen Ă©Ă©n-op-Ă©Ă©nrelatie."

Het overhevelen van pensioenen naar het nieuwe pensioenstelsel is één van de grootste financiële operaties die ooit in Nederland werd uitgevoerd.

Zorgen over de toekomst

Door groeiende onzekerheid en instabiele beurzen nemen de zorgen toe. Leden van het EenVandaag Opiniepanel vragen zich af: 'Behoud ik mijn pensioen straks wel, en hoeveel blijft daarvan over?'

Dat geldt ook voor pensionado Peter van Vliet. Ruim 40 jaar bouwde hij pensioen op bij Radio Holland. Tot nu toe heeft hij geen klagen: afgelopen januari ontving hij nog een verhoging. Maar hij maakt zich ook zorgen over de toekomst. Van Vliet vraagt zich af of de hoogte van zijn pensioen straks nog wel vaststaat. Of dat het kan gaan schommelen.

Geen Ă©Ă©n-op-Ă©Ă©nrelatie

Die zorgen zijn deels terecht, zegt Leontine Treur. Zij is senior-econoom bij RaboResearch en gespecialiseerd in pensioenen. "Pensioenfondsen beleggen. Dus als de beurs beweegt, dan merken pensioenfondsen daar wat van. Maar pensioenfondsen beleggen niet alleen in aandelen, ze hebben een gespreide portefeuille waar ook obligaties inzitten. Vastgoed dus."

Er is volgens Treur dus geen Ă©Ă©n-op-Ă©Ă©nrelatie tussen schokken op de beurs en de hoogte van het pensioen. "Daarnaast heb je buffers en meer mogelijkheden om te zorgen dat een beursklap niet in Ă©Ă©n keer bij de pensioenuitkeringen terechtkomt."

Bekijk ook

Eigen pensioenpotje

En hoe zit dat dan straks als het nieuwe pensioenstelsel voor iedereen is ingegaan? In het oude systeem belooft een pensioenfonds hoeveel pensioen je later precies krijgt. Jij en je werkgever betalen hier iedere maand premie voor. Al dit geld gaat samen in Ă©Ă©n grote pot, het zogenaamde collectieve pensioenvermogen. Dit geld wordt geĂŻnvesteerd, en met de opbrengst hiervan betaalt het pensioenfonds de pensioenen uit.

In het nieuwe systeem heeft iedereen een eigen pensioenpotje. Je pensioen staat niet meer vooraf vast, maar kan veranderen. Hoeveel pensioen je krijgt, hangt dan bijvoorbeeld af van hoe goed de beleggingen gaan, hoe hoog de rente is en hoe oud mensen gemiddeld worden. Daardoor kan je pensioen hoger of lager worden.

Beurs herstelt zich altijd weer

Treur benadrukt dat het nieuwe stelsel bedoeld is om meer rendement te behalen, zodat pensioenen beter mee kunnen groeien met de inflatie. En méér rendement betekent volgens haar soms óók méér risico.

Toch zal een enorme koersval op de beurs volgens Treur de pensioenen niet laten verdampen, omdat de beurs zich ook altijd weer herstelt. "Ook tijdens de covidpandemie en de dotcom-crisis is de beurs flink ingeklapt, maar daarna ook weer hersteld. En die grote schokken hebben gepensioneerden nooit gemerkt."

Bekijk ook

'Altijd goed rendement'

Ook volgens voorzitter Ger Jaarsma van de Pensioenfederatie hoeven we in het nieuwe systeem niet ineens lagere pensioenuitkeringen te verwachten, als het op de beurs tegenzit. Dit komt vooral door de manier waarop pensioenfondsen hun geld beleggen. "Het zijn langetermijnbeleggers. Wij kijken dus 20, 30, 40 jaar vooruit. Over eventuele schommelingen maken we ons daarom niet zo heel erg druk, omdat die in de tijd wel weer uitvlakken."

"In het nieuwe stelsel blijven wij op dezelfde manier beleggen als in het oude", legt Jaarsma uit. "En dat betekent dat we naast beleggen in aandelen, ook beleggen in obligaties, vastgoed en leningen. Door die risicospreiding maken wij voor de toekomst altijd een goed rendement."

Risico's delen

Toch is niet iedereen er gerust op. In de Tweede Kamer is NSC een van de partijen die zorgen heeft. Agnes Joseph is Kamerlid voor die partij en is bang dat mensen nu al vaste pensioenuitkeringen gewend zijn en dat dit met het nieuwe systeem minder zeker is.

Joseph: "Iedereen krijgt straks, afhankelijk van de leeftijd, een risicovoller of minder risicovol beleggingsbeleid. Er wordt nog wel een klein buffertje aangehouden om risico's te delen, maar dat is veel kleiner. En daarmee kun je natuurlijk veel minder risico's opvangen en delen met elkaar dan nu."

Waarom we ons niet direct zorgen hoeven te maken over ons pensioen bij onrust op de beurs

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant